WHITE PAPER HALOGEENVRIJE ELEKTRISCHE LEIDINGEN VOOR LOKALEN EN PLAATSEN GEKENMERKT DOOR DE UITWENDIGE INVLOEDSFACTOREN BD2, BD3 EN BD4 Volgend op de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties dd 14 juni 2013 informeren wij u graag over een belangrijke wijziging voor het bepalen van elektrische leidingen voor lokalen en plaatsen gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD2, BD3 en BD4. In het onderdeel “Bijzondere voorschriften” van de letterlijk tekst van het Koninklijk besluit (KB) staat vermeld De volgende tabel geeft een overzicht: f.1) Vorming van corrosieve gassen bij brand: In de lokalen of plaatsen gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD2, BD3 en BD4 zijn slechts kabels geïnstalleerd met de kenmerken SA en SD. Worden hieronder verstaan: gebouwen hoger dan of gelijk aan 25 m, schouwspelzalen, sportzalen, dancings, scholen, ziekenhuizen, rusthuizen, ... Bron: ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND EN ENERGIE.WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Publicatie: 04-06-2013, nummer: 2013011232, bladzijde: 35360 BEELD Dossiernummer: 2013-04-25/17 Inwerkingtreding: 14-06-2013. Deze nieuwe reglementering heeft een bijzondere impact hoe men vanaf nu elektrische installaties gaat ontwerpen en installeren. Dit nieuwe KB is dan ook een grote stap voorwaarts voor het verbeteren van de veiligheid in ruimtes van gebouwen die hoger of gelijk zijn dan 25 meter en/of publiek toegankelijk. Wat betekent “uitwendige invloedsfactoren BD”? Hiervoor verwijzen we naar het AREI art. 101: Men dient rekening te houden met verschillende invloedsfactoren bij het maken van een keuze voor elektrische materialen en voor het organiseren van de nodige voorzorgs- en beschermingsmaatregelen, zoals ontruimingsmogelijkheden, aard van behandelde of opgeslagen goederen, bouwmaterialen en de structuur van gebouwen. In dit geval gaat het specifiek om de ontruimingsmogelijkheden, waarbij de code ‘B’ staat voor personen en code ‘D’ voor de mogelijkheid tot ontruiming. Zoals omschreven in art. 101.02 zijn er voor code BD 4 categorieën omschreven, nl. BD 1 t.e.m. 4. Wat betekent “kabel geïnstalleerd met de kenmerken SA en SD”? SA staat voor “Smoke Acidity” ofwel de corrosiviteit van brandgassen. SD staat voor “Smoke Density” ofwel rookdichtheid. Hiervoor verwijzen we naar de Europese normen voor rookdichtheid (EN61034-1/-2) en corrosiviteit van brandgassen (EN502672-2). Deze normen zijn internationaal erkend in vele landen en ook in België door het Bureau voor Normalisatie (NBN): NBN EN 61034-1:2006 – Meting van de dichtheid van de rook bij verbranding van elektrische leidingen onder gedefinieerde omstandigheden - Deel 1: Beproevingstoestellen; NBN EN 61034-2:2006 – Meting van de dichtheid van de rook bij verbranding van elektrische leidingen onder gedefinieerde omstandigheden - Deel 2: Beproevingsprocedure en -eisen; NBN EN 50267-2-2:2000 – Gemeenschappelijke beproevingsmethoden voor het gedrag bij brand - Gassen vrijkomend bij verbranding van materiaal uit leidingen - Deel 2-2: Procedures Bepaling van de zuurgraad van gassen bij materialen door meting van de pH en de geleiding. www.cabling.datwyler.com © Datwyler Cabling Solutions. Alle rechte voorbehouden WHITE PAPER M.a.w. kabels met LS0H (Low Smoke Zero Halogen) kenmerken of eenvoudigweg kabels die geen halogenen bevatten en minimale rookontwikkeling veroorzaken in geval van brand. de uitbater of zijn afgevaardigde alsook door de vertegenwoordiger van het erkend organisme bedoeld in artikel 275. De brandwerendheid van stroombanen is niet vereist indien elke onderbreking of storing van de stroombaan wordt gemeld en indien de installatie automatisch haar veiligheidsstand inneemt (= principe van de positieve veiligheid). Worden als vitale stroombanen beschouwd, de stroombanen van de volgende installaties indien deze installaties worden opgelegd door reglementaire voorschriften of door een risicobeoordeling zoals hiervoor vermeld: de detectie-installaties; de meldingsinstallaties; de waarschuwinginstallaties; de alarminstallaties; de deurontgrendelinginstallaties; de installaties voor rookafvoer; de overdruk- en onder-drukinstallaties ter bescherming tegen rook; de liften met prioritaire oproep; de waterdrukverhogende installaties; de veiligheidsverlichtingsinstallaties; de noodverlichtinginstallaties; ... De vitale stroombanen zijn duidelijk geïdentificeerd. Ze zijn derwijze uitgevoerd, aangelegd of door bouwelementen afgeschermd dat ze bij een uitwendige brand gedurende ten minste 1 uur operationeel blijven. Het KB geeft, zoals hierboven vermeld, een niet-beperkende lijst van vitale installaties die dienen gevoed te worden door vitale stroombanen. Deze vitale stroombanen moet voldoen aan het kenmerk FR2 (functiebehoud van zowel kabel als draagstructuur) en moeten hun functie verzekeren voor minimaal 1 uur. Beschikbare normen voor functiebehoud (kabel en draagstructuur) van elektrische installaties zijn DIN 4102 deel 12 en NBN 713-020 Ad. 3. De beproevingsvoorwaarden zijn weergegeven in de desbetreffende door de Koning gehomologeerde of door het N.B.N. geregistreerde normen of beantwoorden aan bepalingen die ten minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden als dit bepaald in deze normen. Vitale stroombanen en functiebehoud Het AREI en dit nieuwe KB geeft een duidelijk definitie van de vitale stroombanen en installaties. In het onderdeel “Vitale stroombanen” staat vermeld e.1) Algemeenheden De vitale stroombanen worden bepaald op basis van een risicobeoordeling door de uitbater of zijn afgevaardigde en worden weergegeven op een of meerdere plannen van het bedrijf of de installatie. Deze plannen worden goedgekeurd en geparafeerd door Waarom Datwyler? Datwyler ontwerpt en produceert reeds vele jaren netwerk-, energie- en signaalkabels die voldoen aan deze strikte voorwaarden. Meer dan 90% van het portfolio van Datwyler bestaat uit kabels met halogeenvrije en rookarme kenmerken. Datwyler is een pionier in het domein van kabels met functiebehoud en speelde een zeer belangrijke rol in de ontwikkeling van kabels en systemen met functiebehoud sinds het begin van de jaren ’90. Onze kennis en ervaring in brandveiligheid evolueert met de jaren, spijtig genoeg moeten/kunnen we vaak juist door incidenten onze expertise en normen steeds verbeteren. Het is een rauwe realiteit, maar uit fouten leert men en bij brandveiligheid is dat geen uitzondering. Of het nu een lange tunnel, luchthaven, trein- of metrostation, voetbalstadion, universiteit, concertzaal of een ziekenhuis vol patiënten die moeilijk te been zijn is, het zijn stuk voor stuk infrastructuren waarbij massale evacuatie een uitdaging blijft in geval van brand. www.cabling.datwyler.com © Datwyler Cabling Solutions. Alle rechte voorbehouden WHITE PAPER Bouwmaterialen spelen hierin een cruciale rol. Kabels zijn hier geen uitzondering, intense rookontwikkeling belemmert het zicht en dus de evacuatiemogelijkheden, giftige gassen leiden tot vergiftiging en verstikking met zeer mogelijks de dood tot gevolg. Bij infrastructuren met intense bezetting of beperkte evacuatiemogelijkheden is het gebruik van kabels met SA en SD kenmerken geen overbodige luxe en heden zelfs een verplichting. Welke kabels? Ondanks het niet haalbaar is om alle mogelijke types kabels op te sommen in dit document geven wij u graag enkele voorbeelden van types LS0H-kabel met SA en SD kenmerken, zowel zonder of met functiebehoud (voor cruciale veiligheidssystemen). Deze lijst is exemplarisch en niet limitatief: Maar ook alle andere kabels, zoals voor telefonie, netwerk, automatisering e.d., dienen over de SA en SD kenmerken te beschikken voor het gebruik in infrastructuren gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD2, BD3 en BD4. www.cabling.datwyler.com © Datwyler Cabling Solutions. Alle rechte voorbehouden