Hoofdstuk IV: stereoisomerie HOOFDSTUK IV: Stereoisomerie Mc Murry: pagina 275-315 Hoofdstuk IV: stereoisomerie Stoelconformaties in de natuur CH2OH CH2OH O HO HO 1 H HO HO 1 OH CH3 O OH OH a-D-glucose CH3 stereoisomeer H b-D-glucose OH Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.1 Enantiomeren en het tetrahedrale koolstofatoom (Mc Murry: p 275-276) CH3 CH3 (-) (-)-limoneen (+) CH3 (+)-limoneen Hoofdstuk IV: stereoisomerie Hoofdstuk IV: stereoisomerie • CH3X en CH2XY: spiegelbeelden zijn superponeerbaar = identiek, achiraal • CHXYZ: twee configuraties zijn sterk gelijkend maar niet identiek verhouden zich als beeld en spiegelbeeld, zijn chiraal enantiomeren koolstof heeft verschillende configuratie Hoofdstuk IV: stereoisomerie Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.2 Chiraliteit (Mc Murry: p 277-279) Een molecule is niet chiraal wanneer er een spiegelvlak aanwezig is Hoofdstuk IV: stereoisomerie geen spiegelvlak of inversiecentrum chiraal Hoofdstuk IV: stereoisomerie • De chiraliteit van melkzuur is te wijten aan het centrale C-atoom waarop vier verschillende liganden gebonden zijn • dit C-atoom = stereocenter of stereogeen center (asymmetrisch C-atoom) • uitwisselen van twee liganden geeft een stereoisomeer, in dit geval het enantiomeer Hoofdstuk IV: stereoisomerie Enantiomeren van een verbinding draaien het licht in tegengestelde zin. Specifieke rotatie geobserveerde rotatie (graden) [a]D = weglengte, l (dm) x concentratie, C (g/ml) = a lxC Hoofdstuk IV: stereoisomerie 0º 0º Benzeen Azijnzuur (+) melkzuur +3.8º (-) melkzuur (±) melkzuur 0º (racemaat : 50/50;(+)/(-)) Kamfer Morfine Sucrose + 44.26 º - 132 º + 66.47 º -3.8 º Penicilline V + 223 º Natriumglutamaat + 25.5 º Cholesterol - 31.5 º Racemaat: Een equimolaire hoeveelheid van de twee mogelijke enantiomeren Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.5 Pasteur’s ontdekking van enantiomeren : 1849 (Mc Murry: p 281-282) NB: tetravalent koolstof Van Kekulé: 1858 !! O Recent praktisch voorbeeld uit het labo Organische Synthese: Wieland Miesher keton O Bouwsteen voor het synthetisch bereiden van Vitamine D Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.6 Regels voor het specifiëren van configuratie (Mc Murry: p 282-286) Cahn – Ingold – Prelog Rules (CIP) • regel 1: ken prioriteiten toe aan de vier atomen gebonden aan het chirale centrum * hoger atoomnummer = hogere prioriteit bv Br > Cl > O > N > C > H Hoofdstuk IV: stereoisomerie regel 2: indien geen beslissing gemaakt kan worden op basis van regel 1, kijk naar het tweede, derde of vierde atoom tot een onderscheid kan gemaakt worden H C H lager H H H C C H H CH3 C H hoger CH3 H O H hoger lager C H lager C H H O H hoger H CH3 Hoofdstuk IV: stereoisomerie • regel 3: meervoudig gebonden atomen zijn equivalent aan hetzelfde aantal enkelvoudig gebonden atomen H H C O is equivalent met C O O dit koolstofatoom is gebonden aan H, O, O dit koolstofatoom is gebonden aan H, O, O deze zuurstof is gebonden aan C,C C deze zuurstof is gebonden aan C,C • oriënteer de molecule zdd de groep met laagste prioriteit naar achter wijst, weg van u • kijk naar de overblijvende drie substituenten 1 2 3 : wijzerzin, R-configuratie (latijn: rectus = rechts) 1 2 3 : tegenwijzerzin, S-configuratie (latijn: sinister = links) Hoofdstuk IV: stereoisomerie Hoofdstuk IV: stereoisomerie Hoofdstuk IV: stereoisomerie S-melkzuur COOH (-) melkzuur HO H CH3 ? COOH H OH CH3 (+) melkzuur R-melkzuur Hoofdstuk IV: stereoisomerie Teken van optische rotatie, (+) of (-), heeft niets te maken met de R,S-aanduiding van configuratie !! Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.7 Diastereomeren (Mc Murry: p 287-288) n verschillende stereocentra 2n verschillende steroisomeren Diastereomers Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.8 Mesovormen (Mc Murry: p 288-289) Indien de stereogeniciteit van bepaalde centra dezelfde is: 2n regel niet meer geldig threo erythro erythro COOH R H C H C S COOH OH HO C OH H C COOH HO H H HOOC OH COOH meso S S COOH H OH C HO C COOH HO HOOC H R H R COOH OH HO C H HO C COOH OH H HO H COOH HOOC enantiomeren identiek H S R H H COOH OH COOH HO H OH H HOOC COOH meso Hoofdstuk IV: stereoisomerie Een mesovorm is een achiraal diastereomeer van een verbinding met stereogene centra Mesovormen zijn optisch inactief Hoofdstuk IV: stereoisomerie Fisher-projectie * de vlakke voorstelling in de figuur: speciale projectiemethode = Fisher-projectie * het C-skelet wordt vertikaal getekend en men neemt aan dat de opeenvolgende bindigen geëclipseerd zijn * de keten strekt zich uit in een vlak loodrecht op het vlak van het papier * substituenten links en rechts langsheen de keten wijzen naar de waarnemer toe COOH HO C H HO C H COOH H HO H HOOC HO COOH H HO HOOC H OH COOH Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.9 Symmetrie-eigenschappen en chiraliteit Ja achiraal Sn-as ? Neen Symmetrisch Alleen C1-as Asymmetrisch 1 of meer Cn Symmetrisch chiraal Symmetrievlak Inversiecentrum Achirale moleculen zijn optisch inactief Chirale moleculen zijn optisch actief Resolutie = scheiding van een racemaat in zijn twee enantiomeren Racemisatie = uit één zuiver enantiomeer worden een racemaat bekomen Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.10 Racemische mengsels en hun resolutie (Mc Murry: p 291-293) Hoofdstuk IV: stereoisomerie Hoofdstuk IV: stereoisomerie IV.11 Fysische eigenschappen van stereoisomeren Enkele fysische eigenschappen van de stereoisomeren van wijnsteenzuur Stereoisomeer smeltpunt (°C) (+) (-) meso (±) 168-170 168-170 146-148 206 [a]D dichtheid (°) (g/cm3) +12 -12 0 0 1.7598 1.7598 1.6660 1.7880 oplosbaarheid bij 20°C Belang van chiraliteit in natuur ??? (g/100 ml H2O) 139.0 139.0 125.0 20.6 Hoofdstuk IV: stereoisomerie Recognitie van chirale moleculen door chirale receptoren Enantiomeer A Enantiomeer B Chirale receptor Chirale receptor Verschillende herkenning Hoofdstuk IV: stereoisomerie Van vele chirale geneesmiddelen is vaak slechts 1 enantiomeer werkzaam ! Behandeling van Parkinson HO COOH (S) HO OH HOOC (R) NH2 L-dopamine H2N OH geen effect D-dopamine Actieve substanties HO pijnverzachtend ontstekingsremmend (S) OH (R) O O S-ibuprofen R-ibuprofen geen effect Belang van synthesemethoden die aanleiding geven tot enkel het gewenste enantiomeer Immers indien verbindingen verkregen worden als racemisch mengsel: * 50% van het uitgangsmateriaal heeft geen werking en is dus verloren * het ongewenste enantiomeer kan interfereren met de werking van het actieve, of zelfs een ongewenst biologisch effect hebben Hoofdstuk IV: stereoisomerie • andere voorbeelden: fluoxetine: racemisch: antidepressieve werking zuiver S enantiomeer: tegen migraine O H F3C (S)- fluoxetine NHCH3 Hoofdstuk IV: stereoisomerie O Thalidomide/Softenon O N N H O O Hoofdstuk IV: stereoisomerie Overzicht van isomerie