Uploaded by friedl.teirlinck

Zijn ervaringsdeskundigen volwaardige collega's in de geestelijke gezondheidszorg?

advertisement
Geestelijke Gezondheidszorg
Friedl Teirlinck
Bob Cools
Maandaggroep
Academiejaar 2018-2019
R0660420
Schriftelijke Examenopdracht
Zijn ervaringsdeskundigen volwaardige collega’s
in de geestelijke gezondheidszorg?
Probleemstelling
Het inzetten van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg is in Vlaanderen geen
uitzondering meer. Ikzelf ben als vrijwillige ervaringsdeskundige verbonden aan de Moeder &
Baby afdeling van Karus Gent. Afgelopen zomer deed ik vanuit de opleiding tot
gezinswetenschapper praktijkervaring op op de afdeling waar ik zelf ben opgenomen geweest.
Het was toen een bewuste keuze om mijn ervaringsdeskundigheid niet te delen met de patiënten.
Maar op meso- en macroniveau bleek mijn ervaringsdeskundigheid een belangrijke troef om
kritische vragen te stellen en veranderingsdoelen te formuleren. Vanuit die interesse heb ik me
verdiept in het inzetten van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg.
Uit de sectorresultaten metingen van 2017 blijkt dat het inzetten van ervaringsdeskundigen meer
dan verdubbeld is in vergelijking met de resultaten in 2016 (Ghekiere, 2017). Deze trend is zeer
uitgesproken binnen de psychiatrische ziekenhuizen. In de peiling van 2017 werden er 257
ervaringsdeskundigen gerapporteerd. Ze worden meer en meer ingezet als volleerde
medewerkers en krijgen een duidelijke functieomschrijving, arbeidsovereenkomst,
functioneringsbegeleiding en toegang tot het Vorming, Training en Opleiding beleid. Een deel van
hen is als vrijwilliger aan de slag in de voorzieningen. Voornamelijk omdat zij met een wisselende
gezondheidstoestand meer zekerheid vinden in hun vervangingsinkomen. Ervaringsdeskundigen
worden in mindere mate ingezet in de individuele patiëntenzorg. Ze spelen vooral een rol op
beleids- en procesniveau (Ghekiere, 2017).
Het absolute aantal ervaringsdeskundigen dat wordt ingezet is echter nog zeer klein. Waar ligt dat
aan? Met welke moeilijkheden worstelt de geestelijke gezondheidszorg om ervaringsdeskundigen
in te zetten? Welke valkuilen komen ervaringsdeskundigen in de praktijk zelf tegen? Wat moet er
gebeuren om ervoor te zorgen dat ervaringsdeskundigen optimaal kunnen ingezet worden?
Om die vragen te beantwoorden bespreek ik kort een aantal begrippen rond
ervaringsdeskundigheid. Daarna licht ik toe hoe het er momenteel in de praktijk aan toegaat. In
mijn kritische reflectie lijst ik de gebreken op waarmee de sector en de ervaringsdeskundigen
worstelen.
1
Ervaringsdeskundigheid
Ervaringsdeskundigheid is een belangrijk begrip geworden in de geestelijke gezondheidszorg.
Allereerst schep ik verheldering rond de definities van dit begrip en verwante begrippen.
2.1
Ervaring, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid
Onderstaand schema maakt duidelijk dat ervaring, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid
circulair uit elkaar volgen (van Haaster, Wilken, Karbouniaris & Hidajattoellah, 2013). Ervaring kan
via denkwerk en het met anderen delen van ervaringen leiden tot ervaringskennis en/of
ervaringsdeskundigheid. Reflectie hoeft niet noodzakelijkerwijs cognitief te zijn. Het kan ook
praktisch zijn en een reflectie zijn op de ervaringsdeskundige praktijk. Zo kan reflectie tot meer
ervaringsdeskundigheid leiden. Opgedane ervaringsdeskundigheid en ervaringskennis kunnen
dan weer leiden tot nieuwe ervaringen. Ervaringskennis kan voortkomen uit
ervaringsdeskundigheid of andersom. Er zijn dus geen directe oorzaak-gevolg verbanden.
Schema: De circulaire verbanden tussen ervaring, kennis en deskundigheid
2.2
Herstel en empowerment
Ervaringsdeskundigheid wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak in verband gebracht met
twee andere begrippen: herstel en empowerment (Keuzenkamp, 2017). Herstel wordt in de
vakliteratuur gedefinieerd vanuit twee visies. De professionele visie omschrijft herstel,
vertrekkende vanuit een medisch-wetenschappelijke perspectief, als een uitkomst van de
hulpverlening. Als een persoon is genezen en teruggekeerd naar de oude staat is deze hersteld.
De tweede visie vindt zijn oorsprong in de (inter)nationale herstel- en cliëntenbeweging. Vanuit
deze visie wordt herstel omschreven als een proces waarbij iemand weer vat krijgt op zijn leven,
ook al is de kwetsbaarheid niet helemaal onder controle. Een herstelproces verloopt bij iedereen
anders, is persoonlijk en gaat over verschillende aspecten zoals het herontdekken van hoop en een
positief zelfbeeld en de eigen regie over een leven buiten de psychiatrie terug in handen kunnen
nemen. Deze twee visies sluiten elkaar niet uit, komen elkaar ook steeds meer tegen in de
2
beroepspraktijk, maar blijken, zoals verder in deze opdracht wordt aangehaald, tot op heden
moeilijk te verenigen (Keuzenkamp, 2017).
Empowerment is het tweede begrip waarmee ervaringsdeskundigheid vaak in verband wordt
gebracht. Het begrip vindt zijn oorsprong in sociale bewegingen als de burgerrechten- en de
vrouwenbeweging (Boumans, 2016). Power betekent macht en kracht. De aandacht gaat uit naar
de toename van het vermogen van mensen om hun eigen leven en de gewenste veranderingen
daarin vorm te geven. Empowerment is dus een breder begrip dan herstel, dat vooral een
individuele connotatie heeft. Bij empowerment speelt de omgeving en de samenleving ook een
rol voor het herstellen. Naast de kracht van mensen om zelf invloed te hebben op hun leven, vraagt
empowerment ook aandacht voor ongelijke kansen en uitsluiting. Empowerment is dus een
kritisch begrip, een machtsvraagstuk waarin de relatie tussen het individu en de maatschappij
centraal staat (Boumans, 2016).
De link tussen ervaringsdeskundigen en de begrippen herstel en empowerment is dat
ervaringsdeskundigen aan kwetsbare mensen een bijzondere bijdrage kunnen leveren aan het
hervinden van vertrouwen in de eigen kracht en mogelijkheden, die te benutten en verder te
ontplooien. Vanuit hun eigen ervaring en ervaringskennis, stellen zij de cliënt als mens
daadwerkelijk centraal, daar waar de professionals en beleidsmakers nogal gauw in de val kunnen
trappen van het betuttelen van cliënten.
2.3
Van de theorie naar de praktijk
Ervaringsdeskundigen zouden in theorie dus veel kunnen bijdragen aan herstel en empowerment.
Maar hoe gaat het er in de praktijk aan toe?
Van Eeken is van mening dat het idee dat mensen zichzelf kunnen helpen en contact kunnen
maken met hun eigen kracht wanneer zij gestimuleerd worden in hun empowerment, voor de
meeste beleidsmakers te hoog gegrepen is (2017). Op belangrijke momenten geven ze de
voorkeur aan de vertrouwde, geprotocolleerde en risico vermijdende geestelijke
gezondheidszorg. Volgens van der Lans (2017) ziet de dominante professionele orde de
ervaringsdeskundigen als een soort smeerolie die de moeizame relaties tussen cliënten en
professionals moet smeren in plaats van als hefboom om de eigen professionele orde te
ondervragen. Daartegenover staan de ervaringsdeskundigen die vanuit hun ervaring vaak kritisch
zijn over het systeem. Zij willen het herstel laten komen vanuit de mensen zelf, gesteund door
lotgenoten, betekenisvolle anderen en ervaringsdeskundigen in plaats van het te laten dicteren
door instellingen en professionals. In de praktijk zouden professionals hun kennis en kunde
moeten samenvoegen met de hulpstructuren die mensen zelf in hun leven inrichten om aan hun
herstel te werken. Dat vraagt dus om een andere inrichting van hulpverleningsrelaties.
Ervaringsdeskundigen vervullen verschillende rollen en worden, al dan niet betaald, ook
verschillend ingezet. In de geestelijke gezondheidszorg gaan ze vooral als hulpverleners één-opéén contacten aan met de cliënten. Daarnaast worden ze door beleidsmakers geconsulteerd om
mee te werken aan de verbetering van de zorg. Een eigen plaats verwerven is voor een
3
ervaringsdeskundige geen sinecure. Strubbers (2018) positioneert zich zelf als mede-expert.
Volgens hem zijn ervaringsdeskundigen een nieuwe beroepsgroep die haar eigen rol en functie
nog volop aan het verkennen is. Een ervaringsdeskundige bekleedt een uitzonderlijke positie: hij
laveert tussen cliënten, hulpverleners, directie en de patiëntenvereniging. Het is volgens Strubbers
een bijzondere positie die geschikt is om in dialoog te gaan en mee te werken aan de verbetering
van de zorg. Hij is ervan overtuigd dat ervaringsdeskundigen veel meer zijn dan goedkope
vrijwilligers. Ze moeten een plaats krijgen, deze zelf opeisen of verwerven aan de tafel van de
experts.
Persoonlijke kritische reflectie
Hoe kijk ik na het lezen van al deze bronnen naar de problemen die zich voordoen bij het inzetten
van ervaringsdeskundigen? Volgens mij is de geestelijke gezondheidszorg op goede weg, maar er
is nog veel werk aan de winkel!
3.1
Onderzoek en literatuur
Allereerst is mij het gebrek aan onderzoek en wetenschappelijke literatuur opgevallen. Meten is
weten. Onderzoek naar de inzet van ervaringsdeskundigheid kan er mogelijk voor zorgen dat er
nieuwe inzichten ontstaan die er dan op hun beurt weer voor kunnen zorgen dat er zich nieuwe
ontwikkelingen voordoen in de praktijk. Vandaag blijven we daar op onze honger zitten.
3.2
Onbekend is onbemind?
Hoewel ik zelf ervaringsdeskundige ben en de opleiding tot gezinswetenschapper volg, weet ik
pas sinds de lessen geestelijke gezondheidszorg dat er een opleiding voor ervaringsdeskundigen
bestaat. De opleiding is nog te weinig bekend. Daarnaast heerst er ook bij de zorginstellingen en
cliënten zelf nog een te grote onbekendheid en onwetendheid. Als een zorginstelling overtuigd is
van het nut van ervaringsdeskundigen in hun organisatie, dan zou ze haar ex-cliënten moeten
koesteren en een netwerk opbouwen van cliënten die van betekenis kunnen zijn. Nu boren ze die
waardevolle bron nauwelijks aan.
3.3
Beroepscompetentieprofiel
De geestelijke gezondheidszorg beschikt vaak over te weinig tijd en middelen om zich bezig te
houden met het uitschrijven van een functieomschrijving of beroepscompetentieprofiel als het
gaat om ervaringsdeskundigen. Dat kan een reden zijn om ze niet in te schakelen in de werking of
het op de lange baan te schuiven. Als het toch gebeurt, worden ervaringsdeskundigen op zeer
uiteenlopende manieren ingezet. Er is nog te vaak onduidelijkheid over de reden waarom men
ervaringsdeskundigen wil inzetten en welke verwachtingen er naar hen toe zijn (van Erp, Rijkaart,
Boertien, van Bakel en van Rooijen, 2012). Die onduidelijkheid zorgt ervoor dat
ervaringsdeskundigen vaak zelf zoekende zijn hoe ze hun ervaringen het beste kunnen inzetten.
4
Ze kunnen hun taken enkel tot een goed einde brengen als duidelijk is wat hun werkzaamheden,
rechten en plichten zijn. Belangrijk hierbij is dat ze de vrijheid krijgen om zelf invulling aan die
taken te geven, omdat ze een andere rol hebben dan de standaard hulpverleners.
Ik ben ervan overtuigd dat de meerwaarde van ervaringsdeskundige niet altijd optimaal wordt
benut. Een duidelijke functieomschrijving die informatie en concrete handvaten biedt, kan ervoor
zorgen dat de effectieve inschakeling van ervaringsdeskundigen in de geestelijke
gezondheidszorg beter en frequenter gebeurt.
3.4
Roeien met de riemen die je hebt
Momenteel is er geen budget voorzien voor ervaringsdeskundigheid in de zorg. De instellingen die
reeds ervaringsdeskundigen inschakelen, worden door de overheid niet financieel gesteund. Ze
moeten dus roeien met de riemen die ze hebben. Het vrijmaken van middelen kan bijdragen tot
meer bekendheid, meer ervaringsdeskundigen aan de slag krijgen en ze naar waarde betalen.
3.5
Slotsom
De ontwikkeling van de inzet van ervaringsdeskundigheid is nog volop aan de gang. Er zijn stappen
gezet, maar toch lijkt het erop alsof er de voorbije jaren weinig vooruitgang is geboekt en iedereen
wat ter plaatse blijft trappelen. Om ervaringsdeskundigen succesvol aan het werk te krijgen en te
houden zal er actie moeten ondernomen worden vanuit het beleid. Hier ligt een belangrijke
uitdaging voor de toekomst. Anders dreigt het helaas een modeverschijnsel te worden dat een
kort leven beschoren is.
Literatuurlijst
Boertien, D., & van Bakel, M. (2012). Handreiking voor de inzet van ervaringsdeskundigheid vanuit
de geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: Trimbos instituut.
Boumans, J. (2016). Naar het hart van empowerment. Deel 1. Een onderzoek naar de grondslagen
van empowerment van kwetsbare groepen. Movisie. Geraadpleegd op 5 november 2018, via
https://www.movisie.nl/publicatie/naar-hart-empowerment-deel-1
Ghekiere, A. (2017). Resultaten VIP² GGZ. Geraadpleegd op 11 november 2018, via
https://www.zorg-engezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/SECTORRESULTATEN%20KWALITEITSMETINGE
N%20GGZ%202017.pdf
Keuzenkamp, S., (2017). Wat mensen in armoede en schulden kunnen hebben aan
ervaringsdeskundigen. Sociale Vraagstukken. Geraadpleegd op 5 november 2018, via
https://www.socialevraagstukken.nl/wat-mensen-in-armoede-en-schulden-kunnen-hebben-aanervaringsdeskundigen/
5
Strubbers, K. (2018). Ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg. Sociaal.Net.
Geraadpleegd op 4 november 2018, via https://sociaal.net/opinie/ervaringsdeskundigen-in-degeestelijke-gezondheidszorg/?_sf_s=ervaringsdeskundigen+in+de+geestelijke
Van Eeken, H. (2017, 8 juni). De ervaringsdeskundige is een policor schaamlap. Sociale
Vraagstukken. Geraadpleegd op 4 november 2018, via https://www.socialevraagstukken.nl/deervaringsdeskundige-is-een-policor-schaamlap/
van Erp, N., Rijkaart, A.-M., Boertien, D., van Bakel, M., & van Rooijen S. (2012).Vernieuwende inzet
van ervaringsdeskundigheid. Evaluatieonderzoek in 18 ggz-instellingen. Utrecht: Trimbos
instituut.
van Haaster, H., Wilken, J.P., Karbouniaris, S., & Hidajattoellah, D. (2013). Kaderdocument
ervaringsdeskundigheid. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie.
6
Download