54/01 A Statenvoorstel ’s-Hertogenbosch DIS-nummer afdeling bijlage(n) onderwerp 15 mei 2001 755804 Financiën 2 Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 27 juni 2001 Statencommissie : 1 juni 2001 Legesverordening 2002 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Samenvatting De legesverordening moet opnieuw worden vastgesteld om de volgende redenen: - aanpassing van de bedragen in verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002; - het aanbrengen van enige redactionele verbetering en fiscaal juridische aanpassingen; - beperkte inhoudelijke veranderingen. 1. Inleiding De wijzigingen ten opzichte van de regeling van 1993, zoals die laatstelijk is gewijzigd op 19 januari 2001, zijn o.m. door de invoering van de euro per 1 januari 2002, substantieel. De complexiteit van de legesheffing is vanwege reductie van de heffings-mogelijkheden afgenomen. Sinds 1993 zijn de leges voor de Wet milieubeheer, bodemsanering, bodembescherming, taxi’s in het kader van de Wet personenvervoer, afgifte van verklaringen van geen bezwaar in het kader van de wet R.O. en de Woningwet komen te vervallen. In discussie zijn thans de leges Grondwaterwet en leges in het kader van de Wet geluidhinder. O.m. in verband met de invoering van de euro is gekozen voor een geheel nieuwe verordening. Bij het besluit is een bijlage gevoegd waarin de relevante verschillen zijn toegelicht. 2. Invoering euro per 1 januari 2002 Met betrekking tot de diverse inhoudelijke uitgangspunten wordt verwezen naar het voorstel aan P.S. nr. 53/01, welk voorstel gelijktijdig is aangeboden. De aanpassingen zoals die voortvloeien uit de heffingenverordening ontgrondingen en de grondwaterheffing zullen dit jaar nog in afzonderlijke voorstellen worden aangeboden. Met nadruk wordt er op gewezen dat de voorgestelde tarieven in euro een budgettair neutraal karakter hebben, waarbij zoveel als mogelijk de bedragen op hele euro’s zijn afgerond. In de verordening zijn voorafgaand aan de bedragen in euro voor het jaar 2002 de huidige legesbedragen over het jaar 2001 vermeld. 54/01 A Statenvoorstel vervolg 2 3. Drukwerken en bestuursstukken Drukwerken en bestuursstukken worden – met het oog op het BTW aspect – zoveel mogelijk langs privaatrechterlijke weg geregeld. Dit betekent, dat ons college de vergoedingen van drukwerk vaststelt. Uitgangspunt daarbij is dat de provincie er nadrukkelijk aan hecht om burgers, organisaties en mede-overheden bij het provinciaal beleid te betrekken. Op dit moment is veel informatie elektronisch kosteloos te raadplegen. Deze ontwikkeling zal zich door een verdergaand gebruik van ICT versterken. De lijn die wij willen volgen is dat het toesturen van bestuursstukken en drukwerk aan belangstellende burgers gratis geschiedt. Als wij daadwerkelijk een open, transparante organisatie nastreven en ‘In de Buurt’ willen komen van de burgers mag er in beginsel geen financiële drempel zijn. Een financiële bijdrage in deze gevallen achten wij geen gerechtvaardigd instrument om een doelmatige besteding van de middelen te bevorderen. Ook bij een aanzienlijke verhoging van de aanvragen door belangstellende burgers betreft het nog alleen papier- en kopieerkosten. Natuurlijk kan hierop een uitzonderingsregel gehanteerd worden, bijvoorbeeld in die gevallen waarbij de aanvragen zo hoog oplopen dat er opnieuw gedrukt moet worden (dan blijft het niet bij kopieerkosten). Alle doelgroepen: belangenorganisaties, gemeenten, waterschappen etc. ontvangen in beginsel de desbetreffende stukken gratis. Belangstellende burgers vormen in onze visie een niet onbelangrijke doelgroep. Uitzonderingen zijn die gevallen waarin wij (zakelijke) diensten verlenen, daarbij zijn wij voorstander van het vragen van een vergoeding. Wij verwijzen hiervoor naar de zaken in artikel 13, de onderdelen e, f, g, en h: jaarabonnementen, doen van nasporingen en adreslijsten van instellingen of rechtspersonen. De in artikel 13 opgenomen bedragen zijn pragmatisch afgerond. Voorgesteld wordt om praktische redenen geen verzendkosten meer in rekening te brengen. 4. Advies commissie Dit voorstel is aan de commissie voor Financiën ter advisering voorgelegd. Het advies van de commissie wordt nagezonden. 5. Voorstel Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaand ontwerp-besluit. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, De griffier De voorzitter M. Bruinsma mr. F.J.M. Houben Auteur: P.M. van Laanen, tst. 2031 Bijgaand treft u de volgende bijlagen aan: 1. Ontwerp-besluit + bijlage 54/01 B Ontwerp-besluit ’s-Hertogenbosch DIS-nummer afdeling bijlage(n) 15 mei 2001 755804 Financiën 1 Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 27 juni 2001 Statencommissie : 1 juni 2001 Onderwerp Legesverordening 2002 Provinciale Staten van Noord-Brabant, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 15 mei 2001; gelet op de artikelen 220 en 223 van de Provinciewet; gelet op het advies van de Commissie voor Financiën d.d. 1 juni 2001 besluiten: vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van rechten: Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit Voor de hierna omschreven diensten, door of vanwege het provinciebestuur verstrekt, waaronder mede verstaan het in behandeling nemen van aanvragen daartoe, worden leges geheven overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en volgens de daarbij vermelde tarieven. In deze verordening worden voor leges gehouden de rechten als bedoeld in artikel 223 van de Provinciewet. Artikel 2. Belastingplicht De leges worden geheven van degene, op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie, een in deze verordening omschreven dienst wordt aangevraagd, verricht of een hierin genoemd stuk wordt afgegeven. Artikel 3. Wijze van heffing De leges worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Artikel 4. Voorlopige nota Indien de leges, op het moment van aanvraag van een vergunning, niet op het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, wordt een voorlopige vordering opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering zal worden vastgesteld. Artikel 5. Invorderingsrente Geen invorderingsrente wordt in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 25,- niet te boven gaat. Ontwerp-besluit vervolg 4 Artikel 6. Beslissing tot het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag Indien ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besloten wordt een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening, niet verder te behandelen, wordt teruggaaf van de geheven leges verleend van: a. 50% van het basistarief voor een aanvraag, indien sprake is van een basistarief, plus 100% van alle toeslagen; b. indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag. Artikel 7. Gedoogbeschikkingen Voor het verstrekken van een gedoogbeschikking op aanvraag wordt geheven: a. indien er sprake is van een basistarief, 100% van het basistarief voor een aanvraag; b. indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag. Artikel 8. Intrekking vergunningaanvraag Indien aanvragen om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking genoemd in deze verordening ingetrokken worden, voordat op de aanvraag is beschikt wordt 75% van het legestarief gerestitueerd. Indien de intrekking geschiedt op verzoek van Gedeputeerde Staten, wordt 100% van de geheven leges gerestitueerd. Restitutie vindt plaats nadat de aanvraag is ingetrokken. Artikel 9. Niet verlenen vergunning Indien op aanvragen om een vergunning ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking genoemd in deze verordening, afwijzend wordt beschikt, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. Artikel 10. Overdracht bevoegdheden Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de tarieven die in deze legesverordening voorkomen aan te passen aan de kostenstijging van de diensten waarvoor de leges geheven worden. Artikel 11. Kwijtschelding Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 12. Diverse beschikkingen Tarief 2001 De leges bedragen voor: a. Een beschikking van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin op een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking, voor zover in ƒ74,57 deze verordening niet uitdrukkelijk genoemd: b. In geval toepassing wordt gegeven aan artikel 4:7 en/of 4:8 van de ƒ 75,Algemene wet bestuursrecht wordt een toeslag in rekening gebracht van: c. In geval toepassing wordt gegeven aan afdeling 3:4 of 3:5 van de ƒ 500,Algemene wet bestuursrecht wordt een toeslag in rekening gebracht van: Tarief 2002 € 34,-€ 34,€ 227,- Ontwerp-besluit vervolg 5 Artikel 13. Drukwerken en dergelijke De vergoeding die ingevolge dit artikel in rekening wordt gebracht, bedraagt niet meer dan de kostprijs. 13.1 De leges bedragen voor: a. Één of meer op aanvraag gedrukte, gefotokopieerde of op andere wijze gereproduceerde exemplaren van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend stuk, voor zover hierna niet is vermeld, per geheel of gedeeltelijk gedrukte bladzijde met een minimum van € 2,50 b. Gedrukte kaarten of tekeningen, per kaart of tekening: één kleur: meer kleuren: c. De notulen van een vergadering van Provinciale Staten: De notulen met de stukken (volgnummers), met uitzondering van de hierna genoemd onder d, welke in een vergadering zijn behandeld: d. De (ontwerp-) provinciale begroting, met de daarbij behorende stukken: De (ontwerp-) provinciale rekening, met de daarbij behorende stukken: e. Een jaarabonnement (van 1 januari tot en met 31 december) op: een provinciaal blad: de stukken (volgnummers), welke in de vergadering van Provinciale Staten zullen worden behandeld: de notulen van de vergadering van Provinciale Staten: de stukken, welke in de vergadering van een commissie van advies en bijstand behandeld worden, per commissie: de knipselkrant: f. Het doen van nasporingen in het provinciaal archief en/of gegevensbestanden door of met hulp van een provinciaal ambtenaar, per half uur of gedeelte daarvan: g. h. Een adreslijst van instellingen en rechtspersonen op A4-papier of op een A4stickervel (maximaal 16 adressen op een A4): per A4-papier: per A4-stickervel: de afgifte van een fase-diagram van twee conflecterende richtingen van een verkeersregelinstallatie: de afgifte van een daarbij behorende situatietekening: 13.2. a. Het bepaalde onder 13.1 sub a. tot en met e. is niet van toepassing op de afgifte van stukken aan vertegenwoordigers van de pers en openbare bibliotheken. b. Het bepaalde in artikel 13.1 sub a, c, d en e is niet van toepassing op de afgifte van de stukken (volgnummers), welke zullen worden behandeld in de openbare vergaderingen van Provinciale Staten en de door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten ingestelde provinciale commissies en adviesorganen, alsmede van adviesorganen, waarvan de leden door Gedeputeerde Staten zijn benoemd, voor zover de stukken openbaar zijn en indien deze worden gevraagd door politieke groeperingen op grond van het bepaalde in de Kieswet en vertegenwoordigt in Provinciale Staten tot ten hoogste het aantal exemplaren dat zij leden in dat college tellen. Artikel 13.1, sub a, c, d en e is eveneens niet van toepassing op afgifte van ten hoogste twee exemplaren van deze stukken, indien deze worden gevraagd door politieke groeperingen, ingeschreven op grond van het bepaalde in de Kieswet, die niet in de Provinciale Staten vertegenwoordigd zijn. Tarief 2001 Tarief 2002 ƒ 0,33 € 0,15 ƒ 5,65 ƒ 7,90 € 2,50 € 3,50 ƒ 5,65 € 2,50 ƒ22,65 € 10,- ƒ 90,ƒ62,25 € 40,€ 28,- ƒ 43,- € 20,- ƒ141,50 ƒ 26,- € 64,€ 12,- ƒ 113,ƒ 170,- € 51,€ 77,- ƒ28,30 € 13,- ƒ 3,05 ƒ 5,10 € 1,40 € 2,30 ƒ 230,ƒ81,45 € 105,€ 37,- Ontwerp-besluit vervolg 6 Artikel 14. Ontgrondingen Tarief 2001 Tarief 2002 14.1 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van aanvraag om een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet: ƒ 2.223,73 € 1.009,a. een basistarief 14.2 Afhankelijk van de hoeveelheid te winnen specie (afgerond op 1.000 m 3 naar boven worden boven op het basistarief de volgende toeslagen in rekening gebracht: a. b. c. d. voor de 1e t/m 10.000 m3, per 1.000 m3 voor de 10.001e t/m, 50.000e m3, per 1.000 m3 voor de 50.001e t/m 500.000e m3, per 1.000 m3 voor de 500.001e m3 en volgende, per 1.000 14.3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet wordt het basistarief in rekening gebracht, vermeerderd met de in artikel 14.2 neergelegde toeslag. De toeslag wordt alleen berekend over de extra hoeveelheid te winnen specie, waarbij voor de toepassing van het tarief de berekening weer begint bij een te winnen hoeveelheid van 0. 14.4 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot intrekking of verlenging van een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet wordt het basistarief in rekening gebracht. 14.5 Voor het verlenen van een machtiging ingevolge artikel 12 van de Ontgrondingenwet wordt het basistarief in rekening gebracht. 14.6 Indien de ontgronding uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van cultuurtechnische verbetering, waarbij per saldo geen specie van de locatie wordt afgevoerd, wordt geen toeslag ingevolge artikel 14.2 in rekening gebracht. 14.7 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet worden geen leges in rekening gebracht, indien de ontgronding uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van een natuurbouwproject, waarbij: a. de oppervlakte van de ontgronding kleiner is dan of gelijk is aan 700 m2, en b. niet dieper wordt ontgrond dan 3.00 m beneden het maaiveld, en c. de specieopbrengst kleiner is of gelijk is aan 1.000 m 3. 14.8 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet wordt alleen het basistarief in rekening gebracht, indien de ontgronding uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van een natuurbouwproject, waarbij niet wordt voldaan aan de vereisten neergelegd in artikel 14.7 onder a tot en met c en mits geen specie van de locatie wordt afgevoerd. ƒ222,37 ƒ166,78 ƒ111,19 ƒ55,59 € € € € 100,75,50,25,- Ontwerp-besluit vervolg 7 Artikel 15. Grondwateronttrekking 15.1 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 16 van de Grondwaterwet juncto artikel 7, lid 1 en 2 van de Grondwaterverordening Noord-Brabant of voor een verlenging van een zodanige vergunning: a. Voor onttrekkingen uitsluitend bedoeld voor beregeningen en/of bevloeiing: b. Voor overige onttrekkingen een basistarief van: Vermeerder met een toeslag, berekend als hieronder vermeld in sub c en sub d. c. Toeslagen voor bronbemalingen en onttrekkingen ten behoeve van de uitvoering bodem- en grondwatersaneringen: Voor de eerste 100.000 m 3 per jaar: Voor de 100.001e t/m 250.000e m3 per jaar, per 1.00m3: Voor de 250.001e t/m 1.000.000e m 3 per jaar, per 1.000 m3: Voor de 1.000.001e t/m 2.500.00e m 3 per jaar, per 1.000 m3: Voor de 2.500.001e m 3 per jaar en volgende, per 1.000 m 3: d. Toeslagen voor onttrekkingen, niet bedoeld bij sub c: Voor de eerste 100.000 m 3 per jaar: Voor de 100.001e t/m 250.000e m 3 per jaar, per 1.000 m3: Voor de 250.001e t/m 1.000.000e m 3 per jaar, per 1.000 m3: Voor de 1.000.0011 t/m 2.500.000e m3 per jaar, per 1.000m3: Voor de 2.500.001e m 3 per jaar en volgende, per 1.000m 3: Tarief 2001 Tarief 2002 ƒ ƒ 1.093,33 € 3.056,04 € ƒ ƒ ƒ ƒ Geen 8,09 6,57 4,12 1,68 Toeslag € 3,67 € 2,98 € 1,87 € 0,76 Geen ƒ 16,19 ƒ 13,13 ƒ 8,26 ƒ 3,36 Toeslag € 7,35 € 5,96 € 3,75 € 1,52 500,1.380,- 15.2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 16 van de Grondwaterwet juncto artikel 7, lid 1 en 2 van de grondwaterverordening Noord-Brabant bedragen de leges: a. voor wijziging van een onttrekking, uitsluitend bedoeld voor beregening en/of bevloeiing, het tarief als genoemd bij 15.1 onder a; b. voor wijziging van een onttrekking met een ander doel, waarbij een grote maximum hoeveelheid te onttrekken water per jaar wordt aangevraagd, de tarieven als genoemd bij 15.1 onder b, c en d, op basis van de uitbreiding van de maximum hoeveelheid. Bij de berekening van de toeslag wordt geen rekening gehouden met de reeds vergunde hoeveelheid te onttrekken grondwater, de berekening begint weer bij een te onttrekken hoeveelheid van 0; c. voor andere wijzigingen, het tarief als genoemd bij 15.1 onder b. Artikel 16. Ontheffingen Wet geluidhinder De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing hogere geluidswaarden als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder en de artikelen 8 en ƒ 1.326,09 € 600,volgende van het Besluit geluidhinder spoorwegen: Artikel 17. Wet ambulancevervoer 17.1 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, dan wel een wijziging daarvan als bedoeld in of ƒ 2.763,75 € 1.250,krachtens de Wet ambulancevervoer: 17.2 De leges bedragen voor aanhangsels en andere handelingen niet ƒ 162,vallende onder 17.1: € 75,- Ontwerp-besluit vervolg 8 Artikel 18. Wet Hygiëne en Veiligheid Zwemgelegenheden Tarief 2001 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet Hygiëne en ƒ458,10 Veiligheid Zwemgelegenheden: Tarief 2002 € 208,- € 58,- € 14,- € 37,- € 37,- ƒ916,20 ƒ305,40 ƒ152,70 € € € 415,140,70,- ƒ305,40 ƒ305,40 € € 140,140,- De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een toestemming op grond van een verleende zogenaamde "algemene" ontheffing/vergunning krachtens de Wegenverordening Noord-Brabant voor: 2a. het leggen van (een) bui(s)(zen), kabel(s), leiding(en) en dergelijke: ƒ 76,35 b. het maken van een wegboring of wegkruising door een weg, ƒ152,70 onverminderd het gestelde onder lid 2a: c. het maken van een huisaansluiting vanuit een bestaande kabel of ƒ 50,90 leiding, zonder dat een provinciale verharding wordt gekruist: € 35,- € 70,- € 23,- Artikel 19. Bijzondere Transporten 19.1 19.2 19.3 Wegenverkeerswet 1994 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 voor het houden van een wedstrijd op de ƒ127,25 weg, als bedoeld in artikel 10, eerste lid Voertuigreglement a. de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing op grond van artikel 149 juncto 7.1. van het Voertuigreglement voor een voertuig of en voertuigcombinatie met uitzondering van de voertuigen zoals ƒ 30,genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7,8,10 en 11 b. de leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994, juncto 7.1. van het Voertuigreglement voor een voertuig of voertuigcombinatie zoals genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7,8 (motorrijtuigen met beperkte snelheid en ƒ 81,45 landbouwtrekkers), 10 en 11 (invalidenvoertuigen) Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het ƒ 81,45 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 Artikel 20. Wegenverordening 20.1 Werken van openbaar belang: De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 6 van de Wegenverordening Noord-Brabant voor: 1a. het maken van een wegaansluiting: b. het aanpassen van een bestaande wegaansluiting: c. het leggen van (een) bui(s)(zen), kabel(s), leiding(en) en dergelijke: d. het maken van een wegboring of wegkruising door een weg, onverminderd het gestelde onder lid 1 c: e. het aanleggen van een bushalteplaats: Ontwerp-besluit vervolg 9 20.2 Uitwegen: Tarief 2001 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 7, lid 1 van de Wegenverordening Noord-Brabant voor het maken van een uitweg indien deze is bestemd voor: a. het bereiken van een woning, een weiland of bouwland, en ƒ305,40 dergelijke: b. het bereiken van een bedrijfsruimte of een bij een bedrijf behorend ƒ610,80 terrein: 20.3 Aanduidingen/informatieborden: De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 8, lid 1 van de Wegenverordening Noord-Brabant voor (een) bord(en) of andere ƒ152,70 aanduidingen: Tarief 2002 € € 140,280,- € 70,- 20.4 Tankstations: De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 9 van de Wegenverordening Noord-Brabant ten behoeve van een installatie voor de verkoop van een motorbrandstoffen: ƒ 1.527,- € 700,a. bij een nieuwe vestiging: ƒ305,40 € 140,b. bij een renovatie van een bestaand tankstation per element: c. bij een wijziging in de uitrusting van een bestaand tankstation per ƒ 76,35 € 35,element: 20.5 Bijzondere activiteiten op de weg: a. De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel ƒ 76,35 10 van de Wegenverordening Noord-Brabant: b. Indien tevens als gevolg van het verlenen van een vergunning als bovenbedoeld, door Gedeputeerde Staten een tijdelijke maatregel dient te worden getroffen op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, dient het bedrag genoemd ƒ 78,35 onder lid a. te worden verhoogd met: 20.6 Algemeen: a. Indien voor twee of meer vergunningplichtige activiteiten vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in de artikelen 20.1 tot en met 20.5 en de desbetreffende vergunningen bij één beschikking worden verleend, wordt de leges (nader) vastgesteld op het bedrag, berekend naar het hoogste bij deze dienstverlening behorende ƒ 40,72 tarief, vermeerderd met: b. De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Wegen-verordening Noord-Brabant voor zover niet in deze ƒ 76,35 verordening genoemd: € 35,- € 35,- € 18,- € 35,- Artikel 21. Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling 21.1. Ten aanzien van de heffing en invordering van leges voor het in behandeling nemen van aanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening blijft het recht zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening van toepassing, waarbij het bedrag in guldens wordt omgerekend in een bedrag in euro’s, volgens de officiële omrekenkoers en afrondingssystematiek van € 1, - = ƒ 2,20371. 54/01 B Ontwerp-besluit vervolg 10 21.2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening provincie NoordBrabant 2002". 21.3. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002. ‘s-Hertogenbosch, 27 juni 2001 Provinciale Staten van Noord-Brabant, De griffier De voorzitter Toelichting bij legesverordening 2001 Statenvoorstel nr. 54/01 Artikel 1. Toegevoegd is “door of vanwege het provinciebestuur verstrekte diensten”. Toelichting: Met ingang van 2001 wordt namens de provincie door de Rijksdienst voor het Wegverkeer leges geheven zoals bedoeld in artikel 19, bijzondere transporten. Vervallen artikel 3, lid 2. De delegatie van aan het college van G.S. tot het vaststellen van een model legesnota is niet noodzakelijk omdat inmiddels het college op grond van artikel 227b van de Provinciewet hiermede is belast. Vervallen artikel 3, lid 3. De machtiging van het college aan een provinciaal ambtenaar voor de verzending van de kennisgeving, nota of andere schriftuur is inmiddels geregeld in artikel 227a van de Provinciewet. Vervallen artikel 5. De wetgever gaat er sinds 1 juli 1997 er van uit dat ook voor de provinciale belastingen de Invorderingswet 1990 van toepassing is. Artikel 9 regelt de termijnen waarbinnen aanslagen moeten worden betaald. (een belasting is invorderbaar twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet). Er zijn geen redenen om hiervan af te wijken. Artikel 5 (voorheen artikel 6). Het bedrag van ƒ 50,- waarbij geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht is vervangen door € 25,-; dit spoort met de regeling in het voorontwerp van wet 4e tranche Algemene wet bestuursrecht. Vervallen artikel 10, lid 2: de machtiging aan het college om aan een provinciaal ambtenaar een of meerdere bepalingen van deze verordening op te dragen is inmiddels geregeld in artikel 227a van de Provinciewet. Vervallen artikel 12, lid 2 sub a: de legalisatie van een handtekening (leges: ƒ 5,65) heeft feitelijk geen toepassing meer; voorgesteld wordt dit te laten vervallen. Bestaande tekst vervallen artikel 13, lid 2: “de in artikel 13 lid 1 bedoelde tarieven worden verhoogd met de verzendkosten volgens officiële (PTT) tarieven, indien de bescheiden op aanvraag van de belastingplichtige worden toegezonden”. In de praktijk is het in rekening brengen van de verzendkosten nogal bewerkelijkt. Andere provincies brengen deze kosten niet in rekening. Voorgesteld wordt dit te volgen. Vervallen artikel 13, lid onderdeel g (het verstrekken van gegevens vanuit geautomatiseerde databestanden). In IPO-verband is thans een discussie gaande om te komen tot een uniform beleid van de provincies inzake het al of niet gratis verstrekken van gegevens uit geautomatiseerde bestanden, met name uit geografische bestanden. Bij het rijk is kern van de beleidslijn dat overheidsinformatie tegen ten hoogste van de verstrekkingskosten beschikbaar dienen te zijn voor burgers en bedrijven. En concrete regeling is nog niet ontwikkeld. Het huidige tarief (van 1993) t.w. ƒ 0,25 per kilobyte (ongecomprimeerd) en een vergoeding voor de nasporingen in gegevensbestanden, voldoet niet meer in de praktijk. In verband met de juridische- en gebruiksfacetten wordt in de voorhanden gevallen voor het gebruik van digitale bestanden een overeenkomst gesloten, waarin tevens de bestands- en leveringskosten worden geregeld.