De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel De

advertisement
W E T G E V IN G
De rechtspositieregeling van het
gemeentepersoneel
De personeelsformatie, het organogram en de
functiebeschrijving
In het Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer nummer 210 van april-mei 2009 werd aandacht
besteed aan de uitgangspunten van het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse regering, de bevoegdheid van de gemeenteraad voor de vaststelling van de rechtspositieregeling, het toepassingsgebied en de invoeringstermijn. In dit artikel gaan we dieper in op de
personeelsformatie, het organogram en de functiebeschrijving.
1. De personeelsformatie
De personeelsformatie bevat de opsomming van het aantal en de soorten
betrekkingen en vermeldt per graad
het aantal betrekkingen. De personeelsformatie heeft de waarde van een
plan op het operationele niveau. Ze
stelt de ‘personele middelen’ vast voor
de uitvoering van het beleid dat op
dat ogenblik is uitgetekend. De planningshorizon van de personeelsformatie is relatief beperkt. De formatie is bijgevolg een veranderlijk beheersinstrument dat moet worden bijgestuurd als
de opvattingen over de dienstverlening
evolueren en als het werkvolume en de
werkprocessen veranderen. De personeelsformatie moet worden vastgesteld
op basis van functionele grondslagen
en niet op basis van particuliere belangen, zoals individuele bevorderingsmogelijkheden of niet erg realistische desiderata van diensthoofden. De grenzen
van de personeelsformatie worden ook
bepaald door de betaalbaarheid.
De personeelsformatie mag niet verward worden met de personeelsbezetting. Dat is een tabel die aangeeft in
welke mate de in de personeelsformatie voorziene betrekkingen effectief
werden opgevuld.
Naast de graad en het niveau is het
dienstverband (statutair of contractueel) een indelingscriterium voor de
betrekkingen in de personeelsformatie.
In de personeelsformatie worden de
statutaire betrekkingen opgenomen en
de bestendige contractuele betrekkingen en de tijdelijke betrekkingen die
ingesteld worden voor projecten.
De statutaire personeelsleden zijn personeelsleden die bij eenzijdige beslissing van de overheid vast aangesteld
worden in statutair dienstverband en
de personeelsleden die bij eenzijdige
beslissing van de overheid toegelaten
worden tot de proeftijd met het oog
op een vaste aanstelling in statutair
dienstverband. De contractuele personeelsleden zijn personeelsleden die in
dienst worden genomen bij arbeidsovereenkomst, conform de wet van 3
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Bestendige contractuele betrekkingen zijn
betrekkingen met een tewerkstellingsduur
die langer is dan één of twee jaar. Het gaat
om personeelsbehoeften voor:
• aanvullende of specifieke opdrachten;
• activiteiten die door een andere overheid gesubsidieerd worden;
• activiteiten die hoofdzakelijk verricht
worden in mededinging met andere marktdeelnemers (onder andere
schoonmaak);
• taken die een bijzondere expertise
vereisen.
Deze betrekkingen worden opgenomen
in de personeelsformatie.
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
49
De volgende contractuele betrekkingen
worden niet opgenomen in de personeelsformatie:
• uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften, voor in de tijd beperkte
acties of voor een buitengewone toename van werk. Een plotse opstoot
van werk of een tijdelijke toename
van werk is onvoorspelbaar en wisselvallig en is niet planbaar. Het zijn
taken die in de gemeente vaak opgenomen worden door jobstudenten,
seizoenspersoneel of tijdelijk personeel voor evenementen. Het decreet
van 23 januari 2009 houdende wijziging van het gemeentedecreet laat
de aanstellende overheid toe om
hiervoor buiten de personeelsformatie te werven.
• personeelsleden te vervangen die
hun betrekking niet of slechts deeltijds bekleden of die tijdens een lange
periode afwezig zijn zodat vervanging noodzakelijk is. De vervangingen zijn geen betrekkingen, maar een
verandering van de functiehouder
in een bestaande betrekking, omdat
de eigenlijke functiehouder tijdelijk
afwezig is wegens onder andere ziekte of loopbaanonderbreking.
• contractuele personeelsleden voor de
uitvoering van tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheid.
Een groot deel van de contractuele
tewerkstelling in de gemeenten gebeurt
op basis van tewerkstellingsmaatregeN° 212
W E TG E V I N G
len van de hogere overheid. Door deze
maatregelen worden aan de gemeente
subsidies toegekend of genieten ze
een verlaging van de sociale lasten. De
betrekkingen die in contractueel verband ingesteld worden ter uitvoering
van de werkgelegenheidsmaatregelen
van de hogere overheden, moeten niet
opgenomen worden in de personeelsformatie. Deze personeelsleden worden
aangesteld bij arbeidsovereenkomst,
overeenkomstig de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Hieronder zetten we enkele van die
tewerkstellingsmogelijkheden beknopt
op een rijtje.
De gesubsidieerde contractuelen
Deze tewerkstellingsmaatregel wordt
geregeld door het Koninklijk Besluit
nr. 474 van 28 oktober 1986 tot
opzetting van een stelsel van door de
Staat gesubsidieerde contractuelen bij
sommige plaatselijke besturen en het
besluit van de Vlaamse regering van
27 oktober 1993 houdende uitvoering
van het koninklijk besluit nr. 474 van
28 oktober 1986 tot opzetting van
een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige
plaatselijke besturen.
De gesubsidieerde contractuelen moeten werkzaamheden verrichten in de
niet-commerciële sector. Het moet
gaan om activiteiten die:
• van sociaal en openbaar nut of van
cultureel belang zijn;
• geen winst beogen;
• voldoen aan collectieve behoeften
waaraan anders niet zou voldaan
worden.
Voor de tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel komen onder andere in aanmerking:
• personen die volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zijn;
• leefloontrekkers.
De gesubsidieerde contractuelen vormen de grootste groep binnen de
tewerkstellingsmaatregelen van de
hogere overheid.
Het aandeel van de gesubsidieerde
contractuelen in de totale tewerkstelling bij de gemeenten bedraagt 29,6%.
Het zeer kleine aandeel gesubsidieerde contractuelen bij de autonome
gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven is het gevolg van het
feit dat een besluit van 29 juni 2007
tot wijziging van het besluit van de
Vlaamse Regering van 27 oktober 1993
houdende uitvoering van het koninklijk
besluit nr. 474 van 28 oktober 1986
tot opzetting van een stelsel van door
de Staat gesubsidieerde contractuelen
bij sommige besturen het mogelijk
gemaakt heeft om vanaf 1 juni 2007
gesubsidieerde contractuelen tewerk
te stellen bij deze bedrijven.
Wep-plus
Bij besluit van de Vlaamse regering
van 17 juni 1997 werden Wep-plus,
het Werkervaringsplan (WEP), en het
Weerwerkproject samengevoegd. De
doelgroep zijn personen die minstens
vierentwintig maanden volledig vergoede werklozen zijn of die zonder
onderbreking minstens twaalf maanden een leefloon genieten en ingeschreven zijn als werkzoekende of die
zonder onderbreking minstens twaalf
tabel 1: Gesco’s bij de gemeenten in voltijdse equivalenten
Voltijds
Deeltijds
Totaal
Mannen
7.335,11
1.035,23
8.370,34
Vrouwen
2.707,55
3.766,65
6.474,20
Totaal
10.042,66
4.801,88
14.844, 54
tabel 2: Gesubsidieerde contractuelen in koppen
Voltijds
Deeltijds
Totaal
Mannen
8.012
1.630
9.642
Vrouwen
2.952
6.697
9.649
Totaal
10.964
8.327
19.291
50
maanden recht hebben op financiële
maatschappelijke hulp en ingeschreven
zijn als werkzoekende.
Omdat Wep-plus tot doel heeft die
werknemers de nodige werkervaring te
laten opdoen voor hun doorstroming
naar het bedrijfsleven, is de tewerkstellingsduur beperkt tot twaalf maanden. Deze personeelsleden worden
aangeworven bij arbeidsovereenkomst
met minstens deeltijdse tewerkstelling
gedurende maximaal twaalf maanden
voor werkzaamheden die behoren tot
de niet-commerciële sector.
Omdat Wep-plus tot
doel heeft werknemers
de nodige werkervaring
te laten opdoen voor
hun doorstroming naar
het bedrijfsleven, is de
tewerkstellingsduur
beperkt tot 12 maanden
Activaplan
Het Activaplan bevordert de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden.
Sociale Maribel
Via de Sociale Maribel, die wordt
geregeld door het Koninklijk Besluit
van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de
non-profitsector, kan een gemeente
een financiële tussenkomst krijgen in
de loonkost om bijkomende personeelsleden aan te werven in de sectoren van de gezondheidszorg, de
maatschappelijke dienstverlening en
cultuur. De statutaire betrekkingen
in het kader van de Sociale Maribel
moeten worden opgenomen in de
personeelsformatie, de contractuele
betrekkingen niet.
Startbanen
Via het stelsel van de startbanen wil de
hogere overheid de tewerkstelling van
jongeren bevorderen. Een gemeente
met minstens vijftig werknemers moet
jongeren met een startbaanovereenkomst aanwerven. Het gaat om jongeren van minder dan zesentwintig jaar
die ingeschreven als werkzoekende. Zij
worden aangeworven bij arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst.
W E T G E V IN G
De personeelsformatie bevat ook:
1. de betrekkingen die bestemd zijn
voor:
a) de interne verzelfstandigd
agentschappen;
b) de districten;
c) de kabinetten van de burgemeester en de schepenen en voor
de fracties in de raad.
2. de bezette statutaire betrekkingen
die overtallig zijn of die het voorwerp
zijn van een andere rangindeling binnen de personeelsformatie.
Intern verzelfstandigde agentschappen
zijn diensten zonder eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente belast
zijn met welbepaalde beleidsuitvoerende
taken van gemeentelijk belang en die
beschikken over een precies omschreven
operationele autonomie. Omwille van de
situering van het intern verzelfstandigd
agentschap als afzonderlijke dienst naast
de algemene diensten van de gemeente
neemt het intern verzelfstandigd agentschap op de personeelsformatie een zelfstandige plaats in.
Het gemeentebestuur laat de activiteiten van de personeelsleden die een
geschrapte betrekking bekleden, doorlopen, zolang die personeelsleden in
dienst zijn of tot ze veranderen van
betrekking. De afgeschafte betrekkingen blijven deel uitmaken van de personeelsformatie zolang ze bezet zijn,
omdat ze financieel nog ten laste van
het bestuur zijn. Een betrekking die
opgenomen is in een overgangsregeling, verdwijnt pas bij het vertrek van
de titularis van die betrekking. Ze kunnen niet meer ingevuld worden bij het
vertrek van de titularis.
Het lidmaatschap van het managementteam wordt niet vermeld in de
personeelsformatie, maar in het organogram. De betrekkingen door de
leden van het managementteam zijn
wel opgenomen in de personeelsformatie. Het budgethouderschap staat
los van de personeelsformatie. Omdat
het om een taakstelling gaat, wordt
het budgethouderschap opgenomen
in de functiebeschrijving. In de personeelsformatie wordt niet vermeld welke
functies bij mandaat zullen worden
vervuld. Dat gebeurt in de rechtspositieregeling.
De graden worden ingedeeld in vijf
niveaus. Een graad is de benaming voor
een groep van gelijkwaardige functies
of de benaming voor een specifieke
functie. De niveaus stemmen, met uitzondering van de niveaus D en E, overeen met een diplomavereiste van een
bepaald onderwijsniveau.
Het lidmaatschap van het
managementteam wordt
niet vermeld in de personeelsformatie, maar in het
organogram
De niveaus en de daarmee overeenstemmende diploma’s of getuigschriften zijn:
1. niveau A: ofwel een masterdiploma,
ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het
hoger onderwijs van twee cycli dat
gelijkgesteld werd met universitair
onderwijs;
2. niveau B: ofwel een bachelordiploma,
ofwel een diploma van het hoger
onderwijs van één cyclus of daarmee
gelijkgesteld onderwijs;
3. niveau C: een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs;
4. niveau D: geen diplomavereiste;
5. niveau E: geen diplomavereiste.
Per niveau worden de graden hiërarchisch gerangschikt in rangen. Elke
rang wordt aangeduid met twee of
drie letters. De hoofdletter geeft het
niveau aan en de kleine letter de rang
in dat niveau. De rangen geven het
relatieve gewicht van de betrekkingen
binnen het niveau weer. Inhoudelijk
geeft de rang aan hoe de graden zich
ten opzichte van elkaar verhouden. Aan
een graad van een hogere rang in een
niveau is in de regel een hogere salarisschaal verbonden. De indeling is precies
dezelfde als de bestaande hiërarchische
indeling van de graden in de bestaande
plaatselijke rechtspositieregelingen.
De rangen per niveau zijn:
1. niveau A:
a) voor de basisgraad: Av;
b)voor de hogere graden, in opklimmende volgorde: Ax, Ay en Az;
c) voor de specifieke graden van burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur,
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
51
geneesheeer, apotheker: Avb;
d)voor de hogere specifieke graden,
in opklimmende volgorde: Axb,
Ayb;
2. niveau B:
a) voor de basisgraad: Bv;
b)voor de hogere graad: Bx;
3. niveau C:
a) voor de basisgraad: Cv;
b)voor de hogere graad: Cx;
4. niveau D:
a) voor de basisgraad: Dv;
b)voor de hogere technische graad:
Dx;
5. niveau E: EV.
Er kunnen geen andere graden ingesteld worden. Een betrekking wordt op
basis van de functiebeschrijving in een
graad gesitueerd.
Op basis van het competentieprofiel van
de functiebeschrijving moet het bestuur
duidelijk bepalen op welk niveau een
betrekking thuishoort. Bijgevolg is het
niet meer mogelijk om nog zogenaamde ‘slashfuncties’ (B1-B3/C4-C5) op te
nemen in de personeelsformatie. De
motieven daarvoor zijn weggevallen,
omdat betrekkingen in het B-niveau nu
toegankelijk zijn via bevordering zonder
dat de kandidaten over een bachelordiploma moeten beschikken en omdat de
laureaat van een bevordering van het
niveau C naar het niveau B een gegarandeerde salarisverhoging geniet.
Het aantal betrekkingen in de personeelsformatie wordt uitgedrukt in
voltijdse equivalenten. Dat moet een
soepelere personeelsbezetting mogelijk
maken. Per graad moet niet langer het
aantal deeltijdse en het aantal voltijdse
betrekkingen worden vermeld. Niets
belet echter dat de gemeenteraad in de
formatie weergeeft welke en hoeveel
betrekkingen deeltijds vervuld kunnen
worden. Die keuze wordt overgelaten
aan het lokale bestuur.
Hoewel de functiebeschrijvingen
gebruikt worden voor de situering van
betrekkingen in de personeelsformatie,
maken ze geen deel meer uit van de
personeelsformatie of van de rechtspositieregeling.
Voor de kostprijsberekening wordt
geen standaardformule meer opgeN° 212
W E T G E V IN G
legd aan de gemeenten. De gemeenten
bepalen zelf een zo realistisch mogelijke berekeningswijze. Artikel 117 van
het gemeentedecreet bepaalt dat de
toezichthoudende overheid de personeelsformatie kan schorsen en vernietigen als de financiële haalbaarheid
van de personeelsformatie niet wordt
aangetoond. Zolang het nieuwe financiële stelsel van de gemeenten nog niet
in werking is getreden, wordt de financiële haalbaarheid aangetoond aan de
hand van de gemeentebegroting en het
financieel meerjarenplan.
De vaststelling van de personeelsformatie behoort krachtens artikel
43,§2,4° van het gemeentedecreet tot
de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het ontwerp van personeelsformatie
wordt opgesteld door de gemeentesecretaris in overleg met het managementteam. De gemeente moet geen
personeelsbehoeftenplan meer opmaken. Ook de verplichting om prestatiegegevens op te stellen, valt weg.
Vooraleer de gemeenteraad de personeelsformatie vaststelt, moet daarover, overeenkomstig de wet van 19
december 1974 tot regeling van de
betrekkingen tussen de overheid en de
vakbonden van haar personeel, overleg
gepleegd worden met de representatieve vakorganisaties. De overlegprocedure resulteert in een gemotiveerd
advies, waarin ofwel het eensgezinde standpunt ofwel de afzonderlijke
standpunten worden vermeld.
2. Organogram
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weer en geeft de gezagsverhoudingen aan. Het situeert de hiërarchische verhoudingen en de aanwezigheid
van het personeel op organisatorische
wijze. Het geeft de hiërarchische linken
tussen de diensten weer. Het is een
visuele voorstelling van de organisatiestructuur.
Op het organogram zullen personeelsleden voorkomen die niet opgenomen zijn
in de personeelsformatie. Dit is het geval
voor de personeelsleden die tewerkgesteld worden in tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheid.
De leden van het managementteam
worden aangeduid op het organogram. Zij worden niet vermeld op de
personeelsformatie, omdat ze daarin al
zijn opgenomen.
Op het organogram zullen
personeelsleden voorkomen
die niet opgenomen zijn in
de personeelsformatie
De gemeenteraad stelt het organogram
van de gemeentelijke diensten vast.
De gemeenteraad kan die bevoegdheid niet delegeren aan het college
van burgemeester en schepenen. Het
organogram wordt aangepast telkens
als er zich wijzigingen voordoen in de
organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten.
3. Functiebeschrijving
Een betrekking wordt in een graad
gesitueerd op basis van de functiebeschrijving. Artikel 2,15° van het
besluit van de Vlaamse regering van
7 december 2007 omschrijft de functiebeschrijving als: “de weergave van
de functie-inhoud en van het functieprofiel, waaronder de competenties”.
Tot de competenties behoren: de kennis, de vaardigheden, de persoonlijkheidskenmerken en de attitudes die
nodig zijn voor de uitoefening van
een functie.
De functiebeschrijving heeft voor de
vaststelling van de personeelsformatie zowel de betekenis van formatieplaatsbeschrijving als van functiewaarderingsinstrument. De functiebeschrijving heeft voor de vaststelling van de
personeelsformatie zowel de betekenis
van beschrijving van formatieplaats als
van instrument van functiewaardering.
De functie-inhoud en het competentieprofiel bepalen het niveau, de rang
en de graadindeling van een functie.
Daarnaast is de functiebeschrijving niet
alleen een belangrijke basis bij de aanwerving van personeel, maar ook bij de
bevordering, de interne personeelsmobiliteit, de toewijzing van een opdracht
of bij de waarneming van een hogere
functie en bij de evaluatie van het personeel.
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
53
De definitie in artikel 2,15° van het
besluit van de Vlaamse regering van
7 december 2007 zegt niets over de
wijze waarop de functiebeschrijvingen moeten worden opgemaakt. De
gemeente bepaalt zelf welke standaard ze hanteert voor de opmaak
van
de
functiebeschrijvingen.
Functiebeschrijvingen kunnen algemeen per graad of specifiek functie
per functie vastgesteld worden. Ze
kunnen een algemeen en een specifiek gedeelte bevatten. Ze kunnen
meer of minder gedetailleerd zijn. De
gekozen standaard moet consistent
toegepast worden op alle functiebeschrijvingen.
De bevoegdheid tot ‘uitoefening van
het gezag van het bestuur’ of de ‘verantwoordelijkheid voor de vrijwaring
van de belangen van het bestuur’
moet expliciet in de functiebeschrijving worden vermeld. Dat aspect is
essentieel om te bepalen of de toegang tot die functie voorbehouden
is voor Belgen. De concrete functieinhoud vormt het criterium om te
bepalen of voor een bepaalde functie
de Belgische nationaliteit vereist is.
De functiebeschrijving heeft
voor de vaststelling van de
personeelsformatie zowel de
betekenis van formatieplaatsbeschrijving als van functiewaarderingsinstrument
De functiebeschrijving moet zich beperken tot wat wezenlijk is voor de functie
en wordt niet afgestemd op occasionele taken of uitzonderlijke toestanden.
Formele toegangsvoorwaarden (ervaring, diploma’s) voor de betrekking
worden niet opgenomen in de functiebeschrijving. De formele toegangsvoorwaarden moeten worden opgenomen
in de rechtspositieregeling en moeten
door de gemeenteraad worden goedgekeurd. Als de aanwervingsvoorwaarden en de evaluatiecriteria ter informatieve titel vermeld worden in de functiebeschrijving, dan kunnen ze slechts
een kopie zijn van de voorwaarden en
de evaluatiecriteria die de gemeenteraad in de rechtspositieregeling heeft
vastgesteld.
N° 212
40 jaar ervaring
631.273 m2 sportvloeren
miljoenen enthousiaste sporters
• indoor sportvloeren
• dans- & balletvloeren
• tennisvloeren
• facelifts oude vloeren
• speelveldbelijningen
Puursesteenweg 397
B - 2880 Bornem
Tel. 03 889 38 15
Fax. 03 889 58 51
i n f o @ t o p f l o o r. b e
w w w. t o p f l o o r. b e
• beschermmatten
Van pril kleuterturnen tot professionele
topsport op internationaal niveau: iedereen
scoort hoog op een sportvloer van Topfloor.
40 jaar ervaring leerden ons hoe een
sportvloer kan beantwoorden aan de
strengste eisen op sporttechnisch en
uitbatingsvlak.
U mag Topfloor dus alles vragen over
krachtafbouw, balreflexie, rolweerstand,
glijvermogen, onderhoud, duurzaamheid,
gebruiksnormen en polyvalent gebruik.
W E T G E V IN G
De competenties worden gebundeld
in een competentieprofiel. De competenties moeten observeerbaar en meetbaar zijn, zodat ze kunnen worden
vastgesteld in gedragingen. Het aantal
competenties in de functiebeschrijving
wordt best beperkt tot de kritische
factoren voor de goede uitoefening van
de functie. De vereiste competenties
inzake kennis, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken worden best
samengebracht in clusters die op elk
van die gebieden betrekking hebben.
Het gemeentebestuur werkt bij voorkeur met een competentiehandboek.
Dat is een verklarende overzichtslijst
van alle mogelijke competenties voor
de functies binnen de diensten van de
gemeente. Zo’n competentiehandboek
heeft als voordeel dat de competenties
door iedereen op dezelfde wijze geïnterpreteerd worden.
De functiebeschrijvingen worden conform de in het bestuur gekozen standaard opgesteld door het managementteam of de personeelsdienst
onder de eindverantwoordelijkheid
van de gemeentesecretaris. De functiebeschrijvingen van de decretale graden (gemeentesecretaris en financieel
beheerder) worden vastgesteld door
de gemeenteraad. De gemeenteraad
kan die bevoegdheid niet delegeren
aan het college van burgemeester en
schepenen. Over de standaard voor de
functiebeschrijvingen moet onderhan-
deld worden met de representatieve
vakbonden, maar niet over de individuele functiebeschrijvingen.
De functiebeschrijvingen moeten niet
aan de toezichthoudende overheid
gestuurd worden, omdat ze geen deel
uitmaken van de personeelsformatie en
van de rechtspositieregeling.
Elk personeelslid moet een kopie krijgen van de functiebeschrijving die op
hem van toepassing is.
Arnold Blockerije
stadssecretaris Ninove
Trefwoord(en): gemeentedecreet, rechtspositieregeling
CL OS E - UP
Algemene Vergadering Vlaams Instituut
voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw
Voorzitter Dany Punie heet op vrijdag 26 juni 2009 in het PAC Zuid te Gent iedereen van
harte welkom op de statutaire Algemene Vergadering van ISB vzw en verklaart de vergadering voor geopend.
Jaarrekening 2008
Aanstelling commissaris-toezichters Jaarrekening
2009
• De Jaarrekening 2008 wordt toegelicht aan de leden. De
Jaarrekening 2008 kon voorafgaand aan de vergadering
worden opgevraagd bij het ISB-secretariaat.
• Op 15.06.09 werden de rekeningen gecontroleerd en
goedgekeurd door de commissaris-toezichters Betty Van
Briel en Gerard Janssen.
• De Jaarrekening 2008 wordt goedgekeurd door de
Algemene Vergadering.
• Betty Van Briel (Stad Hasselt) en Leo Szapinszky (Gemeente
Puurs) worden aangesteld als commissaris-toezichter voor
de Jaarrekening 2009.
• De commissaris-toezichters voor de Jaarrekening 2010 zullen weer worden aangeduid op de Algemene Vergadering
tijdens het ISB-Congres 2010.
Aankondigingen en rondvraag
Er werd een toelichting gegeven bij de Zwemdag 2009 en
de ISB-studiereis 2009.
Aan de leden werd vervolgens de mogelijkheid geboden tot
vraagstelling of het geven van opmerkingen. Hiermee sloot
Dany Punie de Algemene Vergadering af.
Tot slot werd het nieuwe logo van ISB gepresenteerd aan de
aanwezigen.
David Nassen
directeur ISB
Trefwoord(en): ISB, algemene vergadering
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
55
N° 212
Download