De otter

advertisement
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Kattenberg, Kattenberg 9 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Naam student
Chloë Cottyn
Naam mentor
Karel Hermans
School
Vrije Basisschool Sancta Maria Sint-Martens-Latem
WOENSDAG
Leergroep
Klas
4A-4B Aantal lln.
OLO 3C
29
23/04/2014 Handtekening mentor + datum:
Van /
Leergebied(onderdeel)
Wereldoriëntatie (Mens en natuur)
Lesonderwerp
De otter
Leerplandoelen
Deelleerplan: Wereldoriëntatie, net: VVKBaO
NA 7.5: Kinderen ontdekken dat er tussen mensen onderling, dieren onderling
en planten onderling veel gelijkenissen bestaan.
Dat houdt in dat ze…

basisbegrippen om de uitwendige bouw van een dier te beschrijven, correct
kunnen hanteren: kop, buik, staart, veren, klauw, bek, nek, vin, kieuw, schub,
schelp ...
NA 7.7: Kinderen zien in dat organismen aangepast zijn aan een leefwijze in
een bepaald milieu.
Dat houdt in dat ze…

ervaren en beseffen dat milieufactoren (vochtigheid, voedsel,
bodemeigenschappen, lichtintensiteit, lucht en temperatuur) een invloed
hebben op mensen, dieren en planten.

bij organismen kenmerken kunnen aangeven waaruit blijkt dat ze aangepast
zijn aan hun omgeving (bv. voor voeding, beschutting, verdediging en aan
omgevingsinvloeden zoals vervuiling, seizoenen ...).
NA 7.10: Kinderen ontdekken en zien in dat veel mensen de aanwezigheid van
organismen in hun omgeving waarderen en/of beïnvloeden.
Dat houdt in dat ze…

vaststellen dat menselijke activiteiten oorzaak kunnen zijn van lucht-, water- en
bodemverontreiniging (bv. ongevallen met tankers).

vaststellen dat mensen de aanwezigheid van planten of dieren trachten te
beheersen (bv. door de jacht, de bescherming van plantensoorten).
DO 0.10: Kinderen kunnen vragen stellen waarvan de antwoorden
onderzoekbaar of opzoekbaar zijn.
Lesdoelen
1. Aandachtig waarnemen van de otter.
2. Hun ervaringen en ideeën over otters verwoorden
3. Vragen stellen over de otter, waarvan de antwoorden aanleiding geven tot
onderzoek
4. Waargenomen informatie over de otter correct kunnen verwoorden.
5. De voordelen van de vacht voor de otter uitleggen in eigen woorden.
6. De voordelen van de zwemvliezen voor de otter uitleggen in eigen
woorden.
7. Het voordeel van naar voor gerichte ogen uitleggen in eigen woorden.
8. Respect en verwondering tonen voor de otter.
9. Werken samen in groep.
Beginsituatie
specifiek voor
deze les
Situering in het leerproces: aanbreng – inoefening – herhaling – evaluatie
Voorkennis van de klasgroep

De leerlingen hebben al andere dieren waargenomen. De otter echter nog
niet. De volgende dag gaan ze naar het natuurdomein De Blankaart waar
echte otters te zien zijn. Dit is een inleidende les.
Werkwijze van de klasmentor

?
Leerling-specifieke gegevens

?
Bronnen
http://www.een.be/programmas/dieren-in-nesten/bouw-mee-voor-de-otter
http://www.landschapvzw.be/otter
http://www.zoogdierenwerkgroep.be/sites/default/files/zwg/folder_zoogdierenen-water.pdf
http://www.vriendenvandeotter.nl/index.php?De_otter/Uiterlijk
De otter, een speelse spetter; EDUCATIE en INFORMATIE natuur en milieu
http://www.natuur-wereld.be/dieren/roofdieren/otter
http://www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=238
Uitgeprint op 21/07/2017
Chloë Cottyn
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Kattenberg, Kattenberg 9 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Lesscenario
1.
Vrije waarnemening: filmpje ‘De otter’/ prenten over de otter
6’
1,2
 Organisatie:
De leerlingen bekijken een kort filmpje waarin ze een otter zien. De leerlingen verwoorden wat ze
zien.
Indien er geen beamer of tv ter beschikking is, geef ik de leerlingen met 3 of 4 een prent met
daarop een volwassen otter, een babyotter, een mannetje en een vrouwtje. De leerlingen
bespreken samen wat ze zien. Daarna bespreken we klassikaal.
2.
Vragen formuleren: de otter
5’
3
 Richtvragen:
Wat zouden jullie nog willen weten over de otter?
 Organisatie:
De leerlingen zeggen wat ze nog willen weten over de otter.
 Differentiatie:
Wanneer er te weinig vragen komen, help ik mee.
Waar leven otters?
Wat eten ze?
Hoe is de otter aangepast aan zijn milieu?
3.
Onderzoek: coöperatieve werkvorm
40’
4,5,6,7,8
 Organisatie:
De leerlingen gaan in groepen van 6 zitten. Ze krijgen elk een onderwerp over de otter dat ze van
dichterbij gaan bestuderen. Ze krijgen hiervoor prenten, kleine stukjes tekst en eventueel korte
filmpjes. Daarna wisselen de groepjes zodat van elk onderwerp één leerling in de groep zit. Ze
vertellen elkaar wat ze te weten zijn gekomen. Ik begeleid het waarnemen zoveel mogelijk. Ik ga
rond en help groepen die vast zitten. Ik ga bij elke groep eens rond om te luisteren wat ze hebben
gevonden.
 Groepen:
1. Groep 1: Vacht
Welke kleur heeft de vacht?
Waarvoor zou dat kunnen dienen?
Otters hebben ook een dikke vacht. Hun huid beschermt hen met een vetlaag.
Waarom heeft een otter dit nodig?
2. Groep 2: Ogen
Op welk ander dier lijken de stand van de ogen het meest? (krokodil)
Bekijk de foto.
Waarvoor gebruikt de otter zijn ogen? (de omgeving bespeuren)
Wat is het voordeel? (hij valt niet op)
Als een krokodil: zo kan hij de omgeving bespeuren zonder op te vallen.
Uitgeprint op 21/07/2017
Chloë Cottyn
2
3. Groep 3: Poten
Tussen de tenen van de voor- en achterpoten zitten zwemvliezen. Zo kan de otter goed en snel
zwemmen.
4. Groep 4: Eten
Waar leeft de otter?
Wat zou hij daar te eten kunnen vinden? (Vis, bijvoorbeeld: forel, baarzen en paling)
Bekijk het filmpje. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_cndpclipsb13otter
Wie vind het niet zo leuk dat de otter alles opeet? (de vissers)
5. Groep 5: Leefmilieu
Waar leeft de otter? (in het water en op het land)
Bekijk het filmpje.
Wat doen de mensen? (vervuilen het water)
Wat gebeurd er met de otter? (sterven uit)
4.
Evaluatie en afronding: werkblad
10’
 Organisatie:
We bespreken wat de leerlingen allemaal in de groepen hebben geleerd en vullen zo het werkblad
in.
 Evaluatie:
Hoe lukte het om samen te werken in je groep?
Wat ging er goed?
Wat liep er fout?
Hoe kwam dat?
Op welke manier kan je het anders aanpakken?
Evaluatie
van je didactisch
handelen
Uitgeprint op 21/07/2017
Chloë Cottyn
3
Download