Twee otters uitgezet Opgave 1 Welk woord hoort waar? Kijk naar de omschrijvingen en vind het verticale woord. uitgezet | voortaan | slank | vacht | speciaal | uitgestorven | leefruimte 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 6 l in het vervolg mager apart pels niet meer bestaand plek om te kunnen bewegen toegevoegd 1 v o 2 3 s 4 v 5 e e f 7 u o s p a u r i r l e c i u t t a c h t i g a n i t g m e a n k a a e s t e z e l t o r v e n t Het verticale woord is: t a c h t i g Opgave 2 Welke woorden vormen met elkaar een samenstelling? Verbind! vrij-------------------------------dag land schap | jacht hond water dieren | zoet water zwem poten | nacht dier dieren tuin | water kant jacht geweer | dieren verzorger natuur gebied | zwem vlies Opgave 3 Om deze gatentekst in te vullen, lees je eerst alinea 2. Welk woord hoort waar? Let op: de betekenis van de tekst moet gelijk blijven. geschapen | beslist | bijzondere | bekijk | beesten | landdieren | bezitten Otters zijn lange, slanke b e e s t e n . Ze b e z i t t e n een bruine vacht. Het zijn b e s l i s t geen l a n d d i e r e n . Ze zijn g e s c h a p e n om in en om het water te leven. B e k i j k maar eens hun b i j z o n d e r e zwempoten. Opgave 4 Welke woorden horen bij elkaar? Dat zijn synoniemen. Verbind! probleem-----------------------moeilijkheid---------------------------- vraagstuk wild ongetemd ruig voortaan vanaf nu van heden af slank dun rank vacht dierenvel huidbedekking speciaal abnormaal ongewoon uitgestorven dood verlaten schoon zuiver helder Opgave 5 Hoe heten de ‘jonkies’? Kijk goed naar het voorbeeld. Kies uit: big | welp | kuiken | kitten | rups | veulen | huiler | lamprei | lam | kalf volwassen dier hond jonkie pup volwassen dier ezel jonkie ezelsveulen kat kitten kip kuiken paard veulen varken big koe kalf konijn lamprei schaap lam zeehond huiler leeuw welp vlinder rups Opgave 6 Er bestaan spreekwoorden en uitdrukkingen met het woord ‘beest’. Zet de letter achter het spreekwoord op de juiste plaats en vind het verborgen woord. beestjes zien (e) | het is een beestenboel (t) | het is bij de beesten af (o) | dat is de aard van het beestje (z) | huisje, boompje, beestje (w) | de beest uithangen (o) | het beestje bij de naam noemen (p) | een bakbeest (m) z w e m p o o t dat is nu eenmaal zijn karakter niets bijzonders dronken zijn een moeilijk te hanteren gevaarte duidelijke taal spreken zich verschrikkelijk slecht gedragen het is schandalig slecht onverzorgd en rommelig Het verborgen woord is: z w e m p o o t