Notenteelt met tussengewas geschikt voor Nederland? Anne Oosterbaan (onderzoeker Alterra) en Huub Schepers (walnotenteler) Achtergrond Walnoten zijn gezond. Ze bevatten wel veel vet maar dat bestaat grotendeels uit onverzadigd vetten. Ze bevatten geen cholesterol, maar wel veel vitaminen en voedingsstoffen. Ze bevatten ook geen aflatoxine, zoals men eerder wel eens dacht. De productie van walnoten in ons land stelt niet veel voor. Geschat wordt dat er jaarlijks 300 ton (gedroogd) van Nederlandse bodem wordt gehaald (Veltkamp en Blumink 2004). Er is dus ruimte voor eigen productie. Eerder is wel geprobeerd de notenteelt te stimuleren. In Zuidwest-Nederland is zelfs een notenunie opgericht. Vanuit het proefstation voor de Fruitteelt in Wilhelminadorp is aandacht geweest voor de selectie en veredeling van walnoten (Wertheim). Hieruit zijn enkele bekende cultivars voortgekomen. De jaarproductie van walnoten in ons land kan oplopen tot 4 ton per ha. Er vallen echter jaren uit door ongunstige weersomstandigheden, zodat de gemiddelde productie minder is. Maar wellicht is er met het opwarmende klimaat is in de toekomst in ons land meer mogelijk. e In november 2004 is in Sorrento (Italië) het 5 Internationale Walnoten congres gehouden. Op dit congres zijn ook enkele presentaties over ervaringen met walnoot in ons land gehouden. Onze ervaringen geplaatst tegen die van grote notenproductielanden zoals de VS en China waren aanleiding tot het schrijven van dit artikel. Notenteelt in de wereld Over de gehele wereld worden noten geteeld. China is de grootste producent met ca. 370.000 ton noten per jaar. De VS staat op de tweede plaats met ca. 310.000 ton per jaar. Hiervan wordt evenveel geëxporteerd als er in alle EU-landen tezamen geproduceerd wordt. Turkije is ook een grote producent met 120.000 ton per jaar. Op grote afstand volgen dan landen als Italië en Frankrijk. Ook deze landen importeren nog veel. De meeste walnoten worden geproduceerd in zuivere notenbeplantingen, met ongeveer 100-400 bomen per hectare. Elk land en vaak elke streek heeft zijn eigen cultivars. Deze zijn aangepast aan het plaatselijke klimaat en de omstandigheden ter plekke. In de meeste landen worden chemische middelen gebruikt tegen ziekten en insecten. Er is nog maar weinig biologische teelt (geschat wordt ca. 5 %). In veel landen wordt tussen/onder de walnoten andere gewassen geteeld: in Italië bijvoorbeeld veel hazelnoot, olijven of citrusvruchten, in China gras, katoen en groente. Mogelijkheden voor teelt van walnoten in Nederland Uit het feit dat sinds de Romeinen al walnoten in ons land groeien blijkt reeds dat ze in ons klimaat kunnen gedijen. Maar ons klimaat heeft enkele eigenschappen die minder gunstig zijn voor notenteelt. Onze late voorjaarsvorsten (tot eind mei) geven kans op bevriezen van bloemen en vruchtbeginsels. Ook regen in bevruchtingsperiode (soms is er slechts een korte periode dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen bloeien) kan bevruchting bemoeilijken. Walnoten kunnen op goede zandgrond tot goed doorluchte klei groeien. Op zware klei blijven de wortels erg bovenin en is er kans op omwaaien. De walnoot, die het meest in ons land voorkomt is Juglans regia. Hiervan zijn enkele cultivars geselecteerd, die het in ons land goed doen. De bekendste is Broadview. Deze komt van oorsprong uit de Oekraïne. Een tweede bekende is Buccaneer, waarvan de moederboom in de omgeving van Neer (N-Limburg) stond. Naast deze twee notenrassen, die reeds meerdere decennia hebben bewezen wat ze kunnen, zijn er voor het koudere noorden van ons land recent twee cultivars geselecteerd: Amphyon en Dionym. De zojuist genoemde cultivars zijn gericht op notenproductie. Soms worden echter walnoten geplant voor de houtproductie of voor een combinatie van beide. Hiervoor kunnen dan beter rassen worden gebruikt met een sterkere vegetatieve groei (bijvoorbeeld Buccaneer groeit sterker dan Broadview). Voor puur houtproductie wordt elders ook veel J. nigra gebruikt. Ook is een goede mogelijkheid om hiervoor zaailingen bijv. van Broadview te nemen. In Nederland is in principe een goede productie mogelijk. Wertheim (1981) heeft gemeten dat in ons land een jaarproductie van 3-4 ton per hectare mogelijk is. Men moet echter rekening houden met uitvallende jaren, dus gemiddeld zal een productie 1,5-2 ton per ha per jaar mogelijk zijn. De ideale noot (volgens Calcagni, directeur van notenverwerkingsfabriek Besana, Italie) - lichtgekleurd vruchtvlees - goede smaak - > 75 % vruchtvlees - gemakkelijk te openen - grote maat (> 32 mm) - vroege oogst (gereed voor de Kerst; oogst e 2 helft september) of juist laat Aan de teelt van walnoten kleven bepaalde nadelen. Het grootste risico is waarschijnlijk dat er door ongunstige weersomstandigheden (regen of vorst in de bloeitijd) geen bevruchting optreedt. Hiertegen is weinig te doen. Sproeien, zoals in de appelteelt gebeurt, is te duur. Een ander nadeel is dat de aanloopperiode tot een volledige vruchtdracht heel wat jaren duurt. In het navolgende op dit probleem verder ingegaan. Mogelijkheden voor combinaties met tussengewassen Om in de eerste jaren dat de noten nog niet dragen toch een opbrengst te hebben en ook op langere termijn wat risicospreiding in te bouwen kan de teelt van noten het beste worden gecombineerd met een tussengewas. De eerste vraag die zich dan voordoet is: welk gewas is geschikt om tussen/onder walnoten te groeien? In ons land is hier nog maar zeer beperkte ervaring mee. In andere landen bestaan veel voorbeelden. In Italië wordt bijvoorbeeld veel hazelnoot tussen de walnoten geteeld, maar ook olijven of citrusvruchten of combinaties ervan. In andere landen wordt bijvoorbeeld gras, katoen, groente, graan of siergewassen tussen de noten geteeld. Ook in ons land zijn in principe veel gewassen die tussen walnoten kunnen groeien. De kunst is echter een gewas te vinden dat voordeel ondervindt van de walnoten of dat gunstig is voor de walnoten. Deze meest ideale combinatie is echter nog niet gevonden. Voorbeeldprojecten in Nederland Iedereen kent wel ergens een zuivere notenbeplanting. Ze komen verspreid door het hele land voor. Plaatselijk wordt echter ook reeds het en ander uitgeprobeerd met tussengewassen. Hieronder worden enkele voorbeelden van combinaties van walnoten met andere gewassen beschreven. walnoot met hazelnoot en duindoorn In de Noordoostpolder is in 1996 een plantage aangeplant van 1,5 ha waarin tussen de walnoten ook hazelnoten en duindoorns staan. Rijen zijn of geplant met duindoorns of noten (walnoot en hazelnoot). De afstand tussen de rijen is 3,5 m. In de rij met duindoorns staan de planten op 1,2 m. In de rij met noten staan om en om een walnoot en een hazelnoot op 3,5 m afstand van elkaar. De walnoten cultivars die zijn aangeplant zijn Amphyon en Dionym. Deze cultivars zijn gekozen om hun goede aanpassing aan het klimaat in de noordelijke provincies en om hun goede tot zeer goede smaak. Sinds 1996 wordt er op een gecertificeerde ecologische wijze geteeld hetgeen door Skal wordt gecontroleerd. Oorspronkelijk was het de bedoeling om alleen walnoten aan te planten. Maar om al inkomsten te hebben voordat de walnoten goed produceren is in overleg met de coöperatie Wrâldfrucht besloten ook duindoorn en hazelnoot aan te planten. De duindoorn produceert bessen die verwerkt kunnen worden in sap, jam, wijn etc. terwijl er ook een kwalitatief zeer goede olie uit kan worden geperst die kan worden gebruikt in cosmetica. In 1999 konden de eerste bessen worden geoogst. Sindsdien zijn de bessen ieder jaar geoogst. De duindoorns worden nu drastisch gesnoeid om competitie met de noten tegen te gaan. In de toekomst zullen de duindoorns volledig plaats moeten maken voor de noten. De hazelnoten produceerden voor het eerst in 2002. In 2003 en 2004 is de oogst van hazelnoten steeds toegenomen. De walnoten droegen hun eerste noten in het vierde jaar na planten. In 2004 produceerden een aantal bomen enkele tientallen noten. De noten worden met de hand verzameld en gedroogd. walnoten met gras begraasd door schapen, koeien of paarden In de Achterhoek zijn vanaf 1999 op verschillende typen bedrijven (landgoedbedrijven, melkveehouderij met groepsrecreatie, extensieve akkerbouw/natuurbeheerbedrijven en een extensief veeteeltbedrijf) 8 proefbeplantingen aangelegd met een totale oppervlakte van 10 hectare. De beplantingen bestaan voor het grootste deel uit walnoot, die met verschillende boomafstand is geplant (10 x 10 m tot 20 x 20 m). Het gras wordt in enkele percelen gemaaid en gekuild, in enkele andere percelen begraasd door schapen, koeien of paarden. De beplantingen zijn nog jong, maar leveren al wel goede aanwijzingen voor de toekomst op. Omdat het lang (5-10 jaar) duurt voor de productie goed op gang komt, is de plantafstand voor het systeem en de er mee gemoeide investering een belangrijk aandachtpunt. De plantafstand moet worden afgestemd op het gewenste grasbeheer. De bomen hebben op zich de eerste 5-10 jaar nog weinig negatieve invloed op de grasproductie. Bij maaibeheer treedt iets grasverlies op (hooguit enkele procenten) doordat om de bomen heen gemaaid moet worden.Verder is gebleken dat bij een nauwere boomafstand de kans op beschadiging van de bomen duidelijker groter wordt. In het algemeen treedt door de aanwezigheid van bomen verhoging van de oogstkosten voor het gras op, doordat meer tijd per ha nodig is. Bij maaibeheer en lang grasproductie, is een grote afstand tussen de bomen gewenst. Dan is het gevaar van boombeschadiging minder groot en is er minder oogstkostenverhoging voor het ontwijken van de bomen. Bij begrazing kan de boomafstand nauwer. Hierdoor worden de kosten voor de bescherming van de bomen tegen het vee wel weer hoger. Bij graasbeheer is sowieso een grotere investering nodig vanwege de bescherming van de bomen. Voor schapen het minst en hierbij treedt ook het minste grasverlies op. Voor koeien is een grotere afstand tussen de boom en de bescherming nodig, waardoor meer verlies optreedt. Paarden zijn voor bomen gevaarlijk, omdat ze ver kunnen reiken. Met bescherming d.m.v. schriklint is begrazing met paarden wel mogelijk; door de grote vlakken rond de bomen is er meer grasverlies of meer kosten door uitmaaien. Het kosten- en opbrengstenplaatje is nog lang niet compleet. Uit de eerste berekeningen is de conclusie getrokken dat de combinatie van noten met gras op lange termijn een goed saldo per hectare moet kunnen opleveren. Bronnen Veltkamp H.J. en H. Blumink 2004. Actual situation and prospects of walnut production in The Netherlands. Bijdrage 5e International Walnut symposium, nov. 2004 Sorrento (Italië) Oosterbaan A, C.A. van den Berg en H. Valk 2004. Multifunctionele beplantingen van ontwerp naar realisatie. Verslag van ervaringen met en onderzoek naar de combinatie van multiproductieve beplantingen met gras en vee. Alterra-rapport 837. Wageningen, 43 p. Oosterbaan A., H. Schepers en E. Kwanten 2004. Walnut as a farm crop in The Netherlands; an agroforestry project in the east and selection of cultivars for organic cultivation in the north. Bijdrage 5e International Walnut symposium, nov. 2004 Sorrento (Italië Wertheim, S.J. 1981. De teelt van walnoten. Publikatie nr. 5 april 1981. Consulentschap in Algemene dienst voor de Fruitteelt en Proefstation voor de Fruitteelt, Wilheleminadorp.