Invasieve exoten door Wim Schoenmakers

advertisement
PLANTENWERKGROEP
2 lezingen op 8 november 2012 over:
- Invasieve exoten door Wim Schoenmakers,
- Verlandingsproces in laagveengebieden door
Erwin de Hoop.
Op 8 november werden twee 2 voordrachten gehouden voor een 24 tal zeer geïnteresseerde
bezoekers, in het zaaltje van het Lodewijk-kerkje in de Kerkstraat te Oisterwijk.


Voor de pauze invasieve exoten door Wim Schoenmakers
Na de pauze: het verlandingsproces in laagveengebieden, speciaal in het Nieuwkoopse
plassengebied , door Erwin de Hoop.
 Invasieve Exoten
Met een prachtige PowerPoint presentatie vertelde Wim over de komst van invasieve exoten en de
gevolgen daarvan in onze flora en fauna van Nederland.
Wat is een exoot?: Een exemplaar is een exoot wanneer deze na 1500 jaar na Chr. ons land is
binnengedrongen.
Ook exoten waren eens konijnen, het damhert en de fazant maar die waren er al vóór 1500 na Chr.
dus die zijn per definitie geen exoot meer.
Oorzaken invasie van exoten Er zijn verschillen oorzaken aan te wijzen hoe deze vreemdelingen
hier terecht komen: Import van zaden, planten en dieren met het vlieg-, scheepvaart- en autoverkeer.
Vogels: zaden tussen de poten en in uitwerpselen, zaden tussen het profiel van autobanden, aanspoelen
via de zee en rivieren, het dumpen van planten en dieren in de vrije natuur, meeliften in
verpakkingsmateriaal, meeliften in de wanden van schepen, vrachtwagens, winden enz. enz.
Gevolgen van de invasie van exoten : Vermindering van biodiversiteit in de natuur door: schade ten
gevolge van predatie en verdringing van inheemse soorten, concurrentie met inheemse species,
parasitisme op levende inheemse exemplaren, economische schade: het kost bergen geld om de grote
waternevel steeds af te voeren en de muskusrat die onze dijken ondergraaft. Vraat aan
landbouwgewassen en bevuiling van weilanden door bijv. ganzen. Genetische vervuiling: Kruising
van exoten met inheemse soorten, waardoor de inheemse soort verdwijnt.
De volgende invasieve exoten werden door Wim onder de loep genomen:
1) De grote waternavel. Heeft een enorme groeikracht. Per week verdubbeling. Kosten voor
verwijdering € 100.000 per jaar per 10 km kanaal. Bestrijding door volledige verwijdering
gedurende 3 jaren. Gebruik als veevoer en biomassa.
2) De Oost- Aziatische boktor. De larven vreten gangen in onze levende bomen.
3) De Muskusrat. Uit N. Amerika. Bestrijding door 450 bestrijders. Kosten 35 miljoen Euro per
jaar.
4) De Nijlgans. In 1967 zijn er een paar ontsnapt. Ontzettend agressief en dominant t.o.v. andere
vogels.
5) De Canadese gans, ooit als jachtvogel geïntroduceerd.
6) De Ambrosiaplant uit N. Amerika meegekomen met vogelvoer. Stuifmeelallergie bij mensen.
7) Bacteriën en virussen: Knokkelkoorts, Malaria, buiktyfus.
8) De Tijgermug.
9) Een schimmel batrachochytium die amfibieën aantast.
10) Reuzenbalsemien. Enorme woekeraar. Duldt geen ander begroeiing onder zich. Is eenjarig. Op
het einde van het jaar is het één kale plek en kan erosie van de bodem ontstaan.
11) De Amerikaanse brulkikker. Is 20 cm lang en weegt 0,5 kg. Hij kan waterdieren tot 16 cm
opvreten. Hij ingevoerd voor zijn dikke kikkerbillen.
12) Amerikaanse vogelkers. In de 1e helft van de 20e eeuw ingevoerd voor houtproductie en
bodem verbeteraar. Heeft geen natuurlijke vijanden en heeft een enorme zaadproductie die
door vogels worden verspreid. Wordt momenteel bospest genoemd. Hij is nooit meer weg te
krijgen. Nu trachten te beheersen met mankracht en het bos weerbaarder maken door planten
van andere bomen met meer schaduw.
13) De grijze eekhoorn. Heeft in Engeland de bruine inmiddels al verdrongen.
14) Lucky bamboe een dracaena soort, kan 20 soorten virussen met zich meebrengen.
 Verlanding in laagveengebieden
Ook middels een PowerPoint presentatie hield Erwin zijn voordracht:
Deze materie was zijn afstudeeropdracht aan de hoge school Van Hall Larenstein. De opdracht betrof
een onderzoek naar de verlanding of wel laagveenvorming in de Nieuwkoopse plassen.
Het
onderzoek hield o. a. in: bepaling van de leeftijd van de reeds gevormde venen, de snelheid van de
vorming van nieuwe venen, de successie van de verschillende laagveenvormende planten, de
bijbehorende waterpeilen en waterkwaliteit (zuurgraad PH, Ca. Calcium en Fe. ijzer.
Laagveenvorming is een traag proces en men moet in tientallen jaren denken. Na zo’n 70 jaar krijgt
met al een beetje een beeld over de gang van zaken in een waterplas.
Het betreffende gebied is destijds ontveend of uitgemoerd. Na de turfwinning is er een lappendeken
overgebleven van petgaten en dunne strookjes land, wat vroeger de legakkers waren.
Door foto’s van voorgaande jaren over elkaar te leggen kon hij zich een beeld vormen van de snelheid
waarmee de verlanding zich manifesteert. Verder de gehele plantenassociatie geïnventariseerd en de
groei hiervan over het gehele jaar genomen.
Wat is verlanding ?:
Dit is het beste zien aan de hand van bijgevoegde afbeelding. Uitgaande van een maagdelijk nieuwe
waterplas:
Het ontstaan van diverse successiestadia: waterplanten onder water en oeverplanten, waterplanten die
boven het waterniveau uitkomen en oeverplanten die naar het midden toe groeien. Waterplanten
sterven af zakken naar de bodem en vanwege zuurstofgebrek verteren zij niet. Verder worden
drijvende vlechtwerken van planten en plantenwortels gevormd (in de Langstraat papieren zolderkes
genoemd, je kan er snel overheen lopen). Zo gerekend in tientallen jaren groeit de hele plas dicht
totdat alle water in de plas verdwenen is . Boven het oppervlak verschijnen uiteindelijk veenmossen
en gaat zich hoogveen vormen…
De planten die Erwin inventariseerde behoren tot Riet-associatie subassociatie: Moerassen. De
belangrijkste: riet, moerasvaren, blauwe knoop, kleine lisdodde, moeraslaterus, tormentil en de
kamvaren… en de groene knolorchis.
Na het dankwoord van Elly werd de avond met een welverdiend applaus voor beide sprekers
beëindigd.
Bert de Vaan
Als toevoeging aan dit verslag hierbij nog een klein bestandje over het verlandingproces in
het natuurgebied “De Langstraat”. (tussen Waalwijk en Sprang- Capelle)
Dit had ik gemaakt naar aanleiding van een lezing bij het IVN Waalwijk enkele jaren
geleden.
Vorming van een laagveenmoeras
Uitgangspunt is een waterplas waaraan de bodem slecht doorlatend is .Er moet dus altijd
water in blijven staan. Dit kan stagnerende water zijn ergens op de heide , kan ook een dode
rivierarm zijn, een petgat of een sloot met weinig doorstroming enz.
Afhankelijk van de toestand van het water, voedsel arm of voedselrijk, is er sprake van kwel,
wel of geen stroming diep of ondiep , zullen hierin waterplantenassociaties gaan groeien .
In ons geval in de Langstraat is er sprake van voedselrijk water en is er sprake van veel
kwelwater zodat allerlei mineralen als ijzer- en calciumbicarbonaten in het water komen. Ook
koolzuur (CO2) voor bijvoorbeeld de waterviolier. De Langstraat ligt in de “naad van
Brabant”
Is het water niet meer dan 2 meter diep zullen er op de diepe en ondiepe plaatsen
waterplanten op de bodem gaan groeien afsterven en naar de bodem zakken en aldaar op de
bodem laagveen vormen. Zij verteren niet door gebrek aan zuurstof.
Op de diepste plaatsen gaat fonteinenkruid groeien. Op ondiepere plaatsen vooral aan de
oever mattenbies, lisdodde, grote egelskop, pluimzegge, riet, kalmoes
Er wordt een laag modder, rijk aan organisch materiaal, afgezet. Dit wordt aangeduid met de
Zweedse naam gyttja. Gyttja ontstaat uit de resten van algen en waterplanten.
Tegelijkertijd vormen zich aan de wateroppervlakte ook:
- Drijftillen gevormd door waterplanten die gaan drijven wanneer ze afsterven, hierop gaan
ook weer planten groeien
- Trilvenen. Of wel papieren zolderkes genoemd. Deze worden gevormd door
aaneengeschakelde drijftillen. Hier kun je overheen lopen
- Kraggen of veenmosrietland. Dit zijn trilvenen die door planten wortels (zeggen) verbonden
worden met de oeverkant en met riet worden overdekt. Nu begint de vorming van rietveen
waarop weer zeggen gaan groeien Aan de rand van het meer groeit riet: De zone met riet
breidt zich vanaf de rand geleidelijk uit. Uit de rietwortels wordt een pakket rietveen
gevormd. Op dit rietveen groeit zegge, dat van iets minder natte omstandigheden houdt.
Op een gegeven moment is het gehele wateroppervlak verdwenen…
Download