WEEK 4 Koude Oorlog, dekolonisatie, welvaartstaat CUBA CRISIS • Cuba 1962 – De Amerikaanse vloot blokkeert de toegang tot Cuba voor schepen vanuit Rusland. De hele wereld houdt haar adem in, want een conflict tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie zou ongetwijfeld uitlopen op een kernoorlog. Op 24 oktober 1962 begon de Cubacrisis, de week waarin de mensheid het dichtst bij haar eigen vernietiging kwam. • . • . • Aan het begin van de jaren ’60 liep de spanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hoog op. De Sovjets waren op 13 augustus 1961 begonnen aan de bouw van de Berlijnse muur, ondanks felle kritiek vanuit het Westen. De constructie werd bewaakt door het Sovjet leger, wat door West-Duitsland als een bedreiging werd gezien. De Amerikaanse president John F. Kennedy reageerde door ook extra Amerikaanse soldaten naar Berlijn te sturen. Het gevolg was een crisisachtige sfeer, waarbij een treffen tussen de twee legers maar ternauwernood kon worden voorkomen • Nog geen jaar later, in augustus 1962, ontdekte een Amerikaanse spionagevliegtuig dat de Sovjets bezig waren met het plaatsen van kernwapens op Cuba. Kennedy beschouwde dit als een duidelijke provocatie van Chroesjtjov die niet onbeantwoord kon gaan. Een invasie van Cuba sloot hij echter uit, vanwege de vrees dat dit zou leiden tot een kernoorlog met Rusland. Op 22 oktober 1962 maakte Kennedy daarom in een toespraak op de televisie bekend dat hij een quarantaine instelde voor het eiland Cuba. Om te voorkomen dat de raketinstallaties op Cuba voltooid werden kreeg geen enkel Sovjet schip meer toegang tot het eiland. Twee dagen later, op 24 oktober, werd de zeeblokkade van kracht. • Er ontstond vervolgens een uiterst gespannen situatie, want in principe hadden de Amerikanen met de blokkade van Cuba een oorlogsdaad begaan. Als de Sovjet Unie dit voorwendsel aan zou grijpen, of anders de blokkade simpelweg negeerde, zou het alsnog tot een treffen komen. Uiteindelijk liet het officiële standpunt van Chroesjtsjov over de situatie bijna een week op zich wachten. Pas op zondagochtend 28 oktober maakte de Sovjet premier op de radio bekend dat er een diplomatieke overeenkomst was bereikt en dat de raketbases op Cuba zouden worden ontmanteld. Hiermee kwam een einde aan crisis en kon de wereld weer opgelucht ademhalen NL EN EUROPESE INTEGRATIE • NL wilde graag gemeenschappelijke markt, supranationaal • NL wilde graag Britse toetreding, maar VK wilde geen supranationaliteit • Tegen plan DE Gaulle voor Politieke Unie, zou NAVO schaden en Britse toetreding < • 1963 Frans-Duits vriendschapsverdrag NL VOOR EN NA WO II: VERSCHILLEN • 1. einde neutraliteit, NAVO, EG, VN • 2. verlies NL Indie • 3. industrialisatie, econ. Groei, bijna volledige werkgelegenheid • 4. keynesiaanse compromis: werkgelegenheid, arbeidsrust, sociale zekerheid • 5. verzorgingsstaat • 6. consumptiemaatschappij • 7. meer vertrouwen parl. Democratie • 8. pol. Partijen werden programmapartij ipv beginselpartij, rooms rood 48-58 • 9. permanente inbreng arbeidersbeweging in pol. besluitvorming OVEREENKOMSTEN • Vooroologse verzuiling herstelde zich snel • Pas jaren zestig afbrokkeling verzuiling • WO II inzet van debat jaren zestig, Vietnamoorlog, protest Claus DEKOLONISATIE • Whig interpretatie: • Whig-geschiedenis is een manier van geschiedschrijving waarbij het verleden wordt opgevat als een onvermijdelijke ontwikkeling die leidt tot vooruitgang, naar meer vrijheid en verlichting. Het hoogtepunt van deze ontwikkeling is de vorming van staten met een constitutionele democratie, bijvoorbeeld een constitutionele republiek of een constitutionele monarchie. • Whig-geschiedenis wordt soms als gelijkwaardig aan presentisme beschouwd. Echter, bij presentisme ligt de nadruk sterker op het weglaten van de ideeën en perspectieven van de beschreven periode die nodig zouden zijn om de feiten uit die periode echt te kunnen begrijpen. • Historicus David Hackett Fischer noemt presentisme een logische drogreden ook wel de „drogreden van nunc pro tunc („fallacy of nunc pro tunc”)”.[1] Het „klassieke voorbeeld“ van presentisme is volgens Fischer de zogenaamd „Whig-geschiedenis”, waarbij bepaalde achttiende en negentiende-eeuw Britse historici geschiedschrijving gebruikten om hun eigen politieke overtuigingen te staven • In dit soort benadering, dat de relevantie van geschiedenis voor het heden benadrukt, krijgen de zaken die niet relevant schijnen om de eigen overtuiging te staven weinig aandacht, wat (vaak) leidt tot een misleidend beeld van het verleden. „Whiggeschiedenis” en „Whig-achtig” worden vaak gebruikt als synoniemen voor presentisme, in het bijzonder wanneer de historische voorstelling in kwestie teleologisch of triomfalistisch is. • Whig history has many similarities with the Marxist–Leninist theory of history, which presupposes that humanity is moving through historical stages to the classless, egalitarian society to which communism aspires. • Whig history is a form of liberalism, putting its faith in the power of human reason to reshape society for the better, regardless of past history and tradition. It proposes the inevitable progress of mankind. Its opposite is conservative history or "Toryism." The English historian A. J. P. Taylor commented, "Toryism rests on doubt in human nature; it distrusts improvement, clings to traditional institutions, prefers the past to the future. WHIG INTERPRETATIE DEKOLONISATIE • Gehele koloniale geschiedenis was voorspel tot de onvermijdelijke en triomfantelijke onafhankelijkheid • Dekolonisatie wil dus maar geen geschiedenis worden • Er is geen probleemstelling, theorie en discussie • Wel bij imperialisme, Hobson: economische problemen Europa: zoeken naar nieuwe markten • Bij dekolonisatie geen debat over de oorzaken, verloop van dekolonisatie, schuldvraag, goed en kwaad NU IS ER WEL EEN DEBAT • Betekenis van koloniën voor moederland en andersom • Was dekolonisatie het einde van het koloniale tijdvak of slechts de voortzetting met andere middelen FERNAND BRAUDEL • Historische gebeurtenis drie tijdniveaus: • 1. korte • 2. middellange • 3. lange duur • Op de korte termijn is er sprake van initiatieven van groepen of individuen als oorlogen, revoluties, wisselingen van regeringen, conjunctuurbewegingen en politieke verschuivingen. Deze lijken op dat moment de geschiedenis te sturen, maar op de lange termijn hebben ze niet noodzakelijk een grote invloed. Op de middellange termijn spelen cyclische technologische en economische veranderingen en de bevolkingsgroei een rol. De lange termijn wordt bepaald door geografische en klimatologische veranderingen en brengt fundamentele veranderingen teweeg die echter voor tijdgenoten niet of nauwelijks zichtbaar zijn. DEKOLONISATIE • 1. tweede dekolonisatie: Azie 1946-1949 (Filippijnen, India, Pakistan, Birma, Sri Lanka, Indonesie, uitzondering Indo-China • 2. tweede dekolonisatie: Afrika 1960-1974 • 3. eerste grote dekolonisatie 1800: Amerikaanse VrIjheidsoorlog, Ontbinding Spaanse en Portugese rijken in Zuid en Midden Amerika: dit waren echte kolonien, Volksplantingen • Azie en Afrika: • 1. Europeanen in minderheid, wel vestigingskolonien: Algerije, Kenia, Rhodesie, dus geen nieuwe wereld • 2. tamelijk recent onder Europees gezag DERDE DEKOLONISATIE • Geruisloze geschiedenis Britse dominions • Canada, Australie en Nieuw Zeeland • Echte success story Britse empire, uitzondering Zuid-Afrika VERSCHIL BRITSE/FRANSE KOLONIALE DENKEN • Niveau van de lange termijn • Britse visie: bij einde van kolonialisme worden kolonien zelfstandige maar nauw betrokken met VK, sttaen • Franse denken: worden de gekleurde volken aan einde van het proces gekleurde Fransen • Idee van overzeese landgenoten bestond bij Britten alleen bij white dominions • Fransen hadden geen white dominions, Franse revolutie MIDDELLANGE TERMIJN • Demografische factor, Europa <, Azie > (hygiene, levenspeil) • Verschuiving macht Europa naar VS • Opkomst nationalistische bewegingen (Westerse ideologie), verzet beter dan collaboratie) KORTE DUUR • Wereldhegemonie VS na WO II, antikoloniaal • Anti-imperialisme SU • Verzwakt Europa • Bezetting aantal kolonien door Japan: Inso-China en Indonesie • Restauratie koloniale macht noodzakelijk, anders dan continuering • Koloniale consensus moederland < VGL INDIA, INDONESIE, INDO-CHINA • VK, Frankrijk, NL na 1945 nationalisme kolonien • VK gaf toe, NL en Frankrijk verzet • NL en Frankrijk was moederland bezte gedurende WO II, VK niet • NL moest Indonesie opgeven door druk VS • Frankrijk verzette zich met steun van VS MAAKTE DEKOLONISATIE VERSCHIL? • Aanvankelijk dekolonisatie cesuur, optimisme over toekomst • Geloof in ontwikkelingspolitiek en social engineering • Dat sloeg snel om: Westen: teleurstelling over bereidheid economische liberalisme, democratie, hritiek multinationals, neutraliteitspolitiek • Voormalige kolonien zelf ook teleurstelling: welvaart stagneerde, schulden, uitbuiting • Dus geen cesuur, continuiteit Westerse dominantie DEKOLONISATIE • In India, Indo-China uiteindelijke radicale breuk • Afrika: continuiteit, ontwikkelingssamenwerking, niet einde van problemen, • Kolonialisme was bepaalde vorm van machtsuitoefening, dekolonisatie bracht nieuwe wereldorde • Strijd om clienten tussen Oost en West, positie ex-kolonien > • In nieuwe wereldorde hebben Azie en Afrika een wezenlijk andere plaats