Feedbackvragen Leercasus Efficiency Vraag 1 Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Geef per doel aan of je dit al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder te ontwikkelen en J = ja. Vul achter de nummers van de doelen in: N, O of J. Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Vraag 2 In deze vraag wordt om je eigen mening en ervaring gevraagd. Op het antwoord krijg je dan ook geen feedback. Beschrijf in het kort een situatie uit je stage of je werk waarin de vraag naar efficiënter en effectiever werken werd gesteld. Wat waren de argumenten van het management? Hoe werd daar door collega's op gereageerd? Had je de indruk dat het signaal serieus genomen werd? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, wat zou daarvoor nodig zijn? Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Vraag 3 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Het gesprek in het trappenhuis levert een aantal suggesties op om de 10 procent bezuinigingen te kunnen realiseren. Geef aan met welke voorstellen zonder grote veranderingen kosten bespaard kunnen worden. 1. De baas eruit 2. De catering eruit 3. De rookpauzes afschaffen 4. De mobieltjes eruit 5. Korter behandelen 6. De airco eruit 7. De uitjes schrappen 8. Weer aanbodgericht gaan werken 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen 10. Cursusleider eruit (1 fte) 11. Het computernetwerk eruit Pagina 1 van 6 Vraag 4 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Het gesprek in het trappenhuis levert een aantal suggesties op om de 10 procent bezuinigingen te kunnen realiseren. Geef aan met welke voorstellen zonder grote veranderingen kosten bespaard kunnen worden. 1. De baas eruit 2. De catering eruit 3. De rookpauzes afschaffen 4. De mobieltjes eruit 5. Korter behandelen 6. De airco eruit 7. De uitjes schrappen 8. Weer aanbodgericht gaan werken 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen 10. Cursusleider eruit (1 fte) 11. Het computernetwerk eruit Vraag 5 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Het gesprek in het trappenhuis levert een aantal suggesties op om de 10 procent bezuinigingen te kunnen realiseren. Geef aan welke voorstellen niet bruikbaar zijn, omdat ze te maken hebben met de effectiviteit van de organisatie. 1. De baas eruit 2. De catering eruit 3. De rookpauzes afschaffen 4. De mobieltjes eruit 5. Korter behandelen 6. De airco eruit 7. De uitjes schrappen 8. Weer aanbodgericht gaan werken 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen 10. Cursusleider eruit (1 fte) 11. Het computernetwerk eruit Vraag 6 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf De factor tijd bij Efficiëntie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. De voorstellen die gedaan worden om kosten te besparen omvatten ook activiteiten van de organisatie. Niemand steekt echter de hand in eigen boezem. Maar wij kunnen zelf ook efficiënter werken, toch? Welke stelling is/zijn juist? 1. Je werkt effectiever als je een goede afstemming bereikt tussen: de beschikbare tijd, zelfkennis, doelen stellen en omgaan met anderen. 2. Je werkt effectiever als je een goede afstemming bereikt tussen de doelen die je moet stellen, zelfkennis en beschikbare tijd. a. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. b. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. c. Stelling 1 en 2 zijn beide juist. d. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist. Pagina 2 van 6 Vraag 7 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf De planning en organisatie van werk. Beantwoord de vraag. Als de medewerkers de hand in eigen boezem zouden steken en hun werk efficiënt willen inrichten, moeten ze houvast creëren. Dat kunnen ze doen door: a. Doelen te stellen, taken te formuleren en secuur te werken b. Doelen te stellen, resultaatgebieden te formuleren en taken te omschrijven c. Doelen te stellen, afspraken over prioriteiten te maken en secuur te werken d. Doelen te stellen, afspraken over prioriteiten te maken en volgens plan te werken Vraag 8 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf De planning en organisatie van werk. Bekijk de scène en beantwoord de vraag. Als de medewerkers de hand in eigen boezem zouden steken en hun werk efficiënt willen inrichten, moeten ze de mate van urgentie en de mate van belangrijkheid bepalen. In welk stadium van het werkproces zijn ze dan? a. Verzamelen b. Verwerken c. Organiseren d. Evalueren e. Doen Vraag 9 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf De planning en organisatie van werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Als de medewerkers hun werk efficiënt willen inrichten, moeten ze zelf bepalen of ze een bepaalde activiteit op een kalender zetten of direct afhandelen. We zitten dan in het stadium van: a. Verzamelen b. Verwerken c. Organiseren d. Evalueren e. Doen Vraag 10 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf Overweldigd door werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Als je het gesprek in het trappenhuis zou moeten typeren naar de mate van stress, in welke fase zou je dit dan indelen? a. De algemene fase b. De alarmfase c. De weerstandfase d. De uitputtingsfase Pagina 3 van 6 Vraag 11 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf Overweldigd door werk. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Als de stresssituatie bij deze medewerkers aanhoudt en als dit normaal wordt gevonden, zodat ze niet meer zo snel in de stress schieten, dan zitten ze duidelijk in de: a. De algemene fase b. De alarmfase c. De weerstandfase d. De uitputtingsfase Vraag 12 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk, met name de paragraaf De factor tijd bij efficiëntie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Om stress te voorkomen, is het zaak om effectief te blijven. Dat doe je niet door: a. je beperkingen te onderkennen b. keuzes te durven maken c. rustiger te gaan werken d. assertief te zijn Vraag 13 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie in het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk met name de paragraaf De factor tijd bij efficiëntie. Beantwoord dan de vraag. Wat verstaan we onder Peters' Principe? a. Dat we goed moeten weten wat we wel kunnen b. Dat we goed moeten weten wat we niet kunnen c. Dat we goed moeten weten wat we moeten leren d. Dat we goed moeten weten wat we moeten afleren Vraag 14 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie in het hoofdstuk Efficiëntie: beheersing van tijd en werk de paragraaf De factor tijd bij efficiëntie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Als deze groep medewerkers effectiever moet gaan werken, is een van de belangrijkste taken dat er keuzes gemaakt gaan worden uit de maatregelen die tot bezuiniging leiden, hoe moeilijk dat soms ook is. Een leidinggevende kiest soms niet, omdat de impact van een beslissing niet kan worden overzien. Dan blokkeert hij, omdat: a. hij de zaken graag op z'n beloop laat b. er te veel keuzemogelijkheden zijn c. van richting veranderen riskant is d. hij het moeilijk vindt om nee te zeggen. Vraag 15, slotvraag Bekijk de website www.burnin.nl en klik op 'Toeliching Burnout' en daarbinnen op 'Burnout, oorzaken en signalen'. In het artikel onderscheidt de schrijver vier bedreigende factoren voor het ontstaan van burnout. Welke twee factoren hebben samen de meeste invloed op het ontstaan van burnout? a. Persoonlijke factoren en professionele factoren b. Factoren uit de werkomgeving en factoren uit de sociale context c. Persoonlijke factoren en factoren uit de werkomgeving d. Professionele factoren en factoren uit de sociale context Pagina 4 van 6 Antwoorden 3. De juiste keuze is 2, 3, 4, 6, 7 en 11. 4. De juiste keuze is 1, 2, 3, 4, 6, 7, 10 en 11. 5. De juiste keuze is 5, 8 en 9. 6. a. De vier genoemde factoren zijn van invloed op de effectiviteit en hebben ook onderling invloed op elkaar. Het stellen van doelen heeft te maken met de eigen vaardigheden. Maar ook met degenen met wie je omgaat in je werk en met de tijd die beschikbaar is. Te hoog gestelde doelen in te beperkte tijd geven, in geval van nog te ontwikkelen vaardigheden, een driedubbel zo hoog risico om te falen. 7. b. Door vooraf doelen te stellen, resultaatgebieden (vergelijkbaar met verantwoordelijkheidsgebieden) te benoemen en taken af te spreken, krijgen we houvast in ons werk: we weten wat we moeten doen in welke tijd. 8. b. De tweede stap is het verzamelde werk (stadium a) verdelen naar urgentie en belang. Daarna kan de uitvoering georganiseerd worden (stadium c) etc. 9. c. Voordat we kunnen handelen, moeten we eerst het werk organiseren: wat doen we gelijk en wat doen we later. We zijn dan aan het organiseren en plannen. 10. b. Gegeven de reacties van de drie op de mededelingen van de leiding zijn ze alert en reageren snel op de situatie door met creatieve voorstellen voor bezuinigingen te komen. 11. c. Die gewenning is wel begrijpelijk, maar natuurlijk ook riskant: stress lijkt 'normaal' te worden, maar de druk blijft hoog en bouwt zich steeds verder op. 12. c. Rustiger gaan werken zou je wel willen, maar zo zit dat werk en zitten de verwachtingen daaromheen niet in elkaar. Anders zou er geen sprake van stress zijn. 13. b. Het gaat er om dat we vaak onvoldoende onze beperkingen en grenzen kennen, waardoor, volgens Peters, met name promoties een trede te hoog eindigen. Op basis van hun huidige werk, dat ze uitstekend doen, komen ze in aanmerking voor een hogere functie, die dan (net) boven hun vermogen ligt. Dat gaat op termijn dus fout. Hoe aantrekkelijk soms ook: nieuwe functies en taken doen ook weer beroep op nieuwe kwaliteiten en competenties. 14. c. Kiezen heeft vele en vaak grote gevolgen. En het is niet altijd te overzien, waar de beslissing toe zal leiden en dat schrikt af. 15. c. Blijkbaar is deze combinatie het sterkst in het voorspellen van burnout. De bijdragen van professionele factoren en factoren uit de sociale context zijn geringer. Preventie moet zich dus vooral daarop richten. Feedback Feedback bij vraag 3 1. De baas eruit Nee 2. De catering eruit Ja 3. De rookpauzes afschaffen Ja 4. De mobieltjes eruit Ja 5. Korter behandelen Nee 6. De airco eruit Ja 7. De uitjes schrappen Ja 8. Weer aanbodgericht gaan werken Nee 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen Nee 10. Cursusleider eruit (1 fte) Nee 11. Het computernetwerk eruit Ja Als efficiëntie te maken heeft met (zo laag mogelijke) kosten voor de inzet van mensen en materieel om de doelen te realiseren en je wilt de organisatie niet (te veel) veranderen, dan zijn de voorstellen 2, 3, 4, 6, 7 en 11 misschien niet leuk, maar wel direct kostenbesparend. Pagina 5 van 6 Feedback bij vraag 4 1. De baas eruit Ja 2. De catering eruit Ja 3. De rookpauzes afschaffen Ja 4. De mobieltjes eruit Ja 5. Korter behandelen Nee 6. De airco eruit Ja 7. De uitjes schrappen Ja 8. Weer aanbodgericht gaan werken Nee 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen Nee 10. Cursusleider eruit (1 fte) Ja 11. Het computernetwerk eruit Ja Als efficiëntie te maken heeft met (zo laag mogelijke) kosten voor de inzet van mensen en materieel om de doelen te realiseren, dan komen naast vermijdbare kosten (zie vraag 3) ook andere posten in aanmerking. Naast de in vraag 3 genoemde voorstellen 2, 3, 4, 6, 7 en 11 komen dan ook 1 en 10 in aanmerking. Het mag duidelijk zijn dat dit zeer ingrijpende maatregelen zijn, want het tast de structuur van de organisatie aan (twee leidinggevenden eruit). Maar het is niet onoverkomelijk. Feedback bij vraag 5 1. De baas eruit Nee 2. De catering eruit Nee 3. De rookpauzes afschaffen Nee 4. De mobieltjes eruit Nee 5. Korter behandelen Ja 6. De airco eruit Nee 7. De uitjes schrappen Nee 8. Weer aanbodgericht gaan werken Ja 9. Cursus sociale vaardigheden schrappen Ja 10. Cursusleider eruit (1 fte) Nee 11. Het computernetwerk eruit Nee Als je als organisatie doelen wilt realiseren gaat het om effectiviteit. Voor het realiseren van doelen wordt een aanbod ontwikkeld waar cliënten behoefte aan hebben. Vandaar dat voorstellen 5, 8 en 9 te maken hebben met de effectiviteit van de organisatie: het realiseren van de doelen van de organisatie. Korter behandelen heeft weinig efficiëntie-voordeel, omdat de behandeling dan ook minder inkomsten genereert. Weer aanbodgericht gaan werken suggereert een efficiëntere inzet van mensen en middelen; maar dat staat zeker niet vast. Voor de cursus geldt hetzelfde: geen cursus, geen geld! Dus schrappen in activiteiten die te maken hebben met de effectiviteit heeft op de efficiëntie geen invloed. Pagina 6 van 6