Hals 2.1 2. Bloedvaten en zenuwbanen Arteriën B Takken van de a. carotis externa A. pharyngea ascendens A. carotis externa A. carotis interna A. thyroidea superior R. infrahyoideus A. laryngea superior R. sternocleidomastoideus R. cricothyroideus Sinus caroticus A. carotis communis Trachea Arcus aortae 10 Dorsale takken • a. occipitalis* • a. auricularis posterior* Eindtakken • a. maxillaris* • a. temporalis superficialis* * in afb. A niet zichtbaar A. subclavia A Aa. carotis communis en externa en hun takken in de hals Aanzicht van links. In de hals liggen aan beide kanten twee grote arteriën die als doorgangswegen het bloed van de aortoboog naar het hoofd en de hersenen transporteren: de a. carotis communis, met de daaruit ontspringende a. carotis interna, en de a. vertebralis (zie D). De rechter a. carotis communis komt voort uit de truncus brachiocephalicus, de linker direct uit de aorta. De a. carotis communis splitst Mediale tak • a. pharyngea ascendens Rr. glandulares A. thyroidea ima Aorta ascendens Ventrale takken • a. thyroidea superior – r. infrahyoideus – a. laryngea superior – r. cricothyroideus – r. sternocleidomastoideus – rr. glandulares • a. lingualis* • a. facialis* Aorta descendens zich ongeveer ter hoogte van halswervel C IV in de a. carotis interna en externa. De a. carotis interna takt in de hals niet verder af en loopt door tot de hersenen binnen in de schedel; de a. carotis externa splitst zich bij het hoofd en de hals in een groot aantal takken (zie B). In het halsgebied voorziet deze slagader vooral ventraal gelegen structuren van bloed, waaronder de ingewanden van de hals. Beide aa. carotides zijn omhuld met een bindweefselblad van de halsfascie, de vagina carotica (zie p. 2). C Takken van de a. subclavia A. thoracica interna • rr. mediastinales • rr. thymici • a. pericardiacophrenica • rr. mammarii • rr. intercostales anteriores • a. musculophrenica • a. epigastrica superior A. vertebralis • rr. spinales • r. meningeus • aa. spinales posteriores • a. spinalis anterior • a. inferior posterior cerebelli • a. basilaris Truncus thyrocervicalis • a. thyroidea inferior (a. cervicalis ascendens) • a. transversa cervicis – r. superficialis (a. cervicalis superficialis) – r. profundus (a. dorsalis scapulae) • a. suprascapularis Truncus costocervicalis • a. cervicalis profunda • a. intercostalis suprema Hals A. basilaris Foramen transversarium A. cervicalis ascendens A. thyroidea inferior A. vertebralis A. transversa cervicis A. carotis communis sinistra Truncus thyrocervicalis A. thoracica interna A. suprascapularis A. subclavia sinistra Scalenusspleet Skalenuslücke 2. Bloedvaten en zenuwbanen D De a. subclavia en haar takken Ventraal aanzicht. De a. subclavia takt af in een groot aantal arteriestammen die de structuren aan de basis van de hals en ter hoogte van de bovenste thoraxapertuur van bloed voorzien. De belangrijkste takken zijn de truncus thyrocervicalis met diens a. transversa cervicis en de truncus costocervicalis (zie C en E). Let op dat de volgorde van de takken van de a. subclavia kan variëren. Na de bovenste thoraxapertuur te zijn gepasseerd, loopt de a. subclavia verder door naar de arm, via de scalenusspleet – tussen de mm. scalenus anterior en medius, zie p. 8. De a. vertebralis ontspringt dorsaal uit de a. subclavia en loopt door de foramina transversaria van de halswervels naar craniaal. Intracraniaal vormen de twee aa. vertebrales anastomosen met de beide aa. carotides internae. Deze zijn van groot klinisch belang voor de doorbloeding van de hersenen. Truncus brachiocephalicus A. ophthalmica Rr. pharyngeales A. temporalis superficialis A. angularis CarotisKarotissifon siphon A. vertebralis Meningeale meningeale vaten Gefäße A. cervicalis ascendens A. occipitalis A. thyroidea inferior A. transversa cervicis A. vertebralis A. carotis interna mit Stenose met stenose Rr. oesophageales A. suprascapularis A. thoracica interna Truncus thyrocervicalis A. facialis A. carotis communis A. subclavia dextra A. cervicalis profunda A. intercostalis suprema A. carotis externa A. vertebralis Truncus costocervicalis E Truncus thyrocervicalis en truncus costocervicalis en hun takken Aanzicht van rechts. De truncus thyrocervicalis ontspringt uit de a. subclavia en splitst zich op in de a. thyroidea inferior, de a. transversa cervicis en de a. suprascapularis. Deze slagader voorziet vooral lateraal gelegen structuren aan de basis van de hals van bloed en is vaak verschillend ontwikkeld. De truncus costocervicalis ontspringt dorsaal uit de a. subclavia ter hoogte van de m. scalenus anterior. Deze stam splitst zich op in de a. cervicalis profunda en de a. intercostalis suprema en voorziet op die manier de nekspieren en de eerste intercostale ruimte van bloed. F Collaterale circulatie in de hals bij een stenose van de a. carotis interna Arteriosclerose van de a. carotis interna is een veel voorkomend klinisch probleem. Bij deze aandoening vernauwt het vaatlumen (stenose) zich, waardoor ten slotte doorbloedingsstoornissen van de hersenen kunnen optreden. Wanneer er een plotselinge vernauwing van het vaatlumen plaatsvindt, ontstaat er een beroerte. Wanneer de stenose van de a. carotis interna zich langzaam ontwikkelt, stroomt het bloed via zich langzaam verwijdende collateralen naar de hersenen. Tijdens dit proces kan de bloedstroom in slagadergedeelten nabij de hersenen zich omkeren (zie pijlen). Zolang deze collaterale vaten voldoende kunnen opvangen, is er klinisch geen sprake van een stenose. De belangrijkste collateralen zijn: • ophthalmicacollateraal: a. carotis externa † a. facialis † a. angularis † a. ophthalmica † carotissifon; • occipitalisanastomose: a. carotis externa † a. occipitalis † kleine meningeale arteriën † a. vertebralis. 11 Hals 2.2 2. Bloedvaten en zenuwbanen Venen V. angularis V. occipitalis V. auricularis posterior V. retromandibularis jugulofazialer jugulofasciale Venenwinkel venenhoek V. lingualis V. facialis V. jugularis externa V. jugularis interna V. jugularis anterior jugulosubclavialer Jugulosubclaviale Venenwinkel venenhoek V. subclavia dextra V. brachiocephalica dextra A Hoofdvenenstammen in de hals Aanzicht van links. Drie vv. jugulares voeren bloed uit het hoofd-halsgebied af naar de bovenste holle ader: • de v. jugularis interna (ligt binnen de vagina carotica) draineert het bloed uit de schedelholte (hersenen!), het gezicht en de schildklier naar de v. subclavia; • de v. jugularis externa (kleiner dan de v. jugularis interna; ligt boven de lamina superficialis van de halsfascie, dus epifasciaal, maar onder het platysma) mondt – eveneens fysiologisch correct – uit in de v. subclavia en 12 draineert oppervlakkig de gebieden achter het oor; • de v. jugularis anterior (de kleinste van de drie jugulaire venen) begint onder het os hyoideum en mondt meestal uit in de v. jugularis externa. Deze vene draineert de oppervlakkige voorwand van de hals en is niet bij iedereen aanwezig. Door het samenvloeien van de v. jugularis interna en de v. subclavia ontstaat aan beide zijden de v. brachiocephalica (zie D). De venen aan de rechter en linker kant staan met elkaar in contact via de arcus venosus jugularis (zie D). B De belangrijkste halsvenen: veneuze afvoer en anastomosen Behalve de hier genoemde venen zijn er nog tal van kleinere venen waardoor veneus bloed uit nabijgelegen structuren wordt afgevoerd. Deze kleinere venen zijn zeer variabel en daarom hier niet vermeld. De halsvenen staan via uitgebreide anastomosen (hier niet allemaal weergegeven, omdat het deels om heel kleine onderlinge verbindingen gaat) met elkaar in verbinding, zodat zelfs het afbinden van een grote vene geen bloedstuwing veroorzaakt. Wanneer er twee grote venen in een hoek van ongeveer 90° op elkaar aansluiten, wordt wel gesproken over een venenhoek. In de hals bevinden zich een craniaal gelegen kleine (= jugulofasciale) venenhoek en de caudaal gelegen grote (= jugulosubclaviale) venenhoek. In deze laatste mondt eveneens de ductus thoracicus uit (zie p. 48). Veneuze afvoer via de v. cava superior uit • v. brachiocephalica dextra • v. brachiocephalica sinistra Veneuze afvoer via de v. brachiocephalica uit • v. jugularis interna • v. subclavia – v. jugularis externa • plexus thyroideus impar (meestal in de v. brachiocephalica sinistra) • v. vertebralis • vv. thoracicae internae Veneuze afvoer via de v. jugularis interna uit • sinus durae matris • v. lingualis • v. thyroidea superior • v. facialis – v. angularis (anastomose met v. ophthalmica) – v. retromandibularis – vv. temporales superficiales (anastomosen met plexus pterygoideus) Veneuze afvoer via de v. jugularis externa uit • v. occipitalis • v. auricularis posterior Hals 2. Bloedvaten en zenuwbanen V. ophthalmica V. angularis Sinus sagittalis superior Sinus cavernosus Vv. temporales superficialis Sinus sigmoideus Plexus pterygoideus V. retromandibularis V. occipitalis V. lingualis V. auricularis posterior Vv. maxillares V. facialis V. cervicalis profunda V. thyroidea superior C De halsvenen en hun relatie met de venen van de schedel en de veneuze sinussen van de hersenen (sinus durae matris) Aanzicht van links. Het veneuze bloed uit de hersenen wordt via de veneuze sinussen van de harde hersenvliezen, de sinus durae matris, afgevoerd naar de v. jugularis interna. Wanneer bij een uitgebreide tumoroperatie de lymfeknopen worden weggehaald (nekdissectie), mag de v. jugularis interna alleen aan één kant worden afgebonden, omdat zich anders een dodelijke bloedstuwing in de hersenen voordoet. V. jugularis externa V. jugularis anterior V. vertebralis V. jugularis interna Arcus venosus jugularis V. brachiocephalica sinistra V. subclavia V. facialis V. jugularis externa V. thyroidea superior V. jugularis interna V. jugularis anterior Arcus venosus jugularis V. thyroidea media Plexus thyroideus impar V. brachiocephalica dextra V. transversa cervicis V. brachiocephalica sinistra V. cava superior D Halsvenen Ventraal aanzicht. De meeste venen van de hals zijn ‘doorgaande wegen’ die bloed afvoeren uit het hoofd. Deze venen hebben geen kleppen en liggen zowel zittend als staand boven hartniveau. Bij deze lichaamshouding zijn ze niet sterk gevuld en daardoor niet zichtbaar. Pas wanneer iemand op zijn rug ligt vullen de aderen zich en kunnen dan ook bij gezonde mensen zichtbaar zijn. Wanneer de venen ook tijdens het staan te zien zijn, duidt dit op insufficiëntie van de rechter harthelft, waarbij zich door een onvoldoende pompwerking van de rechter boezem bloed ophoopt in de vaten vóór het hart. Omdat de grote halsvenen dicht bij het hart liggen is een dergelijke insufficiëntie te herkennen aan jugulaire venen die tijdens het staan gevuld zijn (jugularispols). De v. jugularis interna is een grote vene nabij het hart en ligt dicht onder de huid. Hij wordt binnen de intensieve geneeskunde vaak gebruikt voor het aanbrengen van een centraal venenkatheter, waardoor grotere hoeveelheden vloeistof kunnen worden geïnfundeerd dan via een perifere vene. De arcus venosus jugularis verbindt de veneuze afvoer aan beide kanten, hiermee moet tijdens tracheotomiën rekening worden gehouden (bloedingen!). 13