O v e r z c i ac sh ut ï s s a t r i te i k k e l e n Blijf alert op tetanus Keep aware of tetanus Auteurs D. Berendsen, H.C.J. Jaspers, E.M. Hoogerwaard en C. Richter Trefwoorden diagnose, symptomen, tetanus Key words diagnosis, symptoms, tetanus Samenvatting Een 58-jarige man presenteert zich op de afdeling Spoedeisende Hulp met sinds 2 weken toenemende slikklachten, trismus en gegeneraliseerde pijnlijke stijfheid van de spieren. Het bleek dat hij 3 weken geleden een wond aan zijn linkervoet had gehad nadat hij in een metalen staaf was gaan staan. Hiermee had hij zich niet bij zijn huisarts gemeld. De patiënt kon zich niet herinneren ooit een tetanusvaccinatie te hebben gekregen. Op basis van het klinisch beeld werd de diagnose tetanus gesteld. Onmiddellijk werd de behandeling gestart met intramusculaire toediening van humaan tetanusimmunoglobuline. Na 9 dagen was de patiënt bijna volledig hersteld en kon hij het ziekenhuis verlaten. Summary An 58-year old man presented to the emergency department with increasing dysphagia, trismus and generalized painful stiffness of his muscles. His complaints had started 2 weeks before. It appeared that the patient had not told his general physician about a wound of his left foot he had 3 weeks before, when he stepped into a metal bar. He denied having had tetanus vaccination in the past. The clinical diagnosis of tetanus was made and immediate treatment was started, consisting of intramuscular injections of human tetanus immunoglobulines. After 9 days the patient had almost completely recovered and left the hospital. (Tijdschr Infect 2008;3:73-7) Inleiding Tetanus, een ziekte die al door de oude Grieken en Egyptenaren werd beschreven, is in de ontwikkelde landen zeldzaam geworden sinds het starten van immunisatie rond 1950.1 In de Verenigde Staten is de incidentie tussen 1947 en 1997 gedaald van 4 naar 0,2/miljoen inwoners.2 In Nederland zijn in de periode 1979-1991 in totaal 45 casussen van tetanus gemeld. Van de 41 patiënten bij wie de vaccinatiestatus vermeld werd, waren 37 patiënten (90%) nooit tegen tetanus gevaccineerd en waren 4 personen mogelijk (ooit) gevaccineerd. Gegevens over de volledigheid van de vaccinaties ontbraken echter. In 1999 is de meldingsplicht voor tetanus vervallen, waardoor de huidige incidentie niet bekend is. De 73 vol. 3 nr. 2 - 2008 afgelopen 10 jaar is in Nederland 1 persoon overleden aan tetanus.3 De wereldwijde incidentie ligt rond 1 miljoen patiënten per jaar. Tetanus komt met name voor in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De mortaliteit varieert van 20-50%. Ondanks alle doelstellingen van de World Health Organization voor tetanuseradicatie, rapporteerden 53 ontwikkelingslanden in 2001 nog steeds een hoge mortaliteit door tetanus bij pasgeborenen (200.000) en/of hun moeders (30.000).2 Vanwege de onbekendheid met het ziektebeeld door de lage incidentie van tetanus in Nederland, is de kans groot dat de diagnose (te) laat wordt gesteld. In de hierna volgende casus kon de behandeling op tijd worden gestart dankzij de alertheid van de echtgenote. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n Tabel 1. Anaërobe omstandigheden met een verhoogde kans op tetanus als complicatie.5,6 verbranding ulcus gangreen middenoorinfectie septische abortus bevalling intramusculaire injectie humaan tetanusimmunoglobuline (TIG) i.m. op de eerste en de tweede dag. De patiënt werd ter observatie opgenomen. Bij binnenkomst was bloed afgenomen om de antistoftiter van tetanus te bepalen. Deze titer bleek onmeetbaar laag te zijn, <0,01 IU/ ml. Na 9 dagen verliet de patiënt het ziekenhuis en waren zijn klachten nagenoeg geheel verdwenen. De stijfheid en het rigide looppatroon verdwenen na 2 tot 3 weken. Via de huisarts is hij inmiddels volledig gevaccineerd tegen tetanus. operatie Pathogenese Ziektegeschiedenis Een 58-jarige man presenteerde zich op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) met sinds 2 weken bestaande klachten van moeilijker lopen en aspecifieke pijn over zijn gehele lichaam. Later ontwikkelde hij slikklachten, kaakpijn en had hij toenemende moeite met kauwen en het openen van zijn mond. Met deze klachten bezocht hij op aandringen van zijn vrouw de huisarts. Deze sprak oriënterend bloedonderzoek af en voerde een expectatief beleid. De patiënt vertelde de huisarts niets over een reeds genezen wond aan zijn linkervoet, die 3 weken daarvoor was ontstaan na een letsel met een metalen staaf. De echtgenote bleef verontrust over de klachten van haar man en raadpleegde internet en een medische encyclopedie. Hierna veronderstelde zij dat hij tetanus had en alarmeerde opnieuw de huisarts, die hem vervolgens onmiddellijk doorstuurde naar de SEH van het ziekenhuis. De patiënt kon zich niet herinneren ooit tegen tetanus te zijn gevaccineerd Bij aankomst werd een niet-acuut zieke man gezien. De bloeddruk was 155/95 mmHg, de pols was irregulair, 100/min, de temperatuur 36,7°C en de ademhalingsfrequentie 12/minuut. Hij had geen zichtbare wonden. Neurologisch onderzoek toonde een duidelijke trismus, volledig openen van de mond was niet mogelijk. Er was sprake van hyperreflexie, met name van de rechterlichaamshelft, met een enkelclonus. Het looppatroon was duidelijk rigide. Overig lichamelijk onderzoek leverde geen bijzonderheden op. Het laboratoriumonderzoek liet een licht verhoogd BSE (22 mm/uur, normaalwaarde 1-20 mm/uur), CRP (35 U/l, normaalwaarde 0-9 U/l) en CK (331 U/l, normaalwaarde 1-200 U/l) zien. Op basis van het klinisch beeld werd de diagnose tetanus gesteld, waarna de behandeling direct werd gestart met 2.500 eenheden, 10 keer 250 eenheden, t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n Tetanus wordt veroorzaakt door een grampositieve, anaërobe endosporenvormende bacterie, Clostridium tetani. Tetanus kan optreden wanneer een wond in contact komt met grond, straatvuil, roestig metaal of mest van dieren (met name van paarden en koeien) waarin de bacterie verspreid voorkomt. Onder gunstige omstandigheden (anaëroob milieu) kunnen de sporen ontkiemen (zie Tabel 1). In de Verenigde Staten werd bij 77% van de patiënten een porte d’entree achterhaald. Deze gegevens zijn echter retrospectief bekeken. 49% van de patiënten had een prikaccident gehad (doorn, metaal), waarmee zij geen arts hadden bezocht. Deze patiënten hadden dus geen postexpositieprofylaxe gekregen.6 De tetanusbacterie produceert 2 toxinen: tetanospasminen en tetanolysinen. Tetanospasmine is verantwoordelijk voor het klinisch beeld van tetanus. Het voorkomt de afgifte van de presynaptische inhibitoire neurotransmitter γ-aminoboterzuur (‘γaminobutyric acid’; GABA) en glycine, waardoor voortdurende excitatie van motorische en autonome neuronen ontstaat. Dit uit zich in rigiditeit, spasmen en autonome instabiliteit.4,5 De incubatietijd is gemiddeld 7-10 dagen met een spreiding van 1-60 dagen, afhankelijk van de hoeveelheid toxinen en de afstand die de neurotoxine af moet leggen van de plaats van de verwonding tot aan het axon. De tijd tussen de eerste symptomen en het ontstaan van spierspasmen is gemiddeld 1-7 dagen.5,7 Kliniek en differentiaaldiagnose Er bestaan 4 verschillende vormen van tetanus: gegeneraliseerde, cefale, lokale en neonatale tetanus. Welke vorm optreedt, is afhankelijk van de hoeveelheid toxinen en de lokalisatie van de porte d’entrée. Gegeneraliseerde tetanus, waarmee de hier beschreven patiënt zich presenteerde, komt voor in 80% van de gevallen en is de ernstigste vorm. De vol. 3 nr. 2 - 2008 74 c a s u ï s t i e k Tabel 2. Tetanusvaccinatie in Nederland.3,11,12 Aanleiding Vaccin Leeftijd/moment Rijksvaccinatieprogramma DKTP 2, 3, 4, 11 maanden, 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma DTP 9 jaar verwonding of reis >10 jaar na laatste vaccinatie 1 x tetanustoxoïd* personen ooit gevaccineerd, maar geen documentatie: - mannen geboren voor 1936 en vrouwen geboren voor 1950 - mannen geboren vanaf 1936 en vrouwen geboren vanaf 1950 TIG + 1 x tetanustoxoïd* 1 x tetanustoxoïd* personen onvolledig gevaccineerd TIG + ontbrekende aantal tetanustoxoïd* personen nooit gevaccineerd TIG + 3 x tetanustoxoïd* direct, na 1 maand en na 6 maanden DKTP=difterie, kinkhoest, tetanus en polio, DTP=difterie, tetanus en polio, TIG=tetanusimmunoglobuline, *=in plaats van tetanustoxoïd kan ook DTP worden gegeven. symptomen worden meestal gekenmerkt door een trias dat bestaat uit rigiditeit, spasmen en autonome instabiliteit. De rigiditeit uit zich vaak als eerste in een trismus, het niet volledig kunnen openen van de mond. Dit ontstaat door spasmen van de musculus masseter. Door uitbreiding van de spasmen naar de slikspieren en gelaatsspieren kunnen respectievelijk dysfagie en risus sardonicus ontstaan. De rigiditeit breidt zich steeds verder naar distaal uit. De spasmen zijn zeer pijnlijk en kunnen spontaan ontstaan of uitgelokt worden door tactiele, visuele en auditieve stimuli. De spasmen kunnen leiden tot een opisthotonus (een gespannen achterovergebogen lichaamshouding met het hoofd en de hielen naar de grond gericht) en zelfs pees- en spierscheuren en botbreuken veroorzaken. Recentelijk werd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een patiënt getoond met een opisthotonus.8 Verder kunnen ademhalingsproblemen ontstaan als gevolg van een verminderde compliantie van de borstwand, een verhoogde kans op aspiratie en door spasmen van de faryngeale spieren. In een later stadium kunnen complicaties optreden ten gevolge van autonome disfunctie op basis van een verhoogde sympathicusactiviteit, zoals pyrexie en tachycardie.4,6,7 Cefale tetanus, een vorm van gegeneraliseerde tetanus, is zeer zeldzaam en kan optreden na een verwonding aan het hoofd. De spasmen ontstaan in het verzorgingsgebied van de hersenzenuwen. Bij lokale tetanus zijn de spasmen en rigiditeit beperkt tot de plaats van de verwonding. Deze vorm heeft een goede prognose. Tetanus neonatorum veroorzaakt 75 vol. 3 nr. 2 - 2008 meer dan 50% van de mortaliteit van tetanus wereldwijd en komt met name in ontwikkelingslanden voor. Neonaten presenteren zich met koorts, braken, zuigproblemen en convulsies. Deze vorm van tetanus wordt veroorzaakt door een slechte hygiëne van de navelstreng na de geboorte, maar is geheel te voorkomen door moeders tijdens de zwangerschap te vaccineren.5 Het herkennen van de klinische symptomen, bestaande uit rigiditeit, karakteristieke spasmen en hyperreflexie, met daarbij een normaal bewustzijn en het ontbreken van sensibiliteitsstoornissen, is essentieel voor het stellen van de diagnose. Een aspiraat van de wond laat soms grampositieve bacillen met sporen zien. Deze sporen zijn eindstandig, waardoor de bacteriën er bij microscopie uitzien als een ‘tennisracket’. De anaërobe kweek is meestal negatief. Immuniteit wordt niet op een natuurlijke wijze verkregen en onderhouden. Tetanusantistoffen ontstaan uitsluitend na vaccinatie. Een onmeetbare antistoftiter tegen tetanus, zoals bij de beschreven patiënt, is indirect een bewijs dat er geen protectie tegen het verkrijgen van tetanus bestaat. Een titer >0,01 IU/ml wordt in het algemeen beschouwd als voldoende beschermend tegen tetanus. Differentiaaldiagnostisch moet voornamelijk gedacht worden aan een strychnine-intoxicatie. Verder staan in de differentiaaldiagnose een peritonsillaire of dentale infectie, medicatiegeïnduceerde dystone reactie (fenothiazide), maligne neurolepticasyndroom, hypocalciëmie, hysterie, rabiës en poliomyelitis.7,9 t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n Aanwijzingen voor de praktijk 1. De diagnose ‘tetanus’ wordt gesteld op basis van het klinisch beeld. Een goede anamnese met aandacht voor (genezen) wonden en de vaccinatiestatus van de patiënt is belangrijk. 2. Het klinisch beeld bestaat uit rigiditeit, spasmen en autonome disfunctie. 3. Vroegtijdige behandeling van tetanus kan de mortaliteit en morbiditeit van tetanus sterk verminderen. 4. Bij een verwonding wordt tetanusimmunoglobuline alleen gegeven aan personen met het hoogste risico: personen van wie bekend is dat ze niet of incompleet zijn gevaccineerd, vrouwen geboren voor 1950 en mannen geboren voor 1936, hiv-geïnfecteerden met een grote kans op een slechte immuunrespons na vaccinatie, en andere immuungecompromitteerden. Behandeling De bron van de infectie dient verwijderd te worden door middel van reiniging van de wond, eventueel met behulp van chirurgische wondexcisie. Hierdoor worden zowel de sporen als het anaërobe milieu verwijderd. Chirurgische wondbehandeling heeft echter geen invloed op het ziektebeloop. Het geven van antibiotica wordt doorgaans als ineffectief beschouwd en wordt in Nederland derhalve ook niet aanbevolen in de richtlijn van het Centrum Infectieziektebestrijding.3 Een aantal landen, zoals de Verenigde Staten, adviseert wel antibiotica. Metronidazol verdient dan de voorkeur boven penicilline, een GABA-antagonist.10 Het ongebonden toxine wordt geneutraliseerd door passieve vaccinatie met humane TIG. De aanbevolen dosering is 2.500 eenheden (10 keer 250 eenheden) i.m. op 2 achtereenvolgende dagen. Benzodiazepines en andere neuromusculaire blokkerende middelen worden gebruikt voor controle van de spierspasmen. Daarnaast moet er aandacht zijn voor tromboseprofylaxe, decubituspreventie en een goede voeding.3,5,10 Bij snelle, adequate diagnosestelling en behandeling is het herstel meestal volledig, zoals bij deze patiënt. Het herstel duurt gemiddeld 2-3 weken, maar verhoogde spierspanning en lichte spierspasmen kunnen maanden aanwezig blijven.5 Preventie Het doormaken van tetanus geeft geen immuniteit. Alleen door vaccinatie opgewekte antistoffen geven bescherming, zoals eerder vermeld. De belangrijkste t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n preventiemethode voor tetanus is derhalve actieve immunisatie. In Nederland gebeurt dit volgens het schema van het Rijksvaccinatieprogramma, dat sinds 1952 aangeboden wordt aan alle Nederlanders die geboren zijn na 1945 (zie Tabel 2).3,11,12 Of kinderen daadwerkelijk werden gevaccineerd, was echter mede afhankelijk van de motivatie van de ouders. De meeste mannen geboren na 1936 zijn beschermd, doordat rekruten voor de militaire dienst vanaf 1945 werden gevaccineerd. Bij evaluatie van een voor tetanus verdachte wond en bij reizigers naar ontwikkelingslanden wordt een boostervaccinatie toegediend indien de laatste vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is gegeven. Patiënten die onvolledig gevaccineerd zijn, krijgen de ontbrekende vaccinaties. Indien patiënten nooit gevaccineerd zijn, wordt een volledige serie bestaande uit 3 vaccinaties gegeven, in maand 0, maand 1 en 6. In Nederland gaat hierbij de voorkeur uit naar het DTP-vaccin boven het enkelvoudige tetanusvaccin, omdat gelijktijdige boostering van difterie en polio nuttig wordt geacht.3,12,13 TIG wordt op advies van de Gezondheidsraad sinds 2003 alleen nog aan personen gegeven die naar alle waarschijnlijkheid nooit volledig tegen tetanus zijn gevaccineerd, en aan hiv-geïnfecteerden met een slechte immuunrespons na vaccinatie en andere immuungecompromitteerden.3 Dit besluit werd mede onderbouwd door een studie van Melker et al., waarin de tetanusimmuniteit van de Nederlandse bevolking, geboren na de introductie van de invoering van actieve immunisatie, werd bestudeerd. Deze studie toonde aan dat bij 95% van de personen die 6 keer een tetanusvaccinatie hadden gekregen, de waarde vol. 3 nr. 2 - 2008 76 c a s u ï s t i e k van de tetanusantitoxinen in het serum boven de beschermende grenswaarde, >0,01 IU/ml, lag.14 Kroon et al. hebben aangetoond dat bij hiv-geïnfecteerden de antilichaamrespons vooral verlaagd is als het aantal CD4+-cellen lager is dan 300 x 106/l.15 Conclusie De beschreven patiënt presenteerde zich met de klassieke symptomen van een milde vorm van gegeneraliseerde tetanus: trismus, dysfagie, gegeneraliseerde spierstijfheid en pijn, met een duidelijke porte d’entrée voor een infectie, de wond aan zijn linkervoet. De bekendheid met dit klinische ziektebeeld is sinds de invoering van de actieve immunisatie verdwenen. Hierdoor bestaat een verhoogde kans op een late diagnosestelling. De patiënt bleek niet gevaccineerd te zijn, al werd dit verwacht gezien het feit dat patiënt geboren is na 1945. Waarschijnlijk hebben zijn ouders het vaccinatieaanbod voor hun zoon niet aangenomen. Het is belangrijk dat elke arts op de hoogte is van de klinische verschijnselen van tetanus en de noodzaak tot onmiddellijke behandeling. De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch beeld. Het is belangrijk navraag te doen naar wonden die mogelijk al zijn genezen op het moment van presentatie. In deze casus heeft een alerte echtgenote de juiste diagnose gesteld, waardoor op tijd kon worden gestart met de behandeling en een fatale afloop kon worden voorkomen. Referenties 1. Mandell GL, Gordon R, Douglas Jr, Bennett JE, Dolin R. Mandell, Douglas and Bennett’s Principles and Practice of Infectious Diseases. 5th edition. Philadelphia: Churchill Livingstone. 2000:2537-43. 2. World Health Organization, UNICEF, World Bank. State of the World’s Vaccines and Immunization. Geneva: World Health Organization. 2002. 3. Landelijk Centrum Infectieziektebestrijding. Richtlijn Tetanus. Te raadplegen op: www.rivm.nl (bekeken op 12 maart 2008). 4. Farrar JJ, Yen LM, Cook T, Fairweather N, Binh N, Parry J, et al. Tetanus. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2000;69:292-301. 5. Cook TM, Protheroe RT, Handel JM. Tetanus: a review of the literature. Br J Anaesth 2001;87:477-87. 6. Bardenheier B, Prevots DR, Khetsuriani N, Wharton M. Tetanus Surveillance -- United States, 1995-1997. MMWR CDC Surveillance Summ 1998;47:1-13. 7. Goonetilleke A, Harris JB. Clostridial neurotoxins. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2004;75 Suppl 3:35-9. 8. Jongh VH, Van Roosmalen J. Diagnose in beeld (320). 77 vol. 3 nr. 2 - 2008 Een kraamvrouw met opistothonus en strekkrampen. Ned Tijdschr Geneeskd 2007;151:914. 9. Alagappan K. Tetanus: an overview. Hosp Physician 2001;37:23-6. 10. Ahmadsyah I, Salim A. Treatment of tetanus: an open study to compare the efficacy of procain penicillin and metronidazole. Br Med J 1985;291:648-50 11. De Melker HE, Steyerberg EW. Doelmatigheid van tetanusimmunoglobuline bij een verwonding; toediening vaak onnodig. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:429-33. 12. Boukes FS, Wiersma TJ, Beaujean D, Burgmeijer RJ, Timen A. Tetanusprofylaxe in de huisartsenpraktijk. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2172-4. 13. Vraag en antwoord. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:270. 14. De Melker HE, Van den Hof S, Berbers GA, Nagelkerke NJ, Rümke HC, Conyn-van Spaendonck MA. A populationbased study on tetanus antitoxin levels in The Netherlands. Vaccine 1999;18:100-8. 15. Kroon FP, Van Dissel JT, Labadie J, Van Loon AM, Van Furth R. Antibody response to diphteria, tetanus, and polomyelitis vaccines in relation to the number of CD4+ T lymphocytes in adults infected with human immunodeficiency virus. Clin Infect Dis 1995;21:1197-203. Ontvangen 4 juni 2007, geaccepteerd 24 september 2007. Correspondentieadres Mw. drs. D. Berendsen, arts-assistent Interne Geneeskunde Mw. drs. H.C.J. Jaspers, internist in opleiding Dhr. dr. C. Richter, internist-infectioloog Alysis Zorggroep Ziekenhuis Rijnstate Afdeling Inwendige Geneeskunde Postbus 9555 6800 TA Arnhem Tel.: 026 378 88 88 E-mailadres: [email protected] Dhr. dr. E.M. Hoogerwaard, neuroloog Afdeling Neurologie Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n