F2 Elektrische toestellen en installaties Elektrische toestellen zijn gevaarlijk wanneer ze verkeerd gebruikt worden. De meeste ongevallen gebeuren door defecte machines of toestellen, aanraking van onder spanning staande delen, een verkeerd gebruik. RISICO’S VAN ELEKTRICITEIT ■■Elektrische schokken, brandwonden (de elektrische stroom gaat door het lichaam); ■■elektrocutie (stroomdoorgang die leidt tot de dood); ■■brand: door het opwarmen van toestellen, vonken, kortsluiting; ■■explosie. VERMIJD CONTACT ER IS ONDERSCHEID TUSSEN: ■■direct contact (met een leiding onder spanning); ■■indirect contact (via contact met een metalen onderdeel onder spanning door bv. een defect, beschadigde isolatie,…). VEILIG WERKEN MET ELEKTRISCHE TOESTELLEN GEBRUIK WERKTUIGEN EN TOESTELLEN: ■■aangepast aan het uit te voeren werk; ■■in goede staat en correct onderhouden of hersteld; ■■met een geschikte onbeschadigde stekker; ■■juist aangesloten op een contactdoos of stopcontact. SNOER: ■■trek nooit aan het snoer. Neem de stekker stevig vast om hem uit het stopcontact te halen; ■■herstel nooit zelf een snoer (bv. met plakband), laat het onmiddellijk herstellen door een vakman of vervang; ■■raak nooit een stekker of toestel aan met vochtige of natte handen; ■■bescherm losliggende verlengdraden tegen mogelijke beschadiging en leg ze niet in doorgangen voor voertuigen; ■■haal draagbare apparaten uit het stopcontact na gebruik; ■■rol het snoer steeds volledig af zodat de verlengdraad niet verhit. 1 Veilig werken met elektrische toestellen Fiche 2 - December 2014 F2 ONDERHOUDSWERKEN OP EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE/ TOESTEL Je mag niet zomaar beginnen werken aan een elektrische installaties. Alleen personen die hiervoor opgeleid zijn mogen dit. Voor het werken aan elek trische installaties heb je een vakbekwaamheidsattest BA4 (Gewaarschuwden) of BA5 (Vakbekwamen). Toekenning gebeurt normaal gezien door de werkgever na een interne of externe opleiding. OPGELET: Je krijgt het attest niet automatisch na het volgen van een opleiding over elektrische risico’s. Bron: http://safeaholic.wordpress.com/ Volg de procedures die van toepassing zijn in de onderneming waar je aan de slag gaat. Als er onduidelijkheid hierover bestaat, verwittig de verantwoordelijke en start niet met de werken. WAT BETEKENT HET? BA4 Personen die voldoende op de hoogte zijn van de risico’s of die permanent onder toezicht staan van een vakbekwaam persoon (BA5). Wie? • O n d e r h o u d s p e r s o n e e l va n e l e k t r i s c h e installaties; • bouwvakkers; • elke persoon die in een elektriciteitskast moet tussenkomen; • e lke persoon die in de nabijheid, van onder spanning staande onderdelen of leidingen, moet werken. 2 Veilig werken met elektrische toestellen Fiche 2 - December 2014 BA5 Personen die via opleiding of ervaring de gevaren van de werken zelf kunnen inschatten en de maatregelen bepalen om de risico’s te elimineren of te beperken tot een minimum. Wie? • personen die herstellingen, aanpassingen, controles, metingen aansluitingen moeten uitvoeren op elektrische installaties; • werken aan hoogspanningsinstallaties; • werfverantwoordelijke (ingenieurs,technici, installatieverantwoordelijke (ingenieurs, technici verantwoordelijk voor de exploitatie van de installatie. F2 VOORAF - RESPECTEER DE 5 GOUDEN REGELS 1 / De spanning uitschakelen: ■■Ga na over welk soort installatie het gaat en welke soort energie. Identificeer de voedingsbronnen en -systemen van de machine of installatie waarop je zal werken. ■■Schakel de spanning uit. Controleer of de installatie spanningsvrij is. ■■Ga na of iedereen op de hoogte is dat er gewerkt is aan de installatie. ■■Isoleer de energiebron door de verbinding uit te schakelen. 2 / Voorkom herinschakeling door de installatie of machine te vergrendelen. ■■Vermijd door middel van een vergrendeling. dat het toestel of installatie opnieuw kan ingeschakeld worden. ■■Plaats een waarschuwingsbord. 3 / Check dat er geen spanning meer aanwezig is Meet de afwezigheid van spanning op de actieve geleiders binnen de werkzone. 4 / Aarden en kortsluiten binnen de zone waar werkzaamheden worden uitgevoerd. 5 / Baken de werkzone af en plaats signalisatieborden. NA DE WERKEN ■■Neem de werktuigen weg en herplaats de afschermingen (bv. leuning, schermen,…). ■■Neem de vergrendeling weg. ■■Schakel de voeding aan en breng de machine in normale werkstand. Check of de machine normaal functioneert. Als dat niet het geval is, start je de procedure opnieuw. ■■Sluit de elektriciteitskast af met een sleutel. ■■Verwittig de betrokkenen dat de machine/het toestel terug in werking is. Als je met meerdere personen op eenzelfde installatie werkt, moet elke persoon zijn eigen vergrendelingsslot gebruiken. Zo vermijd je dat een andere technicus de machine in gang kan zetten als jij nog aan het werk bent. Bron: Preventie&Interim, Technische documentatie elektricien. 3 Veilig werken met elektrische toestellen Fiche 2 - December 2014