De weg naar een beter ontslagproces

advertisement
Onderzoek & Praktijk
Ontslagmanagement
| Ilse van Engelshoven, Hanny Beker, Rian Reurslag
Patiënten zijn vaak niet tevreden over het ontslagproces van het algemeen
Trefwoorden
• Kwaliteit
• Ontslagbeleid
• Patiënteninformatie
Samenvatting
ziekenhuis. Op de afdeling neurochirurgie van het Canisius Wilhelmina
Ziekenhuis te Nijmegen werd daarom een verbeterproject uitgevoerd dat
als doel had het ontslagproces beter te structureren en te coördineren.
De weg naar een
beter ontslagproces
In het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te
Nijmegen worden op veel verpleegafdelingen patiënten kortdurend opgenomen.
In korte tijd worden zij voorbereid op
een operatie of onderzoek, geopereerd
en/of onderzocht, vindt informatieoverdracht plaats en dienen voorbereidingen
voor het ontslag getroffen te worden.
Om de zorg (het klinisch pad) van opname tot ontslag goed te coördineren en te
structureren zijn er op de verpleegafdelingen maatregelen getroffen die het ontslagproces ondersteunen. Beschreven
wordt een project ter verbetering van de
ontslagvoorbereiding. Daarbij zijn een
checklist voor ontslag, een gestructureerd ontslaggesprek met iedere patiënt
en een telefonisch nazorgspreekuur ingevoerd.
Zie voor dit onderwerp ook het artikel ‘Het
ontslagproces’ van Ilse van Engelshoven
en Ans Rensen in TvZ 2005, nr. 2, p. 46.
Auteurs
Uit de literatuur blijkt dat patiënten niet tevreden zijn over het ontslagproces van het
algemeen ziekenhuis. Het ontslag van klinische patiënten krijgt te weinig aandacht,
vaak ontbreekt het ontslaggesprek, patiënten
zijn onvoldoende geïnformeerd over hun
ziekte en de behandeling daarvan en ze zijn
bezorgd en angstig. Er wordt te weinig informatie gegeven over (emotionele) steun na de
opname en twintig procent van de patiënten
vindt dat er geen rekening wordt gehouden
met hun persoonlijke wensen bij het regelen
van de nazorg. Verpleegkundigen blijken
weinig inzicht te hebben in de behoeften van
patiënten na ontslag uit het ziekenhuis en
patiënten en verpleegkundigen verschillen
van mening over de gewenste inhoud van het
ontslagproces (Klaren e.a., 2000; Janssen
e.a., 2003; Van Engelshoven, 2005). Soms
hebben patiënten klachten over hun klinische opname. Deze komen vaak pas boven
tafel wanneer ze weer thuis zijn (Boter e.a.,
1998; Klaren e.a., 2000). Zie tabel 1 voor
een schematische weergave van de problematiek.
Het gewenste ontslagproces
Een effectief ontslagproces is een gepland programma dat voorziet in continuïteit van de
zorg en tegemoet komt aan de zorgbehoeften
van de patiënt na het ontslag uit het ziekenhuis. Het is een complex proces met veel
verschillende inhoudelijke en tijdgebonden
aspecten dat goed gestructureerd en gecoördineerd moet worden.
Het proces begint met de verpleegkundige
anamnese, gevolgd door de planning van de
zorg tijdens het verblijf in het ziekenhuis én
in de thuissituatie, dan de uitvoering en ten
slotte de evaluatie van de zorg. Belangrijke
elementen van een effectief ontslagproces
zijn: een vroege en gecoördineerde beoordeling van de zorgbehoeften van de patiënt en
zijn thuissituatie, vroege planning van de benodigdheden voor toekomstige zorg, een multidisciplinaire aanpak en een effectieve communicatie (Grummels e.a., 2003).
Randvoorwaarden en criteria
Randvoorwaarden en criteria voor het ontslagproces van een klinische patiënt zijn in de
Ilse van Engelshoven, Hanny Beker
en Rian Reurslag zijn werkzaam bij het
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) te
Oorzaken problemen bij ontslagproces
Gevolgen
Conclusies
1. Verschillend perspectief van verpleeg-
• Patiënten voelen zich
• Te weinig of geen
Nijmegen, respectievelijk als onderzoeker
bij het wetenschapsbureau-CWZ, senior
verpleegkundige op de afdeling neurochirurgie, teamleider neurochirurgie.
kundige en patiënt op ontslag
2. Patiënten stellen weinig vragen
3. Kennistekort over ontslag en nazorg-
Correspondentie:
mogelijkheden bij verpleegkundigen
Hanny Beker, Afdeling neurochirurgie
4. Geen ontslaggesprek
C12-B
5. Geen goede coördinatie van ontslag en
Ilse van Engelshoven,
nazorg
onvoldoende geïnformeerd
goede voorlichting
• Opname en verblijf
• Langer verblijf in
instelling omdat
nazorg niet tijdig
geregeld is
• Ontslagprocedure
worden niet geëvalueerd
• Niet alles is tijdig en
goed geregeld m.b.t.
nazorg
Wetenschapsbureau-CWZ J.08
6. Kortere opnameduur
verloopt niet volgens
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
7. Veel informatieoverdracht in korte tijd
de genoemde criteria
verdient
(zie tabel 2)
verbetering
Postbus 9015, 6500 GS Nijmegen
• Ontslagproces
E-mail: [email protected]
Tabel 1. Resultaten literatuuronderzoek naar oorzaken moeizaam ontslagproces uit ziekenhuis
38 |
18665-10_TvZ 06-07.indd 38
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2007 nr. 6
30-05-2007 16:58:05
literatuur beschreven (Van Engelshoven, 2005;
Kersten e.a., 1991; Lensink e.a., 1998). Een onderscheid kan gemaakt worden tussen de algemene ontslagvoorbereiding, die voor alle patiënten geldt, en de voorbereiding van de nazorg
-voor degenen die na hun ontslag uit het ziekenhuis nog enige vorm van hulpverlening behoeven (Van de Walle e.a., 2003). Vervolgens
kan er een onderscheid gemaakt worden tussen
inhoudelijke en tijdsgebonden criteria (zie tabel
2). Bij de inhoudelijke criteria gaat het om wat
er gedaan moet worden. Daarbij mag het verpleegkundig proces niet onnodig onderbroken
worden en moet het waar nodig in de thuissituatie worden voortgezet. Bij de tijdsgebonden
criteria gaat het om wanneer wat gedaan moet
worden. Een goede aansluiting in tijd is belangrijk om continuïteit van zorg te waarborgen.
TABEL 2. RANDVOORWAARDEN EN CRITERIA ONTSLAGPROCES
Randvoorwaarden
• De afdeling dient een schriftelijk ontslagbeleid te hebben met betrekking tot het ontslagproces,
vertaald in protocollen en checklisten.
• De samenwerkingsafspraken van alle betrokken hulpverleners binnen het ontslagproces behoren inzichtelijk en helder afgestemd te zijn, dit door middel van een multidisciplinair overleg.
• Er dient up-to-date kennis van beschikbare zorgvoorzieningen van de thuiszorgvoorzieningen
en de beschikbare thuiszorg en mantelzorg te zijn.
Algemene voorbereiding
Inhoudelijke criteria:
• De hulpbehoefte van de patiënt moet voor ontslag geïnventariseerd zijn en met de patiënt en
eventuele mantelzorg doorgesproken worden.
• De patiënt en mantelzorg dienen actief betrokken te worden bij alle aspecten van het ontslagproces. Indien de patiënt nadrukkelijk aangeeft de mantelzorg niet te willen betrekken in het
ontslagproces dient dit gerespecteerd te worden.
• De patiënt dient, zowel mondeling als schriftelijk, voorgelicht te worden over medicatie (medicijn, tijd van inname, hoeveelheid), dieet, mobilisatieschema, informatievoorzieningen (wie
Ontslagproces afdeling
neurochirurgie
Voor patiënten die een operatie ondergaan
moet heel wat geregeld worden rondom het
ontslag. Al bij opname dienen er voorbereidingen te worden getroffen voor het ontslagmoment, zeker als het gaat om een kortdurende opname. Te denken valt aan het regelen
van de medicatie na ontslag, het vervoer naar
huis, eventuele aanpassingen waarmee de patiënt zich thuis kan redden of het regelen van
zorg in de thuissituatie.
Op de afdeling neurochirurgie van het CWZ
vond niet altijd een afsluitend gesprek met de
patiënten plaats en ook werden de opname en
het verblijf op de afdeling niet altijd met hen
geëvalueerd (Groot, 2005). Dit, én op- en
aanmerkingen van patiënten over hun opname en verblijf op de afdeling, vormde voor het
afdelingsteam aanleiding om, onder leiding
van een seniorverpleegkundige, zelf een verbetertraject ‘ontslag van patiënten’ vorm te
geven. Daarvoor werden de volgende doelstellingen geformuleerd:
• Beter zicht krijgen op het ontslagproces van
de patiënt (continuïteit).
• Het ontslagproces gecoördineerd en gestructureerd laten plaatsvinden.
• Aan het eind van de opname een ontslaggesprek houden met iedere patiënt.
• Een telefonisch nazorgspreekuur houden om
zo nodig de patiënt aanvullend te informeren
en/of zijn vragen te beantwoorden en de
zorg te evalueren. Met de hieruit verkregen
informatie de ontslagprocedure nog verder
aanscherpen.
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2007 nr. 6
18665-10_TvZ 06-07.indd 39
inschakelen bij vragen), leefregels en psychosociale steun.
• Aan het eind van het ontslagproces dient door de verpleegkundige een ontslaggesprek gehouden te worden met de patiënt. In dit ontslaggesprek dient de zorg geëvalueerd te worden bijvoorbeeld aan de hand van een checklist. Er dient gecheckt te worden of de patiënt voldoende
geïnformeerd en voorgelicht is om naar huis te gaan. De verpleegkundige past hier het gesprek
op aan en probeert eventuele ontbrekende informatie aan te vullen en verricht zo nodig nog
interventies.
Tijdsgebonden criteria:
• Het ontslagproces dient te starten bij de opname met een inschatting van de benodigde zorg
na ontslag en een inventarisatie van de mogelijkheden van de mantelzorg.
• Uiterlijk 48 uur voor ontslag moet met de patiënt en mantelzorg overlegd zijn over het tijdstip
van ontslag.
• Het ontslaggesprek dient aan het einde van de opname gehouden te worden, < 24 uur voor ontslag.
Voorbereiding nazorg (indien van toepassing)
Inhoudelijke criteria:
• Voordat de patiënt ontslagen wordt, moeten de patiënt en/of mantelzorg op de hoogte zijn
over de mogelijkheden van de thuiszorg: hulp, uitleen hulpmiddelen, in geval van nood 24
uur bereikbaar, dat thuiszorg geen continue verzorging is, etc.
• Met de patiënt en/of mantelzorg dient overlegd te worden over het inschakelen van de
thuiszorg.
• Bij de patiënt en/of mantelzorg moet voor ontslag bekend zijn of de wijkverpleging wel of niet
is ingeschakeld.
Tijdsgebonden criteria:
• Met de patiënt en/of mantelzorg moet uiterlijk 48 uur voor ontslag zijn afgewogen of de wijkverpleging moet worden ingeschakeld.
• Wanneer de patiënt thuis verbandmateriaal of medicijnen nodig heeft, moeten door de ziekenhuisverpleging maatregelen genomen worden zodat het tijdig in huis gehaald kan worden.
• Wanneer de patiënt thuis verpleegartikelen (krukken, postoel, etc.) nodig heeft (en de patiënt
heeft deze nog niet in huis) dan moet de ziekenhuisverpleging de mantelzorg uiterlijk 48 uur
voor ontslag benaderen om dit bij het kruiswerk te lenen.
• Het eerste bezoek van de wijkverpleegkundige aan de patiënt moet uiterlijk 1 dag na ontslag
plaatsvinden of er moet al een andere afspraak met de patiënt en de thuiszorg gepland zijn.
Bron: Lensink e.a., 1998; Kersten e.a., 1991; Grummels e.a., 2003; Van Engelshoven, 2005)
| 39
30-05-2007 16:58:07
Interventies
Ontslaggesprek
Checklist
Oorzaken moeizaam ontslag
Transferverpleegkundige
en ATC
Nazorg op de
poli
Telefonische
nazorg
1. Verschillend perspectief patiënt en verpleegkundige
2. Weinig vragen stellen
3. Kennistekort verpleegkundigen m.b.t. nazorgmogelijkheden
4. Geen ontslaggesprek
5. Geen goede coördinatie
6. Kortere opnameduur
7. Patiënten verwerken informatie niet goed
Tabel 3. Mogelijke interventies t.b.v. verbetering ontslag van patiënt
Gewenste verbeteringen
De afdelingswerkgroep sloeg literatuur na op
mogelijke verbeteringen in het ontslagproces
(Van de Walle, 2003; Klaren e.a., 2000; Mistiaen
e.a., 2001; Grummels & Veldman, 2003). In
tabel 3 wordt met de donkere vakjes weergegeven welke interventies volgens de werkgroep
zouden kunnen bijdragen aan het verminderen
van de problemen rond het ontslagproces.
De werkgroep koos een vijftal interventies om
dit proces te verbeteren.
Het voeren van een ontslaggesprek. Dit werd
structureel ingevoerd bij iedere patiënt op de
verpleegafdeling. Bepaalde problemen rondom het ontslag (tabel 3, 1-2-4-6-7)) worden zo
gereduceerd.
Gebruik maken van een checklist. De werkgroep ontwikkelde een checklist om de structuur en de coördinatie van het ontslagproces
te ondersteunen. Omdat bij iedere patiënt
meerdere disciplines betrokken zijn, werden
multidisciplinair afspraken gemaakt over het
ontslag. Deze zijn verwerkt in de checklist.
Inzetten van een transferverpleegkundige en
ATC (Algemene Thuiszorgcentrale). De
transferverpleegkundige kan ingeschakeld
worden om thuiszorg te regelen. Per patiënt
wordt op de checklist genoteerd of er van
deze dienst gebruik gemaakt wordt. Dit punt
is opnieuw onder de aandacht gebracht van
de verpleegkundigen.
Nazorg op de poli. De poliklinische nazorg
door de arts wordt nog tijdens de opname geregeld via de verpleegafdeling die hiervoor
een afspraak maakt voor de patiënt.
Telefonische nazorg. Er is een telefonisch nazorgspreekuur ingevoerd ongeveer twee weken
na het ontslag uit het ziekenhuis. Het telefo-
40 |
18665-10_TvZ 06-07.indd 40
nisch nazorggesprek wordt gevoerd aan de
hand van een vragenlijst. Deze verpleegkundige interventie kan meerdere problemen wegnemen (tabel 3, 1-2-6-7).
Voor de implementatie van de verbeteringen
ontwikkelde de werkgroep een drietal instrumenten: een checklist ontslag, een evaluatieformulier ten behoeve van het ontslaggesprek
en een formulier voor het telefonische nazorggesprek.1
Randvoorwaarden daarvoor zijn dat
• de checklist ontslag aanwezig is in het verpleegdossier van iedere patient;
• de verpleegkundige tijdens elke dienst de
checklist doorneemt om na te gaan welke
onderdelen/items van het ontslagproces geregeld moeten worden en parafeert wat verricht is;
• de patiënt aan het einde van het ontslagproces een kopie van de checklist meekrijgt,
met daarop aanvullende informatie, bijvoorbeeld over hechtingen.
De checklist ontslag
De checklist ontslag is een lijst met aandachtspunten die verpleegkundigen tijdens het ontslagproces van een patiënt stap voor stap afwerken.
Het is een handige methode om na te gaan of de
patiënt volledig geïnformeerd is en of alles is geregeld wat geregeld moet worden. Vooral tijdens
een kortdurende opname, waarbij de patiënt in
korte tijd veel informatie krijgt, is een checklist
een goed hulpmiddel om de informatieverstrekking op de juiste wijze te doseren. De checklist
wordt door de verpleegkundige ingevuld. Zij bewaakt immers de continuïteit van zorg. Alle onderwerpen uit de checklist dienen aandacht te
krijgen tijdens de opname van de patiënt en van
een datum en paraaf te worden voorzien.
De checklist ondersteunt
• de eenduidigheid in het handelen: iedere
patiënt ontvangt als basis dezelfde zorg/informatie;
• de continuïteit van zorg door aan te geven
wanneer welke zorg geleverd moet worden;
• de coördinatie van het zorgproces door aan
te geven wie welke zorg verleent en wat al
uitgevoerd is.
Het ontslaggesprek
Het ontslaggesprek bevordert een soepele
overgang van de ziekenhuisopname naar de
periode na ontslag. Het vindt plaats op initiatief van de verpleegkundige aan het eind van
de opname, binnen 24 uur voor het ontslag.
Bij het gesprek kunnen naast de verpleegkundige en de patiënt ook familie of mantelzorg
aanwezig zijn.
Het ontslaggesprek heeft een tweeledig doel.
De verpleegkundige gaat na of er voor de patiënt/familie nog vragen zijn en of alles duidelijk is betreffende ziekte, nazorg, leefregels en
eventuele revalidatie, medicatie en voorschriften (productevaluatie). Ook wordt de vervolgafspraak (op de polikliniek) doorgesproken.
Daarnaast krijgt de verpleegkundige inzicht in
de bevindingen van de patiënt over zijn opname (procesevaluatie).
Het evaluatieformulier voor het ontslaggesprek dient als leidraad voor het gesprek. De
vragen zijn dusdanig gestructureerd dat wezenlijke aandachtspunten expliciet aan bod
komen. Daarmee wordt voorkomen dat sommige onderwerpen onbesproken blijven
Instrumenten voor verbetering
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2007 nr. 6
30-05-2007 16:58:07
omdat de verpleegkundige en de patiënt vanuit een verschillend perspectief denken.
Het streven is dat de verpleegkundige die de
patiënt gedurende de opname het meest heeft
begeleid ook het ontslaggesprek voert. Het is
wenselijk het gesprek te voeren in een ruimte
waar geen anderen dan de gespreksdeelnemers aanwezig zijn. De tijdsindicatie voor het
gesprek is 5-15 minuten.
Tijdens het ontslaggesprek wordt de patiënt
gevraagd of hij het goedvindt dat hij twee
weken na thuiskomst opgebeld wordt.
Het telefonische nazorggesprek
Het telefonische nazorggesprek wordt 10-14
dagen na het ontslag van de patiënt gehouden
aan de hand van een vragenlijst. Dit gebeurt
tijdens het telefonische nazorgspreekuur. Het
doel van het nazorggesprek is tweeledig. Het
biedt de patiënt de mogelijkheid tot het stellen van vragen over zijn zorg of over zaken
waar hij thuis tegenaan loopt. De verpleegkundige anticipeert hierop en beantwoordt de
vragen direct of geeft nadere adviezen. Het
ontslag uit het ziekenhuis en het gesprek is
ook een evaluatiemoment voor de overgang
van ziekenhuis naar huis.
De verpleegkundige is alert op aandachtspunten die kunnen leiden tot verdere optimalisering van de zorg en de voorlichting/educatie/
informatie die gegeven wordt tijdens de korte
opname op de verpleegafdeling.
De seniorverpleegkundige coördineert het telefonische spreekuur, de afdelingsverpleegkundigen voeren de gesprekken. Dit gebeurt
tweemaal per week op een vast dagdeel, per
dag worden maximaal 10 patiënten gebeld.
De tijdsindicatie voor de telefonische nazorg
is 15 minuten per gesprek. Een goede tijdsbewaking is noodzakelijk.
De seniorverpleegkundige verzamelt de gegevens uit de telefonische gesprekken en analyseert deze. Per twee maanden worden de
resultaten ingebracht in het afdelingswerkoverleg. De werkgroep vertaalt de resultaten
naar verder afdelingsbeleid en past zo nodig
de betreffende formulieren aan.
Implementatie
De nieuwe werkwijze rond het ontslag werd
in maart 2006 ingevoerd op de afdeling neurochirurgie. De ontwikkelde instrumenten
werden aan de hand van een casus toegelicht
in het afdelingsoverleg waarna alle verpleegkundigen de checklist ontslag en het evalua-
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2007 nr. 6
18665-10_TvZ 06-07.indd 41
tieformulier voor het ontslaggesprek bij 1-2
patiënten toepasten. De evaluatie hiervan
leidde tot kleine aanpassingen in de werkwijze en de formulieren. Sinds mei 2006 is de
nieuwe werkwijze standaard toegepast.
De andere disciplines, in het bijzonder de
fysiotherapeut, zijn op de hoogte gebracht van
het werken met de checklist en hen is gevraagd
het item dat voor hen van toepassing is in te
vullen.
Evaluatie
Inmiddels werkt de afdeling een jaar volgens de
nieuwe methode. Van ieder ontslaggesprek en
telefonisch nazorgspreekuur wordt een korte
registratie bijgehouden. Dit maakt een evaluatie
van de nieuwe werkwijze mogelijk. Van 110 patiënten die in de periode september-november
2006 opgenomen waren voor wervelkolomchirurgie (lumbaal of cervicaal) werden de geregistreerde gegevens geanalyseerd. Het waren 56
procent mannen en 44 procent vrouwen, veelal
jongere patiënten in leeftijd variërend van < 50
jaar (N= 50); 51-60 (N= 29); 61-70 (N=19); 7081 (N=11).
De gemiddelde opnameduur varieerde van: 4
tot 5 dagen (51%), 1-3 dagen (20%), 6-10 dagen
(25%) of langer (4%). Alle patiënten hebben
een ontslaggesprek gehad met een afdelingsverpleegkundige 24 uur voor ontslag.
Bij 3 patiënten bleek thuiszorg nodig; 2 waren
hier tevreden over, de derde heeft zelf moeten
bellen om thuiszorg te krijgen. Van de 110 patiënten hebben 103 een telefonisch nazorggesprek gehad, 7 van hen bleken op meerdere
belmomenten telefonisch niet bereikbaar. Het
nazorggesprek vond bij 84 procent van de patiënten 10-14 dagen na ontslag plaats, bij 15
procent 20-28 dagen na ontslag. Het gesprek
duurde gemiddeld 8,6 minuten (range 5-30
minuten).
Patiënten hebben de opname positief ervaren
en waren tevreden. De meesten van hen (79%)
vonden dat ze voldoende waren voorbereid op
het ontslag, 20 procent kon op deze vraag geen
antwoord geven, 1 patiënt vond dat hij onvoldoende was voorbereid op het ontslag.
7 procent van de patiënten gaf aan dat ze de
opnamedag te saai vonden: er werd weinig gedaan, soms werd door verschillende personen
hetzelfde verteld en men vond dat men te vroeg
aanwezig moest zijn.
De leefregels na ontslag waren voor 60 procent
van de patiënten zeer duidelijk, voor 6 procent
was dat niet het geval en zij kregen in het ge-
sprek een toelichting. 35 procent van de patiënten kon op deze vraag geen antwoord geven.
De patiënten waren overwegend positief over
de vermindering van de klachten en de pijn; bij
74 procent van hen is de pijn verdwenen of
sterk verminderd. 25 procent geeft aan dat zij
nog pijn hebben, ook doofheid en tintelingen
komen nog voor. Vooral ’s morgens, ’s nachts of
bij inspanning is er pijn.
Op de vraag hoe het thuis gaat met de medicatie gaf 23 procent van de patiënten aan nog normaal tot veel pijnmedicatie te gebruiken; 25
procent had de medicatie geheel afgebouwd.
12 patiënten gebruikten nog pijnmedicatie als
het nodig was en 8 patiënten waren bezig met
het afbouwen van de medicatie. 1 patiënt gebruikte meer medicatie dan voor de operatie.
De rest van de patiënten gaf geen antwoord op
deze vraag.
Alle patiënten gaven aan dat ze het zinvol vonden thuis gebeld te worden. Ze kregen zo de
mogelijkheid om extra vragen te stellen en terug
te kijken op de opname, hun hart te luchten en
eventuele opmerkingen te uiten. Men vond dat
men gehoord werd en kon dit waarderen. Het
nazorgspreekuur vond men een extra service,
vooral omdat de poli-afspraak pas een maand
na het ontslag is.
Concluderend kan gesteld worden dat alle patiënten een ontslaggesprek krijgen en bijna alle
patiënten worden benaderd voor het telefonisch
nazorgspreekuur. De organisatie van het spreekuur loopt soepel.
Aanbevelingen
Naar aanleiding van de evaluatie van de
nieuwe werkwijze zijn enkele aanbevelingen
geformuleerd.
• De invulling van de opnamedag verdient
verbetering.
• Koppel de resultaten ook terug naar de andere betrokken disciplines (multidisciplinair).
• De vragenlijst voor het nazorgspreekuur kan
aangescherpt worden en zou multidisciplinair
opgesteld kunnen worden. Pijnklachten zouden extra aandacht kunnen krijgen. Het nazorgspreekuur kan genuanceerdere informatie
opleveren die ten goede komt aan de zorg
voor deze patiënt.
• De opmerkingen van de patiënten uit het ontslaggesprek en uit het telefonisch nazorggesprek zouden maandelijks in het werkoverleg
ingebracht kunnen worden. Er zitten vaak
opmerkingen bij waar meteen op geanticipeerd kan worden.
| 41
30-05-2007 16:58:08
wichtsstoornissen nog weg?’. TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen (19), 568-571.
Engelshoven, I. van & Rensen, A. (2005). Het ontslagproces. TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen, 115
(2), 46-50.
Groot J. & Steennis, S. (2005). Projectverslag over het
ontslagproces voor afdeling C12-B in het Canisius Wil-
problemen na het ontslag uit het ziekenhuis voorkomen. TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen (2), 5658.
Most, M. van der (2001). Snelle turn over en verpleegkundige zorg. TvZ Tijdschrift voor Verpleegkundigen
(16), 550-553.
Reurslag, R. & Tolhuis, A. (2005). Protocol Hernia, Lami-
Nawoord
helmina Ziekenhuis. Intern rapport. CWZ-HAN Nijme-
nectomie, Interlaminaire discectomie; verpleegafdeling
Met dank aan alle verpleegkundigen van afdeling C12-
gen. Niet gepubliceerd.
neurochirurgie. Intranet Canisius Wilhelmina Zieken-
B, leden van de werkgroep ontslagprocedure en telefo-
Grummels, J. & Veldman, F. (2003). Ontslagproces. Lite-
nische nazorg en de betrokken studenten van de Hoge-
ratuurstudie naar de verpleegkundige ontslagproce-
school Arnhem en Nijmegen.
dure van klinische patiënten in een algemeen ziekenhuis. CWZ-HAN Nijmegen. Niet gepubliceerd.
Noot
1 Deze drie formulieren kunnen bij de redactie van TvZ
opgevraagd worden via tel. (0346) 577 290 of e-mail
[email protected].
kundig spreekuur: afdelingsverpleegkundigen garan-
(1990/1991). De kwaliteit van de verpleegkundige
deren continuïteit van zorg. TvZ Tijdschrift voor ver-
nazorg gemeten. Verpleegkunde 2, 70-84.
lands, L. (2000). Kwaliteit van zorg gedurende de ontslagfase. Verpleegkunde 15, (1) 4-17.
Boter, H., Groenewegen, I., Dijk, L. van & Mistiaen,
ces. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Sluijk, C., Elzinga, A. (1998). Een telefonisch verpleeg-
Kersten, T.J.J.M.T., Wit, A.M.G.J. de & Zijlmans, W.C.M.
Klaren, A.D., Leussink, M.C.A.M., Courtens, A.M. & Hol-
Literatuur
huis Nijmegen, 1-9.
Schoemaker, E., e.a. (1999). Regie van het primaire pro-
pleegkundigen (8), 252-254.
Vrehen, H.M., Drege, E., Schipper, E. & Knape, J.T.A.
(2000). Telefonische nazorg na dagbehandeling.
Medisch contact (9), 312-313.
Lensink, M. & Derven, R. van (1998). Patiënttoewijzing
Walle, B. van de & Kruijswijk Jansen, J. (2003). De ver-
P. (1998). Verpleegkundigen vullen lacune in de zorg
krijgt optimaal vorm: ontslagplanning als onderdeel
pleegkundige als ontslagmanager. Literatuuronder-
op: telefonische nazorg voor oogheelkundepatiënten.
van de zorg. TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen
zoek naar problemen tijdens de ontslagfase en de
TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen (9), 288-291.
(4), 114-118.
mogelijk oplossingen. Oncologica (3), 32-36.
Duijnhouwer, E. & Mistiaen, P. (1996). Informatiebehoefte bij patiënten na ontslag is groot: ‘gaan die even-
Mistiaen, P., Duijnhouwer, W. & Dukkers van Emden,
T. (2001). Met zorg ontslagen: ontslagzorg kan veel
U MV[ MVSMV VQ [
6QM]_XZWOZIUUIJWMS
5M\ITTMWXTMQLQVOMVMVK]Z[][[MVWXPM\OMJQML^IVOObMVIIV^MZ_IV\M[MK\WZMV
>ZIIOV]IIV^QI"
___ZQVWOZWMXVTXZWOZIUUIJWMS
8W[\J][dGN=\ZMKP\d\ dMZQVW(ZQVWOZWMXVT
42 |
18665-10_TvZ 06-07.indd 42
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2007 nr. 6
30-05-2007 16:58:08
Foto: UMCU/Chris Timmer
De resultaten van de evaluatie zijn teruggekoppeld aan het team van de afdeling neurochirurgie. Zij nemen de aanbevelingen mee bij de verdere optimalisering van het ontslagbeleid.
Besloten is het telefonische nazorgspreekuur te
continueren uit oogpunt van service. ■
Download