Albanese vakbondsvrouwen leren van Nederlandse

advertisement
Albanese vakbondsvrouwen leren van Nederlandse vakbondsvrouwen
Claire Oostvriesland
Voormalig voorzitter Vrouwengroep
Donderdag 19 mei. We zitten in het vliegtuig naar Albanië, Trudy en ik. Vijfentwintig
onderwijsvakbondsvrouwen verwachten ons morgen in Tirana om twee dagen lang van ons te
horen wat Nederlandse onderwijsvakbondsvrouwen gedaan hebben om meer rechten en
erkenning te krijgen, niet alleen binnen de vakbond, maar ook in de scholen en de
maatschappij. En hoe wij het aanpakken om meer vrouwen lid te maken van de vakbond of op
leidinggevende posities te krijgen.
De AOb zet zich niet alleen in voor leden in Nederland, maar ook voor collega’s en leerlingen
in landen waar de kwaliteit van het onderwijs lijdt onder slechte economische
omstandigheden of waar vakbonden het moeilijk hebben door het politieke klimaat. Zo’n land
is Albanië. Het land probeert de laatste jaren met behulp van steun uit het westen de rug te
rechten na jarenlange onderdrukking. De AOb helpt een handje.
De vrouwen die we gaan ontmoeten behoren tot twee onderwijsvakbonden. Het zijn zowel
kaderleden, als gewone geïnteresseerde leden, als vrouwen met een leidinggevende functie
binnen de bond. Hoewel de beide bonden nog niet toe zijn aan nauwe samenwerking
(sommige leidinggevende vrouwen zouden wel graag zien dat beide bonden gaan fuseren en
stelden vragen over de fusie tussen ABOP en NGL) is dit seminar een gezamenlijke activiteit.
Een van hun prangende vragen is: ‘Hoe maken we meer vrouwen lid van de vakbond?’
Trudy en ik hebben een programma opgesteld waarvan we hopen dat het zal passen bij deze
en andere vragen. We beseffen dat we zullen moeten inspelen op wat de vrouwen naar voren
brengen en dat we dus geen vastomlijnde inhoud kunnen presenteren. Wel zijn we ter
voorbereiding nog maar eens in de geschiedenis van de Vrouwengroep gedoken. Maar we
weten tegelijkertijd dat wat goed was voor Nederlandse vrouwen, niet persé goed hoeft te zijn
voor Albanese vrouwen. En dat blijkt ook tijdens het seminar.
In Nederland is de Vrouwengroep in de ABOP ontstaan op de golfbeweging van de
emancipatorische golf in de zeventiger jaren. Nederlandse vrouwen wilden hun plaats op de
arbeidsmarkt veroveren, meer recht dan alleen het aanrecht. Hoe anders is de situatie in
Albanië. Het communisme heeft mannen en vrouwen in het arbeidsproces ingezet. Vrouwen
zorgen er voor hun gezin én voor het inkomen. Geen enkele vrouw heb ik horen zeggen dat ze
‘mag’ werken. Integendeel. Zij vragen zich juist af hoe ze aan wat meer tijd voor zichzelf
kunnen komen en of de vakbond hen daarbij zou kunnen helpen.
Door de vrouwen zelf te laten benoemen wat ze belangrijke items vinden om het komende
jaar aan te werken, hebben we kunnen constateren dat ze graag willen dat er meer vrouwen lid
worden van de bond(en) om via de contributie over meer geld te kunnen beschikken. In
Albanië is er een groot gebrek aan geld. De onderwijsvrouwen verdienen zo’n 170 euro per
maand, maar een liter benzine is bijna net zo duur als in Nederland. Daardoor betalen veel
leden niet eens hun contributie.
Uiteindelijk hebben de vrouwen in groepen van vier een activiteitenplan geschreven van wat
ze het komende jaar willen aanpakken en wat ze dan na een jaar concreet bereikt willen
hebben. Ze botsten pardoes tegen twee problemen op. Niet alleen dachten ze in een jaar te
kunnen bereiken waar wij in Nederland wel twintig jaar over hebben gedaan of nog niet eens
hebben bereikt (zoals het doorbreken van het glazen plafond), m.a.w. hun doelstellingen
waren niet bepaald realistisch, maar ze moesten daarbij ook aangeven wat ze zelf gingen
ondernemen om die doelstellingen te bereiken. Vooral dat laatste blijkt niet eenvoudig te zijn
als je jaren hebt gedaan wat anderen je voorkauwen. Toch is het alle groepen uiteindelijk
gelukt om met onze hulp een degelijk activiteitenplan te maken. We liepen rond om ideeën
aan te reiken en vragen te beantwoorden. Nog niet zo eenvoudig als het lijkt. Deze vrouwen
spreken naast Albanees geen taal die wij ook beheersen (op de docenten Engels en Frans na).
We moesten daarom met hen communiceren via een tolk.
Gelukkig kunnen mensen zich ook op andere wijzen uiten en met elkaar communiceren dan
alleen via taal. Vrijdagavond zijn we met zijn allen gaan eten in een restaurant dat we voor
ons alleen hadden. Al gauw werd er muziek gedraaid en begonnen de vrouwen met elkaar te
dansen. Eén vrouw had steeds een zakdoekje in haar hand en leidde de groep. Wij ontkwamen
er niet aan om mee te doen en al gauw stond ik ook met een zakdoekje in mijn hand. Later op
de avond begonnen ze te zingen, mooie tweestemmige volksliederen over trouw, mama,
kinderen. De taal van muziek is universeel.
Zaterdagmiddag 21 mei. Het seminar zit erop. De zon brandt op het cursusgebouw, zo’n
typisch communistische constructie: hoge kale gangen met grijze muren. In de hal ligt een
drachtige hond dorstig te hijgen. Water is slechts mondjesmaat aanwezig, ook in de toiletten.
Onze gastheer leidt ons de rest van de dag door Tirana en omgeving. Hij laat ons de mooiste
plekken zien: een stadje aan de zee, een dorpje in de bergen en Tirana by night. De natuur is
in grote delen van het land nog ongerept. De stranden zijn lang en roepen de toeristen. Nu
maar hopen dat het land met alle buitenlandse hulp er ook echt bovenop komt.
Ben je geïnteresseerd in het internationale werk van de AOb? Als je
hierover meer informatie wilt, is de mini-conferentie die de AOb op 28
september organiseert misschien iets voor jou. Als je je per e-mail bij mij
meldt ([email protected]) en je adres vermeldt, kan ik je een
uitnodiging laten sturen. We zien en spreken elkaar dan na de vakantie.
Download