Departement Handelswetenschappen Campus Turnhout 2010-2011 Paper Gelden Kapitaalmarkten Philippe Dilen & Jochem Seels Studenten 2 FiVe 10 april 2011 Inhoudstafel Inleiding ........................................................................................................................................... 3 Vier soorten beleggingen ................................................................................................................ 4 Obligaties .............................................................................................................................. 4 Aandelen ............................................................................................................................... 5 Grondstoffen ......................................................................................................................... 5 Cash (wisselmarkten) ............................................................................................................ 6 Voorstelling conjunctuurcyclus ....................................................................................................... 6 Beleggingsmodel ............................................................................................................................ 7 Beleggingsmodel voor aandelen ..................................................................................................... 9 Wat te doen bij stagnerende economie? ........................................................................................ 10 Het beleggingsmodel is geen zekerheid .......................................................................................... 11 Kunnen we tips altijd geloven? ....................................................................................................... 11 In welke situatie bevinden we ons nu? ........................................................................................... 12 Bronnen ........................................................................................................................................... 13 2 Inleiding Deze paper zal iedereen die minder vertrouwd is met de verschillende beleggingsvormen in staat moeten stellen om een alternatief te zoeken voor hun spaarboekje. Om onze lezers beter te informeren gaan we ons focussen op de conjunctuurcyclus van de economie, op aandelen, obligaties, cash en grondstoffen. We gaan ons vooral verdiepen in aandelen. Op welke moment beleggen in welke beleggingsvormen is van cruciaal belang en zal hier ook uitgebreid aan bod komen. Om tot een objectieve studie te komen, hebben we voornamelijk gebruik gemaakt van boeken. Deze boeken zijn geschreven door experten die hun meningen en ervaringen met ons willen delen. Graag hadden we Meneer Sondervorst willen bedanken, die ons gedurende het werkjaar heeft opgevolgd en bijgestuurd, voor de tips en de raad die hij ons gegeven heeft. 3 Vier soorten van beleggingen Obligaties Een eerste soort van belegging die we bespreken is de obligatie. Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan. Het uitgeven van obligaties is een middel om aan extra kapitaal te komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding op de voorop vastgestelde datum. Een obligatielening heeft een looptijd, bijvoorbeeld van vijf, tien of dertig jaar. Als men obligaties met een voldoende hoge rating aankoopt ( bv: AAA,AA… ) is dit een relatief veilige belegging. De kans op faillissement is beperkt op echt goede obligaties. De koersen van obligaties reageren op schommelingen van de rente. Daalt de marktrente, dan stijgt de waarde van een obligatie. Maar stijgt de (korte) rente, dan dalen de koersen van obligaties: beleggers kunnen hun geld nu immers elders wegzetten tegen een hogere rente. De oorspronkelijke vorm van een obligatie was echter wel een papier, dat overigens uit twee delen bestaat: de mantel en het couponblad. Een mantel is daarbij het werkelijke schuldbewijs, waarop staat aangegeven hoeveel de debiteur aan het eind van de looptijd zal betalen aan de bezitter van de obligatie. Verder staan er de gegevens van de debiteur en het te vergoeden rentepercentage op. Het tweede deel, het couponblad, is een verzameling van bonnetjes (=de coupons). Deze coupons geven per rentevervaldatum, meestal jaarlijks, recht op een rentevergoeding voor het geleende nominale bedrag van de obligatie. Obligaties noteren normaal gesproken in procenten. Afhankelijk van de algemene rentestand zal voor een obligatie meer of minder dan 100% van de hoofdsom moeten worden betaald. Soorten obligaties: - De meest bekende obligatie keert een vaste rente uit over het nominale bedrag (bv: staatsobligatie) - obligaties die een deels of geheel variabele rente uitkeren, die eens in de zoveel tijd bepaald wordt. (= een 'obligatie met floating rate'). - step-up bonds, waarvan de rente over de tijd stijgt. - Renteloze obligaties, de zogenaamde nul-coupon obligaties, bullets of zerobonds. Dit soort obligatie wordt ver onder de 100 procent uitgegeven en groeit dan aan tot 100 procent waarde. - Converteerbare obligaties hebben bepaalde optie (tegen een vooraf bepaalde prijs binnen een afgesproken periode een bepaald goed te kopen of te verkopen) aspecten. 4 Aandeel Een tweede soort van belegging zijn aandelen. Een aandeel is een bewijs van deelname in een bedrijf. Met andere woorden ben je mede-eigenaar van het bedrijf. Vooral de verhandelbare aandelen interesseren ons die op de aandelenmarkten worden verhandeld. De waarde van het aandeel zal schommelen en door deze schommelingen zal men uiteindelijk winst of verlies boeken ( eventueel ook dividend ). Een aandeel kan aan toonder of op naam zijn. De eigenaar van een aandeel aan toonder is simpel weg diegene die het aandeel in handen heeft. De eigenaar van een aandeel op naam is uiteraard die persoon. Op de aandelenmarkt zijn er genoeg exotische producten zoals opties, warrants, strips… Laat dit soort van producten over aan de specialisten. Als je hier onvoldoende kennis over hebt, dreigt het gevaar van verlies. Als belegger in aandelen moet men zijn risico verspreiden. Dit kan door zelf te diversifiëren, maar ook door te beleggen in fondsen. Zij diversifiëren in uw plaats. Zij kopen pakketten aandelen en door de stijging of daling van deze aandelen zal de waarde van het fonds ook stijgen of dalen. Het Belgische Value Square Fund Equity World is een fonds dat het de voorbije jaren uitstekend doet. In 2009 boekte het een winst van bijna 50 % en in 2010 een goede 30 %. Dit bewijst dat als achter het fonds goede fondsbeheerders zitten, ook de belegger een graantje meepikt. Grondstoffen Voorbeelden van grondstoffen: Olieproducten Edele metalen bv: goud, zilver, platina,… Non-Ferro bv: koper, tin, lood, zink, nikkel,… Zachte grondstoffen bv: koffie, cacao, suiker,… Landbouwproducten bv: tarwe, maïs, rubber, haver,… Secundaire grondstoffen bv: Oud Papier/Karton, Ijzerschroot en Non-ferroschroot Elektriciteit Voor een particuliere belegger is het niet evident om in grondstoffen te beleggen. Men kan onmogelijk 100 kilo cacao of suiker kopen en bij hogere prijzen deze terug verkopen. Men kan wel bijvoorbeeld fysiek goud en zilver kopen of een papierenslag organiseren met de Chiro en deze verkopen. Maar het echte beleggen in grondstoffen is weggelegd voor de multinationals en de experts. Voor een particuliere belegger is het veel gemakkelijker om in fondsen te beleggen die met grondstoffen handelen. Zo zijn er bijvoorbeeld fondsen gespecialiseerd in tarwe, maïs… Momenteel zijn olie en goud de grondstoffen die echt “hot” zijn in de markt. Deze twee grondstoffen, samen met zilver zijn de meest verhandelde grondstoffen. Men kan natuurlijk ook beleggen in aandelen van bedrijven die met grondstoffen werken, bijvoorbeeld: Rio Tinto, Novagold, Nyrstar, Petrobras… Als de prijs van de grondstoffen stijgen zal in de meeste gevallen ook de waarde van het aandeel van dit bedrijf stijgen. 5 Cash (wisselmarkten) Het speculeren op de wisselmarkten is de vierde belegging. De wisselmarkt of valutamarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vreemde valuta. De transacties worden door professionelen verricht, zowel op de wisselbeurzen als via mondelinge of schriftelijke contacten buiten de beurs. De prijs die hierbij tot stand komt is de wisselkoers. Een wisselkoers is de waarde van geld van een bepaald land in vergelijking met dat van een ander land, het is de prijs waartegen een munt kan worden gekocht of verkocht. Met dit soort belegging wordt alleen maar gespeculeerd. Gekocht en verkocht als de waarde van de munt veranderd. Dit houd een relatief hoog risico in. Imposante gebeurtenissen in de wereld kan bijvoorbeeld een valuta koers maken of kraken. Ook hier kunnen we aandelen aankoppelen. Men koopt in België een Amerikaans aandeel dat genoteerd staat in dollar. Waarschijnlijk als de waarde van de euro hoog staat. Na een tijd verkoopt men dit aandeel als de waarde van de dollar hoog staat. Zo kan men ook winst bekomen. Natuurlijk heb je hier een dubbelrisico. Het risico van het aandeel en dat van de wisselkoers. Ook het beleggen in obligaties kan men combineren met wisselkoersen. Als men bij de couponuitreiking meer winst kan bekomen dan het de normale couponwaarde door de wisselkoers, heeft men voordeel. Natuurlijk kan het ook omgekeerd. Voorstelling conjunctuurcyclus In België is het BBP sinds wereldoorlog twee alleen maar gestegen. In een grafiek zou dit een rechte lijn voorstellen. Als we inzoomen op deze rechte lijn en dit en detail gaan studeren zijn we eerder een slingerbeweging rond die rechte lijn. De rechte lijn stelt de trend voor, de slingerende beweging noemen we de conjunctuur. Conjunctuur definiëren we als de schommeling van de effectieve economische groei rond de trendmatige groei. De trend is de groei van het potentiële BBP in reële termen. De reële groei van het potentiële BBP geeft aan hoe het BBP maximaal kan groeien zonder rekening te houden met inflatie. Dit kunnen we berekenen door de verwachte toename van de beroepsbevolking en de productiviteit op te tellen. Naast het potentiële BBP bestaat er ook een effectief reële BBP. Dit wordt berekent door de productiviteit op te tellen met de effectieve tewerkstelling. De economie kan het potentieel halen, erboven zitten of eronder en dit zorgt voor de slingerbeweging van de conjunctuurcyclus. 6 a: expansie b: boom (hoogconjunctuur) f: heropleving g: herstel c: recessie d: depressie e: slump Het gedeelte tussen a-b is de expansiefase. Het hoogtepunt van de expansiefase noemen we de boom. Als het punt van de boom bereikt is spreken we van hoogconjunctuur. Nu gaat het zeer goed met de economie en een recessie ligt op de loer. Het gedeelte b-c noemt dan ook de recessie. Het gedeelte c-d noemt de depressie. Het dieptepunt van de depressie noemt men de slump en er is sprake van laagconjunctuur. Dit is echt wel het dieptepunt waarin een economie zich kan bevinden. Het gedeelte e-f noemt de heropleving en als de economie echt terug op zijn pootjes terugkomt kunnen we spreken van een herstel. Beleggingsmodel Zoals we net besproken hebben, beweegt de economie in golven. Het zou natuurlijk veel gemakkelijker zijn als deze golven er niet waren. Dan zou er nooit de angst van verlies van een job zijn en konden we veel gemakkelijker leningen afsluiten. Maar wat ons vooral interesseert is dat ook beleggen veel gemakkelijker zou worden. We zouden bijna precies kunnen voorspellen hoeveel winst een bedrijf zou maken voor de komende tien jaren. Nu is er wel een nadeel. Iedereen zou dit kunnen voorspellen en iedereen zou de waarde van bijvoorbeeld een aandeel kunnen schatten. Er zouden nooit meer koopjes zijn op de beurs en de beurs zou in dit geval mogen sluiten want we kunnen onze aandelen gewoon aan elkaar verkopen. Over de prijs hoeven we niet te discussiëren want die kennen we toch. We mogen dus toch van geluk spreken dat de economie in golven beweegt. 7 Om de belegger wat te helpen met de bewegingen van de conjunctuur is er een beleggingsmodel opgesteld: Iedereen herinnert zich nog wel het jaar 2000. De economie bevond zich in gouden tijden. We situeerde ons in fase 4. Door het hoogtepunt bereikt te hebben was een daling niet meer dan normaal. De economische groei begon te verzwakken en bedrijven konden niet nog meer winst maken. Logisch gevolg is dan ook dat de beurzen daalden. Voor aandelen was het moment aangekomen om ze te verkopen. Voor obligaties was het ook niet de moment. Door de stijging van de langetermijnrente zakte de waarde van bestaande obligaties. Want niemand is nog bereid om een bestaande obligatie over te kopen. Er was aanbod van obligaties met een veel hogere rente. De beste belegging voor fase 4 is dus cash. Terwijl de waarde van aandelen en obligaties daalden, steeg net de waarde van cash. Door de renteverhoging steeg de opbrengst van spaarboekjes en termijnrekeningen. Er is dus ook een goed moment om het geld bij de bank te droppen. Na fase 4, komen we terecht in fase 1. De beurs krijgt nu echt rake klappen. Cyclische bedrijven waarvan de koers met de conjunctuurcyclus meebeweegt kregen ook zware klappen. Nog even geduld hebben en de tijd voor aandelen komt eraan. Op dit moment kun je beter in obligaties beleggen. Als men een obligatie in fase 1 koopt, legt men een hoge rente vast voor de komende 5-10 jaar. Als je deze obligatie op een later moment wil verkopen, zal je hiervoor veel meer geld krijgen want nieuwe obligaties brengen minder op. Iedereen wil op dat latere moment jouw obligatie met een hoge coupon die jij in fase 1 hebt gekocht. De economie kan natuurlijk niet blijven dalen en er komt ooit een moment dat het terug goed begint te gaan. Als de economie terug op gang komt, bevinden we ons in fase 2. Aandelen zijn nu zeer populair. Slimme beleggers zien dit als een koopjesperiode. Bijna alle aandelen zijn zwaar gezakt in waarde. De economie zal nog altijd een beetje tegensputteren maar bedrijven zullen eindelijk terug winst maken. Als de economie echt terug op gang komt, bevinden we ons in fase 3. Aandelen blijven de beste belegging want bedrijven blijven hun winsten opbouwen. Ook grondstoffen worden nu interessant. De vraag naar grondstoffen zal stijgen want de economie vraagt er naar. 8 En zo komen we terug in fase 4. De economie scheert hoge toppen en iedereen heeft een goed gevoel. Maar opgepast een daling ligt op de loer. Voor aandeelhouders komt het moment om stilletjes hun positie in aandelen te verlagen. Het is natuurlijk moeilijk in te schatten waar we ons bevinden in de conjunctuurcyclus. Niemand kan het ook zeggen. We kunnen alleen maar gokken en achteraf zeggen dat we ons in die fase bevonden. Als Europeanen hebben we wel een groot voordeel. De economische cyclus van Amerika loopt voor op die van ons. Als we tekenen van stijging of daling in Amerika opmerken, kunnen we deze ook verwachten op onze economie. Maar wanneer blijft de grote vraag. Beleggingsmodel voor aandelen We hebben al reeds uitgelegd in welk soort belegging men het best kan investeren, rekeninghoudend met de conjunctuur. Maar wat ons vooral interesseert zijn de aandelen. We gaan dan ook een beleggingsmodel voor aandelen bespreken. Hoewel we in fase 4 het best in cash konden beleggen, geeft deze fase ook interessante mogelijkheden in bepaalde aandelen. Het gaat hier om defensieve aandelen. Dit zijn aandelen die weinig invloed ondervinden met de conjunctuur. Een eerste mogelijkheid zijn nutsbedrijven ( Elektriciteit, gas, water … ). Deze dingen hebben we altijd nodig. Of het nu goed of slecht gaat met de economie, deze dingen zullen altijd verkocht worden. Hetzelfde met geneesmiddelen, deze hebben we altijd nodig. En dan hebben we ook de huishoudproducten en voeding en drank. U zal niet minder zeep gebruiken of minder drinken naarmate de economie fluctueert. Enkele voorbeelden goede aandelen tijdens deze fase: Altria, Omega Pharma, Inbev… In fase 1 hadden we besproken dat obligaties de beste mogelijkheid zijn. Toch valt er ook veel geld te verdienen met financiële aandelen zoals KBC, Ageas, Dexia… Als het zeer slecht gaat met de Europese economie, is het ECB verplicht om zijn rente te verlagen. De banken ontlenen geld op korte termijn, bijvoorbeeld het geld dat ze aantrekken op spaarboekjes. Met dit geld lenen ze dan voor lange termijn uit door bijvoorbeeld een bouwlening van 10 jaar. Het verschil tussen de korte- en de langetermijnrente is de rentemarge. Die is voor de bank. Dus de bank moet veel minder rente betalen aan de spaarders want het ECB heeft deze rente verlaagd. Maar de langetermijnrente is niet zeer hard gedaald. Dus de rentemarge is groter geworden, wat betekent meer winst voor de banken. In fase 1 is het ook aan de verzekeringsmaatschappijen. Een verzekeringsmaatschappij belegt grote 9 reserves aan obligaties. En we hebben vastgesteld in het vorige hoofdstuk dat de waarde van obligaties in fase 1 stegen. Wat deze theorie betreft moeten we één ding opmerken. In de praktijk kan het anders uitdraaien. Financiële instellingen beleggen zelf vaker en vaker in aandelen. Als de beurzen beginnen dalen, hebben de financiële instellingen ook grote verliezen. Dit zal ook hun aandeel naar beneden trekken. Dit was ook te merken tijdens de financiële crisis van 2008. Als we in fase 2 komen en de economie wordt weer wakker, staan de vroegcyclische aandelen op. Nu is het tijd voor de technologie,media en Telecom. Iedereen heeft dit soort aankopen uitgesteld omwille van de slechte economie. Maar eens het weer beter gaat, gaan mensen bijvoorbeeld een nieuwe televisie of IPhone kopen. Als de economie meer dan gemiddeld groeit komen we in fase 3. Nu is het vooral de zaak om in olie, mijnbouw en papier te beleggen. De vraag naar deze grondstoffen is zeer hoog. De prijs van deze grondstoffen zal stijgen en de bedrijven rekenen deze kosten door aan hun klanten. De klant betaalt toch want hij heeft deze producten nodig. Het is hier vooral de zaak om er vlug bij te zijn. De stijging van dit soort aandelen kan groot en spectaculair zijn. Maar ze zijn ook gevaarlijk, eens de economie verzwakt behoren zij tot de eerste die meedalen. Wat te doen bij een stagnerende economie ? Het kan voorvallen dat de economie even een adempauze neemt en enkele maanden op het zelfde niveau blijft. Toch valt er in dit soort van situaties winst te slaan. We nemen een willekeurig aandeel, bijvoorbeeld Roularta Media. Zo als u kan zien stagneerde de koers tussen 2005 en 2006. De economie was volop aan het groeien maar nam even een break om daarna terug verder te groeien. Wat we nu heel gemakkelijk kunnen doen is constant verkopen en aankopen. We kiezen voor onszelf een plafond en een bodem. Voor dit aandeel pakken we aan plafond van 55 euro en een bodem van 50 euro. Ik koop het aandeel voor 50 euro en stel een verkooporder in van 55 euro. Dit is 10 % winst. Als de koers zich op 55 euro bevindt en ik al 10 % winst heb gemaakt, stel ik een aankooporder in van 50 euro. Als de koers nooit meer op 50 euro komt, is het spijtig maar ik heb al wel 10 % winst. Als men dit enkele keren had gedaan, had men een mooie winst bijeen kunnen rapen. Nu kan men wel zeggen van dit weet je nooit op voorhand. Dat is juist, maar op dat moment wist iedereen dat de economie aan het groeien was en dat het nog potentieel had. Dus waarom zouden we dit niet wagen? Natuurlijk het is en blijft een risico. 10 Het beleggingsmodel is geen zekerheid Het beleggingsmodel is geen zekerheid. Dat staat vast. Beleggen in aandelen is en blijft een risico. We zijn ervan overtuigt dat het beleggingsmodel kan werken als men een goed overwogen keuze maakt. Maar natuurlijk kan het ook fout lopen en kan men verlies boeken. In dit soort situatie moet men vooral rustig blijven. Als de waarde van uw aandeel daalt kan u 3 dingen doen. Bijhouden, verkopen of bijkopen. De beslissing hangt van een aantal factoren af. Eerst en vooral van de persoon zelf. Iemand koopt een aandeel en stelt een verwachte winst op waaraan hij het aandeel verkoopt. Maar ook zal hij een bepaalde grens instellen wanneer hij het aandeel verkoopt bij verlies. Iedereen is anders dus gaat ook iedereen anders om met winsten en verliezen. Iemand zal bijvoorbeeld zijn aandelen verkopen op -5 % terwijl iemand anders zijn aandelen bijhoudt zelfs als ze op -15% staan. Een tweede factor is de reden van de daling. Komt de daling door het marktsentiment houdt men de aandelen best bij. Een correctie van de beurzen is geen reden tot verkopen, maar biedt extra koopkansen. Elke beurs neemt af en toe een rustpauze en daalt. Dit wil niet zeggen dat we ons in een recessie bevinden, maar gewoon in een adempauze. De waarde van uw aandeel zal wellicht ook dalen. Op dit moment kan men bijkopen. Na de correctie zullen de beurzen terug stijgen. Het kan ook gebeuren dat de daling veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld een fraudezaak. Dan moet men maken dat de aandelen van de hand worden gedaan. Men moet dus een goed overwogen keuze maken tussen de reden en de toekomstperspectieven. Een daling van de koers is dus niet automatisch een signaal tot bijkopen. In het verleden zijn er al genoeg mensen die hierdoor bedrogen zijn uitgekomen. Bijkopen bij een daling, maar de koers daalde nog meer, men kocht nog is bij, maar de koers daalde nog meer, … En zo stapelde men de verliezen op. Als belegger moet men dus rekening houden met zichzelf en zijn gevoel, de reden van de daling en de toekomstperspectieven. Dit zal de beslissing van bijhouden, verkopen of bijkopen ondersteunen. Leer ook leven met een verlies. Voor eeuwig bijhouden is zinloos. “Verkoop en vergeet” is een uitspraak van veel grote beleggers. Kunnen we tips altijd geloven? Opgepast met tips over beleggingen. Laat u er niet aanvangen. Als bijvoorbeeld iemand over informatie beschikt over een aandeel dat niemand anders heeft, moet men al bijzonder kritisch zijn. Dit is bijna zeker een manier om geld te verliezen. De beurs is een plek van geruchten en vermoedens. Iemand koopt een pakket aandelen en wil natuurlijk winst. Hij lanceert de leugen over een enorm contract voor dit bedrijf. Mensen lezen dit en kopen massaal dit aandeel. Maar deze mensen vertellen dit ook door aan vrienden, deze vrienden vertellen dit ook door, … Diegene die de leugen lanceerde en de eerste kopers zijn er rijker van geworden want door de stijgende vraag, steeg het aandeel. De laatste kopers komen bedrogen uit want de waarde zal wellicht dalen. Hoe geheimzinniger het verhaal, hoe meer kans dat er gekocht wordt. Een klassiek voorbeeld zijn de overnamegeruchten. Overnames brengen vaak ook een stijging 11 van de koers mee. Zo een gerucht zet aan tot kopen. De eerste kopers worden weer rijker door de toename in vraag en da laatste kopers boeken verlies omdat er helemaal geen overname komt. Onderzoek van beursduivel.be maakte duidelijk dat 80 % van de Belgische bevolking opzoek is naar koop- en verkoopadviezen. De meeste adviezen komen van banken en beurshuizen. De analist vertelt twee dingen. Eerst en vooral een koersdoel. De waarde van het aandeel naar waar het zou moeten gaan. Naast het koersdoel geeft hij ook een advies, bijvoorbeeld: kopen, houden of verkopen. En ten slotte vertelt de analist je ook rekening te houden met het beurssentiment en de timing. Ook worden er beleggingstips rondgestuurd via email. Deze tips lijken altijd van verschillende mensen te komen, maar niets is minder waar. Het is vaak één persoon of één organisatie die de spam of ongewenste mail rondstuurt. Door vaak deel te nemen op beleggerforums komen deze mensen aan je e-mailadres. Maar wie wordt hier nu beter van? De mensen die ingaan op de e-mails of de verzender ervan? Uiteindelijk komt het erop neer dat de verzenders van de e-mails rijk worden en de mensen die op deze mails zijn ingegaan enkel maar verlies lijden. De belegger koopt de aandelen tegen de hoogste koersen en raakt zijn aandelen achteraf niet eens meer kwijt tegen de helft van de prijs, terwijl het de ‘tipgevers’ zijn die met de winst gaan lopen. Ze kopen in stilte ene pakket aandelen aan, promoten dit aandeel wereldwijd via e-mail en verkopen hun pakket dan aan de mensen die op hun ‘advies’ zijn ingegaan. In het vakjargon spreekt men van ‘pump and dump’. Men pompt een aandelenkoers op om het daarna te dumpen. De aandelen die men adviseert vind je meestal terug op de zogenaamde ‘Pink Sheets’, de rommelmarkt van aandelen. Het is een privébedrijf in New York die een platform aanbied om in effecten te handelen. De onderneming beklemtoont dat ze geen beurs is. De naam ‘Pink Sheet’ komt van het roze papier waarop oorspronkelijke de koersen werden opgeschreven. De markt is niet gereglementeerd. De bedrijven die er noteren, vallen niet onder het toezicht van de beurswaakhond SEC. Ze hoeven dus aan geen enkele verplichting te voldoen. Een andere en laatste methode de we aanhalen om tips te verspreiden, is de telefoon. Mensen worden telefonisch benaderd en worden woekerwinsten voorgespiegelt met beleggingen in de oliemarkt. Na een eerste kleine storting ontvangt de ‘belegger’ een vals uittreksel met de enorme winst die hij ondertussen al gemaakt zou hebben. Na enkele grotere stortingen, rinkelt de telefoon niet meer en de postbode brengt ook geen rekeninguittreksels meer. De mensen zijn in de maling genomen. Het is een methode die zich meermaals, ook in België, heeft voorgedaan en waarmee verscheidene mensen voor veel geld opgelicht geweest zijn. We kunnen hieruit concluderen dat je tips niet altijd moet geloven. Zeker geen tips van een ‘tipgever’ die je niet kent of nog nooit hebt ontmoet. In welke situatie bevinden we ons nu? Na de economische crisis van 2008 is iedereen het erover eens dat we ons in een zware recessie bevonden. Het echte dieptepunt van de recessie is reeds voorbijgestreefd. Van een echte depressie en slump is er geen sprake geweest. Na de grote verliezen in 2008 beginnen deze terug winst te maken en zelfs ook dividenden uit te keren. Dat is nu merkbaar in bijvoorbeeld de banksector. We kunnen dus stellen dat we ons momenteel in een soort van heroplevingsfase bevinden. Ook dit jaar 12 zal de wereldeconomie normaal gezien groeien als elementen zoals olie en inflatie geen spelbreker zijn. Normaal moet dit een jaar worden waarin bedrijven mooie winststijgingen mogelijk maken. De groeilanden nemen het voortouw, maar door de stijgende inflatie minder hard als de voorbije jaren. Momenteel zijn aandelen de beste belegging. Door de stijging van de winsten van bedrijven biedt dit een mooie kans aan tot beleggen. Vooral de vraag naar grondstoffen begint toe te nemen. Dus wat we voor deze moment adviseren zijn aandelen in de olie- en mijnbouwsector als ze goedkoop genoteerd staan. Bronnen obligaties http://nl.wikipedia.org/wiki/Obligatie http://nl.wikipedia.org/wiki/Optie http://www.beursduivel.be/encyclopedie/term/Obligatie http://www.beursduivel.be/encyclopedie/term/Staatsobligatie Bronnen: aandelen http://www.beursduivel.be/encyclopedie/term/Aandeel http://www.value-square.be/docs/fnfactsheet201103valuesquarefundequityworld.pdf Bronnen: grondstoffen http://www.tijd.be/grondstoffen/ http://netto.tijd.be/sparen_en_beleggen/beleggen/-Ik_geloof_niet_in_aandelen_wel_in_grondstoffen-.8948748-2213.art Bronnen: wisselmarkt http://www.encyclo.nl/begrip/wisselmarkt http://www.tijd.be/wisselkoersen/ http://nl.thefreedictionary.com/wisselkoers bronnen tips: boeken 13