Naturalis 1 - 1e trim BORDPLANNEN C. Discart E. Vanoutrive 1 ORGANISMEN IN HUN BIOTOOP Hoofdstuk 1 BIOTOOPSTUDIE IN HET BOS Hoofdstuk 2 HOE ZIJN BLOEMPLANTEN OPGEBOUWD? 1. Organismen in hun biotoop Natuurlijk evenwicht BOS Etagegroei & bosdieren Bodemdieren & sporen Kan je determineren: planten & dieren •zwammen •= BIOTISCH Plaats waar organismen samenleven onder bepaalde levensvoorwaarden = ABIOTISCH boomlaag loofbos / naaldbos struiklaag houtachtige stengels lichtinval & temperatuur kruidlaag kruidachtige stengels moslaag mos, paddenstoelen bosbodem via ontbinders = reducenten strooisellaag → bladgrond → humuslaag ondergrond bodemhardheid & vochtigheid bepalen 2. Delen van een bloemplant + functie BLADEREN STENGEL WORTEL verdampen van water (continue stroom in plant) transport van water en mineralen naar alle delen van de plant opname van water en mineralen vanuit de bodem 3. Wortel van een bloemplant BOUW bv. herderstasje bv. prei 1 hoofdwortel zijwortels wortelharen wortelmutsje AANPASSINGEN - opnamefunctie: vele fijne wortelhaartjes - groeifunctie: beschermend wortelmutsje - steunfunctie: diep en uitgebreid wortelstelsel (bv. beuk) hechtwortels om hoger te groeien (bv. klimop) - opslagfunctie: reservevoedsel in verdikte wortels (bv. biet) vele bijwortels 4. Stengel van een bloemplant BOUW eindknop stengel okselknop blad AANPASSINGEN - transportfunctie: verbinding tussen wortel en bladeren/bloemen groeifunctie: eindknop (hoofdstengel) + okselknop (zijstengels) steunfunctie: draagt bladeren, knoppen, bloemen, vruchten opslagfunctie: reservevoedsel in verdikte stengels (bv. aardappel) 5. Blad van een bloemplant (1) VERSCHEIDENHEID nervatuur insnijdingen bladrand insnijdingen bladschijf bladstand 6. Blad van een bloemplant (2) BOUW hoofdnerf zijnerven bladschijf bladmoes bladrand bladschede bladsteel AANPASSINGEN - verdampingsfunctie: groot plat bladoppervlak transportfunctie: via bladsteel en uitgebreid bladskelet steunfunctie: met verbrede bladsteel op de stengel opslagfunctie: reservevoedsel in verdikte bladeren (bv. ui) groeifunctie: (fotosynthese - zie later) 1 ORGANISMEN IN HUN BIOTOOP Hoofdstuk 3 HOE ZIJN GEWERVELDE DIEREN OPGEBOUWD? 7. Gewervelde dieren GEWERVELDEN 5 klassen: wervelkolom - kop – romp – ledematen vissen amfibieën reptielen vogels zoogdieren Kenmerken: - constante lichaamstemperatuur (haren en/of vetlaag) - zogen hun jongen - levendbarend (2 uitzonderingen) 8. Gewervelden: aanpassingen omgeving WATER WATER & LAND LAND ZINTUIGEN Vissen & Zeezoogdieren Amfibieën Zoogdieren Prooidier (bv. konijn) - stappen - voortbeweging - overgangsklasse van vissen → reptielen - springen - ademhaling - lichaamstemp. - huidademhaling door naakte huid - lopen - graven - voortplanting - metamorfose van kikkerdril → kikker - vliegen Roofdier (bv. kat) 9. Gewervelden: inwendige bouw SPIJSVERTERING mond slokdarm maag 12-vingerige darm ← galblaas ← lever ← alvleesklier ADEMHALING neus luchtpijp luchpijptakken longen bloedvaten hart milt middenrif UITSCHEIDING VOORTPLANTING ♀: eierstokken, eileiders, baarmoeder, vagina dunne darm ♂: teelballen, balzak zaadleiders, penis blinde darm + appendix dikke darm endeldarm aars TRANSPORT nieren urineleiders urineblaas urinebuis 10. Gewervelden: aanpassing voedingswijze BORSTHOLTE - ademhaling - transport - (spijsvertering) BUIKHOLTE - spijsvertering - uitscheiding - voortplanting - transport Konijn Mens Kat planteneter alleseter vleeseter 2 BOUWSTENEN VAN ORGANISMEN EN MATERIE Hoofdstuk 1 WAARUIT ZIJN ORGANISMEN OPGEBOUWD? 11. Plantencel & dierlijke cel Organisme → stelsels → organen → weefels → cellen ‖ kleinste levende eenheid van een organisme! celplasma vacuole celkern bladgroen celmembraan celwand bv. mondslijmvlies bv. ajuinvlies 12. Van cellen tot organimse groepering van organen die samen instaan voor 1 bepaalde levensfunctie levend wezen door harmonieuze samenwerking van stelsels CELLEN → WEEFSELS → ORGANEN → STELSELS → ORGANISMEN groepering van cellen met dezelfde - vorm - functie groepering van weefsels met een gemeenschappelijke functie vb. dekweefsel transportweefsel steunweefsel deelweefsel vb. blad stengel spierweefsel klierweefsel kraakbeenweefsel maag longtak