Inloopkader plan Wmo Begeleiding en Beschermd Wonen Delft

advertisement
1897316
Inkoopkader/plan Wmo
Begeleiding en Beschermd Wonen
Delft, 2016
12 mei 2015
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
Inleiding
3
1.1
Vooraf
3
1.2
Globale insteek voor de inkoop 2016
4
Een veranderend zorglandschap
5
2.1
Het landschap nu
5
2.2
Ontwikkelingen in het zorglandschap 2016
5
3.1
Uitgangspunten inkoop 2016
8
3.2
Zorg en kwaliteit
8
3.3
Innovatie
9
3.4
Administratieve lastenverlichting
10
3.5
Nieuwe aanbieders
10
Inkoop 2016
8
Financieel kader en plan Wmo
12
4.1
Ontwikkelingen en hoogte Integratie-uitkeringen Wmo
12
4.2
Opbouw financiën inkoopplan 2016
12
4.3
Risico’s
13
Vervolgproces
14
2
1. Inleiding
1.1 Vooraf
In 2014 is voor 2015 gestart met ‘zakelijk en innovatief inkopen’, een vorm van bestuurlijk
aanbesteden, waarbij via dialoogtafels met zorgaanbieders de voorwaarden van de inkoop
gezamenlijk zijn vormgegeven. In de Wmo Begeleiding is daarbij overgestapt naar een nieuwe wijze
van resultaatgericht opdrachtgeverschap vanuit de toegang. Daarbij hebben aanbieders meer ruimte
en vrijheid in het toepassen en aanpassen van de zorgintensiteit. Er is in de bekostiging overgestapt
van bekostiging op basis van geleverde productie, naar bekostiging via gemiddelde maandtarieven.
Zowel de gemeente als de aanbieders werken in 2015 aan het inregelen en effectief implementeren
van deze nieuwe methodiek. In de Wmo Beschermd Wonen bestaat meer continuïteit van zorg en
zijn aansturing en bekostiging vooral gecontinueerd vanuit 2014.
Wmo Begeleiding 2015
In 2014 zijn (voor 2015) contracten gesloten met 37 aanbieders. De contracten lopen tot einde 2015
en kunnen jaarlijks met één jaar verlengd worden. In overleg met zorgaanbieders zijn de producten
vanuit de AWBZ 2014 teruggebracht tot 20 productgroepen. In de contracten zijn maandtarieven
afgesproken zonder inkoopplafond en inkoopgarantie.
Wmo Beschermd Wonen 2015
In 2014 zijn (voor 2015) contracten gesloten met 11 aanbieders die in 2014 ook de zorg verleenden.
De contracten lopen tot einde 2015 en kunnen jaarlijks met één jaar verlengd worden. In de
contracten zijn inkoopplafonds afgesproken zonder inkoopgarantie. Bevoorschotting vindt plaats bij
aanbieders met een verwachte jaaromzet van meer dan € 1,2 miljoen op jaarbasis (in de praktijk
betekent dit bevoorschotting van 3 aanbieders).
Delft staat aan de vooravond van de inkoop voor het jaar 2016. De inkoop zal bestaan uit 2
onderdelen:


Wmo Begeleiding, gemeente Delft koopt gezamenlijk met H4 gemeenten in: Delft,
Midden-Delfland, Rijswijk en Westland;
Wmo Beschermd Wonen. Hier vervult Delft een regionale rol (regio DWO). Gemeente Delft
koopt in, mede voor: Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland.
Deze notitie beschrijft het kader en het plan voor de inkoop 2016 voor bovengenoemde onderdelen
van de Wmo. In dit kader is tevens een financiële paragraaf opgenomen voor 2016. Daarmee komt
dit kader vrijwel overeen met zowel het kader als het plan voor jeugdhulp 2016.
Er is in de Wmo bewust gekozen voor een kader en plan in één stuk vorm te geven voor alleen het
jaar 2016. Vanaf 2017 bestaat de ambitie om, op basis van ervaringen gedurende 2015, de
huishoudelijke hulp, begeleiding en beschermd wonen verregaand te integreren. Zowel op gebied
van inkoop als levering van ondersteuning. Deze ambitie zal worden verwerkt in een nieuw kader
voor 2017-2019.
3
1.2 Globale insteek voor de inkoop 2016
De contracten zijn op 1 januari jl. ingegaan. Systemen zijn nog maar net ingericht en de ervaring is
nog te kort om effecten goed te kunnen meten. Om ruimte te geven aan ontwikkeling en innovatie
wordt voor 2016 bij voorkeur de basis van de afspraken die voor 2015 zijn gemaakt voortgezet. We
werken in 2016 in principe met dezelfde zorgaanbieders samen, tenzij er concrete aanleiding is om
een nieuwe aanbieder te contracteren, bijvoorbeeld in geval van een innovatief product. Via de
dialoogtafels worden de voorwaarden van de resultaatovereenkomst herijkt. Op inhoud zetten wij
stappen in de verdere vereenvoudiging van producten en in de ontschotting tussen voorzieningen in
2016 (bijvoorbeeld Begeleiding, Beschermd wonen en Hulp bij het huishouden). Gewenste
aanpassingen op inhoud en tarief worden besproken aan de dialoogtafel. De insteek is om met
instemming van de zorgaanbieders de contracten 2015 op onderdelen aan te passen en vervolgens
te verlengen voor 2016.
Het inkoopplan wordt uitgewerkt binnen reeds vastgesteld beleid. Gemeente Delft heeft de Sociale
visie en de Kadernota’s ISD, deel I en deel II vastgesteld. Hierin staat het lokaal beleid uitgewerkt.
4
2. Een veranderend zorglandschap
2.1 Het landschap nu
Voor 2015 hebben we Begeleiding en Beschermd wonen gescheiden ingekocht en ziet het
zorglandschap er als volgt uit:
Begeleiding is verdeeld in:
 Begeleiding individueel met daarin categorieën basis en speciaal;
 Begeleiding groep met daarin de categorieën licht, basis en speciaal;
 Daarnaast kopen we nog kortdurend verblijf in en uiteraard vervoer t.b.v. begeleiding groep;
Beschermd wonen is verdeeld in:
 Zorgzwaartepakketten (ZZP) voor de intramurale zorg (incl. wooncomponent);
 Volledig pakket thuis (VPT) voor 24uurs zorg zonder wooncomponent;
 Begeleiding groep licht;
 Voor overbruggingszorg: begeleiding individueel speciaal en persoonlijke verzorging.
De overbruggingszorg is bedoeld als zorg tot het moment dat er plaats is in de intramurale zorg of
voor een VPT. In de praktijk blijkt nu dat er cliënten zijn die uiteindelijk heel lang in de
overbruggingszorg blijven en daar voldoende aan hebben. En daarmee is het eigenlijk geen
overbruggingszorg meer.
Daarnaast is er nog Hulp bij het huishouden. Dit is verdeeld in hulp bij het huishouden 1 (HH1), en
hulp bij het huishouden 2 (HH2). HH1 wordt ingezet bij niet complexe situaties. Het omvat
huishoudelijke werkzaamheden die voornamelijk samenhangen met beperkingen op het vlak van
schoonmaken van de woning, het verzorgen van textiel en zorg voor de voeding. Activiteiten worden
geheel of gedeeltelijk overgenomen. Er wordt verondersteld dat de cliënt in staat is tot zelfregie over
de planning van de activiteiten en dat de cliënt bereid en in staat is de aansturing te vervullen.
HH2 wordt ingezet bij meer complexe situaties. Naast het uitvoeren van huishoudelijke
werkzaamheden bevat het ook hulp bij de organisatie van de huishouding en noodzakelijke opvang
van thuiswonende kinderen jonger dan vijf jaar. HH2 bevat verder instructie en voorlichting die direct
is verbonden met verzorgende activiteiten, bijvoorbeeld stimulering bij het deels zelf uitvoeren van
activiteiten. Enige begeleiding kan dus deel uitmaken van HH2, waaronder noodzakelijke advisering
aan informele zorgverleners van de cliënt.
Er zijn 4 aanbieders bij Hulp in het huishouden, die worden gefinancierd op basis van P maal Q
(geleverde uren). De contracten lopen tot 1 april 2016 en kunnen met maximaal een jaar worden
verlengd.
2.2 Ontwikkelingen in het zorglandschap 2016
Voor 2016 willen we tussen Begeleiding en Beschermd wonen een aantal producten harmoniseren.
De begeleiding individueel licht en de begeleiding groep uit Beschermd wonen, willen we voor 2016
onder dezelfde condities afspreken als voor de H4 Wmo Begeleiding. Het gaat om dezelfde
producten en het gaat om dezelfde aanbieders (aanbieders Beschermd wonen hebben ook allemaal
een contract Begeleiding H4).
5
Door te harmoniseren kunnen we administratieve lasten reduceren.
Voor de cliënten Beschermd wonen is het een voordeel dat zij hiermee in de begeleiding groep meer
keuze krijgen. Als zij bijvoorbeeld graag naar een zorgboerderij willen voor hun dagbesteding, moet
dat nu via de gecontracteerde aanbieder. Na harmonisatie is dat niet meer nodig. Verder is er ook
meer variatie mogelijk als dat nodig is. Nu kennen we alleen begeleiding groep licht, dat past ook in
de meeste gevallen, maar er is geen mogelijkheid om iets anders te doen als dat nodig is. Na de
harmonisatie kan er meer maatwerk geleverd worden.
De overbruggingszorg in beschermd wonen, moet ook werkelijk ter overbrugging zijn. Dat betekent
dat cliënten die wel een indicatie Beschermd wonen hebben, maar langdurig overbruggingszorg
ontvangen en daarmee ook geholpen zijn óf naar extramurale begeleiding (H4) over gaan óf een VPT
(volledig pakket thuis) krijgen. Dit alles uiteraard met inachtneming van het overgangsrecht.
Naast de eerder genoemde reductie in administratieve lasten zal ook bij andere onderdelen van de
Wmo gezocht worden naar lagere administratieve lasten voor aanbieders en een hogere
toegankelijkheid en meer gemak voor inwoners. Daartoe zal samen met de aanbieders bezien
worden welke onderdelen van de huidige maatwerkvoorzieningen Wmo geschikt zijn om als vrij
toegankelijke dagbesteding en andere vormen van begeleiding in te zetten. Dit is geen ontwikkeling
die al in contracten voor 2016 omgezet wordt. Er wordt op dit gebied een of mogelijk meerdere
pilot(s) gestart, om de wens van deze verandering te onderstrepen en om te onderzoeken welke
onderdelen wel of niet hiertoe geschikt zijn.
Beschermd Wonen
(maatwerk)
Beschermd Wonen
(maatwerk)
Hulp bij het
huishouden
(maatwerk)
Begeleiding
(maatwerk)
Hulp bij het
huishouden
(maatwerk)
Begeleiding
(maatwerk)
Vrij toegankelijke dagbesteding en
andere vormen van begeleiding
Basis (algemeen)
Basis (algemeen)
Hulp bij het huishouden
Het voornemen is de contracten hulp bij het huishouden, die aflopen op 1 april 2016, te verlengen
tot aan 1 januari 2017. Daarmee blijft hulp bij het huishouden in 2016 een gescheiden
maatwerkproduct in de inkoop. Dat betekent niet dat de ontwikkelingen stil staan. De Hulp bij het
huishoudentoeslag (HHT) blijft in 2016 doorlopen. En de voorbereidingen voor veralgemenisering
van (delen van) de hulp bij het huishouden zullen plaatsvinden. Dit moet op dusdanige wijze worden
uitgevoerd dat inwoners zich geholpen voelen en dat de veralgemenisering bij de rechter stand
houdt. Delen van de hulp bij het huishouden die niet veralgemeniseerd kunnen worden, zouden
wellicht met andere Wmo maatwerkvoorzieningen geïntegreerd kunnen worden. We willen zeker
kijken of we in 2016 ruimte kunnen bieden voor een pilot met aanbieders die producten in een
arrangement kunnen en willen bieden.
6
Relatie met verzekerde zorg
Vanuit de aanpak van één gezin één plan bestaat een relatie tussen de Wmo zorg en overige zorg, als
de zorg die betaald wordt via zorgverzekeraars. Zowel de toegangsorganisatie als zorgaanbieders zijn
verantwoordelijk voor de regie op en het leveren van het juiste totale pakket aan zorg. In de dialoog
met aanbieders zal dit verder worden uitgewerkt en vormgegeven. Ook al voor 2016.
Inloop GGZ
Dit is en blijft een basisvoorziening. In 2016 richt iedere H4 gemeente zelf de functie
inloopvoorziening GGZ in via inkoop of subsidie. De inloopvoorziening is een algemene voorziening.
Waar deze functie in het verleden vooral in gemeente Delft gerealiseerd was, wordt de functie in
2016 meer gespreid over de regio.
Doorkijk naar het kader voor 2017 -2019
We willen vanaf 2017 de Hulp bij het huishouden deels veralgemeniseren. De overblijvende
onderdelen van de Hulp bij het huishouden zullen dan samen met de andere maatwerkproducten
worden ingekocht. Daarbij kunnen aanbieders dus ook met combinaties/arrangementen werken.
Op deze manier ontstaat er meer en meer integraliteit tussen Hulp bij het huishouden en
Begeleiding. Integraliteit die vanaf 2016 ook tussen Begeleiding en Beschermd wonen ontstaat en die
in de jaren daarna verder gebracht wordt.
Ook het scheiden van wonen en zorg willen we de komende jaren zoveel mogelijk doorvoeren. We
beseffen dat er een kleine groep is voor wie dit niet mogelijk zal zijn. Voor hen behouden we de
mogelijkheid van zorg all-inclusive.
We maken ruimte voor nieuwe aanbieders. Hiervoor hebben we richtlijnen opgesteld. In 2016 zullen
we ook richtlijnen opstellen voor de uitstroom van aanbieders. Niet omdat ze een wanprestatie
leveren, maar omdat ze bijvoorbeeld niet of onvoldoende meegaan in de transformatie. Het kan dus
in de toekomst ook gebeuren dat we afscheid nemen van aanbieders.
7
3. Inkoop 2016
3.1 Uitgangspunten inkoop 2016
Het jaar 2015 wordt gezien als overgangsjaar waarbinnen we continuïteit en behoud van kwaliteit
van zorg naar burgers willen garanderen. Zorgvragers met een afgegeven indicatie behouden in 2015
het recht op die zorg. Voor 2015 is daarom gekozen om met de huidige zorgaanbieders samen te
werken. Onder de naam zakelijk en innovatief inkopen zijn representatieve aanbieders uitgenodigd
om de dialoog aan te gaan over zowel het proces van inkoop als de inhoudelijke contracten.
Voor 2015 zijn met alle aanbieders contracten gesloten waarin zaken als kwaliteit en tarieven
geregeld zijn. Daarbij zijn zowel wettelijke voorwaarden als regionale eisen en wensen als basis
gehanteerd. Innovatie is in 2015 daar waar mogelijk al ingezet. Deze uitgangspunten blijven overeind
staan voor 2016. Het traject van zakelijk en innovatief inkopen wordt daarbij wederom gevolgd, met
dialoogtafels met zorgaanbieders waar zowel het proces als de inhoud van contracten (inclusief
tarieven) besproken wordt. Een vertegenwoordiging van cliënten zal bij de dialoogtafels betrokken
worden.
De belangrijkste uitgangspunten bij de inkoop 2015 waren:
 continuïteit van passende zorg en van kwaliteit;
 ruimte voor innovatie, meer vraag/probleemgericht maatwerk;
 de inkoop is tijdig geregeld en binnen het budgettaire kader.
Deze uitgangspunten zijn nog steeds van kracht. Daarnaast voegen we de volgende uitgangspunten
voor 2016 toe:
 werken aan administratieve lastenverlichting;
 beperkt toelaten van nieuwe aanbieders.
3.2 Zorg en kwaliteit
Passende zorg voor alle inwoners binnen Delft en binnen de regio’s H4 en DWO blijft het
uitgangspunt. Passende zorg kan zijn het continueren van de huidige inzet, het kan ook
betekenen dat een ander arrangement wordt ingezet om hetzelfde resultaat te bereiken.
Voor iedere vorm van zorg zijn meerdere aanbieders gecontracteerd. Daardoor hebben
inwoners keuze van welke zorgaanbieder ze de zorg willen ontvangen. Daarnaast heeft iedere
gemeente beleid om zorg via een persoonsgebonden budget (PGB) te kopen.
Ten aanzien van de kwaliteit houdt de GGD Haaglanden vanaf 2015 toezicht op naleving van
kwaliteit van zorg bij de gecontracteerde instellingen. Het gaat hierbij om thema’s als veiligheid,
doeltreffendheid van de zorg, naleven van de rechten van de cliënt en cliëntgerichtheid. De
GGD Haaglanden doet dit in opdracht van H10 en samen met H10 wordt een normenschema
opgesteld waaraan getoetst wordt.
Daarnaast zijn zorginstellingen contractueel verplicht om jaarlijks mee te werken aan een
klantwaarderingsonderzoek en moeten zij klachten aan de (gezamenlijke) gemeente(n)
overleggen.
8
3.3 Innovatie
In 2015 hebben we al in de structuur een flinke vernieuwing gemaakt door voor Begeleiding de
productstructuur te vereenvoudigen en door van de productiegerichte P maal Q financiering naar de
op resultaat gebaseerde gemiddelde maandprijzen te gaan. Dit continueren we in 2016.
Op inhoudelijk vlak zijn ook stappen gezet. Uitgangspunten voor innovatie blijven:
 Van zwaar naar licht;
 Dichtbij in de buurt;
 Van intramuraal naar extramuraal (beschermd wonen);
 Gericht op zelfredzaamheid;
 Gericht op participatie.
In juni 2015 wordt gestart met ‘Lekker Bezig’ door Stichting Stunt, Firma van Buiten en GGZ Doel.
Met de pilot ontwikkelen we een voorliggende WMO-/Participatievoorziening voor lichte
(arbeidsmatige) dagbesteding die vrij toegankelijk is. De pilot ‘Lekker Bezig’ richt zich op een brede
doelgroep, voorlopig binnen de GGZ, waarbij de schotten tussen de huidige indeling in
groepen (WMO en Participatiewet) worden weggehaald. Met de ontwikkeling van deze voorziening
verlagen we de kosten door minder inzet van de dagbesteding in de echte zorgsector door:
 Preventie: Door het aanbieden van deze laagdrempelige WMO-Participatievoorziening
voorkom je dat burgers verder terugvallen en op een later moment alsnog meer en duurdere
zorg nodig hebben;
 Substitutie: We willen dat minder mensen zwaardere zorg afnemen (van zwaar naar licht).
Voor bepaalde klanten (lichtere medische problematiek) kunnen we deze voorziening
aanbieden. Hiermee bieden we een vervangend product voor dagbesteding in de zwaardere
professionele zorgsector.
De nieuwe voorziening zal substantieel goedkoper zijn dan de huidige kosten van een dagdeel
dagbesteding bij de gecontracteerde zorgaanbieders, waarbij de laagste prijs nu € 33,60 per dagdeel
is. De inzet van de dagbesteding is gericht op activiteiten die wat opleveren voor de stad. Deze pilot
zal in 2016 worden voortgezet. Ook voor andere vormen van dagbesteding zal gekeken worden of
een dergelijke lichte variant tot de mogelijkheden behoort. Ook zijn diverse aanbieders gestart met
dagbestedingsactiviteiten die in en voor de buurt plaatsvinden.
Met meer vraaggericht/probleemgericht werken zijn we met de inkoop 2015 al gestart. We sturen
niet (louter) meer op producten maar ook op resultaten. Daarmee worden aanbieders geprikkeld om
zorg te leveren gericht op de vraag en gericht op vergroten van de zelfredzaamheid en de
participatie. De komende jaren willen we steeds meer op resultaten gaan sturen en steeds minder op
producten. We willen dat aanbieders steeds meer vraaggericht en dienstverlenend gaan werken, Dit
betekent dat geluisterd wordt naar de behoefte van de cliënt. Ook gedurende het traject van
ondersteuning. De dienstverlening van de aanbieder en het resultaat waarnaar gewerkt wordt,
moeten afgestemd zijn op de behoefte van de cliënt. Ook door gemiddelde maandprijzen te
hanteren hebben we het in 2015 voor aanbieders mogelijk gemaakt om meer maatwerk te leveren.
Het geeft hen de mogelijkheid om, als een cliënt tijdelijk wat meer zorg nodig heeft, dit ook te doen
zonder dat daar een administratief traject voor hoeft te worden gestart.
9
Voor beschermd wonen, willen we in 2015 met de aanbieders starten aan een beweging van
extramuralisatie. Dat wil niet zeggen dat in 2018 niemand meer in een beschermde leefomgeving
woont, maar wel dat er sprake is van een vergrootte zelfstandigheid en daar waar mogelijk cliënten
zelfstandig wonen met begeleiding. Met deze beweging zullen we ook de regiospreiding meenemen.
Nu nog woont het grootste gedeelte van de cliënten beschermd wonen in Delft, ook als ze
oorspronkelijk uit een van de regiogemeenten komen. Het streven is dat in de toekomst cliënten uit
beschermd wonen ook meer in de woonomgeving kunnen blijven waar hun netwerk zich bevindt. Op
die manier kunnen zij ook daar hun steun in vinden. Niet in de plaats van professionele
ondersteuning maar daarbovenop.
In 2015 en 2016 zullen we onderzoeken (met onder meer de huishoudelijke hulp toelage (HHT)) of en
zo ja, welke onderdelen van de hulp bij het huishouden een vrij toegankelijke basisvoorziening
kunnen worden. En welke onderdelen voor 2017 meegenomen zouden kunnen worden in de inkoop
van maatwerkvoorzieningen.
Delft E-Health Academy
E-health houdt in dat er gebruik gemaakt wordt van informatie- en communicatietechnologieën, en
vooral internettechnologie, om welzijn, gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te
verbeteren. E-Health biedt de patiënt meer mogelijkheden om zicht en invloed te krijgen op zijn
eigen zorgtraject en zorgorganisaties krijgen mogelijkheid om efficiënter te gaan werken. Delft is
gestart met de Delft E-Health Academy (DEHA) omdat we in de praktijk een aantal lacunes zagen:
• Verspilling van schaarse middelen (geld en menskracht) door het wiel opnieuw uit te vinden
in de samenleving en instellingen.
• Versnippering van kennis.
• Visie ontbreekt.
• Businesscase ontbreekt.
• Mensen worden niet meegenomen in de mogelijkheden.
Met de DEHA willen we deze lacunes opheffen. Ambitie van de DEHA is het succesvol implementeren
van e-health binnen de samenleving en bij zorgaanbieders.
Initiatiefnemers van de DEHA zijn: gemeente Delft, TU Delft, Haagse Hogeschool, Ziggo, GGD
Haaglanden en enkele zorgaanbieders. We verwachten van zorgaanbieders die in het kader van de
Wmo een overeenkomst met ons hebben, dat zij een actieve bijdrage aan de DEHA leveren.
3.4 Administratieve lastenverlichting
H4 ontvangt van zorginstellingen met regelmaat signalen over hoge administratieve lasten en
de verschillende afspraken per regio wat betreft producten, financiering en administratief
proces. Met meer opdrachtgevers als voorheen (In H10 voorheen twee zorgkantoren, nu H1,
H6, H4 + jeugd) en verschillende manieren van bekostiging is de administratieve lastendruk
verhoogd bij zorginstellingen. In de dialoogtafels zal dit onderwerp van gesprek zijn. Waar
mogelijk wordt de administratieve last verlicht.
3.5 Nieuwe aanbieders
Er wordt in H4 verband gekozen om beperkt om te gaan met het toelaten van nieuwe aanbieders in
de Wmo Begeleiding. Daarmee wordt getracht om het landschap niet teveel te versnipperen en
organisaties te laten bestaan met kritische massa waarmee continuïteit en kwaliteit is geborgd en
bepaalde innovaties gemakkelijker in gang gezet kunnen worden. Het aantal aanbieders (in de ZIN1)
1
ZIN is Zorg In Natura
10
van 37 betekent al een zeer forse stijging van het aantal aanbieders ten opzichte van 2014. Met het
selectief toelaten van nieuwe aanbieders wordt ook de beheersbaarheid van contracten vanuit de
gemeente geregeld. Van de andere kant kunnen aspecten als “beter en goedkoper” en
“keuzevrijheid” weer wel worden georganiseerd als het mogelijk is om nieuwe aanbieders toe te
laten. Het selectief toelaten van nieuwe aanbieders gebeurt door bijvoorbeeld:
Zorgaanbieder biedt product wat voorziet in vraag van burgers en dit product kan niet
geleverd worden door de huidige gecontracteerde zorgaanbieders;
Zorgaanbieders die in het verleden op basis van PGB leverden, wordt een ZIN contract
aangeboden wanneer PGB geen goed alternatief biedt voor kwalitatief goede zorg.
Voor Beschermd Wonen worden in principe geen nieuwe aanbieders toegelaten. Dit komt omdat het
aanbod voorlopig toereikend is. Bovendien is het budget scheef verdeeld over de aanbieders in
beschermd wonen, en zijn er al relatief veel kleine aanbieders. De insteek is om innovatie en
keuzevrijheid voor 2016 te organiseren bij de bestaande aanbieders.
Zoals in hoofdstuk twee al is aangegeven, zullen we in 2016 ook richtlijnen ontwikkelen voor de
eventuele uitstroom van aanbieders.
11
4. Financieel kader en plan Wmo
4.1 Ontwikkelingen en hoogte Integratie-uitkeringen Wmo
Uitgangspunt voor de inkoop zijn de budgetten die voor Wmo Begeleiding en Wmo Beschermd
Wonen zijn opgenomen in de meicirculaire 2015.
Voor Begeleiding bepaalt elke gemeente binnen de regio H4 het financiële kader en het beschikbaar
budget voor de inkoop ZIN. In 2016 zal voor de verdeling van het macrobudget een nieuw objectief
verdeelmodel worden geïntroduceerd. Een groeipad van het historisch naar het nieuwe objectief
verdeelmodel is voorzien. Voor gemeente Delft betekent dit een stijging van het budget. Het Rijk
verwacht dat meer klanten dan voorzien in de wet langdurige zorg zijn terechtgekomen, in plaats van
de Wmo. Hiervoor is het budget 2016 gecorrigeerd.
Voor Beschermd Wonen is de meicirculaire tevens maatgevend voor de inkoop ZIN. De bijstelling in
de meicirculaire blijkt groter (neerwaarts) dan verwacht. De belangrijkste oorzaak is dat Delft in een
nieuw toegepaste verdeling van het macrobudget nadeelgemeente is. De komende periode vindt nog
een nadere onafhankelijke toets op de verdeling plaats. Op basis daarvan kunnen eventueel nog
bijstellingen plaatsvinden die kunnen leiden tot een correctie in de septembercirculaire. Door de
impact van de neerwaartse bijstelling is het op dit moment niet mogelijk om een financieel sluitend
inkoopplan voor Beschermd Wonen te presenteren (sluitend met het budget in de meicirculaire). De
komende tijd worden de volgende acties ondernomen om alsnog te komen tot een sluitend
financieel plan:
a. Wij gaan met het Rijk de dialoog aan hoe het mogelijk is dat Delft als
centrumgemeente zo veel op de budgetten gekort wordt, en of correctie mogelijk is
gezien de tekorten die ontstaan;
b. Wij gaan het gesprek aan met de gemeenten in de DWO regio, om te bekijken of
dekking bestaat voor het tekort. Daarin zal ook Delft bezien of en welke dekking
mogelijk en gewenst is;
c. Met zorgaanbieders wordt het gesprek over het huidige tekort in Beschermd Wonen
aangegaan. De mogelijkheid wordt met hen besproken over een versnelde beweging
van intramuraal naar extramuraal en noodzakelijke tariefkortingen.
4.2 Opbouw financiën inkoopplan 2016
Naast het budget voor ZIN zijn er andere uitgaven die uit het Wmo budget voor nieuwe taken
gefinancierd worden. Het inkoopplan is opgenomen in de bijlage. Uit het budget moeten in ieder
geval de de volgende uitgaven gefinancierd worden:
Zorg in natura (ZIN)
De deelbudgetten binnen ZIN worden nog afgestemd met de zorgaanbieders. In mei en juni vindt
consultatie van de zorgaanbieders in de Wmo plaats. Onderwerp van gesprek zijn zichtbare trends,
innovatie en continuïteit van zorg.
Persoonsgebonden budget (PGB)
Delft wil het gebruik van PGB stimuleren voor die doelgroepen waar met PGB zelfredzaamheid en
eigen kracht gestimuleerd wordt. Bovendien werkt een PGB kostenverlagend, omdat tarieven lager
zijn dan in de ZIN.
12
Wmo teams
Deze post betreft het personeel en overige kosten in de toegangsorganisatie die ingezet wordt op
toeleiding en toewijzing tot ondersteuning (nieuwe taken) en indirecte taken. Deze post blijft in 2016
ongewijzigd, omdat het belangrijk is om te kunnen blijven sturen op de kwaliteit van zorg en
ondersteuning en beheersing van de uitgaven vanuit de toegang. Zowel voor Begeleiding als
Beschermd Wonen.
Uitvoeringskosten
Dit zijn aan Wmo gerelateerde kosten in de uitvoering, niet zijnde de Toegang. Hieronder wordt in
Delft verstaan de kosten van onder andere het inkoopbureau, het toezicht van de GGD en ICT
ondersteuning.
Overige kosten
Deze kosten betreffen de uitgaven ten behoeve van landelijke arrangementen, Mee,
Wtcg/armoedebestrijding, mantelzorgondersteuning en GGZ inloop.
Innovatiebudget
Mede gezien de daling van het budget voor Beschermd Wonen in de meicirculaire wordt het
innovatiebudget voor 2016 op nul gesteld. Innovatie wordt vormgegeven binnen de contracten ZIN.
4.3 Risico’s
Het inkoopproces 2016 kent twee risico’s:
1. Het budget in de meicirculaire leidt tot noodzakelijke kortingen die niet of te beperkt door de
aanbieders geaccepteerd worden. Waardoor een steviger inkoopproces noodzakelijk is.
2. De huidige problemen met administratieve lasten kunnen onvoldoende worden opgelost, en
vragen om bijstelling van (bijvoorbeeld) de systematiek van bekostiging.
Ad 1:
Zoals uit dit hoofdstuk blijkt bestaan er financiële risico’s ten aanzien van de hoogte van het budget
2016 (dat nog bekend moet worden met de meicirculaire) ten opzichte van de verwachte kosten
2016. Zowel voor begeleiding als Beschermd Wonen. De financiële risico’s betekenen ook een risico
voor het proces van de inkoop Wmo 2016. Immers, grote verschillen tussen budget en kosten
moeten in het inkoopproces, in de dialoog en in de uiteindelijke afspraken over bijvoorbeeld het
verlagen van het voorzieningenniveau of het aanpassen van producten en tarieven, opgelost worden.
Dit kan betekenen dat weerstand bij aanbieders ontstaat, wat leidt tot een aangepast en intensief
proces van communicatie en afstemming.
Ad 2:
Het administratieve proces voor aanbieders loopt van toewijzing bij de gemeente, via het opstellen
van een zorgplan, verantwoording van aantallen uren en dagdelen bij het CAK (voor vaststelling eigen
bijdragen) tot aan facturatie volgens maandtarieven bij DSW en betaling door gemeenten. Dit proces
loopt nog niet optimaal. Ontwikkeling vindt nog plaats op gebied van de inrichting van het proces en
de (lokale en landelijke) ICT. Afspraken in het contract en de systematiek van bekostiging moeten
passen in de ambitie tot verlaging van de administratieve lastendruk. In de dialoog wordt bezien of
hier eventuele aanpassingen in het proces en gemaakte contractuele afspraken (2015) voor nodig
zijn.
13
5. Vervolgproces
Om te komen tot contractering Wmo 2016 wordt in H4 het volgende proces doorlopen:
Wmo inkoop 2016
2015
Vaststellen inkoopkader gemeenteraad
juni en juli
Met cliëntenorganisaties bepalen rol in inkoopproces
juni
Dialoogtafels over administratie, producten en tarieven
juni tot en met
september
Vertalen meicirculaire naar tarieven
juni tot en met juli
Besluit college van B&W over tarieven
augustus
Inkoopresultaat besluit college en ter informatie naar raad
oktober, november
Ondertekenen addendum resultaatovereenkomst Wmo 2016
H4 en zorgaanbieders
november
De planning van het inkoopproces Jeugd 2016 loopt iets voor op de planning van de Wmo. Vanuit
Delft heeft een eerste dialoog met zorgaanbieders in de Jeugd al plaatsgevonden. De gehele
dialoogfase in de Wmo moet nog starten (van juni tot en met september).
Eind 2015 wordt het proces in gang gezet om de inkoop Wmo en administratie Wmo vanaf 2017 te
stroomlijnen met Jeugd.
14
Bijlage Financieel inkoopkader/plan 2016
Inkoopplan Delft
0. Macrobudget
Integratie uitkering Wmo
Eigen bijdragen
Budget Wmo
Begeleiding
2015
€ 10.338
€ 416
€ 10.754
2016
€ 10.939
€ 416
€ 11.355
€ 2.053
€ 3.022
€9
€ 155
*
*
*
*
Beschermd Wonen
%
5,8%
0,0%
5,6%
2015
€ 18.107
€ 610
€ 18.718
2016
€ 16.079
€ 610
€ 16.689
€ 12.106
**
€ 2.543
**
Wmo BW Volledig pakket thuis
€ 763
**
Wmo BW Vervoer
€ 103
**
%
-11,2%
0,0%
-10,8%
1. Zorg in natura (ZIN)
1.1 Begeleiding
Wmo Begeleiding Groep
Wmo Begeleiding Individueel
Wmo Begeleiding Kortdurend verblijf
Wmo Begeleiding Vervoer
1.2 Beschermd Wonen
Wmo BW ZZP / Intramuraal
Wmo BW GGZ-C / Begeleiding extramuraal
Totaal Zorg in natura
€ 5.239
€ 5.700
8,8%
€ 15.515
€ 14.900
-4,0%
2. Persoonsgebonden budget (PGB)
Persoonsgebonden budget
Persoonsgebonden budget
€ 1.778
€ 1.778
€ 1.600
€ 1.600
-10,0%
-10,0%
€ 2.297
€ 2.297
€ 2.100
€ 2.100
-8,6%
-8,6%
3. Wmo teams
Personeel in Toegang(nieuwe taken)
Personeel in Toegang(nieuwe taken)
€ 827
€ 827
€ 827
€ 827
0,0%
0,0%
€ 483
€ 483
€ 483
€ 483
0,0%
0,0%
3. Uitvoeringskosten
Uitvoeringskosten (o.a. Ink.bureau)
Uitvoeringskosten (o.a. Ink.bureau)
€ 207
€ 207
€ 207
€ 207
0,0%
0,0%
€ 60
€ 60
€ 60
€ 60
0,0%
0,0%
€ 1.130
€ 1.100
€ 47
€ 1.130
€ 1.100
€ 47
0,0%
0,0%
0,0%
€0
€0
€ 362
€0
100,0%
€ 427
€ 2.704
€ 427
€ 2.704
0,0%
0,0%
€ 362
€0
-
€ 10.754
€ 11.038
2,6%
€ 18.718
€ 17.543
-6,3%
€0
€ 317
-
€0
€ -854
-
4. Overige kosten
MEE
Wtcg/Armoedebestrijding
Mantelzorgondersteuning
Innovatiebudget
GGZ inloop
Overige kosten
Totaal kosten
Overschot (+), Tekort (-)
* en **: Zie toelichting volgende pagina, punt 4
15
Met de volgende toelichting bij de bijlage:
1. De bedragen 2015 betreffen de begrotingsbedragen 2015. Het begrote bedrag voor de
integratie uitkering Sociaal Domein, onderdeel Wmo voor 2015 is door het Rijk
gecommuniceerd met de septembercirculaire 2014;
2. De bedragen 2016 betreffen de budgetten voor verschillende posten en percelen binnen de
Wmo. De integratie-uitkering Sociaal Domein, onderdeel Wmo voor 2016 is door het Rijk
gecommuniceerd met de (recente) meicirculaire 2015. Daarbij is aangegeven dat voor
Beschermd Wonen nader onderzoek plaatsvindt en nog verschuivingen tussen
centrumgemeenten kunnen plaatsvinden. Deze worden gecommuniceerd in de aanstaande
septembercirculaire;
3. Er is nog geen prognose voor de eigen bijdragen 2015 vast te stellen, omdat nog weinig
cijfers bekend zijn. De eigen bijdragen worden daarom gelijk aan 2015 gehouden.
4. * en ** (zie tabel voorgaande pagina). De totaalbedragen voor Zorg in Natura 2016 zijn
gebaseerd op de huidige prognoses voor 2015. Deze prognose is nominaal, zonder
indexering, overgenomen voor 2016. De onderlinge verdeling over sub posten is nog niet te
geven. De dialoog hierover met aanbieders vindt op dit moment plaats en wordt in overleg
met hen vastgesteld;
5. Het budget voor PGB wordt voor 2016 aangepast op de prognose 2015. Zonder indexatie.
Conform de ZIN;
6. Overige posten worden gelijk gehouden aan de begroting 2015. Het innovatiebudget
Beschermd Wonen komt in verband met de sterk verminderde middelen uit de integratie
uitkering komen te vervallen.
16
Download