File

advertisement
HC fysiologie blok 1.2. – hart en bloedvaten




Truncus pulmonalis  ateria pulmonalis.
Apex van hart = punt van het hart.
2 kleppen = atrio ventriculaire kleppen (AV-kleppen).
Deze zitten tussen linker ventrikel en linker atrium.



AV kleppen
Mitralis (2 slippig)
Tricuspidalis (3 slippig).
Valvula bicuspidalis (?!?!)
27-11-2011
Kleppen bestaan uit bindweefsel, de klep gaat niet open of dicht vanuit zichzelf, de
bloeddruk zorg ervoor dat de klep opent of sluit.
Arteriële kleppen
 Aorta klep.
 Valvula pulmonalis.
Semilunair kleppen = halvemaan kleppen.
Wanneer de mitralis klep dichtgaat, is de druk dus gestegen in het linker ventrikel.

Auscultatieplaats  plaats waar je hartkleppen kunt horen.
Wat je hoort; ‘Ta-Dam’
 Eerste harttoon is het geluid dat hoort bij het sluiten van de AV-kleppen.
o Dit is het begin van een ventrikel contractie.
 Tweede harttoon is het geluid dat hoort bij het sluiten van de twee arteriële
kleppen.
o Wanneer de ventrikels beginnen te ontspannen wil het bloed terug
stromen en duwt daarmee de arteriële kleppen dicht.
Hartwand
 Endocard
o Dunne laag die het volledige hart en alle bloedvaten aan de binnen
bekleed.
 Myocard
o Relatief dikke laag. Hartspier.
 Epicard.
o Dunne laag bindweefsel.
 Pericard holte.
o Holte gevuld met vocht.
 Pericard
o Sterk/stevig bindweefsel die het hart beperkt in mate van ‘opzwellen’.
Prikkelvorming en geleiding
Het hart heeft niks nodig om te kloppen, enkel zuurstof en glucose. (autonoom).
De sinusknoop is de pacemaker van het hart, het is een concentratie van zenuwweefsel
die prikkels vormt.
Een tweede zenuw---- heet de Atrio ventriculaire-knoop die zich in het septum bevind in
de wand van het atrium. AV-Knoop.
Vanuit de AV-knoop lopen zenuwen door het hart, genaamd de Bundel van His.
Bundeltakken lopen door vanuit de AV-knoop en verspreiden in Purkinjevezels.
Automatie van het hart
 Het hart klopt zonder hulp van buitenaf.
 De pacemaker is de sinusknoop met een eigenfrequentie van 100/minuut.
(prikkels per minuut).
 Een gemiddelde hartslag is tussen de 60-80 slagen per minuut.
 In rust is deze frequentie verlaagd door het parasympathisch zenuwstelsel.
 Bij inspanning is deze verhoogd door het sympathisch zenuwstelsel.
Normale rustfrequentie
 Wat is voor een volwannen
 Bradycardie = <60/minuut .
 Tachycardie = >100/minuut.
Voor een pasgeborenen.
 120 – 160 slagen/minuut.
Orthosympathisch
- sinusknoop: tachycardie
- ventrikel: toename slagkracht.
- Laat het hart sneller gaan en krachtiger slaan.
- Hoort bij inspanning.
Parasympahtisch (= N. Vagus).
- sinusknoop: bradycardie.
- AV-knoop: vertraging.
- Hoort bij rust en herstel.
De normale route van een prikkel  vanuit de sinusknoop over de atria wanden en
zorgt voor atrium contractie. Vervolgens gaat die prikkel TOT de scheidingslaag
(annonus fibrosus) tussen atrium en ventrikel.
De av-knoop wordt geprikkeld door de sinusknoop en houdt deze prikkel even vast,
vervolgens geeft hij deze door in een rustfrequentie van 60-80 /minuut naar de bundel
van his.
Atria worden leeg geduwd naar de ventrikels. Vervolgens gaat de prikkel vanuit de
onderkant naar boven. Het hart is twee fasisch.
Escaperitmes



Wanneer de sinusknoop uitvalt kunnen andere delen van het hart als pacemaker
fungeren.
De AV-knoop heeft een frequentie van ongeveer 40-50/minuut en zal alleen nog
het ventrikel aansturen terwijl de atria niet meer mee werken (10% HMV
verlies).
Sinusarrest.
Download