Slotwoord ‘Prijs van de Wevelgemse Cultuurverdienste’ in het kader van 50 jaar Culturele raad (Lobke Maes – Schepen van cultuur) 50 jaar culturele raad , 50 jaar, een halve eeuw. Ik ga even terug in de tijd. Naar een tijd waar wellicht de idee algemeen gangbaar was dat cultuur wel tof was maar lang niet zo noodzakelijk als werk, wegen of ordehandhaving. In die zin moet de oprichting van een cultureel comité iets rebels geweest zijn, iets wat haaks stond op de gewone gang van zaken. Het was een poging om cultuur meer aandacht te geven, zowel van de bevolking als van de politiek. Niet verwonderlijk dat één van de eerste initiatieven van het cultureel comité, de uitgave was van een activiteitenkalender die de activiteiten van verenigingen bekend moest maken bij iedereen. Na enige tijd bekwam het cultureel comité daarvoor subsidies van het gemeentebestuur. Hiermee stond cultuur meteen op de beleidsagenda. Vandaag 50 jaar later, is cultuur uitgegroeid tot een belangrijk beleidsdomein in ons gemeentebeleid. Met dank aan mijn voorgangers die mee aan deze weg hebben getimmerd. Als schepen kan ik getuigen van de verscheidenheid en culturele dynamiek die leeft in onze gemeente. Er is het uitgebreide verenigingsleven, er is de bibliotheekwerking die als voorbeeld in de regio wordt genoemd, er is ons goed draaiend cultuurcentrum, enz. Recent mochten we de studie ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap waar oa. de receptieve werking, het gebruik van onze gemeentelijke lokalen en zalen dus, van alle cultuurcentra werd gemeten. Hieruit blijkt dat Wevelgem tot de top 30 van alle Vlaamse gemeenten behoort wat deze werking betreft. Wie van buiten de gemeente komt, is soms sprakeloos van de culturele realisaties en initiatieven op onze gemeente. De culturele raad heeft zeker mee stimulansen gegeven aan de realisatie van dit lokaal gegeven. Zo heeft de culturele raad bijgedragen tot de bouw van onze culturele infrastructuur op de drie deelgemeenten, heeft ze aandacht gevraagd en gekregen voor bijvoorbeeld erfgoed- en monumentenzorg, voor kunstzinnige tentoonstellingen, … Ik apprecieer het werk van de culturele raad die veelal inhoudelijke en kwalitatieve insteken geeft aan het beleid. Ook bij de opmaak van beleidsplannen in de voorbije legislatuur is dit nogmaals gebleken. Belangrijk voor mij is dat dit kan gebeuren met wederzijds respect. Hiermee bedoel ik dat uitdagingen en problemen in samenwerking worden aangepakt en dat ieder daarover vanuit zijn eigenheid spreekt. Dat is veel meer dan complimenten geven aan elkaar of kritiek geven, veel meer dan bashen en eisenpakketten afleveren. Zolang de culturele raad stevig onderbouwde en doordachte adviezen geeft en kan bijdragen tot de kwaliteit van het beleid, heeft de culturele raad zijn reden van bestaan. En ik hoop dan ook nog vele keren beroep te mogen doen op de ervaringsdeskundigheid die binnen de culturele raad aanwezig is. Een andere succesfactor van de culturele raad is de brede samenstelling en de betrokkenheid, kortom het grote draagvlak. Het cultureel comité van vijftig jaar terug was samengesteld uit enkele geëngageerde individuen. In de jaren zeventig deden zich 2 belangrijke ontwikkelingen voor. Vooreerst kwam in 1973 het Cultuurpact tot stand. Van dan af werd de culturele raad een verplicht op te richten gemeentelijke adviesraad met vertegenwoordiging van alle strekkingen. In 1977 voltrokken zich de fusies van gemeenten. De culturele raad werd een middel om de burger inspraak te geven, om lokale democratie gestalte te geven. Mensen met verschillende visies en uit de drie deelgemeenten leerden elkaar kennen, vergaderden en werden klankbord voor de lokale bestuurders. Nu en dan is de opmerking te horen dat het beter zou zijn om advies in te winnen van deskundigen. Of om de samenspraak te beperken tot diegenen die zich sterk engageren binnen de cultuurraad. Het is inderdaad niet altijd gemakkelijk om de betrokkenheid van verenigingen en hun vertegenwoordigers in de culturele raad te optimaliseren. Voor sommigen is de inspraak misschien te traag, te onrechtstreeks, … Misschien biedt dit feestjaar ook gelegenheid om te onderzoeken hoe verenigingen en individuele burgers betrokken willen blijven in de werking van de culturele raad. Misschien moeten statuten en huishoudelijk reglement eens kritisch herbekeken worden en moet gezocht worden naar nieuwe werkmethoden. Maar één ding is zeker: een brede samenstelling en goede betrokkenheid is de beste garantie op kwalitatieve samenspraak. Een uitdaging dus voor de volgende politieke legislatuur. Vandaag is het feest. De culturele raad heeft 50 jaar werking achter de rug. Ik dank de respectievelijke voorzitters, bestuursleden en aangesloten verenigingen voor hun inzet in die jaren. Eveneens dank ik mijn politieke voorgangers om dit allemaal te verdedigen en mee op de agenda te plaatsen. Dames en heren, het is niet in het officiële scenario van deze zitting voorzien, maar vanuit het gemeentebestuur willen wij een speciaal woord van dank richten aan de huidige voorzitter van de culturele raad, Pierre Vander Stichele. Graag een woord van dank voor zijn inzet en de samenwerking gedurende 25 jaar als bestuurslid én zijn 15 jaar voorzitterschap. Pierre heeft bijgedragen tot het ontplooien, verrijken en zichtbaar maken van het culturele landschap in Wevelgem. Het gemeentebestuur en het bestuur van de culturele raad wensen Pierre eveneens de prijs van de Wevelgemse cultuurverdienste toe te kennen. Pierre, als je misschien even naar voor wilt komen zodat de burgemeester u de prijs kan overhandigen. Hartelijk proficiat! Even terug naar de feestzitting van vandaag. We zijn heel blij dat we gekozen hebben voor Wevelgems talent om deze feestzitting te verzorgen. We weten dat er talent in Wevelgem is en vandaag hebben ze dat wederom bewezen. Naast uiteraard het gevierd talent bedanken we ook de drie kunstenaars: Agnes Bruneel, Koen D’Haene en Kris Seynhaeve, bedanken we ons cultuurcentrum, de jury en uiteraard het organisatiecomité die achter de schermen serieus wat werk hebben verricht. Deze laatste wil ik toch even bij naam noemen: bedankt Pierre, Caroline, Geert en uiteraard ook Luc Lannoy als stuwende kracht achter dit project, het moet gezegd, zoals we hem kennen heeft hier opnieuw met hart en ziel aan gewerkt. En Last but not least, onze presentator Tijs Mauroo. Bedankt Tijs voor de boeiende presentatie. Dank aan iedereen die ik hier zonet heb vernoemd. Graag een daverend applaus voor deze mensen. Om af te sluiten: eigenlijk heb ik graag zelf het laatste woord. Ik heb daar 2 goeie redenen voor: ten eerste ben ik een politieker en ten tweede ben ik een vrouw en beiden hebben graag het laatste woord. Een handicap of een zegen? Ik laat dit in het midden. In ieder geval, vandaag maak ik een uitzondering en geef ik graag het laatste woord aan Tijs.