Fertiliteit, dracht en verloskunde - Wageningen UR E

vruchtbaarheid de betrokken organen
• Zintuigen en hersenen (hypothalamus)
• Hersenaanhangsel (klier)  hypofyse
• Eierstok (ovarium)
• Baarmoeder (uterus)
(vruchtbaarheid en de betrokken
hormonen)
• Gonadotrophine Releasing Hormoon =
GnRH
• FSH = Follikel Stimulerend Hormoon
• LH = Luteïniserend Hormoon
• Oestrogeen
• Progesteron
• Prostaglandine F2
Vanaf hier twee
mogelijkheden
• Dier is drachtig  baarmoeder moet
blijven verzorgen
• Dier is niet drachtig  baarmoeder
moet worden ‘opgeruimd’ en een
nieuwe cyclus moet van start kunnen
gaan  luteolyse
• Detectie van een aanwezigheid in de
baarmoeder (bij rund tussen dag 12-16)