Informatie t.b.v. gesprek met de Voorzitter van het Armeens Parlement op 25 mei 2005 Europees Nabuurschapsbeleid De uitbreiding van de Europese Unie in 2004 was een extra stimulans om de betrekkingen met de zuidelijke en oostelijke buurlanden te verbeteren. Hiervoor heeft de Europese Commissie in maart 2003 een mededeling gedaan voor een European Neighbourhood Policy die in juli 2003 gevolgd werd door een nadere uitwerking van dit voornemen. Het doel van deze European Neighbourhood Policy (ENP) is, na de uitbreiding van de Europese Unie, de nieuwe buurlanden te laten meeprofiteren van de Europese voordelen en daarmee de stabiliteit, veiligheid en het welzijn van de EU lidstaten en van de nieuwe buurlanden te bevorderen; het creëren van een "ring of friends". De wijze waarop dit gerealiseerd moet worden bestaat uit het opstellen van Actieplannen in samenspraak met het betrokken derde land voor een periode van minimaal drie jaren. In een Actieplan worden prioriteiten gesteld ten aanzien van uiteenlopende (beleids)terreinen zoals: - politieke hervorming en dialoog; - handel en maatregelen om een positie te verwerven op de interne Europese markt;’ - JBZ; - energie, transport - de informatiemaatschappij; - milieu en R&D; - sociaal beleid en people-to-people contacten De eerste Actieplannen betreffen de landen waarmee de EU reeds een Associatieovereenkomst heeft, te weten Jordanië, Moldavië, Marokko, Tunesië, Oekraïne, Israël en de Palestijnse Autoriteit. De Europese Commissie heeft landenrapporten opgesteld om de prioriteiten voor het Actieplan te identificeren. De concept-Actieplannen zullen vervolgens aan het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's worden gezonden. Het behalen van de gestelde doelstellingen voor de hierboven genoemde prioriteiten zal logischerwijze geschieden op basis van gemeenschappelijke waarden (internationaal recht, goed bestuur, markteconomie, duurzame ontwikkeling, mensenrechten). Bij voldoende resultaat (twee jaar na implementatie eerste evaluatie) kunnen de Actieplannen omgezet worden in European Neighbourhood Agreements. Op 2 maart 2005 heeft de Europese Commissie in haar mededeling “Europees Nabuurschapsbeleid; aanbevelingen betreffende Armenië, Azerbeidzjan en Georgië en betreffende Egypte en Libanon” aanbevelingen gedaan op basis van de landenrapporten. Vervolgens heeft de Commissie de Raad om toestemming gevraagd voor het aanvangen van de onderhandelingen met de betreffende landen over actieplannen in het kader van de ENP. De Raad heeft op 25 april 2005 besloten dat deze onderhandelingen gestart kunnen worden Voornaamste doelstellingen van het actieplan dat opgesteld gaat worden in samenwerking met Armenië zijn: - Versterking van de rechtsstaat, de democratische structuren en het pluralisme - Versterking van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (met name m.b.t. de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging) - Verbetering van het ondernemingsklimaat en modernisering van de overheidssector - Effectieve bestrijding van corruptie en fraude - Hervorming van belasting- en douanediensten en wetgeving overeenkomstig internationale en EU-normen - Vorderingen op het gebied van armoedebestrijding - Duurzame ontwikkeling en milieubescherming - Ontmanteling van de kerncentrale van Medzamor - Vorderingen op het gebied van conflictoplossing en betere regionale samenwerking Met als uitgangspunt de huidige politieke, economische en institutionele context, zoals beschreven in het landenrapport, moet het Actieplan voorzien in: - Versterkte politieke dialoog - Verdere tenuitvoerlegging van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst - Steun voor hervormingen t.b.v. de markteconomie die moeten leiden tot geleidelijke economische integratie in de interne markt van de EU - Verdere steun voor het economisch herstel van conflictgebieden in de context van conflictoplossing - Meer financiële steun, inclusief uitbreiding van het mandaat van de Europese Investeringsbank tot Armenië met ingang van 2007 - Betere steun voor regionale samenwerking - Betere samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, eventueel met de totstandbrenging van een dialoog over samenwerking op visumgebied/ overnameovereenkomsten - Intensievere samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie - Intensivering van de intermenselijke contacten, met name op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd en in de context van het conflict inzake NagornoKarabach - Mits er vooruitgang wordt geboekt bij de tenuitvoerlegging van het actieplan, moet er ook de nodige aandacht geschonken worden aan een eventuele nieuwe verbeterde overeenkomst, die bij het verstrijken van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst in de plaats daarvan treedt. Genocide Armenië Op zondag 24 april 2005 hebben circa een miljoen mensen de massamoord op Armeniërs in het Ottomaanse Rijk herdacht. Op 24 april 1915 werden Armeense leiders die ervan verdacht werden zich te verzetten tegen de Turkse overheersing door de Turken gearresteerd. Dit vormde het begin van een periode waarin volgens historici tussen de één en anderhalf miljoen Armeniërs gedood werden. De slachtoffers werden door de Turkse autoriteiten als binnenlandse vijanden gezien. De Turken beweren dat er circa 300.000 doden zijn gevallen. Zij benadrukken dat er tijdens die periode ook veel Turkse slachtoffers gevallen zijn en erkent de moorden niet als genocide. Turkije heeft voorgesteld een gezamenlijke onderzoekscommissie in te stellen die de dood van Armeniërs door toedoen van Turken in de periode 1915-1917 moet onderzoeken. De Armeense president Robert Kotsjarian heeft voorwaardelijk ingestemd met dit voorstel. Tot nu toe wilde Armenië geen onderzoek omdat voor Armenië vaststaat dat er genocide is uitgevoerd. Voorwaarde voor instemming met het voorstel van Turkije is dat eerst de onderlinge relaties tussen beide landen worden genormaliseerd. Uit solidariteit met Azerbeidzjan sloot Turkije in 1993 de grenzen met Armenië. Op dat moment heerste er een oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan over de afgescheiden regio NagornoKarabach.