Invulformulier AS coach – baseline Patiënt: Code: Geboortedatum: Adres: Lengte: ♂/♀ gewicht: Medicatie □ anti-TNF therapie naam: startdatum: □ analgetica dosis: naam: startdatum: dosis: □ sulfasalazine startdatum: dosis: □ ledertrexaat startdatum: dosis: □ NSAID naam gemiddelde dagelijks inname …………………… …………….….mg BASMI uitgevoerd ? □ ja aantal dagen inname □ < 1dag/week □ 1-3 dagen/week □ 3-5 dagen/week □ ≥ 5 dagen/week □ dagelijks □ neen Doelstelling die voor de patiënt wordt vooropgesteld: Tijdspanne waarin ik deze doelstelling zou moeten behaald worden: Gekozen sportactiviteit : Type sport: energiebronnen □ □ □ □ lactisch aëroob alactisch aëroob lactisch anaëroob alactisch anaëroob 1/3 startdatum einddatum …../…../….. …../…../….. ongoing intensiteit □ licht □ matig □ zwaar □ zeer zwaar □ uitputtend licht = 02 verbruik ≤ 3x 02 verbruik in rust zwaar= 02 verbruik = 6à10x 02 verbruik in rust mechanische belasting □ weinig tot geen (bv. zwemmen, aquagym) □ matig (bv. wielrennen) □ duidelijk (bv. hardlopen, zaalsporten) Belastingscomponenten - intensiteit van de belasting: sterkte van de oefenprikkel of de geleverde arbeid per tijdseenheid (snelheid, last, tijd, fysiologische dimensie bv hartfrequentie) - duur van de belasting: werkingsduur van enkelvoudige oefenprikkel of van een reeks van oefenprikkels (tijd) - omvang van belasting: totale hoeveelheid belastingsprikkels per tijdseenheid of voor een langere periode van het trainingsprogramma (tijd, aantal herhalingen x aantal reeksen) - de duur (tijd) van de recuperatie: - aard (wijze) van de recuperatie: - de dichtheid van de belasting: de tijdsverhouding tussen inspanningen en herstel - trainingsfrequentie en de duur van de trainingsperiode: aantal trainingseenheden per tijdseenheid (aantal trainingen per week of per dag) en de totale tijdsduur van een trainingsperiode (bv 6w,3m) Trainingsadvies via Mensana □ ja □ actief □ passief □ neen 2/3 BASMI & CHEST EXPANSION 1. lumbale lateroflexie De patiënt staat met de hielen en de billen tegen de muur, gestrekte knieën, rechte schouders en de handen afhangend naast het lichaam. De patiënt buigt zo ver mogelijk naar opzij waarbij de hielen de grond niet mogen verlaten en de knie niet mag gebogen worden. Daarbij moet de gestrekte positie van de romp behouden blijven en moeten de hielen, billen en schouders in contact blijven met de muur. De afstand van de derde vingertip tot aan de grond wordt gemeten. Deze wordt afgetrokken van dezelfde meting wanneer de patiënt rechtopstaat. rechts: links: 2.oor-muurafstand De patiënt blijft in dezelfde uitgangspositie als hierboven staan. Het hoofd wordt in neutrale (anatomische) positie gehouden met de kin zover mogelijk naar achteren. De afstand tussen de voorzijde van het oor en de muur wordt gemeten. Let op dat er geen cervicale compensaties worden uitgevoerd. rechts: links: 3. lumbaalflexie (modified Schober) Duidt bij de rechtopstaande patiënt de lumbosacrale overgang aan en vervolgens een merkpunt 5cm onder deze overgang en 10cm boven deze overgang. Meet de toename in afstand tussen deze 2 merkpunten wanneer de patiënt vooroverbuigt met gestrekte knieën. 4. maximale intermalleolaire afstand De patiënt is in ruglig, met gestrekte knieën en de tenen naar boven wijzend. De patiënt spreidt de benen zover mogelijk en de afstand tussen beide mediale malleoli wordt gemeten. 5. cervicale rotatie De patiënt is in ruglig met het hoofd in een neutrale positie, het voorhoofd horizontaal. De goniometer wordt in het midden van het voorhoofd geplaatst en de patiënt draait het hoofd zover mogelijk. Let op voor compenatie van schouders en nek. 6. uitzetting borstkas Het verschil in omtrek van de borstkas bij in- en uitademen wordt opgemeten. Bij mannen thv de tepellijn, bij vrouwen net boven de borsten. 3/3 ……. cm