David Caspar Friedrich. Avond, 20 x 27 cm. 1824. Kunsthalle Mannheim, BRD. Op die zondag van de eerste januari dook bijna onzichtbaar onderzeeboot 265 H uit de Walrusklasse in de Neder-Rijn op. Slechts zijn periscoop en ijzeren hals verschenen boven water en trokken stilletjes een stuwgolf met langgerekte rimpelingen achter zich aan. Hoeveel bemanningsleden waren er op dat moment aan boord en waarheen voerde de reis? IJspegels kleefden aan de periscoop die als een antenne uitstond, terwijl het water geen spoor van bevriezing vertoonde. In een strakke koerslijn ging het ding geruisloos richting de oude Rijnbrug. Simon legde uit dat hij het woord periscoop altijd leest als der-is-hoop, vooral wanneer de grijze dagen overheersen en de duisternis van de nacht koortsdromen opwekt die het hart beklemmen. Als twee onafscheidelijke vrienden liepen we in de wat versleten winterjassen een stuk mee met de voortdrijvende hals en in niets school het kwaad dat zich zo dicht bij de brug had afgespeeld. Langs de Nieuwe Kade trilde de grond van het zware verkeer dat er overheen rolde. We naderden het militaire slagveld. Hier was op geen honderd meter afstand gevochten tussen de Mof, de geallieerde Engelsen en de Polen. Oorlog is na dit strijdtoneel een spel geworden sinds het re-enactment jaarlijks plaatsvindt rond de herdenkingsdagen in september. Kerels in uniformen staan dan met glimmende koppen en scheve baret met een zweem van ongeloof in de ogen te kijken naar resten van oude tijden. De keien kunnen het niet meer uitschreeuwen en de nieuwbouw die altijd op de tenen van het verleden wordt opgericht, staat er als een kartonnen decor bij. De militairen hebben een beroepsuitje naar de historische grond waar hun voorgangers het leven gelaten hebben. Een bedrukte stilte wacht op het hijsen van de vlag en het leggen van de krans.