Samenvatting van de goedgekeurde adviezen - 506e

advertisement
Europees Economisch en Sociaal Comité
Brussel, 30 maart 2015
ZITTING
VAN 18 EN 19 maart 2015
SAMENVATTING VAN DE GOEDGEKEURDE ADVIEZEN
Dit document is in de officiële talen op te vragen op de website van het Comité:
http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.documents#/boxTab1-2
De genoemde adviezen kunnen online worden geraadpleegd via de zoekmachine van het
Comité:
http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.opinions-search
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 1/11
Belliardstraat 99 — 1040 Brussel —BELGIË
Tel. +32 25469011 — Fax +32 25134893 — Internet: http://www.eesc.europa.eu
NL
Inhoud:
1.
MILIEU / VOEDING ................................................................................................................... 3
2.
ENERGIE / VERVOER ............................................................................................................... 4
3.
SOCIAAL BELEID EN WERKGELEGENHEID .................................................................... 6
4.
ECONOMISCHE GOVERNANCE / FINANCIËLE INSTRUMENTEN .............................. 7
5.
EXTERNE BETREKKINGEN ................................................................................................... 9
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 2/11
De zitting van 18 en 19 maart werd bijgewoond door de heer Frans Timmermans, eerste
vicevoorzitter van de Europese Commissie, en de heer Jyrki Katainen, vicevoorzitter van de
Commissie voor banen, groei, investeringen en concurrentievermogen.
De volgende adviezen werden goedgekeurd:
1.
MILIEU / VOEDING
 Het huidige systeem voor de voedselveiligheid en voedselzekerheid in de EU
en mogelijkheden tot verbetering (initiatiefadvies)
Rapporteur:
Ref.:
Igor ŠARMÍR (Werkgevers -SK)
EESC-2014-02479-AS-TRA
Hoofdpunten:
In dit advies worden twee licht verschillende thema's behandeld, die echter wel onder een
gemeenschappelijke noemer kunnen worden gebracht: alles draait namelijk om de beschikbaarheid
van veilig voedsel voor de Europese burgers.
De EU heeft een solide systeem ontwikkeld voor de preventie van de risico's die verbonden zijn aan
de introductie van nieuwe, onder meer chemische producten in de voedselketen. Op institutioneel vlak
is de Europese Commissie (DG Santé) verantwoordelijk voor het risicobeheer, terwijl de EFSA, de
Europese autoriteit die verantwoordelijk is voor de technische kant, zich bezighoudt met de
risicobeoordeling. Het nieuwe systeem heeft alvast een aantal bevredigende resultaten opgeleverd
voor de consumenten: zo is naar aanleiding van een reeks diepgravende studies het aantal in de EU
goedgekeurde bestrijdingsmiddelen tussen 2000 en 2008 drastisch verminderd (van 1 000 naar 250).
Voor de landbouwers daarentegen is dit een zorgwekkende ontwikkeling: zij zitten immers met de
handen in het haar omdat ze niet langer beschikken over werkzame stoffen om ongedierte te
bestrijden. Paradoxaal genoeg zijn heel wat van deze in de EU verboden werkzame stoffen, wél
toegelaten in derde landen die producten uitvoeren naar de Europese markt.
Het EESC meent dat de EFSA sinds haar oprichting blijkt heeft gegeven van de nodige kennis en
kunde en ontegenzeglijk een zeer belangrijke rol speelt bij de preventie van gezondheidsrisico's in
Europa. Dankzij de EFSA behoort het systeem van de EU voor de bescherming van de
volksgezondheid tot de best presterende systemen ter wereld.
De EFSA baseert haar evaluaties op wetenschappelijke studies die zouden moeten aantonen dat een
product onschadelijk is. Volgens de huidige wetgeving moeten die studies worden ingediend door de
aanvrager, te weten het bedrijf dat het product op de markt wil brengen. Deze procedure doet echter
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 3/11
heel wat vragen rijzen, aangezien de resultaten van de wetenschappelijke studies fundamenteel van
elkaar kunnen verschillen, afhankelijk van de financieringsbron.
Contactpersoon: Arturo Iñiguez
(Tel.: 00 32 2 546 8768 – e-mail: [email protected])
2.
ENERGIE / VERVOER
 Slimme eilanden (initiatiefadvies)
Rapporteur:
Ana Maria Darmanin (Werknemers - MT)
Referentie:
Initiatiefadvies – EESC-2014-05752-00-00-AS-TRA
Hoofdpunten
Eilanden hebben unieke kenmerken die heel eigen moeilijkheden met zich meebrengen, maar ook
kunnen worden omgevormd tot kansen als een slim beleid en een beleid voor duurzame ontwikkeling
worden gevoerd. Dan worden die kenmerken, dankzij duurzame groei en betere banen,
concurrentievoordelen voor eilanden.
Daarnaast doet het EESC voor beleid ten gunste van slimme eilanden over een hele reeks
onderwerpen aanbevelingen, die in de hiernavolgende paragrafen 4 t/m 11 uitgebreid toegelicht en
beschreven worden. Zij hebben betrekking op:








de digitale agenda: investeringen in de infrastructuur, voltooiing van de interne markt en
investeringen in O&O;
de energievoorziening: eilanden als proeftuin voor oceaan-, getijde-, golf-, zonne- en
windenergie, en de combinatie van deze technologieën;
de mobiliteit en het vervoer in steden: H2020 en Interreg hebben programma's voor maritiem
vervoer en stedelijke mobiliteit, gericht op duurzaamheid op de eilanden; staatssteun combineren
met duurzaam vervoer;
het maritiem beleid: maritieme bewaking; O&O voor mijnbouw op zee en oceanografie, waarbij
de eilanden als onderzoekscentra fungeren; effectbeoordelingen van eilanden op het maritieme
beleid; de rol van eilanden in het maritiem beleid;
de handel in goederen en diensten: goede praktijken van nichehandel; aanpassing van het beleid
ten gunste van de nichehandel op eilanden; open laboratoria voor economische en sociale
ontwikkeling op eilanden;
het toerisme: toegankelijkheid; specifieke kenmerken van de aard van het toerisme en de effecten
ervan;
het waterbeheer: beleid dat specifiek is afgestemd op de eilanden; en ten slotte
onderwijs, opleiding en levenslang leren,
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 4/11
Contactpersoon:Luca-Venerando Giuffrida
(Tel.: 00 32 2 546 5469212 12 - e-mail: [email protected])
 Europese samenwerking inzake energienetwerken (initiatiefadvies)
Rapporteur:
Pierre Jean COULON (Werknemers - FR)
Referentie:
EESC-2014-06650-00-00-AS-TRA
Hoofdpunten
Het EESC acht het voor burgers en bedrijfsleven van vitaal belang dat er in Europa meer wordt
samengewerkt inzake energienetwerken.
De maatschappelijke en regionale betrokkenen dienen een voorname rol te spelen in de
energietransitie, die absoluut noodzakelijk is om efficiency te waarborgen, prijzen in de hand te
houden en de klimaatverandering tegen te gaan.
Het EESC stelt voor dat er platforms komen waar vertegenwoordigers uit de regio's en het
maatschappelijk middenveld van gedachten kunnen wisselen, op gezamenlijk initiatief van het
Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Ook de sociaaleconomische
raden of soortgelijke instellingen van de lidstaten zouden moeten meedoen.
Het EESC is ingenomen met het voorstel uit de Commissiemededeling over de energie-unie om een
energie-infrastructuurforum op te richten. In dit forum zou de nodige plaats moeten worden ingeruimd
voor het maatschappelijk middenveld teneinde voorbeelden van geslaagde lokale methoden
systematisch op te sporen en onder de aandacht te brengen; de gedachtevorming over lokale
regelingen te stimuleren en de financiële middelen in te zetten voor modellen die doeltreffend zijn
gebleken; mensen bewuster te maken van de verschillende energieproblemen en van de noodzaak om
deze aan te pakken.
Het EESC stelt ook voor om een "Europese energiespaarrekening" in te voeren. Iedere Europese
burger zou zo'n spaarrekening moeten kunnen openen. Het percentage van de rente zou iets boven dat
van de jaarlijkse inflatie in de EU moeten liggen. Bedoeling is dat de spaargelden uitsluitend gebruikt
worden voor Europese energieprojecten en dat ze een aanvulling vormen op financiering door de
overheid en het particuliere bedrijfsleven.
Contactpersoon:Joanna Ziecina
(Tel.: 00 32 2 5469212 - email: [email protected])
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 5/11
3.
SOCIAAL BELEID EN WERKGELEGENHEID
 Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief - Voorfinanciering
Algemeen rapporteur: Pavel Trantina (Diverse werkzaamheden – CZ)
Referentie:
EESC-2015-01246-00-00-PAC-TRA
Hoofdpunten
Het EESC






is ingenomen met het voorstel van de Commissie om de initiële voorfinanciering voor het
Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief beduidend te verhogen;
vindt net als de Commissie dat de Verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende het Europees Sociaal Fonds moet worden aangepast overeenkomstig het voorstel dat
werd ingediend;
gaat er vanuit dat dit Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief een prikkel wordt voor de lidstaten om
van de bestrijding van jeugdwerkloosheid een prioriteit te maken in hun nationale begrotingen.
Het gaat niet aan dat de 6 miljard euro die voor het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief zijn
uitgetrokken, vanwege bureaucratische procedures niet op doeltreffende wijze zouden kunnen
worden ingezet. Ook mogen dergelijke procedures geen belemmering vormen voor om het even
welk ander initiatief om de huidige werkloosheid onder jongeren met goed gevolg te bestrijden;
vindt dat het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief moet worden gezien als een kans om in de
lidstaten tot een nieuwe invulling van het begrip "arbeid" over te gaan: de arbeidsdiensten van de
overheid moeten veel daadkrachtiger gaan optreden, er moet verbetering worden gebracht in de
synergiewerking tussen onderwijs en opleiding enerzijds en de actoren van de arbeidsmarkt
anderzijds en jongeren moeten naar behoren en tijdig op de hoogte worden gebracht van hun
rechten en mogelijkheden;
stelt dat het maatschappelijk middenveld beslist moet worden betrokken bij de uitwerking van op
samenwerking
gebaseerde
nationale
programma's
in
het
kader
van
het
Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en is ervan overtuigd dat door de betrokkenheid van de
sociale partners voor een breed maatschappelijk draagvlak en dus ook voor sociale vrede kan
worden gezorgd1;
vraagt de Commissie om op de voet te volgen welke problemen zich voordoen bij de toepassing
van het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en vooral van het initiatief Jeugdgarantie. Bij het
toezicht daarop moet niet alleen worden uitgegaan van een kwantitatieve analyse, maar ook van
kwalitatieve indicatoren.
Contactpersoon:Ana Dumitrache
1
PB C 424 van 26.11.2014, blz. 1 t/m 8.
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 6/11
(Tel.: 00 32 2 546 81 31 – e-mail: [email protected])
4.
ECONOMISCHE
INSTRUMENTEN
GOVERNANCE
/
FINANCIËLE
 Evaluatie van de economische governance (initiatiefadvies)
Rapporteur:
David Croughan (Werkgevers -IE)
Corapporteur:
Carmelo CEDRONE (Werknemers - IT)
Initiatiefadvies: EESC-2014-07288-00-00-AC-TRA
Hoofdpunten
De tijdens de crisis uitgewerkte Europese regels voor economische governance speelden een
belangrijke rol voor de begrotingsconsolidatie, de coördinatie van het economisch beleid en voor
verdere begrotingsintegratie. Maar het stemt tot zorg dat de kosten hoog waren in termen van groei en
werkgelegenheid, wat grotendeels het gevolg is van beleidsfouten vanwege het onvolledige karakter
van de economische governance.
De maatregelen voor kwantitatieve geldverruiming die de ECB nu neemt, moeten gepaard gaan met
grotere politieke initiatieven van de lidstaten die verder gaan dan het investeringsplan voor Europa,
zoals aangekondigd door de Commissie.
Er moeten dringend concrete mechanismen en instrumenten worden ingevoerd voor goede coördinatie
van het economisch beleid met het oog op convergentie en solidariteit. Dit proces vergt niet terstond
maar wel op de lange termijn een Verdragswijziging.
Bij de herziening van het meerjarig financieel kader in 2016 moeten de dringend structurele
hervormingen onderbouwd worden met een gemeenschappelijk belang van de EU, met inbegrip van
een vernieuwd macro-economisch evenwicht, en met enige vorm van begrotingscapaciteit, zoals het
Instrument voor convergentie en concurrentievermogen.
Het EESC vreest dat het structurele evenwicht, een theoretische variabele op basis van theoretische en
aanvechtbare berekeningen en vatbaar voor ingrijpende herzieningen, een belangrijke rol speelt in de
buitensporigtekortprocedure.
Er moet meer aandacht worden besteed aan maatregelen ter bevordering van de groei van het BBP
teneinde de hoge schuldquote te verminderen dan aan reducties van het jaarlijkse overheidstekort. De
Commissie moet niet alleen toezicht houden op de uitvoering van de landenspecifieke aanbevelingen
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 7/11
(LSA), maar ook een ex-post analyse verrichten van haar aanbevelingen voor meer productie, groei en
hoogwaardige banen.
Het Comité is ingenomen met de nadruk op het gebruik van flexibiliteit binnen de regels van het
stabiliteits- en groeipact, maar het beschouwt dit als een beperkte en dus onvolledige maatregel.
Een gebrekkige uitvoering van LSA’s kan worden tegengegaan door maatschappelijke organisaties en
sociale partners daadwerkelijk bij het opstellen van deze aanbevelingen te betrekken.
De lidstaten moeten het Europees semester meer ruchtbaarheid geven en de Commissie moet ervoor
zorgen dat de burgers het semester beter begrijpen.
Contactpersoon: Alexander Alexandrov
(Tel: 00 32 2 546 9805 - email: [email protected])
 Een investeringsplan voor Europa (initiatiefadvies)
Rapporteur:
Michael SMYTH (Diverse Werkzaamheden – UK)
Referentie:
EESC-2014-07287-00-00-AC-TRA
Hoofdpunten
Het EESC is ingenomen met het investeringsplan voor Europa en spreekt zijn waardering uit voor de
veranderde toon, waarbij het pad van bezuinigingen en begrotingsconsolidatie wordt verlaten.
Het investeringsplan is een stap in de goede richting, maar werpt wel een aantal serieuze vragen op
over de omvang, de hoge mate van de verwachte hefboomwerking, de mogelijke stroom van
investeringsprojecten, de marketingstrategie voor het aantrekken van particulier kapitaal, de
betrokkenheid van kmo's en de termijnen van het plan.
Het staat niet vast of een reeks projecten kan worden ontwikkeld met een rendement dat institutionele
beleggers aantrekt. Het EESC beveelt nadrukkelijk aan om de sociale partners en het maatschappelijk
middenveld op nationaal niveau bij het selectieproces te betrekken.
De totstandbrenging van een gunstig en voorspelbaar investeringsklimaat moet veel meer aandacht
krijgen.
Het plan stelt voor om de bijdragen van de lidstaten aan het Europees Fonds voor strategische
investeringen (EFSI) niet op te nemen in de berekeningen van het begrotingstekort; dit is een goede
zaak. De Commissie moet echter wel uitleggen waarom lopende strategische uitgaven voor openbare
infrastructuur niet op dezelfde wijze worden behandeld.
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 8/11
Strategische overheidsinvesteringen zoals overwogen in het plan, die ten grondslag liggen aan de
huidige en toekomstige economische ontwikkeling, moeten worden gestimuleerd door een gunstiger
Europees begrotingskader. Het EESC verzoekt de Commissie om het debat aan te gaan over een
welomschreven begrotingsregel, daarbij terdege de vele haken en ogen van de definiëring en
vaststelling van passende voorwaarden beseffend.
Het EESC roept de Commissie op om de IAO-aanbevelingen ter harte te nemen voor het aantrekken
van haalbare projecten uit de regio's met de grootste werkloosheid, evenals macroregionale strategieën
bij het in kaart brengen en beoordelen van potentiële projecten.
Contactpersoon: Alexander Alexandrov
(Tel: 00 32 2 546 9805 - email: [email protected])
5.
EXTERNE BETREKKINGEN
 De rol van duurzame ontwikkeling en maatschappelijke organisaties in op
zichzelf staande investeringsovereenkomsten van de EU met derde landen
(initiatiefadvies)
Rapporteur:
Jonathan PEEL (Werkgevers - UK)
Ref: EESC-2014-04461-00-00-AS-TRA
Hoofdpunten
Het advies gaat over autonome investeringsovereenkomsten van de EU met derde landen als China en
Myanmar. Daarbij is specifiek aandacht geschonken aan duurzame ontwikkeling en inspraak van het
maatschappelijk middenveld. Het EESC wil hiermee een bijdrage leveren aan het lopende debat over
inhoud en ambitieniveau van het hoofdstuk duurzame ontwikkeling van de autonome EUinvesteringsovereenkomsten en respect vragen voor transparantie en de rol van het maatschappelijk
middenveld tijdens de onderhandelings- en implementatiefase, ook middels bestaande dialogen.
Het advies bouwt voort op eerdere werkzaamheden van het EESC, met name zijn in recente adviezen
geformuleerde standpunten over handelsovereenkomsten en investeringsbeleid, PPP´s (publiekprivate partnerschappen), alsook op de door het EESC opgedane ervaringen tijdens de deelname aan
de monitoringmechanismen in het kader van de hoofdstukken handel en duurzame ontwikkeling van
recent gesloten en uitgevoerde vrijhandelsovereenkomsten.
Het Comité acht het dan ook van essentieel belang dat autonome investeringsovereenkomsten, evenals
recente handels- en economische partnerschapsovereenkomsten, een hoofdstuk over duurzame
ontwikkeling bevatten met een geschikt mechanisme voor betrokkenheid van het maatschappelijk
middenveld.
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 9/11
Centraal hierbij staan, los van duurzame ontwikkeling, milieubescherming, de bestrijding van de
klimaatverandering, de bevordering van fatsoenlijk werk, gezondheid en veiligheid op het werk en het
brede scala van vraagstukken dat door de belangrijkste IAO- en belangrijke milieuconventies wordt
bestreken. Het Comité is ook van mening dat het nu tijd is om de nadruk te leggen op de
daadwerkelijke uitvoering van deze overeenkomsten door gezamenlijke inspanningen en
capaciteitsopbouw aangaande menselijke hulpbronnen en technologieoverdracht.
Het wil er verder op wijzen dat iedere investeringsovereenkomst van de Unie volledig dient te stroken
met de 17 uitgebreide SDG's die nu door de Open werkgroep in een laatste versie worden gegoten, de
voorbereidende werkzaamheden voor de Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de VN
inzake klimaatverandering (UNFCCC COP 15) en de lopende multilaterale onderhandelingen ter
vermindering van tarieven op milieu- (groene) goederen.
Het EESC is ook van mening dat overheidsopdrachten zullen moeten worden gedekt door
investeringsovereenkomsten en hetzelfde geldt voor publiek-private partnerschappen (PPP's), zijnde
samenwerkingsverbanden tussen overheden en de particuliere sector). Het EESC heeft in zijn advies
ECO/272 van 21 oktober 2010 zijn standpunt over PPP's geuit. Hoewel het zich in dat advies over het
algemeen voorstander van PPP’s toonde, wees het toch op een aantal problemen, die nog steeds erg
relevant zijn. Het wees er al eerder op dat die PPP's kunnen uitgroeien tot een belangrijk instrument
om ontwikkelingsstrategieën ten uitvoer te leggen, op voorwaarde dat ze op de juiste wijze worden
benut en er met alle betrokken partijen wordt gecommuniceerd. Elke investeringsovereenkomst moet
derhalve openbare investeringen en PPP's mogelijk maken. Beide moeten waarborgen dat aan de
doelen inzake duurzaamheid wordt voldaan.
Het EESC beveelt ook aan dat in het hoofdstuk duurzame ontwikkeling van elke
investeringsovereenkomst het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) wordt
opgenomen, met inbegrip van een verwijzing naar maatschappelijk verantwoorde investeringen, zoals
de door de Verenigde Naties ondersteunde beginselen voor verantwoord investeren (UNPRI). Hiertoe
moeten deze overeenkomsten openbare en particuliere financiële instellingen aanmoedigen om
vrijwillig te verklaren dat zij bij hun analyses en besluiten inzake verantwoord investeren ecologische,
sociale en governancekwesties (ESG) in aanmerking hebben genomen. Volledige erkenning van de
ruimere internationale richtsnoeren en beginselen op het terrein van MVO door de onderhandelende
partijen is daarbij essentieel. Deze omvatten de OESO-richtsnoeren voor multinationals en de VNrichtsnoeren inzake business en mensenrechten, die momenteel ten uitvoer worden gelegd. Het
Comité benadrukt dat geen van de maatregelen op EU- of internationaal niveau tegen deze
richtsnoeren mag indruisen of er afbreuk aan mag doen.
De Commissie wordt ten zeerste aanbevolen om in lopende of toekomstige onderhandelingen over
investerings- en andere aangelegenheden speciale aandacht te besteden aan de ondersteuning van
kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en meer gespecialiseerde ondernemingen. Deze
bedrijven zijn de grootste aanjager van innovatie, die van groot belang is voor de instandhouding en
ontwikkeling van duurzaamheid. Ook zijn zij goed voor 99 % van het economisch weefsel in de EU
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 10/11
en voor 70-80 % van de werkgelegenheid.
Het EESC neemt tevens nota van de veranderende omgeving en omstandigheden waarbinnen handel
en investeringen tot stand komen, met inbegrip van de rol van internet en de wereldwijde productieen toeleveringsketens.
Contactpersoon:Magdalena Ruda
(Tel.: 00 32 2 546 83 9286 - e-mail: [email protected])

Bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van
rechtsregels uitgevaardigd door een derde land (Categorie C)
Referentie:
EESC-2015-00987-00-00-AC-TRA
COM(2015) 48 final - 2015/0027 (COD)
Hoofdpunten
Aangezien het EESC volledig instemt met het voorstel en er geen commentaar op heeft, heeft het
besloten om een positief advies uit te brengen.
Contactpersoon: Tzonka Iotzova
(Tel.: 00 32 2 5468978 - email: [email protected])
_____________
EESC-2015-00788-00-01-TCD-TRA (FR/EN) 11/11
Download