DE FILOSOFIEKRING VAN DE VVAO Dit jaar doen we SPINOZA , met het boek Spinoza en zijn gelijkenissen en voorbeelden van Jan Knol. Ik moest (26-1-2015) hst 3 doen: Hoe Godsdienst ontstaat . Deze kring werkt met discussiepunten. Spinoza (1632-1677) was een jood, gevlucht met zijn familie voor vervolgingen in Portugal. De joodse gemeenschap in Amsterdam verstootte hem wegens ketterij. Hij ging op het platteland wonen, schreef verder alleen nog in het latijn en sleep lenzen om aan de kost te komen. We hebben het in dit hoofdstuk over de filosofie van Spinoza, maar soms heb ik het gevoel dat we het over het geloof van Spinoza hebben. Hij zou wel filosofie prefereren, dus daar houd ik me maar aan. 4 Discussiepunten 1 Gelovigen voelen zich bedreigd Een persoonlijk Godsbeeld ontstaat volgens Spinoza als volgt: Alles wat bestaat drukt een verlangen naar zelfhandhaving uit. De mens heeft ook ten doel zich te handhaven. Mensen treffen allerlei zaken aan die hen daarbij helpen (voedsel, licht), en ze denken dat deze ter wille van henzelf geschapen zijn. Niet door henzelf maar dus door een onbekend wezen, waarvan ze denken dat Die een afspiegeling is van henzelf, of liever, dat de mens een afspiegeling is van die God. Een andere referentie hebben ze niet. Wat voorzien is, is door de Voorzienigheid gedaan. Deze wil door de mens aanbeden en vereerd worden’ (vrij naar Spinoza). Dus, omdat alle voorzieningen (natuur, dag en nacht etc etc) niet door de mens geschapen zijn, zijn ze door Iemand anders geschapen, voor de mens die immers de kroon is op deze schepping. Er zijn ook dingen die schadelijk zijn zoals vulkaanuitbarstingen, rampen etc. Zij zijn in eerste instanties niet door (die) God geschapen, maar ze zijn er wegens de zondeval, de ongehoorzaamheid van de eerste mens. Die heeft het voor hem en de nakomelingen bedorven. En daarna vervolgt God ons met zijn toorn. De mens wil nu God verzoenen en bedenkt allerlei rituelen en geboden om God te mild te stemmen. Godsdienst berust dus op angst. Tot zover Spinoza’s verklaring over het ontstaan van het geloof. S. zegt echter dat niet alles vanuit de mens gezien moet worden. Deze is niet het centrum van het universum. Benoemen van goed en kwaad zijn alleen menselijke standpunten. In God is alles, en alles is volmaakt. Spinoza vindt de hele geestelijke bouwwerken van de verschillende religies nutteloos, zo niet schadelijk. Vraag: was de aanval van Spinoza op het mens-centrische denken de voornaamste reden om hem te haten en te vervolgen, of is dat zijn aanval op de zinloosheid van de starre regels, dogma’s en rituelen van de officiële godsdiensten? 2 Is Spinoza’s filosofie rationeel? Spinoza claimt, dat geloof in een God met menselijke trekken, waar je mee kunt communiceren, irrationeel is. Maar is zijn filosofie/geloof zo rationeel? Trouwens, moet dat? Spinoza zegt: alles wat er is, maar ook alles wat daarover wordt gedacht, is God. Zowel in het heden, als in het verleden en de toekomst. Eigen hartstochten en dwanggedachten kun je relativeren door je de grote kosmische samenhang van alles voor ogen te houden. Daar wordt je vrij, en dus blij van. Een dieper inzicht alleen al is reden tot blijdschap. Menselijke vrijheid is de dingen begrijpen en accepteren, berusting maakt vrij en blij. Om verschillende ‘geloven’ samen te vatten: - Er bestaat een puur formalistisch, dogmatisch geloof dat uitsluitend uit rituelen bestaat met een beloning in het hiernamaals. (Jezus verzette zich stevig tegen dit soort geloof: ‘jullie zijn witgepleisterde graven’. Tegen de Farizeers) - Er is ook een geloof in een persoonlijke God waarbij men een prachtige relatie ervaart met God-als-Persoon. - Spinoza denkt pantheïstisch, God is in alles, in de hele kosmos. Alles is bepaald. - en aan de andere kant van het spectrum heb je ook nog bijvoorbeeld Stephan Gould, evolutionist en paleontoloog. Hij wijst elk gebruik van het concept ‘God’ af. ‘We are a glorious accident of an unpredictable process, with no drive to complexity, not the expected results of evolutionary principles that yearn to produce a creature capable of understanding the mode of its own necessary construction’ Dat is wel een grondige ontkenning van het mens-centrisch denken, maar ook van het geloof in een door God gemaakte harmonie. Een ‘ongeluk’ zijn we, maar is dat geloofwaardiger dan Spinoza’s geloof/filosofie of niet? Vraag: Zijn rationaliteit en geloof überhaupt te combineren? (ikzelf vind het begrip mysterie inspirerend. Een mens, bijvoorbeeld je kinderen, zijn ten diepste een mysterie. Je moet soms op afstand blijven. Maar dat ben je zelf ook) 3 Tolerantie Het plaatje van de christelijke organisaties in die tijd is diverser dan de tweedeling: orthodoxe gelovigen versus ongelovigen. Er bestond in Rijnsburg een curieuze groep, de Collegianten, die 2 x ’s jaars samenkwamen. Deze tolerante groep bevatte de meest uiteenlopende gelovigen: Baptisten (voor volwassenendoop), Anabaptisten (tegen de doop), Quakers, Mennonieten etc Gestart in 1648 door de Remonstranten. Ze hadden wel gemeenschappelijke vijanden: de rechtse, protestantse dominees, de rabbie’s en de priesters. Gelovigen hadden geen leiders nodig want die staan tussen God en mens in, en dus in de weg. Pacifisten. Hoopten op een soort universeel christendom. Spinoza nam daaraan wel deel, evenals zijn vriend Snellius, (van de ‘lichtbreking’). Maar Spinoza had eigenlijk vooral behoefte aan rust om na te denken en te schrijven. Vraag: Terug naar de joodse gemeenschap in Amsterdam die Spinoza in de ban had gedaan wegens ketterij: Als een gemeenschap een geschiedenis heeft van vervolging en onderdrukking (zoals deze joden die de gruwelijke vervolging in Portugal hadden ontvlucht), hoe zal deze gemeenschap, eenmaal in vrijheid, zelf optreden tegen andersdenkenden in eigen kring? Tolerant of onderdrukkend? 4 Een andere verklaring van het ontstaan van religie Het is toch wel interessant om de verklaring van het ontstaan van religie van Spinoza te leggen naast een sociologische. Bij de sociologie gaat men uit van de noodzaak om regels te stellen om een samenleving leefbaar te houden. Om deze regels echter meer gewicht te geven, wordt gedacht dat deze regels van God afkomstig zijn. Wie zich er niet aan houdt, zondigt tegen God. Men tilt eigenlijk deze normen op tot een Goddelijke status, Een ‘Hemels baldakijn’ (Peter Berger). Het is een religieuze rechtvaardiging van een gegeven ordening van de samenleving. Maar het is niet alleen een dwang, het is ook een zingeving. Mensen willen een geestelijk dak boven hun hoofd. Nodeloos te zeggen dat zo’n proces zich niet bewust ontwikkelt.i Bij deze verklaring wordt uitgegaan van de samenleving die een bindmiddel nodig heeft. Bij de verklaring van Spinoza wordt uitgegaan van het individu, dat zich een positie wil veroveren tegenover zichzelf, de omringende wereld en de ongeziene wereld daarachter. Spinoza stelde trouwens dat vrijheid het doel is van de staat. Vraag: heeft de moderne mens nog behoefte om te weten waar religie vandaan komt, of vraagt men zich alleen, min of meer wanhopig, af wat men zelf gelooft? Ter illustratie: Trouw publiceerde 15 januari j.l. een onderzoek naar geloof in Nederland.ii Voor het eerst zijn de mensen die in God geloven in de minderheid. De vraag was: bestaat God. 25% zegt nee (atheist); 31% weet niet of God bestaat (agnost); 27% denkt dat er iets is (ietsist) en 17% gelooft in God. Overigens vindt 40% zichzelf spiritueel. In Trouw van 21 januari bekritiseert ds.Wim Jansen deze indeling. Het is een kwestie van naamgeving: na meditatie kan men de diepe innerlijke rust die men ervaart zelftranscendentie noemen (Harris); heilige vijver (Mulisch); licht (Andreus); systeem (Vroman) of toch God (Hillesum). Jansen bepleit de uit de USA overgewaaide term Anatheist, een categorie die alle andere overbodig maakt. (n.b.: wat cultuur betreft: er zijn ook dwingende rituelen in verschillende culturen die niet religieus worden gemotiveerd. Daar zou ik graag eens over praten, maar dat valt nu buiten ons onderwerp) Liebje Hoekendijk In onze moderne tijd houdt een vrees voor God’s straf ons niet op het goede pad. Wel vrees voor straf en voor gezichtsverlies. Nu we geen theocratie meer willen, is er toch behoefte aan samenbindende idealen. Vrijheid, gelijkheid en broederschap? Respect voor al wat leeft? Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet? Wat zijn die Joods-christelijke waarden? Een actuele vraag in onze multiculturele samenleving. Dit komt aan de orde bij Ethica) ii Het onderzoek werd gedaan in december j.l., door buro Ipsos, VU, door Andre Krouwel en Joke van Saane i