W E T G E V IN G De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel De personeelsformatie, het organogram en de functiebeschrijving In het Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer nummer 210 van april-mei 2009 werd aandacht besteed aan de uitgangspunten van het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse regering, de bevoegdheid van de gemeenteraad voor de vaststelling van de rechtspositieregeling, het toepassingsgebied en de invoeringstermijn. In dit artikel gaan we dieper in op de personeelsformatie, het organogram en de functiebeschrijving. 1. De personeelsformatie De personeelsformatie bevat de opsomming van het aantal en de soorten betrekkingen en vermeldt per graad het aantal betrekkingen. De personeelsformatie heeft de waarde van een plan op het operationele niveau. Ze stelt de ‘personele middelen’ vast voor de uitvoering van het beleid dat op dat ogenblik is uitgetekend. De planningshorizon van de personeelsformatie is relatief beperkt. De formatie is bijgevolg een veranderlijk beheersinstrument dat moet worden bijgestuurd als de opvattingen over de dienstverlening evolueren en als het werkvolume en de werkprocessen veranderen. De personeelsformatie moet worden vastgesteld op basis van functionele grondslagen en niet op basis van particuliere belangen, zoals individuele bevorderingsmogelijkheden of niet erg realistische desiderata van diensthoofden. De grenzen van de personeelsformatie worden ook bepaald door de betaalbaarheid. De personeelsformatie mag niet verward worden met de personeelsbezetting. Dat is een tabel die aangeeft in welke mate de in de personeelsformatie voorziene betrekkingen effectief werden opgevuld. Naast de graad en het niveau is het dienstverband (statutair of contractueel) een indelingscriterium voor de betrekkingen in de personeelsformatie. In de personeelsformatie worden de statutaire betrekkingen opgenomen en de bestendige contractuele betrekkingen en de tijdelijke betrekkingen die ingesteld worden voor projecten. De statutaire personeelsleden zijn personeelsleden die bij eenzijdige beslissing van de overheid vast aangesteld worden in statutair dienstverband en de personeelsleden die bij eenzijdige beslissing van de overheid toegelaten worden tot de proeftijd met het oog op een vaste aanstelling in statutair dienstverband. De contractuele personeelsleden zijn personeelsleden die in dienst worden genomen bij arbeidsovereenkomst, conform de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Bestendige contractuele betrekkingen zijn betrekkingen met een tewerkstellingsduur die langer is dan één of twee jaar. Het gaat om personeelsbehoeften voor: • aanvullende of specifieke opdrachten; • activiteiten die door een andere overheid gesubsidieerd worden; • activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers (onder andere schoonmaak); • taken die een bijzondere expertise vereisen. Deze betrekkingen worden opgenomen in de personeelsformatie. Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 49 De volgende contractuele betrekkingen worden niet opgenomen in de personeelsformatie: • uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften, voor in de tijd beperkte acties of voor een buitengewone toename van werk. Een plotse opstoot van werk of een tijdelijke toename van werk is onvoorspelbaar en wisselvallig en is niet planbaar. Het zijn taken die in de gemeente vaak opgenomen worden door jobstudenten, seizoenspersoneel of tijdelijk personeel voor evenementen. Het decreet van 23 januari 2009 houdende wijziging van het gemeentedecreet laat de aanstellende overheid toe om hiervoor buiten de personeelsformatie te werven. • personeelsleden te vervangen die hun betrekking niet of slechts deeltijds bekleden of die tijdens een lange periode afwezig zijn zodat vervanging noodzakelijk is. De vervangingen zijn geen betrekkingen, maar een verandering van de functiehouder in een bestaande betrekking, omdat de eigenlijke functiehouder tijdelijk afwezig is wegens onder andere ziekte of loopbaanonderbreking. • contractuele personeelsleden voor de uitvoering van tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheid. Een groot deel van de contractuele tewerkstelling in de gemeenten gebeurt op basis van tewerkstellingsmaatregeN° 212 W E TG E V I N G len van de hogere overheid. Door deze maatregelen worden aan de gemeente subsidies toegekend of genieten ze een verlaging van de sociale lasten. De betrekkingen die in contractueel verband ingesteld worden ter uitvoering van de werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden, moeten niet opgenomen worden in de personeelsformatie. Deze personeelsleden worden aangesteld bij arbeidsovereenkomst, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Hieronder zetten we enkele van die tewerkstellingsmogelijkheden beknopt op een rijtje. De gesubsidieerde contractuelen Deze tewerkstellingsmaatregel wordt geregeld door het Koninklijk Besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen. De gesubsidieerde contractuelen moeten werkzaamheden verrichten in de niet-commerciële sector. Het moet gaan om activiteiten die: • van sociaal en openbaar nut of van cultureel belang zijn; • geen winst beogen; • voldoen aan collectieve behoeften waaraan anders niet zou voldaan worden. Voor de tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel komen onder andere in aanmerking: • personen die volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zijn; • leefloontrekkers. De gesubsidieerde contractuelen vormen de grootste groep binnen de tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheid. Het aandeel van de gesubsidieerde contractuelen in de totale tewerkstelling bij de gemeenten bedraagt 29,6%. Het zeer kleine aandeel gesubsidieerde contractuelen bij de autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven is het gevolg van het feit dat een besluit van 29 juni 2007 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige besturen het mogelijk gemaakt heeft om vanaf 1 juni 2007 gesubsidieerde contractuelen tewerk te stellen bij deze bedrijven. Wep-plus Bij besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 werden Wep-plus, het Werkervaringsplan (WEP), en het Weerwerkproject samengevoegd. De doelgroep zijn personen die minstens vierentwintig maanden volledig vergoede werklozen zijn of die zonder onderbreking minstens twaalf maanden een leefloon genieten en ingeschreven zijn als werkzoekende of die zonder onderbreking minstens twaalf tabel 1: Gesco’s bij de gemeenten in voltijdse equivalenten Voltijds Deeltijds Totaal Mannen 7.335,11 1.035,23 8.370,34 Vrouwen 2.707,55 3.766,65 6.474,20 Totaal 10.042,66 4.801,88 14.844, 54 tabel 2: Gesubsidieerde contractuelen in koppen Voltijds Deeltijds Totaal Mannen 8.012 1.630 9.642 Vrouwen 2.952 6.697 9.649 Totaal 10.964 8.327 19.291 50 maanden recht hebben op financiële maatschappelijke hulp en ingeschreven zijn als werkzoekende. Omdat Wep-plus tot doel heeft die werknemers de nodige werkervaring te laten opdoen voor hun doorstroming naar het bedrijfsleven, is de tewerkstellingsduur beperkt tot twaalf maanden. Deze personeelsleden worden aangeworven bij arbeidsovereenkomst met minstens deeltijdse tewerkstelling gedurende maximaal twaalf maanden voor werkzaamheden die behoren tot de niet-commerciële sector. Omdat Wep-plus tot doel heeft werknemers de nodige werkervaring te laten opdoen voor hun doorstroming naar het bedrijfsleven, is de tewerkstellingsduur beperkt tot 12 maanden Activaplan Het Activaplan bevordert de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden. Sociale Maribel Via de Sociale Maribel, die wordt geregeld door het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector, kan een gemeente een financiële tussenkomst krijgen in de loonkost om bijkomende personeelsleden aan te werven in de sectoren van de gezondheidszorg, de maatschappelijke dienstverlening en cultuur. De statutaire betrekkingen in het kader van de Sociale Maribel moeten worden opgenomen in de personeelsformatie, de contractuele betrekkingen niet. Startbanen Via het stelsel van de startbanen wil de hogere overheid de tewerkstelling van jongeren bevorderen. Een gemeente met minstens vijftig werknemers moet jongeren met een startbaanovereenkomst aanwerven. Het gaat om jongeren van minder dan zesentwintig jaar die ingeschreven als werkzoekende. Zij worden aangeworven bij arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst. W E T G E V IN G De personeelsformatie bevat ook: 1. de betrekkingen die bestemd zijn voor: a) de interne verzelfstandigd agentschappen; b) de districten; c) de kabinetten van de burgemeester en de schepenen en voor de fracties in de raad. 2. de bezette statutaire betrekkingen die overtallig zijn of die het voorwerp zijn van een andere rangindeling binnen de personeelsformatie. Intern verzelfstandigde agentschappen zijn diensten zonder eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente belast zijn met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang en die beschikken over een precies omschreven operationele autonomie. Omwille van de situering van het intern verzelfstandigd agentschap als afzonderlijke dienst naast de algemene diensten van de gemeente neemt het intern verzelfstandigd agentschap op de personeelsformatie een zelfstandige plaats in. Het gemeentebestuur laat de activiteiten van de personeelsleden die een geschrapte betrekking bekleden, doorlopen, zolang die personeelsleden in dienst zijn of tot ze veranderen van betrekking. De afgeschafte betrekkingen blijven deel uitmaken van de personeelsformatie zolang ze bezet zijn, omdat ze financieel nog ten laste van het bestuur zijn. Een betrekking die opgenomen is in een overgangsregeling, verdwijnt pas bij het vertrek van de titularis van die betrekking. Ze kunnen niet meer ingevuld worden bij het vertrek van de titularis. Het lidmaatschap van het managementteam wordt niet vermeld in de personeelsformatie, maar in het organogram. De betrekkingen door de leden van het managementteam zijn wel opgenomen in de personeelsformatie. Het budgethouderschap staat los van de personeelsformatie. Omdat het om een taakstelling gaat, wordt het budgethouderschap opgenomen in de functiebeschrijving. In de personeelsformatie wordt niet vermeld welke functies bij mandaat zullen worden vervuld. Dat gebeurt in de rechtspositieregeling. De graden worden ingedeeld in vijf niveaus. Een graad is de benaming voor een groep van gelijkwaardige functies of de benaming voor een specifieke functie. De niveaus stemmen, met uitzondering van de niveaus D en E, overeen met een diplomavereiste van een bepaald onderwijsniveau. Het lidmaatschap van het managementteam wordt niet vermeld in de personeelsformatie, maar in het organogram De niveaus en de daarmee overeenstemmende diploma’s of getuigschriften zijn: 1. niveau A: ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs; 2. niveau B: ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 3. niveau C: een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 4. niveau D: geen diplomavereiste; 5. niveau E: geen diplomavereiste. Per niveau worden de graden hiërarchisch gerangschikt in rangen. Elke rang wordt aangeduid met twee of drie letters. De hoofdletter geeft het niveau aan en de kleine letter de rang in dat niveau. De rangen geven het relatieve gewicht van de betrekkingen binnen het niveau weer. Inhoudelijk geeft de rang aan hoe de graden zich ten opzichte van elkaar verhouden. Aan een graad van een hogere rang in een niveau is in de regel een hogere salarisschaal verbonden. De indeling is precies dezelfde als de bestaande hiërarchische indeling van de graden in de bestaande plaatselijke rechtspositieregelingen. De rangen per niveau zijn: 1. niveau A: a) voor de basisgraad: Av; b)voor de hogere graden, in opklimmende volgorde: Ax, Ay en Az; c) voor de specifieke graden van burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur, Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 51 geneesheeer, apotheker: Avb; d)voor de hogere specifieke graden, in opklimmende volgorde: Axb, Ayb; 2. niveau B: a) voor de basisgraad: Bv; b)voor de hogere graad: Bx; 3. niveau C: a) voor de basisgraad: Cv; b)voor de hogere graad: Cx; 4. niveau D: a) voor de basisgraad: Dv; b)voor de hogere technische graad: Dx; 5. niveau E: EV. Er kunnen geen andere graden ingesteld worden. Een betrekking wordt op basis van de functiebeschrijving in een graad gesitueerd. Op basis van het competentieprofiel van de functiebeschrijving moet het bestuur duidelijk bepalen op welk niveau een betrekking thuishoort. Bijgevolg is het niet meer mogelijk om nog zogenaamde ‘slashfuncties’ (B1-B3/C4-C5) op te nemen in de personeelsformatie. De motieven daarvoor zijn weggevallen, omdat betrekkingen in het B-niveau nu toegankelijk zijn via bevordering zonder dat de kandidaten over een bachelordiploma moeten beschikken en omdat de laureaat van een bevordering van het niveau C naar het niveau B een gegarandeerde salarisverhoging geniet. Het aantal betrekkingen in de personeelsformatie wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Dat moet een soepelere personeelsbezetting mogelijk maken. Per graad moet niet langer het aantal deeltijdse en het aantal voltijdse betrekkingen worden vermeld. Niets belet echter dat de gemeenteraad in de formatie weergeeft welke en hoeveel betrekkingen deeltijds vervuld kunnen worden. Die keuze wordt overgelaten aan het lokale bestuur. Hoewel de functiebeschrijvingen gebruikt worden voor de situering van betrekkingen in de personeelsformatie, maken ze geen deel meer uit van de personeelsformatie of van de rechtspositieregeling. Voor de kostprijsberekening wordt geen standaardformule meer opgeN° 212 W E T G E V IN G legd aan de gemeenten. De gemeenten bepalen zelf een zo realistisch mogelijke berekeningswijze. Artikel 117 van het gemeentedecreet bepaalt dat de toezichthoudende overheid de personeelsformatie kan schorsen en vernietigen als de financiële haalbaarheid van de personeelsformatie niet wordt aangetoond. Zolang het nieuwe financiële stelsel van de gemeenten nog niet in werking is getreden, wordt de financiële haalbaarheid aangetoond aan de hand van de gemeentebegroting en het financieel meerjarenplan. De vaststelling van de personeelsformatie behoort krachtens artikel 43,§2,4° van het gemeentedecreet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Het ontwerp van personeelsformatie wordt opgesteld door de gemeentesecretaris in overleg met het managementteam. De gemeente moet geen personeelsbehoeftenplan meer opmaken. Ook de verplichting om prestatiegegevens op te stellen, valt weg. Vooraleer de gemeenteraad de personeelsformatie vaststelt, moet daarover, overeenkomstig de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, overleg gepleegd worden met de representatieve vakorganisaties. De overlegprocedure resulteert in een gemotiveerd advies, waarin ofwel het eensgezinde standpunt ofwel de afzonderlijke standpunten worden vermeld. 2. Organogram Het organogram geeft de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weer en geeft de gezagsverhoudingen aan. Het situeert de hiërarchische verhoudingen en de aanwezigheid van het personeel op organisatorische wijze. Het geeft de hiërarchische linken tussen de diensten weer. Het is een visuele voorstelling van de organisatiestructuur. Op het organogram zullen personeelsleden voorkomen die niet opgenomen zijn in de personeelsformatie. Dit is het geval voor de personeelsleden die tewerkgesteld worden in tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheid. De leden van het managementteam worden aangeduid op het organogram. Zij worden niet vermeld op de personeelsformatie, omdat ze daarin al zijn opgenomen. Op het organogram zullen personeelsleden voorkomen die niet opgenomen zijn in de personeelsformatie De gemeenteraad stelt het organogram van de gemeentelijke diensten vast. De gemeenteraad kan die bevoegdheid niet delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Het organogram wordt aangepast telkens als er zich wijzigingen voordoen in de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten. 3. Functiebeschrijving Een betrekking wordt in een graad gesitueerd op basis van de functiebeschrijving. Artikel 2,15° van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 omschrijft de functiebeschrijving als: “de weergave van de functie-inhoud en van het functieprofiel, waaronder de competenties”. Tot de competenties behoren: de kennis, de vaardigheden, de persoonlijkheidskenmerken en de attitudes die nodig zijn voor de uitoefening van een functie. De functiebeschrijving heeft voor de vaststelling van de personeelsformatie zowel de betekenis van formatieplaatsbeschrijving als van functiewaarderingsinstrument. De functiebeschrijving heeft voor de vaststelling van de personeelsformatie zowel de betekenis van beschrijving van formatieplaats als van instrument van functiewaardering. De functie-inhoud en het competentieprofiel bepalen het niveau, de rang en de graadindeling van een functie. Daarnaast is de functiebeschrijving niet alleen een belangrijke basis bij de aanwerving van personeel, maar ook bij de bevordering, de interne personeelsmobiliteit, de toewijzing van een opdracht of bij de waarneming van een hogere functie en bij de evaluatie van het personeel. Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 53 De definitie in artikel 2,15° van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 zegt niets over de wijze waarop de functiebeschrijvingen moeten worden opgemaakt. De gemeente bepaalt zelf welke standaard ze hanteert voor de opmaak van de functiebeschrijvingen. Functiebeschrijvingen kunnen algemeen per graad of specifiek functie per functie vastgesteld worden. Ze kunnen een algemeen en een specifiek gedeelte bevatten. Ze kunnen meer of minder gedetailleerd zijn. De gekozen standaard moet consistent toegepast worden op alle functiebeschrijvingen. De bevoegdheid tot ‘uitoefening van het gezag van het bestuur’ of de ‘verantwoordelijkheid voor de vrijwaring van de belangen van het bestuur’ moet expliciet in de functiebeschrijving worden vermeld. Dat aspect is essentieel om te bepalen of de toegang tot die functie voorbehouden is voor Belgen. De concrete functieinhoud vormt het criterium om te bepalen of voor een bepaalde functie de Belgische nationaliteit vereist is. De functiebeschrijving heeft voor de vaststelling van de personeelsformatie zowel de betekenis van formatieplaatsbeschrijving als van functiewaarderingsinstrument De functiebeschrijving moet zich beperken tot wat wezenlijk is voor de functie en wordt niet afgestemd op occasionele taken of uitzonderlijke toestanden. Formele toegangsvoorwaarden (ervaring, diploma’s) voor de betrekking worden niet opgenomen in de functiebeschrijving. De formele toegangsvoorwaarden moeten worden opgenomen in de rechtspositieregeling en moeten door de gemeenteraad worden goedgekeurd. Als de aanwervingsvoorwaarden en de evaluatiecriteria ter informatieve titel vermeld worden in de functiebeschrijving, dan kunnen ze slechts een kopie zijn van de voorwaarden en de evaluatiecriteria die de gemeenteraad in de rechtspositieregeling heeft vastgesteld. N° 212 40 jaar ervaring 631.273 m2 sportvloeren miljoenen enthousiaste sporters • indoor sportvloeren • dans- & balletvloeren • tennisvloeren • facelifts oude vloeren • speelveldbelijningen Puursesteenweg 397 B - 2880 Bornem Tel. 03 889 38 15 Fax. 03 889 58 51 i n f o @ t o p f l o o r. b e w w w. t o p f l o o r. b e • beschermmatten Van pril kleuterturnen tot professionele topsport op internationaal niveau: iedereen scoort hoog op een sportvloer van Topfloor. 40 jaar ervaring leerden ons hoe een sportvloer kan beantwoorden aan de strengste eisen op sporttechnisch en uitbatingsvlak. U mag Topfloor dus alles vragen over krachtafbouw, balreflexie, rolweerstand, glijvermogen, onderhoud, duurzaamheid, gebruiksnormen en polyvalent gebruik. W E T G E V IN G De competenties worden gebundeld in een competentieprofiel. De competenties moeten observeerbaar en meetbaar zijn, zodat ze kunnen worden vastgesteld in gedragingen. Het aantal competenties in de functiebeschrijving wordt best beperkt tot de kritische factoren voor de goede uitoefening van de functie. De vereiste competenties inzake kennis, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken worden best samengebracht in clusters die op elk van die gebieden betrekking hebben. Het gemeentebestuur werkt bij voorkeur met een competentiehandboek. Dat is een verklarende overzichtslijst van alle mogelijke competenties voor de functies binnen de diensten van de gemeente. Zo’n competentiehandboek heeft als voordeel dat de competenties door iedereen op dezelfde wijze geïnterpreteerd worden. De functiebeschrijvingen worden conform de in het bestuur gekozen standaard opgesteld door het managementteam of de personeelsdienst onder de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris. De functiebeschrijvingen van de decretale graden (gemeentesecretaris en financieel beheerder) worden vastgesteld door de gemeenteraad. De gemeenteraad kan die bevoegdheid niet delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Over de standaard voor de functiebeschrijvingen moet onderhan- deld worden met de representatieve vakbonden, maar niet over de individuele functiebeschrijvingen. De functiebeschrijvingen moeten niet aan de toezichthoudende overheid gestuurd worden, omdat ze geen deel uitmaken van de personeelsformatie en van de rechtspositieregeling. Elk personeelslid moet een kopie krijgen van de functiebeschrijving die op hem van toepassing is. Arnold Blockerije stadssecretaris Ninove Trefwoord(en): gemeentedecreet, rechtspositieregeling CL OS E - UP Algemene Vergadering Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw Voorzitter Dany Punie heet op vrijdag 26 juni 2009 in het PAC Zuid te Gent iedereen van harte welkom op de statutaire Algemene Vergadering van ISB vzw en verklaart de vergadering voor geopend. Jaarrekening 2008 Aanstelling commissaris-toezichters Jaarrekening 2009 • De Jaarrekening 2008 wordt toegelicht aan de leden. De Jaarrekening 2008 kon voorafgaand aan de vergadering worden opgevraagd bij het ISB-secretariaat. • Op 15.06.09 werden de rekeningen gecontroleerd en goedgekeurd door de commissaris-toezichters Betty Van Briel en Gerard Janssen. • De Jaarrekening 2008 wordt goedgekeurd door de Algemene Vergadering. • Betty Van Briel (Stad Hasselt) en Leo Szapinszky (Gemeente Puurs) worden aangesteld als commissaris-toezichter voor de Jaarrekening 2009. • De commissaris-toezichters voor de Jaarrekening 2010 zullen weer worden aangeduid op de Algemene Vergadering tijdens het ISB-Congres 2010. Aankondigingen en rondvraag Er werd een toelichting gegeven bij de Zwemdag 2009 en de ISB-studiereis 2009. Aan de leden werd vervolgens de mogelijkheid geboden tot vraagstelling of het geven van opmerkingen. Hiermee sloot Dany Punie de Algemene Vergadering af. Tot slot werd het nieuwe logo van ISB gepresenteerd aan de aanwezigen. David Nassen directeur ISB Trefwoord(en): ISB, algemene vergadering Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 55 N° 212