De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 §1 Waardoor brak er een opstand uit in de Nederlanden 1515-1572 1515 Karel V Habsburg wordt heerser over een groot deel van de Nederlanden 1572 De Geuzen ontketenen de Opstand in Holland en Zeeland Kenmerkende aspecten 14 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden 17 Het begin van staatsvorming en centralisatie 21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in WestEuropa tot gevolg had 23 Het streven van vorsten naar absolute macht KAREL v Landsheer der Nederlanden (17 gewesten) Keizer Duitse Rijk Koning Spanje Centralisatiebeleid Katholiek Vervolging ketters Habsburgse Rijk - 1555 Privileges In de 15e en 16e eeuw opbloei van de handel en nijverheid positie van de stedelijke burgerij sterker Centralisatiebeleid Karel V bedreigde de privileges van zijn onderdanen Onderdanen hadden privileges in ruil voor belastingafdrachten gekregen Oorzaken Opstand Protest tegen manier van reageren op de aanhang voor het protestantisme onder een minderheid van de Nederlandse bevolking Edelen voelen zich aangetast in hun rechten/macht/privileges door centralisatie van landsheer (Karel V / Filips II), m.a.w.: minder invloed op bestuur in Nederlanden Verhoging belastingdruk Kerkscheuring Protest tegen manier van reageren op de aanhang voor het protestantisme onder een minderheid van de Nederlandse bevolking Discussies over het geloof hadden in begin 16e eeuw geleid tot kerkscheuring Luther Luther: ‘De machtsaanspraken en zelfgemaakte wetten en regels van de kerk zijn onterecht’. ‘De Bijbel is richtinggevend.’ ‘De Bijbel moet in de volkstaal worden vertaald’. Luther zocht en vond steun voor zijn opvatting bij Duitse vorsten 1555: ‘cuius regio eius religio’(wiens gebied, diens religie’) VREDE VAN AUGSBURG Voorbeeld 1: Luther verschijnt voor de rijksdag in worms (1521) In 1521 moest Maarten Luther zichzelf verdedigen voor de Rijksdag in Worms , een vergadering van Duitse vorsten, geestelijken en steden In 1517 had Luther de aflatenhandel bekritiseerd. Hij wilde een eind maken aan de heiligverering en bijgeloof Paus deed hem in de ban ; kerkscheuring een feit Worms (1521) Luther moest zich verdedigen, ook voor Karel V Standpunt van Karel V duidelijk: hij spreekt de Rijksban uit, Luther wordt verbannen Frederik de Wijze van Saksen neemt Luther in bescherming Aanhang van Luther groeit snel Oorlog tot gevolg tussen Karel V en protestantse vorsten 1555 Vrede van Augsburg ‘wiens land, diens godsienst’ Calvijn Protestante Hervormer Meer volgelingen in Nederlanden dan Luther ‘Men moet gehoorzamen aan het gezag van God. Als koning zich hier niet aan houdt mag het volk zich verzetten’. Vervolgingen Karel V is katholiek, iedereen moet katholiek zijn Hij vervolgt ketters (protestanten), ook in Nederlanden 1550 Bloedplakkaat: ketters in de Nederlanden krijgen de doodstraf Voorbeeld 2: instelling bloedplakkaat 1550 Karel V: ‘Iedereen die zich schuldig maakt aan ketterij moet de doodstraf krijgen’ Tegenstanders noemen dit Bloedplakkaat Een van de oorzaken van het verzet tegen Habsburgse landheer Protest tegen kettervervolging 1555 Filips II volgt zijn vader Karel V op Hij zet kettervervolging door Meerderheid in Nederlanden is Katholiek; ook zij waar het niet eens met vervolgingen (onrust!) Wens: Filips zou zich verzoenend moeten opstellen + Oude vrijheden en privileges respecteren Filips II (1555-1598) Opstandigheid tegen Filips II onvrede over de strenge godsdienstpolitiek de hoge belastingdruk centralisatiepolitiek waardoor de elites in de steden en gewesten hun autonomie dreigden te verliezen Voorbeeld 3: Instelling 3 collaterale raden Centralisatie van het bestuur in de Nederlanden door instellen van drie Raden: 1. Raad van Staten (Breng advies uit over het beleid in de 17 gewesten) 2. Geheime Raad (Bereidt wetten voor en houdt toezicht op uitvoering in steden en gewesten) 3. Raad van Financiën (Begroting/belasting) Toename aantal ambtenaren, minder macht voor (hoge) edelen Smeekschrift Smeekschrift 1566: Edelen proberen via smeekschrift Filips II over te halen de kettervervolgingen te matigen Landvoogdes Margaretha van Parma legt vervolgingen tijdelijk stil. Hagepreken Door tijdelijke stop vervolgingen durfden veel mensen die zomer naar Calvinistische preken te gaan Calvinisten hadden geen kerken: preken vonden plaats in de buitenlucht Beeldenstorm (escalatie) Beeldenstorm 1566 in drie weken tijd vele honderden kerken onherstelbaar geschonden en vernield werden Filips II wilde de verantwoordelijken voor de Beeldenstorm straffen en stuurde daartoe de hertog van Alva naar de Nederlanden. De vervolging van de protestanten verhevigde. Met name Calvinisten de dupe. Het conflict met de Spaanse landsheer liep uit op een oorlog die pas in 1648 eindigde. Hertog van Alva Generaal Landvoogd van de Nederlanden Kwam in 1567 naar de Nederlanden om een eind te maken aan de politieke onrust Stelt Raad der Beroerten (Bloedraad) in om ketters te straffen Vlucht Duizenden protestanten ontvluchtten de Nederlanden als reactie op de Bloedraad De Noordzee op: Watergeuzen Ook Willem van Oranje vlucht (Duitsland) Willem van Oranje Prins van Orange Hoge edelman en stadhouder (plaatsvervanger van Filips) in Holland, Zeeland, Utrecht Lid van Raad van State Kwam uit Luthers gezin, kreeg Katholieke opvoeding aan het hof van Karel V Hij werd grote leider van de Opstand tegen Filips II Zijn veldtochten lopen uit op mislukking 1584 vermoord door aanhanger van Filips II Watergeuzen Meer succes Watergeuzen krijgen toestemming van Willem van Oranje om schepen aan te vallen 1 april 1572 veroveren ze Den Briel Vanaf dat moment sluiten steeds meer steden zich aan bij de Opstand: belangrijke wending! Willem van Oranje werd door Staten van Holland tot stadhouder benoemd. Niet meer als plaatsvervanger van Filips maar als leider van de Opstand §2 Waardoor resulteerde de opstand in het onstaan van de republiek, 1572-1588 1572 De Geuzen ontketenen de Opstand in Holland en Zeeland 1588 De Noordelijke Nederlanden gaan verder als zelfstandige republiek Kenmerkende aspecten 22 Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Burgeroorlog Alva wist de opstand in de Nederlanden niet neer te slaan Gevolg: burgeroorlog Willem van Oranje voerde politiek van ‘gelijkberechtiging voor de katholieken en protestanten in de opstandige gewesten’. Zijn doel bleek onhaalbaar. Propaganda Willem van Oranje voerde een propagandaoorlog voor een breed draadvlak Hij riep NEDERLANDERS op hun VADERLAND te beschermen tegen VREEMDE Spanjaarden Voorbeeld 1: 1574 Ontzet van Leiden 1572: Leiden sloot zich aan bij de Opstand tegen Spanje Grote stad, strategisch gelegen Alva belegert de stad gedurende een jaar Voor Opstandelingen van groot belang om Leiden te behouden Gevolgen belegering: honger, ziekte Voorbeeld 1: 1574 Ontzet van Leiden Willem van Oranje laat dijken in omgeving Leiden doorsteken om zo het land rond de stad onder water te zetten (inundatie) Gevolg: belegeraars verlaten hun posities Leiden ontzet (belegering doorbroken) 3 oktober 1574: Geuzen varen de hongere stad binnen (haring, wittebrood) Dit wordt tot op de dag van vandaag gevierd in Leiden Aflevering: Water als Wapen (Westerman) Pacificatie van Gent 1576 De huurlegers van Filips II werden slecht betaald Soldaten gingen muiten De tot dan toe loyale gewesten sluiten zich aan bij de Pacificatie van Gent: Gezamenlijke eis van het vertrek van de Spaanse soldaten Katholieken in deze gewesten wilden dat het katholicisme ook gehandhaafd zou blijven Echter, radicale Calvinisten namen in veel plaatsen in Brabant en Vlaanderen de macht over Reactie: Katholieken waren bereid vrede te sluiten met Filips II Voorbeeld 2: Alteratie van Amsterdam Alteratie = ommekeer Amsterdam blijft Filips II lang trouw katholiek stadsbestuur, vrees voor protestantse overname Angst voor afslachting bij overname Voorbeeld 2: Alteratie van Amsterdam Opstandelingen proberen Amsterdam te bewerken: Propaganda Aanvallen Economische blokkade 1578: situatie onhoudbaar. Bestuur werd afgezet, zonder bloedvergieten Opstand valt uiteen Door ‘mislukken’ Pacificatie viel de Opstand uiteen. Katholieken sloten ‘Unie van Atrecht’ om zich te verweren tegen machtsovername Calvinisten Overgebleven opstandige gewesten sloten de Unie van Utrecht. Voorbeeld 3 Acte van Verlatinghe 1581 In 1581 werd Filips II officieel afgezworen door de Opstandige gewesten: Acte van Verlatighe ‘God stelt een vorst aan om als een herder te waken over zijn volk. Het volk is er niet om alles te doen wat de vorst beveelt’ Voorbeeld 3: Acte van Verlatinghe Ook wel ‘Plakkaat van Verlatinghe’ genoemd Wordt ook wel de ‘onafhankelijkheidsverklaring’ van de Republiek genoemd: Brabant, Gelre en Zutphen, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen, Utrecht Moeilijkheden voor de opstandelingen 1584: Willem van Oranje vermoord 1585: Val van Antwerpen (Antwerpen weer in Spaanse handen) Zoektocht naar nieuw staatshoofd (Anjou, Leicester) leverde niks op. Levensvatbaarheid Engelse steun 1588: besluit om zonder soeverein (vorst) als Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden door te gaan In de jaren daarop slaagde de Republiek terrein te winnen op Filips II Probleem Filips II: Spanje voerde op te veel fronten tegelijk oorlog Internationale erkenning 1596: Frankrijk en Engeland erkennen soevereiniteit van de Republiek 1648: Vrede van Munster (internationale erkenning) §3 Waardoor ontstond in de Republiek de Gouden Eeuw, 1588-1648 1588 De Noordelijke Nederlanden gaan verder als zelfstandige republiek 1648 Vrede van Münster Kenmerkende aspecten 24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei en economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie Economische groei Opstand valt in Noordelijke Nederlanden samen met een periode van economische groei: Specialisatie en commercialisering van de landbouw door: Moedernegotie Ontbreken feodale traditie Nijverheid, scheepsbouw en handel profiteren hier van. Economische bloei Economische stimulans: Afsluiting Schelde en daarmee gepaard gaande instroom van tienduizenden immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden Val van Antwerpen Politiek (gewest) Republiek: Unie van 7 zelfstandige staten. Eigen: Wetgeving Rechtspraak Belastingheffing Statenvergadering Vertegenwoordigers van steden en adel Holland: steden veel macht (regenten) Holland belangrijkste/machtigste gewest Politiek (gewest) Holland belangrijkste/machtigste gewest Landsadvocaat/raadspensionaris Holland speelde leidende rol Gewestelijke staten benoemde Stadhouder (opperbevelhebber Staatse leger) Staten Generaal Vertegenwoordigers verschillende gewesten in de Staten-Generaal Staten-Generaal: Militair beleid Buitenlands beleid Ondanks overwicht van Holland konden beslissingen alleen genomen worden met goedkeuring van alle gewesten. Oorlog tegen Spanje lange tijd belangrijkste gezamenlijke verantwoordelijkheid Staten Generaal Naast de oorlog tegen Spanje wordt verantwoordelijkheid van de Staten Generaal uitgebreid: VOC (1602) Beheer over Generaliteitslanden 1609-1621 (Twaalfjarig bestand): religieuze en politieke verdeeldheid neemt toe Voorbeeld 1 1619 Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batavia 1602: Verenigde Oostindische Compagnie werd opgericht Concurrentie voorkomen Alle handel op Azië moest via de VOC lopen Gouverneur-Generaal heeft leiding VOC in ‘Indië’ Forten bouwen, soldaten aannemen, oorlog voeren, verdragen en bondgenootschappen sluiten, gebieden besturen Voorbeeld 1 1619 Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batavia Oorspronkelijke hoofdkwartier VOC: Bantam (Java) Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen bouwde na de verovering van Jakarta een nieuw VOC-centrum: Batavia VOC-imperium werd uitgebouwd Grote delen van Azië Grof geweld (bijvoorbeeld: moord op duizenden inwoners van de Molukken om nootmuskaathandel in handen te krijgen. 12-jarig bestand 1609-1621: tijdelijke vrede tussen Spanje en Republiek 1621: oorlog hervat 1648: Vrede van Münster, einde oorlog Voorbeeld 2: Johan van Oldebarnevelt wordt onthoofd Twaalfjarig Bestand (1609-1621) Wapenstilstand tussen Republiek en Spanje Religieuze en politieke tegenstellingen in Republiek nam toe Tegenstelling Van Oldebarnevelt en Maurits Maurits vergroot zijn macht Van Oldebarnevelt onthoofd (1619) Economie Beleid in de Republiek vooral bepaald door regenten Handelsbelangen Inkomsten nodig voor oorlog tegen Spanje Economie Economie groeit Migranten zijn nodig Stadsbesturen geven buitenlandse kooplieden goede faciliteiten, waaronder religieuze vrijheid Voorbeeld 3: 1639 Bouw Portugees-Joodse synagoge in Amsterdam Begin 17e eeuw: slechts een paar joodse gezinnen wonen in Amsterdam Later neemt hun aantal toe Veel Joden kwamen uit Spanje, Portugal en Oost-Europa Mogen geloof in eigen land niet uitoefenen In de Republiek mag dat wel Voorbeeld 3: 1639 Bouw Portugees-Joodse synagoge in Amsterdam Eerste jaren: joodse immigranten hebben ‘huiskamersynagogen’ 1639: Portugese Joden krijgen een echte synagoge, bij het huidige Waterloo-plein Voorbeeld 3: 1639 Bouw Portugees-Joodse synagoge in Amsterdam Tolerante houding ten opzichte van joden in de Repubiek Handelsbelangen van de regenten Kapitaal Joden tellen in de Republiek niet helemaal mee: uitgesloten van gilden, geen aanspraak op armenzorg Economie Welvaar relatief groot Commerciële economie Luxe-goederen (waaronder schilderijen) Gouden Eeuw! Einde Gouden Eeuw Het eind van de Gouden Eeuw volgde tegen het einde van de 17e eeuw, toen de positie van de Republiek in toenemende mate werd bedreigd door de opkomst van Engeland en Frankrijk