spijsvertering

spijsvertering
speeksel
=
Vermakkelijkt doorslikken
Bevat enzymen voor vertering
Vervoert het eten
naar de maag
Peristaltische
beweging
Maagsap wordt toegevoegd
Kneden, malen en vermengen
Dicht op elkaar geplooid slijmvlies
Ongeveer 5 meter lang
wel 200 m² groot
Voedingsstoffen opnemen
Zouten en vocht onttrekken
Ontlasting wordt opgeslagen
Er zijn ook nog andere
spijsverteringsorganen
LEVER
GALBLAAS
ALVLEESKLIER
AARS (ANUS)
Een filmpje voor de duidelijkheid
http://www.explania.com/nl/kanalen/gezondheid
/detail/hoe-werkt-de-spijsvertering
honger

Leeg gevoel, maag knort, je voelt je slap

Lichaam laat weten dat je moet eten
Net als een lampje in je auto dat gaat branden als er benzine
nodig is. Zonder benzine rijdt de auto niet
zonder eten ‘doet’ je lichaam het niet.

Honger = eten.

Trek is anders dan honger, bij trek doet hij het nog prima ( je
hebt het dan nog niet echt nodig), vooral zin

Er zijn drie hoofdmaaltijden: ontbijt, lunch en avondeten. Er
zijn ook tussendoortjes

Na het eten lijkt het klaar, honger of trek is verdwenen maar
het is pas het begin van een lange reis

Spijsvertering = proces in je lichaam waar het eten verteert
wordt

Vertering = je lichaam pakt alle goede dingen uit het eten.

Voedsel = veel belangrijke stoffen die je lichaam gebruikt om
te groeien en gezond te blijven

Voedsel = energie die je lichaam nodig heeft om te blijven
werken, om te kunnen bewegen en
zelf te kunnen ademen.
Een lange reis

Tijdens spijsvertering maakt eten een lange reis, 1 tot 2 dagen.

Gebeurt van alles onderweg.

Beginpunt reis = mond.

Begint met het fijnkauwen van eten, door kauwen komt er speeksel bij.

Wanneer je slikt, duwt je tong het vochtige eten naar achteren.

Het gaat door je keel je slokdarm in. (Een buis die naar je maag loopt)

Daar worden steeds kleine deeltjes eten verplaatst zodat niet al het eten
tegelijk in je maag komt.

Eten valt dus niet zomaar naar beneden.

Sterke spieren (peristaltiek) in de wand van de slokdarm zorgen ervoor dat
het eten telkens een beetje opschuift. Doordat de spieren zich stevig
samentrekken, zou je zelf op je hoofd kunnen eten en drinken!
maag

Opslagplaats voor eten

Soort zak

Bij volwassenen kan de maag ong. anderhalve L. voedsel bevatten
( evenveel als 6 koppen soep )

Als maag vol is gaat er een boodschap naar je hersenen dat je genoeg
hebt, Maag gaat ermee aan de slag

Uit maagwand komt dun sap naar binnen. Het heet maagzuur

Zorgt ervoor dat alle slechte bacteriën in het eten worden gedood.
Bacteriën = superkleine diertjes die zorgen dat je ziek wordt

Spieren in maagwand blijven kneden en omwoelen = dikke brij duwt
stukje voor stukje de dunne darm in

Na ong. 4 uur is de maag terug vrij. Niet iedere hap blijft even lang in de
maag. Brood en biscuitjes gaan vrij snel verder.
De darmen
 Dunne
darm

Dunne darm 6 meter lang.

Past in lichaam doordat hij opgerold en opgevouwen ligt.

Drukste punt in heel de spijsvertering.

De alvleesklier, de lever en galblaas maken stoffen
waardoor hij de bruikbare deeltjes uit het eten kan halen.

Rest gaat de dikke darm in.
 Dikke
darm

Buis van anderhalve meter lang

Belangrijkste taak : wegzuigen van vocht

Aan het einde van de darm wacht het eindpunt van de reis : de
w.c.
Voeding en afval

Dunne darm = verdeelt je voedsel in tweeën: dat wat
goed is voor je lichaam en dat wat niet goed is voor je
lichaam

De goede voedingsdeeltjes druppelen door de
wanden van de dunne darm naar het bloed.
Wanden= heel dun

Bloed = postbode van je lijf

Het brengt de goede voedingsdeeltjes naar de
verschillende organen

Elk orgaan in het lichaam heeft een taak. Niet alle
organen krijgen evenveel voedingstoffen, zoals je
hersenen en je hart, hebben altijd voorrang
Weetjes
wist je dat…
Wist je dat…
De quiz

http://www.schooltv.nl/beeldbank/shared/templ
ates/popup/quiz.jsp?site=site_schooltv_beeldba
nk&nr=2829850&item=2855647