eindproeven 5e Leerjaar Het schooljaar loopt stilaan ten einde. Dit wil zeggen dat de eindproeven voor de deur staan. De laatste loodjes dus… In deze bundel vind je een overzicht van de proeven en wat je per proef moet kennen of kunnen. Je vindt ook waar alles in je boek staat. Let op: breng altijd alle boeken terug mee naar klas! Heel veel succes!!! Juf Shanady en Juf Ingrid maandag 13 juni Begrijpend lezen Hier kan je op voorhand niet aan leren. Je krijgt een tekst en lost de bijhorende vragen op. dinsdag 14 juni Frans spreken (deel 1) Je komt bij de juf. De juf zal je een aantal vragen stellen. Jij geeft antwoord in je beste Frans. Wat kan de juf allemaal vragen? Tu habites où? C’est quel couleur? (juf toont een kleur) Tu aimes quels vêtements ? Zeg dat je pijn hebt aan… Quel âge as-tu? Quel jour sommes nous? Getallen vertalen Présente ta famille quel heure est-il? Il fait quel temps? Ton anniversaire est quand? Alle informatie hiervoor vind je in je werkboek Frans. Nederlands schrijven Je krijgt een toets met verschillende schrijfopdrachten. Bekijk de schrijfles in je taalboek nog eens: p. 61-63 woensdag 15 juni Frans schrijven Je studeert planète 7 tot 10. Donderdag 16 juni Frans spreken (deel 2) Je komt bij de juf. De juf zal je een aantal vragen stellen. Jij geeft antwoord in je beste Frans. Wat kan de juf allemaal vragen? Tu habites où? C’est quel couleur? (juf toont een kleur) Tu aimes quels vêtements ? Zeg dat je pijn hebt aan… Quel âge as-tu? Quel jour sommes nous? Getallen vertalen Présente ta famille Quelle heure fait-il? Il fait quel temps? Ton anniversaire est quand? Alle informatie hiervoor vind je in je werkboek Frans. Spelling Wat moet je allemaal kunnen? • woorden met een c juist schrijven p. 44-51 • werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd juist schrijven p. 51-55 + 56-59 + p. 68-72 + p. 114-115 + p. 117-120 + p. 132-136 + p. 166168 • woorden met th (thee, thuis, althans) juist schrijven p. 82, 83, 85 en 86 • woorden met de klank ie als i juist schrijven p.51-55 + p. 84 • de hulptekens apostrof, trema en koppelteken kunnen plaatsen; 60-63 + p. 64-67 + p. 68-72 + p. 89-93 • veelgebruikte afkortingen kunnen lezen en gebruiken; p. 74-78 + p. 89-93 • punt, komma, vraag- en uitroepteken, dubbele punt en aanhalingsteken juist schrijven p. 94-97 + p. 113 + p. 121-127 • woorden met een bijzondere uitspraak, zoals ambtenaar, beroemdste, zachtjes en lichtjes, applaus, commissaris en verrukkelijk; juist schrijven. p. 107-111 • werkwoorden juist kunnen vervoegen naar voltooid deelwoord. p. 98-103 • hoofdletters schrijven waar dat hoort; p. 128-131 • woorden met au / ou en ei / ij juist schrijven p. 138-144 • meervouden van zelfstandige naamwoorden op -en, -s en ’s juist schrijven p. 145-150 + p. 157 + 159-160 • verdubbelen en verenkelen p. 151-156 + p. 157 + p. 161-165 Zie werkboek spelling thema’s 7 tot 10. Tip: Laat iemand een aantal woorden en zinnen dicteren. vrijdag 17 juni Taalbeschouwing Wat moet je kunnen? Zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, eigennamen, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden aanduiden in een zin. p. 46, 47, 88, p. 123 Afkortingen gebruiken p. 123 + p. 114-117 Koppelteken, apostrof, trema en hoofdletters gebruiken waar nodig. p. 132 Trappen van vergelijking bv. Goed => beter => best Synoniemen geven p. 102-103 Tegenstellingen geven p. 66-67 Samenstellingen en afleidingen maken p. 57-60 Passende vergelijkingen invullen in een zin. Bv. Zo wit als sneeuw p. 64, 65 Onderwerp groen kleuren + aanvullen met passende persoonsvorm Werkwoorden vervoegen in t.t. en v.t. p. 77-78 De stam, infinitief, persoon (1ste, 2de, 3de) en de uitgang van een werkwoord geven p. 76-77 Zinnen bouwen volgens een voorschrift. Bv. Ond/pv/waar? p. 48-49, p. 125 Zinnen ontleden p. 48, p. 131 Zie taalboek thema’s 7 tot 9 Hoofdrekenen Wat moet je kunnen? Getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen Zie les 111, 114, 115, 118, 123, 130, 132, 133, 137 en 143 Tip: Maak de oefeningen die je fout had opnieuw! maandag 20 juni Getallenkennis Wat moet je kunnen? Gedicteerde getallen correct schrijven. Getallen voluit schrijven bv. 5M 3D 2T = 5 003 020 les 142 Temperatuurverschil berekenen Deelbaarheid door 2,4,5,10,100 en 1000 les 120 Gemeenschappelijke delers zoeken les 80 Functie van getallen les 131 Gemeenschappelijke veelvouden les 83 Romeinse cijfers les 89 Rekenen met breuken les 112+122 Procent nemen van getallen les 107 dinsdag 21 juni toepassingen Maak de vraagstukken uit je werkboeken opnieuw. Zie les 79, 84, 90, 127, 141 (C, D en E-boek) Leer gemiddelde en mediaan nog eens goed! Frans lezen Je komt in een klein groepje bij de juf. Je leest om beurt een deel van de tekst. Je kan deze tekst op voorhand thuis oefenen. Op de toets lees je een stuk uit het verhaal op pagina 113. woensdag 22 juni Cijferen Je moet optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen, delingen al cijferend oplossen. zie D- en E-boek (les 124,136,139,140) Je kan jezelf controleren a.d.h.v. een schatting of de negenproef. Tip: maak thuis nog enkele oefeningen (begin bij de oefeningen waar je een foutje maakte) donderdag 23 juni Metend rekenen Zie wiskunde C, D- en E-boek Wat moet je kunnen? Rekenen met landmaten les 109 Rekenen met oppervlaktematen les 103 +104 Hoeken meten en tekenen les 128 Van afstand op kaart naar werkelijkheid (schaal) les 81+ 102 + 147 Gemiddelde snelheid per uur les 146 Oppervlakte parallellogram berekenen les 94 Oppervlakte van een driehoek berekenen les 96 Formule oppervlakte rechthoek en vierkant (bxh) Passende maateenheid kiezen: l, km, kg, m², ha, km² … Veelhoeken omstructureren les 113 + 117 vrijdag 24 juni Meetkunde Zie wiskunde C, D- en E-boek Wat moet je kunnen? Parallellogram, ruit en trapezium tekenen les 110 +148 Eigenschappen van ruimtefiguren kennen les 101 + 147 Grondvlak van een ruimtefiguur (balk, ruit …) herkennen les 76 + 78 Parallellogram, ruit en trapezium tekenen les 110 Blokkenbouwsels Veelhoeken omstructureren les113 Patronen verderzetten les 116 Blokkenbouwsels les 135, 147 Veelhoeken omstructureren les113 Patronen verderzetten les 116 + 148 Coördinaten in het rooster plaatsen les 147 Symmetrieassen tekenen les 148 + 88 Waar of niet waar? Stellingen beantwoorden les 148 Cirkel tekenen met passer les 108 + 148 Begrippen: straal, middelpunt, diameter kennen les 148 Frans Luisteren Je krijgt een Franstalige tekst te horen. Je lost de bijhorende vragen op. Hier kan je op voorhand niet aan oefenen. Enkele tips: Leren moet, maar af en toe ontspanning is ook verplicht! Blijf rustig en maak je niet zenuwachtig, het zal je lukken! Wacht niet tot het allerlaatste moment om te beginnen leren. Zit je met een probleem, stap meteen naar de juf. Wacht niet tot vlak voor of tijdens de toets om uitleg te vragen. Leer niet alles in één keer, verdeel dit over meerdere momenten. Ga op tijd slapen, zo begin je uitgerust aan de proef en kan je je beter concentreren.