Filmverslag animal farm

Opdracht 1:
1. No animal is ever to live in a house.
Geen enkel dier mag in een huis slapen. Deze wet is gemaakt omdat de vroegere baas van de
boerderij ook in een huis woonde, en de dieren willen in geen enkel opzicht op hem lijken.
2. No animal is ever to sleep in a bed.
Geen enkel dier mag in een bed slapen. Deze wet is ook gemaakt omdat de vroegere baas
ook in een bed sliep, en dieren horen niet in een bed te slapen, want ze willen de rijkdom
eerlijk verdelen.
3. No animal is ever to wear clothes.
Geen enkel dier mag/zal kleren dragen. De oude eigenaar van de boerderij droeg ook kleren.
De dieren willen niet zo als hem zijn.
4. No animal is ever to drink alcohol.
Geen enkel dier mag drank drinken. Het is onverantwoord als je gaat drinken, want doordat
de baas van de boerderij ging drinken, kon hij niet meer goed voor de dieren zorgen en werd
hij heel chagarijnig.
5. No animal is ever to smoke tabacco.
Geen enkel dier mag sigaren/tabak roken. Tabak roken is slecht voor je, en het is al helemaal
slecht voor dieren.
6. No animal is ever to touch money.
Geen enkel dier mag geld aanraken. De dieren verdelen de spullen eerlijk onder elkaar, dus
ze hoeven ook geen geld te hebben.
7. No animal is ever to engage in trade.
Geen enkel dier mag zich met handel bezig houden. Ze verbouwden zelf hun eten, en de wet
is er omdat handel soms heel hard kan zijn.
8. No animal is ever to tyrannize his own kind.
Geen enkel dier mag zijn eigen soort onderdrukken. Dieren van dezelfde soort zijn gelijk. God
heeft elk dier geschapen zoals het is.
9. No animal must ever kill any other animal.
Geen enkel dier mag een ander dier afmaken. Iets doodmaken is nooit goed.
10. All animals are equal.
Alle dieren zijn gelijk. De dieren moeten niet tegen elkaar opzien of neerkijken, omdat ieder
dier gelijk is. Sommige dieren hebben wat meer gezag dan andere, maar toch hoeven ze niet
op elkaar neer te zien.
Opdracht 2:
Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen, oftewel napoleon(stalin) trekt
ook de macht naar zich toe en vind zich toch hoger dan de andere dieren.
Opdracht 3:
Old Major, Karl Marx
Snowball, Trotski
Napoleon, Stalin
Squealer, Propeganda
Varkens, de vrienden van Stalin
Boxer (het paard), de hard werkende arbeiders
Benjamin (de ezel), het slimmere volk
Kippen, boeren en de arbeiders
Duiven, propeganda aan andere landen
Honden, geheime dienst
Whymper, Hitler
Andere boeren, vrienden van de Tsaar
Opdracht 4:
Stalin trok alle macht naar zich toe en maakte zichzelf(en zijn partij) als een soort van ‘’nieuw’’ tsaar.