Persbericht Nationaal Rapporteur - Stichting Achmea Slachtoffer en

advertisement
Persbericht 7 juni 2016
Oproep aan slachtoffers kinderpornografie om mee te doen aan
onderzoek
De Nationaal Rapporteur moedigt slachtoffers die in hun jeugd zijn misbruikt en waarbij het
misbruik via beeldmateriaal is verspreid aan om deel te nemen aan een internationaal onderzoek.
Het onderzoek moet meer inzicht verschaffen in de hulpbehoeften van slachtoffers van deze
ernstige vorm van seksueel geweld. Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer: ‘Om slachtoffers
goed te kunnen helpen is het belangrijk om van hen te horen wat hun hulpbehoefte is’.
Er is relatief veel bekend over de gevolgen voor slachtoffers van seksueel misbruik. Wanneer er
echter opnames zijn gemaakt van het misbruik, en deze opnames zijn verspreid, kan dit een extra
dimensie toevoegen aan het slachtofferschap. ’De beelden van het misbruik blijven immers
beschikbaar en kunnen door meerdere daders worden bekeken. De wetenschap dat anderen naar
beelden van jouw misbruik kijken en hier opgewonden van raken zorgt ervoor dat slachtoffers het
misbruik moeilijk kunnen afsluiten. De blijvende beschikbaarheid van het beeldmateriaal zorgt er
voor dat het misbruik oneindig lang door kan gaan’, aldus de rapporteur. Dit werd heel treffend
verwoord door een slachtoffer uit de Verenigde Staten. Zij zei: ‘Ik werd misbruikt door mijn vader,
en dat was erg, maar hem kende ik. Nu kijken heel veel mensen naar de beelden van mijn misbruik
en hen ken ik niet. Dat maakt het nog beangstigender. Ik ben daardoor de controle over mijn leven
kwijt’.
Nu ook Nederlandse vragenlijst beschikbaar
Een werkgroep van experts uit Canada, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en
Nederland op het gebied van seksueel misbruik en kinderpornografie, onder wie de Nationaal
Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, begeleidt dit project. De vragenlijst
die slachtoffers gevraagd wordt in te vullen is nu ook beschikbaar in het Nederlands. De rapporteur:
‘Er is nog weinig expertise over het omgaan met trauma’s die juist het gevolg zijn van de
permanentie van de misbruikbeelden op internet. De beelden gaan de hele wereld over.
Kinderpornografie kent geen grenzen en daarom is het belangrijk dat dit onderzoek in meerdere
landen en dus ook in Nederland wordt uitgevoerd.’
In de vragenlijst is onder meer aandacht voor de psychische, lichamelijke en sociale gevolgen die het
misbruik, de verspreiding van de beelden van het misbruik, en de eventuele rechtsgang daarna,
hebben gehad. Ook gaan de vragen in op de aard van het fysieke misbruik, de relatie tussen
slachtoffer en dader, en de manier en het moment waarop het misbruik en het seksueel
beeldmateriaal aan het licht kwam. De onderzoekers hopen veel te leren over hulpverlening en
behandelingen die voor het slachtoffer effectief zijn gebleken. Er is veel aandacht voor de stem van
slachtoffers: wat willen zij zélf dat hulpverleners, politiemensen, jeugdwerkers, advocaten, artsen,
en beleidsmakers weten over wat het slachtofferschap met hen heeft gedaan?
Worstelen met de gevolgen van kinderpornografie
Dat slachtoffers van kinderpornografie nog lange tijd kampen met de gevolgen blijkt ook uit het
verhaal van Esther, een slachtoffer van kinderpornografie: ‘Toen ik een jong meisje was van 13-15
jaar is er seksueel beeldmateriaal van mij gemaakt. Nu ik 47 ben worstel ik met mijn herinneringen
uit die tijd. Het zijn ontzettend beangstigende herbelevingen en herinneringen. Ik wil zo ontzettend
graag dat er voor mensen na mij iets wordt gedaan ter voorkoming van deze ellende. Ik ben
dankbaar dat, hoe heftig ook, dit onderzoek er is.’
Ook hulpverleners erkennen het belang van dit onderzoek. Victor Jammers, Slachtofferhulp
Nederland: ‘Onze medewerkers herkennen de enorme impact die het heeft op het slachtoffer. Het
zijn niet alleen de herinneringen maar ook de schaamte voor het misbruik en voor de beelden die
mogelijk nog online staan en waar anderen plezier uit halen. De resultaten van dit onderzoek geven
ons hopelijk meer handvatten om onze hulp nog beter af te stemmen op deze slachtoffers.’
Met dit onderzoek komt er meer inzicht in hoe slachtoffers van kinderpornografie beter geholpen
kunnen worden. Het laat zien welke best practices breder moeten worden gedeeld en welke
eventuele veranderingen in beleid, wetgeving en hulpverlening nodig zijn om slachtoffers beter te
kunnen helpen.
De financiële bijdragen van Fonds Slachtofferhulp, Terre des Hommes, Pro Juventute Steunstichting
’s Gravenhage en Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving maken het mede mogelijk dat dit
onderzoek ook in Nederland uitgevoerd kan worden. Het internationale onderzoek zelf wordt
uitgevoerd en geanalyseerd door het Canadian Centre for Child Protection.
De link naar de vragenlijst vindt u op www.nationaalrapporteur.nl
Het invullen van de vragenlijst kan voor slachtoffers erg confronterend zijn. De website
verbreekdestilte.nl en telefonische hulplijn (0900 999 001) biedt slachtoffers emotionele
ondersteuning en helpt hen in hun zoektocht naar de juiste hulp.
Mededeling aan redacties (niet voor publicatie)
Voor meer informatie neem contact op met Anne Wehkamp, 06-52877375.
[email protected]
Download