Darmonderzoeken Er zijn een aantal verschillende manieren om de darm te onderzoeken. Niet iedere genoemde onderzoeksmethode is bruikbaar bij elke darmaandoening. Bij de keuze voor een bepaald onderzoek speelt ook mee of het een aandoening van de dunne- of van de dikke darm betreft. Lichamelijk onderzoek Door het betasten en bekloppen van de buik en het luisteren naar darmgeluiden, kan de arts aanwijzingen krijgen over de aard van de darmziekte. Afhankelijk van de klachten zal ook het gebied rond en in de anus worden onderzocht (rectaal toucher). Als er bij dit lichamelijk onderzoek afwijkingen worden geconstateerd is meestal nader onderzoek nodig. Rectaal toucher Bij het rectaal toucher wordt het anale kanaal en de endeldarm, met een vinger die via de anus wordt ingebracht, onderzocht. Met behulp van dit onderzoek kan de arts het slijmvlies van de endeldarm onderzoeken op aambeien, ontstekingen, poliepen of gezwellen. De aanwezigheid van harde ontlasting in de endeldarm kan de diagnose verstopping bevestigen. Indien het onderzoek zorgvuldig en voorzichtig door de arts uitgevoerd wordt hoeft het nauwelijks pijn te doen. Laboratoriumonderzoek In het laboratorium kunnen door middel van allerlei verschillende technieken afwijkingen aangetoond worden in: het bloed In het bloed bevinden zich allerlei verschillende bloedbestanddelen, zoals o.a. rode en witte bloedcellen, stollingsfactoren, ijzer en bloedeiwitten. Als er sprake is van een darmziekte zijn de waarden van deze bloedbestanddelen vaak verstoord. Bijvoorbeeld bij ontstekingen in de darm is de 'bloedbezinking' hoger dan normaal. de ontlasting Afwijkingen in de kleur en samenstelling van de ontlasting kunnen een aanwijzing zijn in de richting van de oorzaak van de darmklachten. De ontlasting kan bijvoorbeeld worden onderzocht op de aanwezigheid van: parasieten, bacteriën, bloed, vet en pus. Röntgenonderzoek Röntgenonderzoek van de dunne en dikke darm kan gebruikt worden om een afwijking (gezwel, vernauwing, verwijding of divertikel) of stoornis in de bewegingen van de darm aan te tonen. Er zijn verschillende röntgenonderzoeken mogelijk: Röntgenonderzoek zonder contrast (overzichtsfoto) Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van ernstige verstopping, is op een ‘gewone’ röntgenfoto de stapeling van grote hoeveelheden ontlasting in de dikke darm zichtbaar. 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 1 Röntgenonderzoek met bariumcontrast Door de lege darm te vullen met bariumpap en daarna lucht in de darm te brengen, kleeft de bariumpap aan de wand van de darm. Door vervolgens een röntgenopname te maken zijn allerlei afwijkingen, zoals verwijdingen, vernauwingen, poliepen of uitstulpingen (divertikels) zichtbaar. Pellet-passagetest Door de patiënt korreltjes of ringetjes te laten slikken, die op een röntgenfoto zichtbaar zijn, kan het transport van voedsel door het darmkanaal worden gevolgd. Op verschillende tijden is op de foto's te zien waar de ringetjes in het darmkanaal zitten. Zijn er bijvoorbeeld na 4 dagen nog steeds ringetjes zichtbaar dan is er sprake van verstopping. Defecografie Bij dit onderzoek wordt de lege endeldarm (en bij de vrouw meestal ook de vagina) gevuld met contrastmateriaal. Dit contrastmateriaal lijkt wat volume betreft op echte ontlasting. De patiënt moet vervolgens proberen dit contrastmateriaal net als gewone ontlasting kwijt te raken. Van dit 'ontlasten' wordt een röntgenfilm gemaakt. Afwijkingen in de bewegingen van de bekkenbodem en de anus, uitzakken van de endeldarm of uitpuilen van de endeldarm in de vagina (rectokele) kunnen op deze manier worden aangetoond. Enteroclyse (methode van Sellink) of dunne darm passage onderzoek Het onderzoek is bedoeld om de dunne darm te onderzoeken met behulp van röntgenstralen. Om de dunne darm zichtbaar te maken op de foto’s moet er een dunne witte contrastvloeistof in de darm gebracht worden. Dit gebeurt door middel van een slangetje dat door de neus of mond via de maag naar de twaalfvingerige darm wordt opgevoerd. Tijdens het inlopen van het contrast worden er röntgenfoto’s gemaakt. Met behulp van dit onderzoek kunnen bepaalde afwijkingen zoals ontstekingen, vernauwingen en gezwellen van de dunne darm worden opgespoord. Endoscopie Een endoscoop is een flexibele buis (endoscoop) met aan de top een kleine camera en een lampje. Door de flexibele buis kan de arts instrumenten opschuiven, waarmee bijvoorbeeld een klein 'hapje' (biopt) uit het slijmvlies van de darm kan worden weggenomen. Het biopt kan vervolgens verder worden onderzocht op afwijkingen. Met deze methode is het ook mogelijk om kleine ingrepen te verrichten, bijvoorbeeld het verwijderen van poliepjes uit de dikke darm. Bij endoscopie van de dunne darm wordt de endoscoop door de mond ingebracht, 'ingeslikt' en via de slokdarm en maag doorgeschoven naar de dunne darm. Met deze methode kan alleen het eerste gedeelte van de dunne darm (de twaalfvingerige darm) onderzocht worden. Endoscopie van de dunne darm wordt vooral gebruikt om ontstekingen, of afwijkingen in de structuur van de dunne darmwand aan te tonen. Bijvoorbeeld bij de ziekte van Crohn of Coeliakie. Zie voor meer gedetailleerde informatie de brochure ‘Gastroscopie’. Bij endoscopie van de dikke darm wordt de endoscoop via de anus in de dikke darm gebracht, waarna vervolgens een gedeelte of zelfs de hele dikke darm bekeken kan worden. Endoscopie van de dikke darm wordt vooral gebruikt om ontstekingen, tumoren, poliepen en afwijkingen in de structuur van de dikke darm aan te tonen. Bijvoorbeeld bij proctitis, colitis ulcerosa en dikke darmkanker. Zie voor meer gedetailleerde informatie de brochures ‘Colonoscopie’, ‘Sigmoïdoscopie’ en ‘Proctoscopie’. 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 2 Video Capsule Endoscopie of ‘Camerapil’ De Video Capsule Endoscopie wordt ook wel M2A capsule (Mouth to Anus) genoemd. De capsule heeft de grootte van een grote vitaminepil en bevat onder andere een camera met een lichtbron. De capsule wordt, nadat hij is doorgeslikt, door de natuurlijke bewegingen van het darmkanaal (peristaltiek) voortbewogen door de dunne- en dikke darm in de richting van de anus. De camera maakt ondertussen opnamen in de darm en stuurt deze naar een recorder die verbonden is met 8 ‘plakkertjes’ (sensoren) op de huid. De recorder draagt de patiënt in een heupgordel bij zich. Na onderzoek kan de arts op een monitor de opnames bekijken. De capsule verlaat het lichaam met de ontlasting. Dit is niet pijnlijk of vervelend. Met behulp van de videocapsule kan de MDL-arts onder andere de dunne darm onderzoeken. Het voordeel van deze methode is dat de dunne darm op een weinig belastende manier van binnen onderzocht kan worden. Eerder was dit alleen mogelijk met behulp van laparoscopie of door middel van enteroclyse. Allebei methoden die behoorlijk belastend voor de patiënt kunnen zijn. Nadeel van de ‘Camerapil’ is dat er geen kleine ingrepen gedaan kunnen worden, zoals het nemen van biopten en ook is de beeldkwaliteit duidelijk minder dan bij een gastroscopie. Bovendien is het een erg dure methode. Met behulp van de ‘Camerapil’ kan bijvoorbeeld een ontsteking, een gezwel of een bloedingsbron in de dunne darm worden opgespoord. Dubbelballon-endoscopie (DBE) Dubbelballon-endoscopie is een nieuwe methode waarbij de endoscoop zich met behulp van ballonnetjes vastzet in de dunne darm en daardoor in staat is zich een weg te banen door de dunne darm. Door het gebruik van deze methode kan de dunne darm voor het eerst volledig met een scoop worden bekeken. Voor de patiënt is deze methode veel minder belastend dan eerdere onderzoeksmethoden. Dubbelballon-endoscopie kan o.a. gebruikt worden bij het stelpen van bloedinkjes in de dunne darm, bij het verwijderen van poliepen in de dunne darm en bij de diagnose en behandeling van patiënten met de ziekte van Crohn en Coeliakie. Endo-echografie Bij echografie wordt gebruik gemaakt van geluidsgolven. Verschillende soorten weefsels in en rond de buik weerkaatsen deze golven allemaal op een andere manier. Van deze teruggekaatste golven kan op een monitor een beeld gevormd worden. Het is een volstrekt pijnloze methode die veel informatie oplevert. Endo-echografie is een onderzoek dat toegepast wordt bij endeldarmkanker of voor het opsporen van beschadigingen aan de anale sluitspieren bij incontinentieproblemen. Via de anus wordt de endoscoop in de endeldarm gebracht. Aan de endoscoop is een echografieapparaatje vastgemaakt, waarmee de endeldarm nauwkeurig kan worden onderzocht. Op een beeldscherm kan de arts meekijken en zo de endeldarm nauwkeurig onderzoeken. Scintigrafie Met behulp van dit onderzoek kan worden onderzocht hoe snel het voedsel door de dunne darm gaat. De patiënt krijgt aan het begin van het onderzoek een proefmaaltijd die radioactieve deeltjes bevat. Daarna wordt het transport van deze maaltijd door de dunne darm gevolgd met een speciale gammacamera, die tegen de buik wordt gehouden. De camera kan de testmaaltijd in de dunne darm volgen en op een beeldscherm laten zien. Afwijkingen in het transport van voedsel door de dunne darm en de invloed van bepaalde medicijnen op dit transport kunnen met behulp van dit onderzoek worden aangetoond. De resultaten van dit onderzoek zijn nauwkeuriger dan de resultaten van het pellet-passage onderzoek. 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 3 Computertomografie (CT-scan) Computertomografie maakt gebruik van een bijzondere techniek. De patiënt wordt heel langzaam door een kokervormige scanner bewogen. De computer maakt telkens afbeeldingen van hele dunne 'plakjes' van het te onderzoeken orgaan. Door al deze 'plakjes' achter elkaar te leggen en te vergelijken kan de arts een duidelijker beeld krijgen van het totale orgaan. Door het inspuiten in het bloed van speciale contrastvloeistof wordt het beeld nog duidelijker. Het is een weinig belastende methode die veel informatie kan opleveren, juist wanneer de andere onderzoeksmethoden niet voldoende duidelijkheid geven. Onder andere ontstekingen in de darmwand en in de buitenbekleding van de darm, tumoren en fistels kunnen met behulp van dit onderzoek worden aangetoond. Magnetic Resonace Imaging (MRI-scan) Bij deze techniek wordt men niet blootgesteld aan röntgenstralen, maar wordt gebruik gemaakt van een sterk magneetveld en radiogolven. Met behulp van een magneet kan men in het lichaam bepaalde signalen opwekken. Ieder weefsel in het lichaam is verschillend van samenstelling. Hierdoor kan men, door het magnetisch veld te beïnvloeden met radiopulsen, een signaal opwekken dat uniek is voor ieder weefseltype. Deze signalen worden door een computer omgezet in afbeeldingen van hele dunne 'plakjes' van het te onderzoeken orgaan. Door al deze 'plakjes' achter elkaar te leggen en te vergelijken kan de arts een duidelijker beeld krijgen van het totale orgaan. Het apparaat bestaat uit een soort koker die 1,5 meter lang is en een doorsnede van 70 cm heeft. Sommige mensen krijgen een benauwd gevoel in het MRI-apparaat. Het is belangrijk dat aan de behandelende arts door te geven. Hij kan dan eventueel zorgen voor een kalmeringsmiddel. MRI kan onder andere worden gebruikt voor dikke en dunne darm onderzoek. Virtuele CT-colonoscopie Dit is een geheel nieuwe en op al op kleine schaal toegepaste methode waarbij de dikke darm van buiten af, zonder dat er inwendig onderzoek gedaan moet worden, onderzocht kan worden op poliepen en tumoren. Voorafgaand aan het onderzoek moet met behulp van laxerende medicijnen de dikke darm helemaal leeg gemaakt worden. Daarna wordt lucht en carbondioxide in de darm ingebracht, waardoor de binnenkant van de darm met de darmplooien beter zichtbaar worden voor de CT-scanner. De CT-scanner maakt vervolgens afbeeldingen van aanéénsluitende ‘plakjes’ van de dikke darm en endeldarm. Net als met een ‘gewone’ endoscoop zoekt hij in de darm naar poliepen, kleine woekeringen in het darmslijmvlies die de voorloper kunnen zijn van een tumor. Door middel van de virtuele CT-colonoscopie worden de beelden die verkregen zijn met behulp van deze CT-scan (of een MRI), vervolgens omgevormd tot driedimensionale beelden van het inwendige van de dikke darm en de endeldarm. Het voordeel van deze methode ten opzichte van de ‘gewone’ colonoscopie is dat het een veel minder belastend en pijnlijk onderzoek is. De buik wordt van buiten af met een scanner onderzocht en er hoeft dus geen endoscoop in de darm ingebracht te worden. Nadeel van virtuele colonoscopie is, dat er geen ingrepen kunnen plaatsvinden, zoals o.a. het verwijderen van een poliep, wat met een ‘gewone’ endoscopie wel kan. Door de gezondheidsraad wordt virtuele colonoscopie aangemerkt als veelbelovende (maar nog onvoldoende geëvalueerde) screeningsmethode voor dikke darmkanker. Manometrie van de dunne darm (dunne darm drukmeting) Met behulp van dit onderzoek wordt op diverse plaatsen in de dunne darm de druk gemeten, met als doel de oorzaak aan te tonen van klachten zoals overgeven, een opgeblazen gevoel en het niet goed verdragen van vast voedsel. 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 4 Bij de drukmeting wordt gebruik gemaakt van een dun slangetje (katheter) dat via de neus , de keel en de maag tot in de dunne darm wordt gebracht. Door middel van een röntgenfoto wordt daarna eerst gekeken of het slangetje goed in de dunne darm zit. Vervolgens wordt het uiteinde van het slangetje aangesloten aan speciale meetapparatuur. Hierna wordt er onderhuids een naaldje ingebracht dat eveneens wordt aangesloten aan de apparatuur. Hierna kan de drukmeting beginnen. Na de drukmeting wordt er via een infuus een medicijn toegediend dat de bewegingen van het maagdarmkanaal beïnvloedt. Vervolgens krijgt u een soort pannenkoek te eten, waarna er weer een drukmeting wordt verricht. Het totale onderzoek kan geruime tijd (ca. 7 uur) duren. Anorectaal functieonderzoek Dit onderzoek kan bestaan uit meerdere deelonderzoeken waarbij de bewegingen van het maagdarmkanaal worden onderzocht. Het wordt uitgevoerd om de oorzaak te achterhalen van klachten zoals verstopping en incontinentie. Manometrie Met behulp van dit onderzoek wordt de druk in de anus en in het laatste stukje van de endeldarm gemeten. Daartoe wordt een slangetje met daaraan een ballonnetje via de anus in de endeldarm gebracht. Het slangetje is verbonden met meetapparatuur. Het ballonnetje wordt gevuld met water waarbij telkens de druk wordt gemeten in de kringspier en in de endeldarm. Vervolgens worden er ook metingen verricht tijdens hoesten, het dichtknijpen van de anus en tijdens het op de hand blazen. Capaciteitsmeting (rectale barostat) Er wordt opnieuw een slangetje met ballonnetje via de anus ingebracht. Daarna wordt het ballonnetje telkens iets meer opgeblazen totdat er een gevoel is van lichte aandrang. Vervolgens wordt het ballonnetje zover opgeblazen dat de aandrang zo sterk wordt dat dit het signaal is om naar het toilet te kunnen. Met behulp van dit onderzoek kan worden bekeken of de endeldarm normaal functioneert. Gevoeligheidsmeting Opnieuw wordt een slangetje via de anus in de endeldarm gebracht. Via dit slangetje worden kleine stroomstootjes gegeven waarbij de patiënt aan moet geven wanneer hij iets voelt en wat hij voelt. Het onderzoek is ongevaarlijk en doet geen pijn. Het wordt toegepast om de gevoeligheid van de anus en de endeldarm te onderzoeken. Onderzoek van de zenuw die naar de sluitspier loopt Bij dit onderzoek gaat de arts via de anus, met een vinger met daarop een speciaal plakkertje, in de endeldarm. In de endeldarm gaat de arts op zoek naar de zenuw die naar de sluitspier loopt en registreert zowel links als rechts met het plakkertje de werking van de spier. Echografie Een klein echo-apparaatje wordt een stukje in de anus gebracht om de functie van de sluitspier te onderzoeken. Elektromyografie Bij dit onderzoek worden elektroden aangesloten op de anus. De elektroden meten de activiteit van de sluitspieren van de anus bij persen en bij ontspannen. Dit onderzoek kan belangrijke informatie geven bij bijvoorbeeld ernstige verstoppingsklachten en incontinentieproblemen. Waterstof-ademtest Bij dit onderzoek krijgt de patiënt een proefmaaltijd met een vastgestelde hoeveelheid van een speciaal soort suiker. Deze suiker kan in de dunne darm niet of onvoldoende worden verteerd. Dit betekent dat het onveranderd in de dikke darm terechtkomt. Bacteriën in de dikke darm kunnen deze suiker wel afbreken. Bij deze afbraak komt waterstofgas vrij, dat door het bloed wordt opgenomen en via de longen weer wordt uitgeademd. Door op 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 5 verschillende tijden na het eten van de proefmaaltijd de hoeveelheid waterstofgas in de uitademingslucht te bepalen, kan duidelijk worden of er bijvoorbeeld sprake is van een versnelde darmpassage, bacteriële overgroei in de dunne darm of van lactose-intolerantie. Laparoscopie Deze methode wordt ook kijkoperatie genoemd. De chirurg maakt hierbij gebruik van een videocamera en speciale instrumenten. In plaats van een grote snee maakt hij drie gaatjes in de buik. De laparoscoop is een lange starre slang waarop een videocameraatje en een lamp is gemonteerd. Voordat de laparoscoop door één van de gaatjes in de buikholte wordt gebracht moet er kooldioxide in de buik geblazen worden, waardoor de buikwand los van de organen komt. De chirurg heeft dan meer ruimte om te manoeuvreren en beter zicht op de organen in de buik. Met kleine instrumenten die via de andere twee gaatjes in de buikholte worden ingevoerd worden de organen bekeken en kunnen er eventueel kleine ingrepen worden verricht. Doordat kooldioxide het middenrif prikkelt, van waaruit een zenuwbaan richting de schouder loopt, kunt u na de operatie gedurende enkele dagen een gevoelige schouder hebben. Maximaal 4 dagen na de ingreep kunt u weer naar huis, in sommige ziekenhuizen is het zelfs een dagbehandeling. Laparoscopie kan bijvoorbeeld informatie geven over verklevingen. Zie voor meer informatie de paper ‘Verklevingen’. Hebt u naar aanleiding van deze informatie over ‘Darmonderzoeken‘ nog vragen, of wilt u een andere brochure of paper bestellen, dan kunt u contact opnemen met: De Infolijn: 0900 - 20 25 625 (€ 0,20 pm) op werkdagen, tussen 10.00 en 17.00 uur. Ook kunt u een e-mail sturen naar: [email protected] Internet: www.mlds.nl 6900.06: © Maag Lever Darm Stichting, Nieuwegein 6