Kwitanties uit de weeskamer van Zegwaart 1605 – 1770

advertisement
Kwitanties uit de weeskamer van Zegwaart 1605 – 1770
(GA Zoetermeer – WK Zegwaart inv. 151)
Teun van der Vorm
(versie 1.0 d.d. 20-6-2011)
1
Inleiding
In het Gemeentearchief Zoetermeer bevindt zich in het archief van het Plaatselijk Bestuur
Zegwaart (archiefnr. 1) onder inv. nummer WK 151 een map met kwitanties voor het uit de
weeskamer opnemen van geld en papieren. Deze kwitanties komen uit de periode 1605-1690,
1706, 1716 en 1770 waarbij het zwaartepunt begin 17e eeuw ligt.
Een deel van de kwitanties is door beschadiging helaas geheel of gedeeltelijk onleesbaar.
De nummers tussen [ en ] verwijzen naar de gebruikte digitale foto’s.
Voor vragen, opmerkingen en correcties kunt u contact opnemen met de bewerker, Teun van
der Vorm, Zoetermeer ([email protected]).
2
Bewerking
[4339]
20-4-1605: Ik Willem Huijbrechtsz. timmerman [handtekening] nagelaten zoon van Huijbrecht
Willemsz. en Ploentgen Heijndricxsdr. beide zaliger bekende dat op huiden mij overgeleverd is
bij Arent Woutersz. wonende tot Crommeniersdijck en Adriaen Heijndrick Andriesz. mijn
voogden tot deze dage toe geweest, met consent van Jeroen Cornelisz. Aerslang en Adriaen
Jacob Arlewijnsz. weesmeesters van Zegwaart en Zoetermeer, alle alzulke penningen
mitsgaders papieren, monumenten en schrifturen zulks zij van mij onder haar hebben gehad of
ter weeskamer voorn. berustende zijn geweest. Belovende haarluiden mitsgaders de
erfgenamen van Heijndrick Andriesz. timmerman mijn grootvader zal. mede mijn voogd geweest
zijnde niet meer te moeien of te molesteren.
[4341]
25-9-1611: Ik Willem Aelbrechtsz. [zet handmerk] wonende te Egmond-Binnen getrouwd
hebbende Annetgen Jochemsdr. nagelaten dochter van Oedetgen Lenertsdr. zal. in de echt
gewonnen bij Jochem Cornelisz. beken bij deze dat mij op huiden behandigd is door handen van
Heijndrick Adriaensz. Leeuw vervangende Lenert Dircxsz. de Cocq zijn mede makker
weesmeesters van Zegwaart en Zoetermeer, doch met consent van Jochem Cornelisz. vader en
Adriaen Lenertsz. Slick oom en volgens voogden geweest zijnde van mijn huisvrouw, alle
alzulke papieren en monumenten als mijn voorsz. huisvrouw ter weeskamer voorn. berustende
had.
[4342]
2-6-1619: Ik Jan Meijnertsz. Gorter getrouwd hebbende Neeltgen Davidtsdr. nagelaten dochter
van Michieltgen Maertensdr. zal. in echte gewonnen bij Davidt Sijmonsz. beken dat op huiden
mij door handen van Jan Maertsz. schuijtemaker mijn huisvrouws oom en voogd, met toestaan
van Adriaen Gerritsz. en Lenaert Dircxsz. de Cock weesmeesters van Zegwaart en Zoetermeer,
behandigd is alle alzulke penningen, schrifturen en momumenten zulks mijn voorsz. huisvrouw
ter weeskas alhier berustende heeft gehad aankomende van haar grootvader en grootmoeders
erfenis van moederszijde.
[4343]
19-5-1624: Ik Engel Jansz. [handtekening] getrouwd hebbende Marijtgen Jacobsdr. nagelaten
dochter van Marijtgen Willemsdr. van Konijnenburch zal. in echt gewonnen bij Jacob Jansz.
Westhoock beken dat op huiden mij behandigd en aangeteld is bij de voorsz. Jacob Jansz.
Westhoock mijn schoonvader de som van 150 car. gld. over mijn huisvrouws moederlijke erfenis
met drie jaar interest vandien. Gedaan in presentie van Lenert Willemsz. van Konijnenburch die
hem sterk maakt voor Dirck Willemsz. van Konijnenburch zijn broeder mits hij niet wel te pas is,
omen en voogden tot deze dag toe geweest zijnde van mijn huisvrouw, mitsgaders mede in
presentie van Adriaen Gerritsz. en Jan Pietersz. Marck weesmeesters van Zegwaart en
Zoetermeer.
[4344]
7-11-1629: Ik Pieter Joosten van der Leeuw [handtekening] getrouwd hebbende Leentgen
Dircxsdr., nagelaten dochter van Dirck Adriaensz. de Bruijn en Jannetgen Esiasdr. beide zal.
gewoond hebbende in Zegwaart, beken dat op huiden mij behandigd en overgeleverd is bij Jan
Pietersz. Marck weesmeester tot Zoetermeer vervangende in deze Pieter van Leeuwen
weesmeester tot Zegwaart met consent en toestaan van Cornelis Adriaensz. de Bruijn en Jan
Esiasz. omen en voogden van dezelve Leentgen Dircxsdr. geweest zijnde tot deze dag toe, ook
3
mede met advies en consent van Jan van Leeuwen schout van Zegwaart, alle alzulke brieven,
papieren, monumenten en penningen als mijn genoemde huisvrouw ter weeskas berustende
heeft gehad.
[4345]
15-3-1631: Wij Pieter Maertsz. en Jan Claesz. van Leeuwen getrouwd hebbende Maritgen
Maertsdr. nagelaten zoon en dochter van Maerten Huijbrechtsz. zal. in echt verwekt aan
Claesgen Adriaensdr. de Cock bekennen dat op huiden, door handen van Jan Pietersz. Marck
weesmeester van Zoetermeer vervangende in deze Gerrit Jacobsz. van der Baen zijn mede
confrere weesmeester alhier tot Zegwaart, ons behandigd en overgeleverd is al de penningen
en papieren als wij ten weeskas alhier berustende hebben gehad. Bedankende onze oom en
voogd Adriaen Huijbrecht Maertsz. met Pieter Adriaensz. de Cock mede oom en voogd voor
haar zeer getrouwe toezicht, handeling en administratie.
[4346]
2-7-1631: Ik Cornelis Adriaen Sijmonsz. [handmerk] nagelaten zoon van Adriaen Sijmonsz. en
Immetgen Cornelisdr. beiden zal. beken dat op huiden door handen van Pieter Sijmonsz. en
Adriaen Willem Doessen mijn omen en voogden, met consent en toestaan van Jan van
Leeuwen schout van Zegwaart, Gerrit Jacobsz. van der Baen weesmeester van Zegwaart en
Jan Pietersz. Marck weesmeester tot Zoetermeer, mij behandigd en overgeleverd zijn alle
alzulke penningen, brieven en andere papieren zulks ik ter weeskasse van Zegwaart berustende
heb gehad.
[4347]
8-8-1639: Wij Neeltge Vrancken, Maertge Vrancken, Arijaentge Vrancken en Pieter Vrancken,
alle mondige kinderen van wijlen Vranc Pietersz. Rockeveen en Arijaentge Jansdr. beide zal.,
bekennen met deze ten overstaan van Cors Pietersz. Rockeveen onze oom en voogd ter
weeskamer van Zegwaart gelicht en ontvangen te hebben alle zodanige penningen, obligaties
en andere behoeften als wij ondergeschrevenen ter voorsz. weeskamer hadden berusten ons
aangekomen en aanbestorven voor het het overlijden van onze voorsz. vader en moeder,
mitsgaders Maertgen Arijensdr. onze overleden grootmoeder. Met handtekeningen en
handmerken van de comparanten.
[4348]
Onleesbaar door beschadiging.
[4349]
Onleesbaar door beschadiging.
[4350]
11-8-1644: Ik ondergeschrevene Gabriel Cornelisz. van Leeuwen [handtekening] nagelaten
weeszoon van Cornelis Maertensz. van Leeuwen zal. gewonnen in echte bij Lijsbeth Gerritsdr.
mij moeder, verzoek bij deze aan mijn voogden, schout en weesmannen van Zegwaart dat ik
mijn goederen zelf zal mogen regeren en van de weeskamer ontslagen zijn, hetgeen mij bij
dezelve is geaccordeerd.
[4351]
.1646: Ik ondergeschreven Phillips Phillipsz. Taerlingh getrouwd met Annetgen Henricxsdr.
nagelaten weesdochter van meester Henrick Jansz. en Hillegont Lodewijcxsdr. beide zal. beken
bij deze aan de schout en weesmannen van Zegwaart verzocht te hebben om mijn huisvrouwen
goederen uit de weeskas van Zegwaart te mogen lichten en zelf administreren, daartoe
4
vertonende akte van consent van mr. Mathijs Lodewijcxsz. Nadorst mijn voorn. huisvrouwen
oom en voogd, hetwelk mij bij schout en weesmannen voorn. is toegestaan mits passerende
behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik bij deze beken uit de weeskas van Zegwaart gelicht en
onder mij genomen te hebben twee obligaties ieder van 200 gld. sprekende tot last van de heer
ontvanger Bogaert tot Delft waar in de goederen van mijn voorn. huisvrouw bestaan, en verklaar
hiermee voldaan te zijn. [achterzijde hiervan met precieze datum nog een keer controleren]
[4352]
14-12-1660: Alzo Willem Claesz. Buijs als getrouwd met Neeltgen Jansdr. nagelaten
weesdochter van Maertgen Cornelisdr. Speer daar vader af was Jan Cornelisz. van Leeuwen
aan schout en weesmannen van Zegwaart heeft verzocht om zijn voorsz. huisvrouwen goederen
berustende ter weeskamer te Zegwaart te mogen lichten om voortaan zelf te mogen regeren. Is
akkoord mits passerende behoorlijke kwitantie, zulks hij doet bij deze. Eerst de som 183 gld. 6
st. mijn voorsz. huisvrouw competerende over derzelve moederlijke erfenis volgens de uitkoop
d.d. 16-4-1646 met 3 gld. 12 st. over verlopen interesten vandien. Item nog de som van 45 gld.
16 st. 8 pen. over mijn voorsz. huisvrouws erfenis in de beloofde uitkooppenningen haar
opgekomen door het overlijden van Annetgen Jansdr. desselfs overleden zuster met nog 4 gld.
5 st. ter zake van verlopen interesten. Makende te samen de som van 237 gld. 5 st. 8 pen. [stuk
onleesbaar] Claes Cornernelisz. Buijs stelt zich borg.
[4354]
20-11-1661: Alzo Huijch Tijssen Moraell [handmerk] en Cornelis Tijssen Moraell [handtekening]
gebroeders als beide nagelaten weeskinderen van Mathijs Huijgensz. en Arijaentgen Cornelisdr.
gekomen zijnde ten ouderdom van 25 jaar de schout en weesmannen van Zegwaart hebben
verzocht om van de weeskamer en uit de voogdij ontslagen en zulks geadmitteerd te mogen
worden zelf haar goederen te regeren en te administreren, hetwelk ons beide zelf is toegstaan
mits passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het dat wij beiden uit de weeskas van Zegwaart
gelicht hebben de inventaris van de nagelaten goederen van de voorsz. Arijaentgen Cornelisdr.
onze moeder, de uitkoopbrief, rekening, obligatie mitsgaders alle andere behoeften en
documenten, geld en verdere bescheiden als ons enigszins ter voorsz. weeskamer is
consernerende en aldaar heeft berust.
[4355]
Zeer verbleekt en daardoor vrijwel onleesbaar.
[4357]
3-5-1661: Ik ondergeschrevene Jacob Ghijsbertsz. van Groenewegen [handtekening] nagelaten
weeszoon van meester Ghijsbert van Groenewegen beken bij deze ontvangen te hebben ter
weeskamer van Zegwaart de som van 25 gld. en dat in voldoening van mijn vaderlijke erfenis.
En mocht de erfenis meer bedragen dan de genoemd 25 gld. dan zal het meerdere gebruikt
worden tot het onderhoud van mijn moeder en broeder.
[4358]
28-3-1662: Ik ondergeschrevene Maertgen Jansdr. [handmerk] nagelaten dochter van Maertgen
Cornelisdr. Speer geprocurered bij Jan Cornelisz. van Leeuwen mijn overleden vader en
moeder, geassisteerd met Dirck Willemsz. Rijsdam [handmerk] mijn man, verklaar bij deze aan
schout en weesmannen van Zegwaart verzocht te hebben om mijn goederen, voor zoveel die ter
weeskamer van Zegwaart zijn berustende, te mogen lichten om voortaan zelf te mogen regeren.
Hetwelk is toegestaan mits passerende daarvan behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik beken
ontvangen te heben eerst de som van 183 gld. 6 st. ter zake van mijn voorsz. moederlijke
erfenis volgens de uitkoopbrief d.d. 16-4-1646, en nog het bruidsstuk en de verdere inhouden
5
vandien. Dit boven zodanige 49 gld. 9 st. 8 pen. over mijn portie erfenis mij opgekomen door
hetoverlijden van Annetgen Jansdr. mijn zuster daarvan particulair kwitantie is gepasseerd op 83-1661 welke aan deze is getransfixeerd. Omdat Adriaen Cornelisz. Speer mijn oom en voogd
op het passeren dezer niet is gecompareerd en daarom geen consent heeft kunnen geven,
beloof ik Maertgen Jansdr. geassisteerd met mijn voorsz. man te indemneren. Tot waarborg
hiervoor compareren Jan Dircxsz. van Hoorn [handtekening] en Aerien Dingenaerstsz.
[handtekening] beide wonende tot Zegwaart.
[4360]
8-3-1661: Ik ondergeschrevene Maertgen Jansdr. nagelaten weesdochter van Maertgen
Cornelisdr. Speer geprocreerd bij Jan Cornelisz. van Leeuwen beken bij deze uit de weeskas
van Zegwaart gelicht en ontvangen te hebben de som van 49 gld. 9 st. 8 pen. van mijn gerechte
portie erfenis zulks mij opgekomen is door het overlijden van Annetgen Jansdr. vermogens de
uitkoopbrief daarvan zijnde d.d. 16-4-1646 als over de verlopen interesten vandien. En om de
voorsz. weeskamer te indemneren die bij Arij Cornelisz. Speer de voorsz. weesdochters voogd
of anderen verklaar ik ondergeschrevene Cornelis Leendert Arij Pieter Eeuwoutsz. grootvader
van dezelve dochter mijzelf te constitueren borg. Ter oorkonde bij de voorsz. Maertgen Jansdr.
[handmerk] geassisteerd met Dirck Willemsz. Rijsdam [handmerk] haar toekomende man en
mede bij de voorsz. Cornelis Leendertsz. [handtekening] elk getekend.
[4361]
24-2-1665: Alzo Cornelis Jansz. Schipper [handmerk] wonende in de Overbuurt tot Bleiswijk als
getrouwd met Maertgen Cornelisdr. nagelaten weesdochter van Cornelis Huijbertsz. in echte
geprocureerd bij Neeltgen Cornelisdr. aan schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders
Jan Sijmonsz. van Oosten als oom en voogd van de voorsz. Maertgen Cornelisdr. heeft verzocht
dezelve Maertgen Cornelisdr. van de voogdij ontlast en hem geadmitteerd zoude mogen worden
zijn voorsz. huisvrouws goederen zelf te regeren. Hetwelk is toegstaan mits passerende
behoorlijke kwitantie. Bekent ontvangen te hebben de som van 14 gld. over zijn huisvrouws
beloofde uitkooppenningen en vaderlijke grootvaders erfenis. Item nog de som van 20 gld. over
desselfs vaderlijek erfenis volgens de uitkoopbrief d.d. 13-10-1649.
[4362]
17-2-1670: Alzo Cornelia Cornelisdr. [handmerk] nagelaten dochter van Cornelis Huijbertsz. in
echte geprocreerd bij Neeltgen Cornelisdr. gekomen is tot de ouderdom van 22 jaar is getrouwd
met Dirck Jacobsz. Romeijn [handtekening] aan schout en weesmannen van Zegwaart heeft
verzocht om uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd te worden haar goederen ter weeskamer
berustende te lichten om die zelf te regeren, hetwelk haar is toegstaan mits passerende
behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik Cornelia Cornelisdr. voorn. geassisteerd met mijn man uit
de weeskas van Zegwaart beken ontvangen te hebben de som van 14 gld. ter zake van mijn
vaderlijke grootvaders erfenis. Gelijk ik mede uit handen van mijn voorn. moeder voldaan en
betaald ben van de som van 20 gld. in voldoening van mijn vaders erfenis, en al het andere in
de uitkoopbrief vermeld.
[4363]
6-5-1665: Alzo (Aerien Dircksz. de Groot) [onleesbaar] en Aefgen (Dircksdr.) de Groot getrouwd
met Maerten (Dircksz.) van der Vliet beide nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz. de
Groot geprocureer bij Lijsbeth Alewijnsdr. aan schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders
Jan Cornelisz. de Groot de voorsz. kinderen oom en voogd hebben verzocht om uit de voogdij
ontslagen te worden en geadmitteerd te worden haar goederen ter weeskamer berustende te
lichten om die zelf te regeren, hetwelk haar is toegstaan mits passerende behoorlijke kwitantie.
Zo hebben de voorsz. Aerien Dircxsz. de Groot en Aeffgen Dircxsdr. de Groot geassisteerd met
6
de voorsz. Maerten Dircxsz. haar man bij deze ter weskamer van Zegwaart bekent gelicht en
ontvangen te hebben als te weten zekere akte van uitkoop aangaande de kinderen van de
voorsz. Dirck Cornelisz. de Groot haar vaderlijke erfenis d.d. 27-11-1649 mitsgaders de brief van
dezelve erfenis gepasseerd voor schout en schepenen van Zegwaart d.d. 9-12-1649, als nog
mede de door daarin dezelve schrifturen hebben berust. Met handmerken van Aerien Dircksz.
de Groot, Aefgen Dirksdr. de Groot en Maerten Dircksz. van der Vliet.
6-5-1665: Wij ondergeschreven Alewijn en Cornelis Dircxsz. de Groot gebroeders beide
meerderjarige nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz. de Groot verklaren mede als in het
verzoek in voorsz. akte, de uitkoopbrief en de akte daarin gemeld uit de weeskas van Zegwaart
gelicht en ontvangen te hebben. Met handtekeningen van Alewijn Dircksz. de Groot en Cornelis
Dircksz. de Groot.
[4364]
11-10-1669: Ik ondergeschreven Jacob Bartholomeeusz. althans enige nagelaten zoon van
Bartholomeeus Adriaensz. beken bij deze met consent van de schout en weesmannen van
Zegwaart uit de weeskas aldaar gelicht en ontvangen te hebben zekere uitkoopbrief van mijn
voorsz. vaderlijke erfenis d.d. 3-4-1605 met de doos daar in dezelve brief tot nog toe heeft
berust. Met handtekening Jacob Bartholomeeusz.
[4365]
18-10-1669: Alzo Cornelis Vrancken Houtniet nagelaten zoon van Geertgen Jansdr.
geprocureerd bij Vranck Cornelisz. Houtniet gekomende wezende ten ouderdom van 33 jaar en
ook ten huwelijkse staat aan schout en weesmannen van Zegwaart heeft verzocht om van de
voogdij ontslagen en geadmitteerd zijn goederen ter weeskamer berustende zelf te regeren,
hetwelk na voorgaande examinatie is toegstaan mits passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het
dat ik neffens mijn voorsz vader in kwaliteit voorsz. en als erfgenaam van Aerien Vrancken en
Machtelt Vrancken mijn overleden broeder en zuster uit de weeskamer van Zegwaart beken
gelicht en ontvangen te hebben, eerstelijk de inventaris van de boedel en goederen zulks
Vranck Cornelisz. in gemeenschap met zijn voorn. huisvrouw bezeten en zij met de dood
ontruimd en nagelaten heeft, en verder de uitkoopbrief van de voorsz. kinderen haar moederlijk
bewijs met de doos daarin dezelve goederen hebben berust. Met handmerken Cornelis
Vrancken Houtniet en Vranck Cornelisz. Houtniet.
[4366]
11-4-1670: Alzo Maertgen Cornelisdr. nagelaten dochter van Maertgen Dircxsdr. geprocureerd
bij Cornelis Jansz. Molenwegh gekomen zijnde ten ouderdom van 27 jaar is getrouwd met
Cornelis Pietersz. Cosijn aan schout en weesmannen van Zegwaart verzocht heeft om uit het
voogdijschap ontslagen en geadmitteerd te worden tot administratie van haar goederen ter
weeskamer berustende, hetwelk na voorgaande examinatie is toegstaan mits passerende
behoorlijke kwitantie. Zo is het dat de voorsz. Cornelis Pietersz. Cosijn als man en voogd van
zijn voorsz. huisvrouw bij deze uit de weeskas van Zegwaart bekende
7
gelicht en ontvangen te hebben, eerst een gecasseerde uitkoopbrief van zijn huisvrouws
moederlijk bewijs, item twee inventarissen de ene van de goederen van dezelve haar moeder en
de andere van Maertgen Phillipsdr. haar grootmoeder, en verder al de erfenis daarin dezelve
respectievelijke erfenissen bestaan als namelijk een obligatie op Maerte Meesz. van der Houck
ter som van 100 gld., een obligatie op Louris Pietersz. de Gaerde tot 95 gld. 12 st., nog 8 gld.
voor haar bruidsstuk, item nog 297 gld. … mede aan geld en verder de rekening d.d. 30-9-1669.
Met handmerk Cornelis Pietersz. Cosijn.
[4367]
13-10-1673: Alzo Louris Cornelisz. Buijttewegh [handtekening] nagelaten zoon van Cornelis
Joosten Buijttenwegh zal. tegenwoordig gekomen zijnde ten ouderdom van 25 jaar aan schout
en weesmannen van Zegwaart verzocht heeft zijn persoon en goederen uit de regereing en
voogdij van de weeskamer zoude mogen worden ontslagen. hetwelk verzoek hem bij schout en
weesmannen voornoemd is toegestaan. Zo bekende de voorsz. Louris Cornelisz. Buijttewegh bij
deze gelicht en aan hem genomen te hebben al het geld, brieven en documenten zulks ter
weeskamer van Zegwaart zijn persoon en goederen belangende. Belovende derhalve de
voorsz. schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders Pieter Joosten Buijttewegh zijn oom
en bloedvoogd te quiteren.
[4368]
27-1-1668: Alzo Pieter Pietersz. van der Wildt [handtekening] getrouwd hebbende Neeltgen
Adriaensdr. Leeuw die een dochter is van Adriaen Henricxsz. Leeuw en van Maertgen Jacobsdr.
Zevenhuijzen beide zaliger aan schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders aan Pieter
Hendricxsz. Leeuw en Gerrit Jacobsz. Zevehuijzen zijn voorsz. huisvrouws omen en voogden
verzocht heeft dezelve zijn huisvrouw uit de voogdij ontslagen en hem geadmitteerd zoude
mogen worden haar goederen voortaan zelf te mogen regeren en administreren. Hetwelk hem
na voorgaande examinatie is toegstaan mits passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het dat de
voorsz. Pieter van der Wildt in de naam van zijn voornoemde huisvrouw de voorsz. weeskamer,
schout en weesmannen en ook de voorn. voogden met deze verklaart te kwiteren van de
voogdij, bewind en administratie.
[4369]
22-12-1672: Alzo Maertgen Adriaensdr. Leeuw [hantekening] en Jacob Adriaensz. Leeuw
[handtekening] beide mede nagelaten kinderen van Adriaen Henricxsz. Leeuw en Maertgen
Jacobsdr. Zevenhuijzen beide zaliger aan schout en weesmannen van Zegwaart hebben
verzocht omdat zij gekomen waren tot haar mondige dagen om uit de voogdij ontslagen en
geadmitteerd zoude mogen worden haar goederen voortaan zelf te mogen regeren en
administreren. Hetwelk hen na voorgaande examinatie is toegstaan mits passerende behoorlijke
kwitantie. Bekennen voldaan te zijn van onze vaderlijke en moederlijke erfenis als wegens de
erfenis ons aangekomen door het overlijden van onze grootmoeder zal. Martijntgen Huijgen, als
van Leendert Henricxsz. Leeuw en Jan Jacobsz. Sevenhuijzen onze beider ooms zaliger.
[4370]
7-7-1673: Alzo Dirck Hendrixsz. van der Does [handtekening] nagelaten weeszoon van Dirckgen
Dircxsdr. daar vader van was Henrick Tijmonsz. van der Does is komen te trouwen aan schout
en weesmannen van Zegwaart verzocht heeft om uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd te
worden zijn goederen ter weeskamer van Zegwaart behorende te mogen lichten om die
voortaan zelf te regeren en administeren, hetwelk hem na voorgaande examinatie is toegestaan,
mitsgaders behoorlijke kwitantie. Welke de voorsz. Dirck Hendrixsz. van der Does bij deze
beken ter weeskamer van Zegwaart gelicht en ontvangen te hebben al de rekeningen van zijn
8
voorsz. goederen gedaan als ook de rekening van datum dezer bij dewelke Dirck Pietersz.
Conijnenburch zijn voogd aan hem is schuldig gebleven de som van 2201 gld. 1 st. 13 pen. Item
een obligatie ten laste van het gemene land, een obligatie ten laste van het weeskind van
Cornelis Jaspertsz. van Benthoren, een obligatie ten laste van Willem Bastiaensz. Coomen, een
obligatie op Dirck Jansz. Maris, een obligatie op Pietre Jansz. Vermeer en het restant van een
obligatie op Henrick Tijmentsz. van der Does, te samen importerende de som van 1706 gld. 2 st.
met de interesten vandien.
[4372]
13-10-1673: Alzo Adriaen Cornelisz. Buijttewegh [handtekening] nagelaten weeszoon van
Cornelis Joosten Buijttewegh zal. tegenwoordig gekomen zijnde ten ouderdom van 25 jaar aan
schout en weesmannen van Zegwaart verzocht heeft ten einde desselfs persoon en goederen
uit de regering en voogdij van de weeskamer zoude mogen worden ontslagen. Welk verzoek
hem bij schout en weesmannen voornoemd is toegestaan. Zo bekende de voorschreven
Adriaen Cornelisz. Buijtewegh bij deze gelicht en naar hem genomen te hebben al het geld,
brieven en documenten zulks ter weeskamer van Zegwaart zijn persoon en goederen
belangende berustende zoude mogen hebben. Belovende derhalve de voorschreven schout en
weesmannen van Zegwaart mitsgaders Pieter Joosten Buijtewegh zijn oom en bloedvoogd te
zullen quiteren.
[4373]
25-1-1675: Alzo Karel Pietersz. de Heij [handmerk] en Commertgen Pietersdr. de Heij
[handtekening] beide nagelaten weeskinderen van Krijtgen Ariensdr. geprocureerd bij Pieter
Jansz. de Heij tegenwoordig gekomen wezende ten ouderdom van 25 jaar aan schout en
weesmannen van Zegwaart hebben verzocht van de voogdij ontslagen en tot de regering van
haar goederen zelf geadmitteerd te worden. Welk verzoek haar bij schout en weesmannen
voornoemd is toegestaan. Zo bekenden de voorsz. Carel Pietersz. en Commertgen Pietersdr. bij
deze ontvangen en onder haar geslagen te hebben de akte en uitkoopbrief van de kinderen
moederlijk bewijs mitsgaders de inventaris van de goederen van de voorsz. Pieter Jansz. de Heij
en Crijntgen Pietersdr. ten tijde van het doen van de voorsz. uitkoop gemaakt en verder al
hetgeen enigszins de voorschreven kinderen aangaande in de weeskas van Zegwaart heeft
berust. Kwiterende overzulks schout en weesmannen voornoemd mitsgaders Pieter Ariensz.
Clover haar oom en voogd van dezelve voogdij en administratie over haar gedaan en genomen.
[4374]
10-5-1680: Alzo Adriana Jansdr. Peij nagelaten dochter van Jan Jansz. Peij en Dirghen
(Hendricxsdr.) Leeuw enige tijd geleden is komen (te trouwen) met sr. Henrick Verdonck
[handtekening] wonende tot Rotterdam, dezelve Verdonck aan schout en weesmannen van
Zegwaart als mede aan Jacob Aeriensz. van Leeuwen als gesurrogeerd voogd heeft verzocht
zijn huisvrouw uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd zoude mogen worden tot regering en
administratie van haar goederen. Is akkoord mits passerende behoorlijke kwitantie, hetgeen hij
bij deze doet.
[4375]
Door verbleking is deze kwitantie niet meer leesbaar.
[4376]
29-11-1680: Alzo Gerrit Jansz. Sterenburgh [handtekening] nagelaten zoon van Jan Ariensz.
Sterrenburgh geprocreerd bij Agnietgie Gerritsdr. Hoeffwegen nu enige tijd geleden is komen te
trouwen aan schout en weesmannen van Zegwaart en aan Adriaen Jansz. Sterrenburgh zijn
halve broeder en voogd heeft verzocht uit dezelve voogdij ontslagen en geadmitteerd mochte
9
worden tot lichting en administratie van zijn goederen, hetwelk na voorgaande examinatie is
toegestaan mits passerende behoorlijke kwitantie, hetwelk bij de voorsz. Gerrit Jansz. is
gedaan.
[4378]
5-7-1682: Alzo Marijtgien Aerentsdr. van Hoorn nagelaten weesdochter van Pietertgien
Arientsdr. Brouwer geprocreerd bij Arij Dirckxsz. van Hoorn tegenwoordig haar heeft begeven en
van voornemens is te trouwen met Jan Hendricxsz. Verburgh [handmerk] wonende aan de
Bergschenhoek, aan schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders aan de voorn. Arij
Dirckxsz. van Hoorn haar vader en voogd heeft verzocht dat zij uit de voogdij ontslagen en hem
geadmitteerd mocht worden tot lichting en administratie van haar penningen, hetwelk na
examinatie hem is toegestaan mits passerende behoorlijke kwitantie, hetwelk bij de voorn. Jan
Hendricksz. is gedaan.
[4379]
13-9-1684: Alzo Ariaentgien Arientsdr. van Hoorn [handmerk] nagelaten weesdochter van
Pietertgie Arientsdr. Brouwer geprocreerd bij Arij Dirckxsz. van Hoorn tegenwoordig is gekomen
tot haar mondige dagen en dienvolgende verzocht aan schout en weesmannen van Zegwaart
om haar goederen?! ter weeskas haar toebehorende bij haar mochten worden ontvangen,
hetwelk haar na voorgaande examinatie is toegestaan mits passerende behoorlijke kwitantie,
hetwelk zij bij deze doet.
[4379]
Een onduidelijk briefje met aantekeningen.
[4380]
22-7?-1689: Alzo Mees Pietersz. van Raffa [handtekening] zoon van Pieter Fransz. Viscoper tot
zijn meerderjarigheid is gekomen aan de schout en weesmannen van Zegwaart heeft verzocht
om uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd te worden lichting en regering van zijn goederen ter
weeskamer berustende, hetwelk na voorgaande examinatie is toegestaan mits passerende
absolute kwitantie. Zo is het dat ik ondergeschrevene Mees Pietersz. van de weeskamer van
Zegwaart beken (onleesbaar) broeder en zuster gelicht te hebben (onleesbaar) ter weeskamer
berustende (onleesbaar) moeders erfenis. [doorbeschadiging slechts deels leesbaar]
[4381]
27-8-1690: Ik ondergeschrevene Hilletgen Gerritsdr. [handmerk] jonge dochter nagelaten
dochter van Neeltgen Pietersdr. in echte gewonnen bij Gerrit Cornelisz. Rockeveen beken bij
deze ontvangen te hebben uit handen van Cors Pietersz. Rockeveen, mijn oom en voogd, de
som van 43 gld. 6 st. in voldoening van een obligatie bij dezelve tot mijn behoeve gepasseerd en
verleden op 27-2-1639 zulks in de weeskas van Zegwaart berustende had, zijnde mij
aangekomen en opbestorven door overlijden van mijn moeder en grootmoeder, waarmee ik van
mijn moeder en grootmoeders erfenis beken voldaan te zijn.
[4382]
10-3-1770: Ik ondergeschrevene Andries Sels [handtekening] als in huwelijk hebbende Maria
Welborn wonende te Zwijndrecht beken bij deze ontvangen te hebben van schout en
weesmannen van Zegwaart de som van 25 gld. zijnde het moederlijk bewijs van mijn voorn.
huisvrouw door bovengemelde schout en weesmannen bij preferentie uit de boedel van mijn
vrouws vader Coenraad Welborn ten behoeve van mij gemelde huisvrouw vanwege haar
minderjarigheid ontvangen. Quiterende overzulks voorn. schout en weesmannen.
10
[4383]
15-6-1671: Ik ondergeschrevene Bastiaen Cornelisz. van Mareleveld [handtekening] als
getrouwd met Sijburggen Jansdr. van Leeuwen nagelaten dochter van Jan Cornelisz van
Leeuwen verklaar op mijn verzoek aan schout en weesmannen van Zegwaart gedaan uit de
weeskas aldaar gelicht en ontvangen te hebben al hetgeen in dezelve weeskas consernerende
mijn huisvrouws vaderlijke erfenis heeft berustende ook ontvangen te hebben een som van 20
gld. in voldoening vandien.
[4384]
5-7-1632: Staat in het kort van de penningen die de erfgenamen van Barbaer Sijmonsdr. zal.
gewoond hebbende in Zegwaart, maar deze erfgenamen zijn woonachtig bij Marcushoff niet ver
van de Elssingerstadt?! Vermeld diverse obligaties. Ontvangen door Cornelis Cornelisz.
Zegwaert [zet handtekening; blijkbaar een van de erfgenamen].
[4385]
20-7-1675: Alzo Trijntgen Dircxsdr. Vairle nagelaten weesdochter van Wijven Jacobsdr.
Cruijningh geprocureerd bij Dirck Arijensz. Vairle [handtekening] dezer wereld is komen te
overlijden hebbende dezelve Dirck Vairle als vader en enige erfgenaam van de voorsz. Trijntgen
Dircxsdr. zijn overleden dochter na voorgaande verzoek en admissie van schout en
weesmannen van Zegwaart uit de weeskas aldaar gelicht en ontvangen de akte van uitkoop van
het voorn. weeskinds moederlijke erfenis mitsgaders de beloofde uitkooppenningen, en passeert
hiervan kwitantie.
[4386]
16-9-1659: Ik ondergeschrevene Jan Jansz. Bogaert [handtekening] beken bij deze ter
weeskamer gelicht en ontvangen te hebben de som van 99 gld. 10 st. 4 pen. om daarmee in
mindering en ter goeder rekening te betalen in haar onderhoud en kostgeld van Jannetgen
Jansdr. weduwe van Gijsbert van Groenewegen en van Henrick Gijsbertsz. desselfs nagelaten
zoon, beide te verschijnen in het begin van februari 1660, te samen ter som van 174 gld.
[gevolgd voor aanvullende verklaring d.d. 14-2-1660.]
[4387]
9-3-1632: Ik Wouter Jansz. [handtekening] nagelaten zoon van Jan Adriaensz. Wout en
Marijtgen Cornelisdr. beiden zaliger beken bij deze dat op huiden mijn door handen van Gerrit
Jacobsz. van der Baen weesmeester van Zegwaart en Jan Pietersz. Marck weesmeester tot
Zoetermeer met toestaan van Jan van Leeuwen schout van Zegwaart alswel met advies en
consent van Adriaen Woutersz. mijn grootvader, Dirck Adriaensz. Ruckeveen mijn oom en
Egbert Huijbrechtsz. scheepmaker mijn cosijn en volgens mijne voogden tot deze dage toe
geweest zijnde, behandigd en overgeleverd is alle alzulke papieren, schriftueren en
monumenten en penningen zulks van mijnentwege ter weeskasse alhier berustende zijn
geweest. Ook ondertekent door Adriaen Cornelisz. secretaris van Zegwaart.
[4387]
27-9-1646: Wij Maddeleentgen Jacobsdr. [handtekening] en Hellena Jacobsdr. [handmerk]
meerderjarige nagelaten jonge dochters van Jacob Volckertsz. en Marijtgen Adriaensdr. beide
zaliger geassisteerd in deze bij Abraham Willemsz. [handmerk] onze zwager en voogd gekoren
in deze zaak, en bekennen op huiden door handen van Adriaen Gerritsz. weesmeester tot
Zegwaart en Jan Pietersz. Marck weesmeester van Zoetermeer overhandigd en overgeleverd is
alle alzulke penningen, papieren en monumenten zulks wij ter weeskas berustende hebben
gehad. Bedankende de weesmannen voor haar getrouwe toezicht mitsgaders Adriaen Jacobsz.
onze overleden broeder van zijn voogdij en administratie.
11
[4388]
6-3-1692: In manier hierna verklaard bekenden Heindrick Jacobsz. van der Mast [handmerk]
wonende tot Zegwaart ter eenre en Cornelis Leendertsz. van der Sijde [handtekening] wonende
tot Berkel aanbehuwde oom en voogd over Jacob Heindricksz. en Dirck Heindricksz. van der
Mast nagelaten kinderen van Rookjen Maertensdr. Cebel geprocreerd bij de voorsz. Heindrick
Jacobsz. van der Mast, geassisteerd met mr. Johan Storm van ‘s Gravesande schout, mr.
Cosmus van Balen en mr. Abraham Bubbeson weesmeesters van Zegwaart ter andere zijde,
veraccordeerd te zijn wegens de erfenis van de voorsz. kinderen nu omtrent oud 5 en 3 jaar,
zulks dezelve aanbestorven zijn door het overlijden van haar respectievelijke moeder Roocke
Maertensdr. Cebel […].
5-3-1716: Beken ik ondergeschreve Jacob Hendricksz. van der Mast [handtekening] op huiden
van schout en weesmannen van Zegwaart gelicht en ontvangen te hebbende de som van 15
gld. tot voldoening van mijn moederlijke erfenis in de vorenstaande akte van uitkoop begrepen.
[4390]
8-5-1706: Ik ondergeschreven Teuntie Dircxdr. van Grol [handtekening] beken bij deze uit
handen van schout en weesmannen van Zegwaart gelicht te hebben de akte van uitkoop daarbij
mijn vader Dirck Hendricksz. van Grol op 18-10-1667 tegen Jacob Gerritsz. van Immerseel oudoom en voogd over mij ondergeschrevene wegens de besterfenis van mijn moeder Pieternella
Gerritsdr. uitkoop gedaan heeft ten overstaan van de schout en weesmannen van Zegwaart. En
op welke akte van uitkoop ook was gesteld een kwitantie bij mij ondergeschreve ondertekend
daarbij consteerde dat op 6-3-1693 aan mij door schout en weesmannen is voldaan en betaald
hetgeen bij mijn voorsz. vader ter weeskamer ten tijde van de voorsz. uitkoop was overgeleverd.
[4391]
19-6-1672: Uit de doos gelicht van de kinderen van Maertje Dircksdr. daar vader van was Jonge
Arij Jansz. uit rekening voor de kinderen van Pieter Fransz. Viscooper de som van 20 gld.
[4392]
26-1-1605: Ik Joost Jansz. [handtekening] jonggezel nagelaten zoon van Jan Wouter Joostensz.
zal. beken bij deze dat door mijn oom en voogd Adriaen Woutersz. met consent van Jeroen
Zevertsz. en Jeroen Cornelisz. Aerslang weesmeesters van Zegwaart en Zoetermeer mij
behandigd en overgeleverd is al mijn penningen, papieren e.a.
[4393]
Paar losse briefjes met aantekeningen over betalingen.
[4394]
6-1-1651: Ik ondergeschrevene Pieter Abrahamsz. van Kouwenhoven [handtekening] nagelaten
zoon van Abraham Jansz. van Kouwenhoven en van Maertge Pietersdr. beide zaliger beken bij
deze aan Pieter Pietersz. Breetvelt mijn oom en voogd en aan schout en weesmannen van
Zegwaart verzocht te hebben om mijn goederen (ter weeskamer van Zegwaart berustende) zelf
te mogen regeren en van de voorsz. weeskamer ontslagen te zijn, alzo ik nu ben getrouwd en
omtrent ten ouderdom van 21 jaar ben gekomen, hetwelk mij bij dezelve is toegstaan mits
passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik bij deze beken uit de weeskas van Zegwaart
onder mij genomen te hebben de doos daar al mijn goederen in berust hebben met al de
brieven, obligaties, rekeningen en andere behoeften mij competerende als ook mede het geld in
dezelve doos berustende.
8-6-1663: Wij ondergeschrevenen Maertgen Abrahamsdr. van Couwenhoven [handmerk] en
Annetgen Abrahamsdr. van Couwenhoven [handmerk] beide nagelaten kinderen van Abraham
12
Jansz. van Couwenhoven geprocreerd bij Jannetgen Jacobsdr. gekomen zijnde tot haar
mondige dagen verklaren aan schout en weesmannen van Zegwaart mitsgaders aan Abraham
Fransz. Ketelaer [handtekening] onze halve oom en mede-voogd verzocht te hebben om van de
weeskamer uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd te worden tot de administratie van haar
goederen., hetwelk ons bij schout en weesmannen van Zegwaart en bij de voorn. voogd na
voorgaande examinatie is geconsenteerd. Bekennen de weeskamer en onze voogden volkomen
gequiteerd te hebben.
14?-3-1674?: Ik ondergeschrevene Louris Abrahamsz. van Couwenhoven [handtekening]
nagelaten zoon van Abraham Jansz. van Couwenhoven geprocureerd bij Jannetgen Jacobsdr.
verklaar aan schout en weesmannen van Zegwaart en de voogd Abraham Fransz. Ketelaer
verzocht te hebben om uit de voogdij ontslagen en geadmitteerd te worden tot lichting en
administratie van de goederen zijnenthalve in de weeskas berustende, hetwelk mij is
geadmitteerd mits passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik bij deze van schout en
weesmannen en de voorsz. voogd beken voldaan en betaald te zijn van al hetgeen mij
aangaande of uit zaak van de erfenis van mijn overleden broeder en zuster enigszins ter
weeskamer berustende was.
[4395]
8-12-1659: Ik ondergeschrevene [handtekening Gerrit Huigen timmerman] beken ontvangen te
hebben uit handen van Jan Arentsz. Sterreburch de som van 6 gld. 12 st. in voldoening van de
bovenstaande betaling.
16-12-1659: Ik ondergeschrevene Tuentgen Cornelisdr. [handtekening] beken ontvangen te
hebben uit handen van Jan Starrenburch mijn zoon een som van 30 stuivers. voor een schot dat
Willemptgen Cornelisdr. mij heeft laten maken.
[4397]
19-4-1649: Ik ondergeschrevene Aerien Jansz. [handmerk] getrouwd met Aechgen Inggen
nagelaten dochter van Aechgen Pietersdr. die een dochter was van Pieter Jansz.
Coornmolenaer en mitsdien een mede-erfgenaam van dezelve, beken bij deze aan schout en
weesmannen van Zegwaart verzocht te hebben om van de weeskamer van Zegwaart ontslagen
te zijn, hetwelk bij dezelve is gecnsenteerd mits daarvan passerende behoorlijke kwitantie. Zo is
het dat ik bij deze beken uit de weeskas van Zegwaart ontvangen te hebben alle zodanige
goederen en bescheiden als mijn in kwaliteit voorn. daaruit competerende was.
27-2-1671: Op gelijke voet en onder condities als in bovenstaande kwitantie beken ik Leendert
Ingen de Blom [handtekening; Bloom] mede voldaan en betaald te zijn.
[4398]
29-9-1602: Ik Cornelis Lenertsz. [handtekening] jonggezel nagelaten zoon van Neeltgen
Cornelisdr. zal. in de echt geprocreerd bij Lenert Adriaen Pieter IJeuwoutsz. beken bij deze
ontvangen te hebben van dezelve Lenert Adriaensz. mijn vader de som van 30 car. gld. en dat
over mijn moederlijke erfenis, mitsgaders nog 10 gld. 9 pn over de interest van de tijd van vier
jaar en 9 maanden gerekend tegen de penning 16. En dat met consent van Jan Cornelisz. Sip
wonende tot Vriesecoop mijn oom en voogd als ook met advies en ten overstaan van Jan
Aelwijnsz. scheepmaker en Jan Cornelisz. Comen weesmeesters alhier van Zegwaart en
Zoetermeer.
[4399]
9-2-1635: Ik Adriaen Cornelisz. [handtekening] als getrouwd hebbende Geertgen Joostendr.
nagelaten weesdochter van Joost Jan Woutersz. haar overleden vader zal. als dezelve mijn
voorsz. huisvrouw vermits haar minderjarigheid gestaan hebbende onder voogdij, opzicht en
regering, bedank met deze Jacob Jansz. Westhouck als oom van vaderszijde en zulks voogd en
13
administrateur geweest zijnde over de voorsz. Geertgen Joostendr goederen van zijn getrouwd
administratie en regering bij hem dienaangaande gehad, mitsgaders de ed. heer schout van
Zegwaart en de weesmeesters van de ambachten van Zegwaart en Zoetermeer respectievelijk.
Bekennende overzulks alle goederen ontvangen te hebben.
[4401]
4-1-1652: Ik ondergeschreven Vranck Claesz. Roobol getrouwd met Neeltgen Dominicusdr.
nagelaten weesdochter van Dominicus Willemsz. geprocreeerd bij Maertgen Dircxsdr.
Conijnenburgh beken bij deze aan Crijn Cornelisz. Molewech mijn huisvrouws oom en voogd als
ook aan schout en weesmannen van Zegwaart verzocht te hebben om mijn voorn. huisvrouw
van de voogdij en van de weeskamer ontslagen te hebben en mij geadmitteerd om haar
goederen zelf te mogen regeren, hetwelk mij bij dezelve is geconsenteer mits passerende
behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik bij deze beken uit de weeskas van Zegwaart ontvangen te
hebben de doos van mijn voorn. huisvrouw met al het geld, brieven, rekeningen en bescheiden
daarin berustende.
[4402]
Briefje mbt de twee dochters van Jan Peijsz. zaliger.
[4402]
2-4-1678: Alzo Abraham Palensteijn [handtekening] al over lange gekomen zijnde ten mondige
dagen aan schout en weesmannen van Zegwaart mondeling had verzocht om uit de voogdij te
worden ontslagen en tot lichting van zijn documenten ter weeskamer berustende geadmitteerd,
welk verzoek hem is toegestaan. Zo bekende de voorn. Abraham Palensteijn bij deze gelicht en
ontvangen te hebben alle brieven, akten en documenten hem enigszins aangaande tot nog toe
er weeskamer van Zegwaart berust hebbende.
[4403]
20-8-1672: Alzo Willemina Jansdr. Peij van Palensteijn nagelaten dochter van Jan Jansz. Peij
van Palensteijn en Dirckgen Hendricxsdr. Leeuw enige tijd geleden is komen te trouwen met sr.
Adrianus Besemer, kruidenier tot Rotterdam, dezelve Adrianus Besemer aan schout en
weesmannen van Zegwaart als ook aan Pieter Hendricxsz. Leeuw zijn voorsz. huisvrouws oom
en voogd heeft verzocht ten einde zij uit dezelve voogdij ontslagen en hem geadmitteerd zoude
mogen worden tot lichting en administratie van haar goederen. Hetwelk hem na voorgaande
examinatie is toegestaan mits passerende behoorlijke kwitantie. Waarop volgende de
voorschreven Adrianus Besemer in de naam van zijn voorschreven huisvrouw bij deze bekende
gelicht, ontvangen en onder hem genomen te hebben alle zodanige brieven, obligaties,
huurcedullen en andere bescheiden als waarin mijn voorsz. huisvrouws goederen tot deze
huidige dag tot hebben bestaan.
[4405]
11-11-1660: Ik ondergeschrevene Jan Adriaensz. Palensteijn [handtekening] beken bij deze aan
schout en weesmannen van Zegwaart verzocht te hebben om van de weeskamer ontslagen te
zijn en mijn goederen zelf te mogen regeren, hetwelk mij bij dezelve is toegestaan, mits
passerende behoorlijke kwitantie. Zo is het dat ik bij deze beken al mijn goederen die ter
weeskamer van Zegwaart berust hebben of de bescheiden vandien ontvangen en genoten te
hebben, zulks dat ik van de weeskamer en van mijn moeder van mijn vaderlijke erfenis beken
voldaan en betaald te zijn.
[4406]
14
1-6-1663: (Wij) ondergeschrevenen Willem Cornelisz. Burch [handtekening] als getrouwd met
Trijntgen Adriaensdr. Palesteijn [handtekening] verklaren bij deze aan schout en weesmannen
van Zegwaart verzocht te hebben ten einde zij Trijntgen Arijensdr. met dezelve al over enige
jaren is komen te trouwen, van de weeskamer ontslagen en geadmitteerd mocht worden haar
goederen zelf te regeren, hetwelk ons bij dezelve is toegestaan mits passerende behoorlijke
kwitantie. Verwijst naar goederen opgekomen door overlijden van Cornelis Adriaensz. Timmer
om die te genieten na overlijden van Maertgen Joppen Palensteijn desselfs moeder.
[4407] <laatste foto>
15
Download