Samenvatting SE4 Wiskunde B Hoofdstuk 9: Ruimtemeetkunde Bij parallel projectie worden de zijvlakken onder een hoek van 60 ͦ met het voorste vlak getekend en met een lengte half zo groot als de werkelijke lengte. In de ruimte zijn er drie mogelijkheden voor de ligging van twee lijnen: 1. 2. 3. Snijden: De lijnen liggen in één vlak en zijn niet evenwijdig Evenwijdig: De lijnen liggen in één vlak en snijden niet Kruisen: De lijnen liggen niet in één vlak Een vlak kan worden aangeduid door: 1. 2. 3. 4. Drie punten die niet op één lijn liggen Een lijn en een punt buiten de lijn Twee snijdende lijnen Twee evenwijdige lijnen Er zijn vijf mogelijkheden voor de onderlinge ligging van drie vlakken: 1. 2. 3. 4. 5. De vlakken lopen evenwijdig, er zijn geen snijlijnen Twee vlakken lopen evenwijdig en de derde snijdt ze, er zijn twee snijlijnen De drie vlakken snijden elkaar en hebben een gemeenschappelijke snijlijn De drie vlakken snijden elkaar en hebben drie evenwijdige snijlijnen De drievlakken snijden elkaar en de snijlijnen gaan door een punt Stappen plan snijpunt lijn en vlak: 1. 2. 3. Zoek een hulpvlak waar zowel de lijn als een lijn uit het vlak in liggen Teken de snijlijn van de twee vlakken Teken het snijpunt Voor het construeren van de doorsnede van een vlak met een lichaam, moet je de snijlijnen van het vlak met het grensvlak vinden. Hoofdstuk 10: Hoeken en afstanden Voor het aantonen dat twee hoeken gelijk zijn kun je gebruikmaken van: gelijkvormigheid, overstaande hoeken, F-figuren, Z-figuren en soscastoa. De cosinus regel geldt voor alle driehoeken en luidt als volgt: 𝑎2 = 𝑏 2 + 𝑐 2 − 2 ∗ 𝑏 ∗ 𝑐 ∗ cos ∝ Stappenplan hoek tussen twee lijnen: 1. 2. 3. Verschuif indien nodig één of beide lijnen evenwijdig aan zichzelf totdat ze elkaar snijden Zoek uit in welk vlak deze lijnen liggen Teken het vlak met de snijdende lijnen 4. Berekenen de scherpe hoek waaronder de lijnen snijden De hoek tussen een lijn en een vlak vind je door middel van een loodrechte projectie van de lijn op het vlak. De hoek tussen twee vlakken vind je door de hoek van het standvlak dat loodrecht op de snijlijn staat te nemen. De afstand van een punt tot een lijn is de afstand van het punt loodrecht op de lijn. 1 Voor de oppervlakte van een driehoek geldt: 𝐴 = ∗ |𝐵𝐶| ∗ 𝑑 2 Stappenplan afstand punt tot vlak: 1. 2. 3. Zoek een hulpvlak door het punt loodrecht op het vlak Zoek de snijlijn van het hulpvlak met het vlak Bereken de afstand van het punt tot de snijlijn