EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie VOORLOPIGE VERSIE 1999/0172(CNS) F 18 november 1999 * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van besluit 97/787/EEG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (COM(1999) 391 – C5-0171/1999 – 1999/0172(CNS)) Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie Rapporteur: Gilles Savary B. TOELICHTING PR\385700NL.doc NL PE 232.133/B NL Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure Commissieafkortingen I. Meerderheid van de uitgebrachte stemmen **I **II *** ***I ***II ***III Samenwerkingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen Samenwerkingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt Instemming Meerderheid van de leden van het Parlement, behalve in de in de artikelen 105, 107, 161 en 300 van het EG-Verdrag en in artikel 7 van het EU-Verdrag bedoelde gevallen Medebeslissingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen Medebeslissingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt Medebeslissingsprocedure (derde lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van de gemeenschappelijke ontwerptekst II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. XIII. XIV. XV. XVI. XVII. AFET Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid BUDG Begrotingscommissie CONT Commissie begrotingscontrole LIBE Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken ECON Economische en Monetaire Commissie JURI Commissie juridische zaken en interne markt INDU Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EMPL Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ENVI Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid AGRI Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling PECH Commissie visserij REGI Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme CULT Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport DEVE Commissie ontwikkelingssamenwerking AFCO Commissie constitutionele zaken FEMM Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen PETI Commissie verzoekschriften (De aangeduide procedure is gebaseerd op de door de Commissie voorgestelde rechtsgrondslag) PE 232.133/B NL 2/6 PR\385700NL.doc B. TOELICHTING 1. Van alle staten die uit de voormalige Sovjetunie voortgekomen zijn, is Tadzjikistan waarschijnlijk wel het armste en meest afgelegen land. Zijn oppervlakte bedraagt 143.000 km2, het heeft ongeveer 6.000.000 inwoners, waarvan ongeveer 65% Tadzjieken, 25% Oezbeken, 3,5% Russen en 6,5% andere etnische groepen. De voornaamste godsdienst is de islam (80% soennieten, 5 % sjiieten). De economische en sociale toestand van het land, die al moeilijk was op het einde van de Sovjet-periode, is nog ernstiger geworden door de burgeroorlog sinds december 1992, tussen de aanhangers van de vroegere regering (een coalitie van islamieten en nationalisten) en die van de nieuwe regering, die voornamelijk uit vroegere communisten bestaat en met een staatsgreep aan de macht gekomen is. Op 27 juni ll. is er door een vredesakkoord tussen de regering en de verenigde Tadzjiekse oppositie in principe een eind aan de burgeroorlog gekomen en een nationale verzoeningscommissie opgericht, die bedoeld is om de oppositie in het (burgerlijk en militair) staatsapparaat op te nemen. Ondanks een zekere verbetering van de toestand blijft er in Tadzjikistan een klimaat van onzekerheid heersen, want de botsingen tussen de beide kampen en de bedrijvigheden van een aantal “krijgsheren” die min of meer onafhankelijk opereren, zijn nooit volledig stopgezet. De presidentsverkiezingen van 6 november ll. zijn hevig bekritiseerd door een groot aantal organisaties en ze hebben de oppositie aanleiding geven om zich (voorlopig) uit de centrale verkiezingscommissie terug te trekken. De scheidende president, Rachmonof, is met een meerderheid van 96% van de stemmen herkozen. 2. De toestand in Tadzjikistan blijft dus moeilijk, maar de twee laatste jaren hebben toch een zekere economische ontwikkeling te zien gegeven. Vooral het IMF heeft zich positief uitgelaten over de macro-economische beleidsvoering van de regering: volgens het IMF heeft de economie van Tadzjikistan in 1998 een duidelijke reële groei gekend (BBP 1998 + 5,3%), na een jaar van economische heropleving in 1997 (BBP + 1,7%)1. Maar de economische hervormingen blijven zeer langzaam verlopen door de gemene politieke toestand van het land. De deviezenreserves zijn bovendien zeer beperkt en komen overeen met de invoer van ongeveer 3,7 maanden, terwijl Tadzjikistan ondertussen een schuldenlast van meer dan 1.280 miljoen Amerikaanse dollar draagt. 1 IMF, perscommuniqué nr. 99/27 van 2 juli ll. PR\385700NL.doc 3/6 PE 232.133/B NL 3. De betrekkingen met de Europese Unie hebben een moeilijke geschiedenis gekend: vooral na de dramatische omstandigheden van december 1997, toen er een aantal personeelsleden van de Europese Commissie ontvoerd is, zijn de technische bijstand (TACIS) en de voedselhulp opgeschort en alleen de humanitaire hulpverlening is nog voortgezet; de contacten die al gelegd waren om een partnerschapsovereenkomst voor te bereiden, zijn eveneens opgeschort. Maar het is duidelijk dat het in het belang van zowel de Europese Unie als Tadzjikistan is om de bilaterale betrekkingen zo vlug mogelijk weer op te nemen en uit te breiden; de Europese Unie heeft er vanzelfsprekend belang bij om de politieke stabiliteit en economische ontwikkeling te bevorderen in een strategisch gebied dat blootstaat aan hevige spanningen en voor Tadzjikistan is de Europese Unie in potentie een eersterangs politieke en economische partner en een mogelijke bron van hulpverlening en kapitaal in de vorm van leningen en investeringen. Onder de huidige omstandigheden, met het klimaat van onveiligheid dat nog overal heerst, wenst de Europese Commissie de technische bijstand nog niet op korte termijn te hervatten en beperkt ze haar voorstellen tot macro-economische hulp. De hulp zou uitgaan van de toezeggingen voor stabiliteit die Tadzjikistan gedaan heeft in aansluiting op het stabiliteitsprogramma dat door het IMF goedgekeurd is en van de belofte van Tadzjikistan om opnieuw zijn buitenlandse schuldverplichtingen te voldoen. 4. De buitenlandse schuld van Tadzjikistan lag eind3 1998 om en rond de 1.260 miljoen Amerikaanse dollar (ongeveer 98% van het BBP); de uitstaande schuld tegenover de Europese Unie (met inbegrip van de achterstallige betalingen) bedroeg toen ongeveer 74 miljoen euro. Het is wel een feit dat Tadzjikistan nooit rechtstreeks geld van de Europese Unie geleend heeft: het gaat hier namelijk om de lening van 1.250 miljoen euro die de Europese Unie in 1991 de Sovjetunie toegekend heeft tegen de achtergrond van de hereniging van Duitsland en die grotendeels gebruikt is om levensmiddelen uit de Europese Unie in te voeren. De overeenkomstige schuld is namelijk onder de nieuwe onafhankelijke opvolgerstaten van de Sovjetunie verdeeld. Bij het aflopen van de lening in 1997 hadden drie van de twaalf begunstigde landen (Armenië, Georgië en Tadzjikistan) een reusachtige achterstand opgestapeld en de Europese Commissie heeft de drie landen toen een plan voorgelegd om het probleem van de achterstallige betalingen te regelen met een “uitzonderlijke financiële bijstand”. Die bijstand is toegekend aan Armenië en Georgië met besluit 97/658/EEG van 16 december 1998 voor maximum 170 miljoen euro (aan leningen) en 95 miljoen euro (aan giften) uit te betalen in de periode 1997-2002. Het Europees Parlement heeft daarbij opgemerkt2: 2 Verslag-Kittelmann, A4-0212/97, resolutie van 22 september 1999, PB C304 van 6.10.1997. PE 232.133/B NL 4/6 PR\385700NL.doc - dat de combinatie van een deel leningen en een deel giften in geen geval een precedent kan vormen voor ook maar enige vorm van financiële hulp die in de toekomst aan derde landen verleend wordt, - in het voorstel van besluit heeft het de verwijzingen naar Tadzjikistan geschrapt, waarmee de hulp aan Armenië en Georgië eventueel tot Tadzjikistan uitgebreid kan worden. Het was namelijk van oordeel dat Tadzjikistan niet aan de (politieke en economische) voorwaarden voldeed om macro-economische hulp te kunnen krijgen. 5. Door de veranderingen van de politieke toestand (de vredesakkoorden) en de goedkeuring van faciliteiten voor omvangrijker structurele aanpassing door het IMF (ESAF – 134 miljoen Amerikaanse dollar: tweede schijf goedgekeurd op 2 juli ll., totale uitgaven 54 miljoen Amerikaanse dollaar), meent de Europese Commissie dat de Europese Unie nu har betrekkingen met Tadzjikistan moet hervatten door de macro-economische hulpverlening opnieuw op gang te brengen. Het voorstel dat nu voorligt, omvat het optrekken van de plafonds van besluit 97/787/EG (hulpverlening aan Armenië en Georgië, zodat er voor Tadzjikistan gefinancierd kan worden - maximum 75 miljoen euro aan leningen, en - maximum 35 miljoen euro aan giften (in vijf jaarlijkse schijven van maximum 7 miljoen ). Met de lening die toegekend zou worden, wordt het mogelijk om de achterstallige betalingen van Tadzjikistan aan de Europese Unie te herstructureren (op het ogenblik ongeveer 74 miljoen euro + 200.000 euro per maand) tegen dezelfde koers als de lopende lening (LIBOR op zes maanden). De gift zou de uitstaande schuld van Tadzjikistan tegenover de Europese Unie kunnen verminderen, o.a. aangezien op grond van artikel 1 van voetnoot 2: waar ? Verslag-Kittelmann (A4-0212/97) – resolutie van 22 september 1999 (PB C 304 van 6 oktober 1997). (vervolg tekst) ... besluit 97/787/EG de jaarlijkse giften beschikbaar gesteld worden voor zover de netto debetpositie van de begunstigde landen tegenover de Gemeenschap met ten minste hetzelfde bedrag verminderd is. 6. De Begrotingscommissie van het Europees Parlement (rapporteur voor advies: Wynn, PE 232.186/def.) vraagt de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie om ofwel het voorstel van de Europese Commissie te verwerpen, ofwel er enkel het gedeelte lening van goed te keuren met verwijzing naar het standpunt van het Europees Parlement tegenover besluit 97/787/EG voor Armenië en Georgië en de problemen om het uitgavenplafond van categorie 4 van de financiële vooruitzichten in acht te nemen. De zienswijze van de Begrotingscommissie is door het Europees Parlement gevolgd in zijn eerste lezing van ontwerpbegroting 2000. Maar als rapporteur denk ik dat de overwegingen die toen gegolden hebben, op grond van de volgende gegevenheden herzien moeten worden: PR\385700NL.doc 5/6 PE 232.133/B NL - in het geval van Tadzjikistan gaat het erom dat de laatste gevolgen van de lening die in 1991 onder zeer specifieke omstandigheden toegestaan is aan de Sovjetunie, geregeld worden. Het probleem (dat voor Armenië en Georgië al geregeld is) doet zich normalerwijze voor andere landen niet meer voor en het risico dat er een precedent mee geschapen wordt, is dus zeer beperkt, - de financiering van de uitgaven van categorie 4 vormt een reëel probleem; maar de hervatting van het TACIS-programma in Tadzjikistan, hoezeer ook gewenst, hangt van de veiligheid ter plaatse af en kan dus nog veel vertraging oplopen. In de TACISmiddelen zou er dus een zekere marge beschikbaar zijn, - het voorstel van TACIS-verordening 2000-20063 voorziet de mogelijkheid om macrofinanciële maatregelen aan de hand van de verordening te financieren. Van die mogelijkheid kan er in de komende jaren gebruik gemaakt worden. - goedkeuring van alleen maar het gedeelte lening zou zo goed als geen economische weerslag hebben, omdat het beperkt blijft tot vertraging van een eerste lening door een volgende tegen dezelfde rentevoet (LIBOR op zes maanden), - de politieke en economische toestand van Tadzjikistan en het omliggend gebied maakt dat inspanningen om het land politiek en economisch te stabiliseren zeer gewenst zijn, op voorwaarde dat er duidelijke (politieke en economische) voorwaarden gesteld worden. Met die overwegingen en op voorwaarde dat er een aantal amendementen aangenomen wordt, kan het voorstel van besluit van de Europese Commissie goedgekeurd worden. 3 COM(1999) 324. PE 232.133/B NL 6/6 PR\385700NL.doc