Oorlogsverklaringen in vroegmodern Engeland 1 J.A. van Hoeven

advertisement
Oorlogsverklaringen in vroegmodern Engeland
1
J.A. van Hoeven
3879755
Woorden: 10640
1
Joseph Highmore, ‘A Club of Gentlemen’ (ca. 1730), https://www.google.com/culturalinstitute/assetviewer/a-club-of-gentlemen/PAFRDy5Es1PqMA?hl=en (versie 16 februari 2015).
Inhoudsopgave
Inleiding
2
Hoofdstuk 1: Engeland en Europa in de 17de en 18de eeuw
6
Hoofdstuk 2: Oorlogsverklaringen: de analyse
10
Hoofdstuk 3: Overeenkomsten en verschillen tussen de oorlogsverklaringen
25
Conclusie
29
Literatuurlijst
32
1
Inleiding
Een oorlogsverklaring wordt algemeen gezien als het officiële begin van een oorlog. Het uitvaardigen
van een oorlogsverklaring bestond al in de vroegmoderne tijd. Het beeld van oorlogen vanaf de
tweede helft van de 17de eeuw tot aan de 18de eeuw is van rationele aard. Vorsten voerden namelijk
oorlog om elkaar in balans te houden. Het idee was dat als één heer te ambitieus werd, andere heren
de machtsbalans herstelden. Hierdoor voorkwam men irrationele gewelduitspattingen zoals de
Dertigjarige Oorlog. Historici zoals Frederic Baumgarten stellen dat door de vrede van Westfalen, die
volgde op de Dertigjarige Oorlog, een einde werd gemaakt aan dit soort irrationele oorlogen.2 Het
‘rationele systeem’ zou een systeem zijn wat tot aan de revolutionaire oorlogen stand hield. Door de
omvang van revolutionaire oorlogen waarbij op grote schaal burgers werden ingezet sneuvelde dit
systeem. Hierdoor was het niet meer mogelijk om beperkte, en rationele oorlogen te voeren.
De vraag is in hoeverre het beeld van ‘rationele oorlog’ overeenkomt met de uitgevaardigde
oorlogsverklaringen van 1672 tot 1756. Oorlogsverklaringen waren toen net als nu een
verantwoording voor het voeren van oorlog. Het is dus interessant om te onderzoeken argumenten
een rol spelen in een oorlogsverklaring, en hoe deze in de loop der tijd veranderden. Indien er een
dergelijk systeem bestaat van ‘rationele oorlogen’, moet dit terug zijn te zien in de
oorlogsverklaringen. Men moet immers bewust zijn geweest van het systeem en de wijze van
argumentatie in de oorlogsverklaring.
De casus die ik voor dit onderzoek gebruik zijn de Engelse oorlogsverklaringen tussen 1648 en 1756.
Reden voor deze datering is dat historici zoals Parker stellen dat na 1648 een periode van
‘beschaafde’ oorlogen plaatsvindt.3 Het eindigen van de casus in 1756 heeft als reden dat de eerste
oorlogsverklaringen na 1756 betrekking hebben op de revolutionaire oorlog in Amerika.4 Om dit
onderzoek enigszins in te kaderen, neem ik Engeland en haar Europese oorlogen als uitgangspunt.
2
Frederic J. Baumgartner, Declaring War in Early Modern Europe (Palgrave Macmillan 2011) 85.
3
Geoffrey Parker, The Cambridge Illustrated History of Warfare (Cambridge University Press 2012) 162-163.
4
Baumgartner, Declaring War in Early Modern Europe, 146.
2
Ik heb gekozen voor de casus Engeland om zo in één staat de veranderingen te analyseren. Zo is er
naar mijn mening beter zichtbaar welke veranderingen en verbanden er zijn.
Ondanks de relatief lange periode en de verschillenden monarchen zijn de oorlogsverklaringen een
goede bron om veranderingen, overeenkomsten of verbanden vast te stellen. Dit omdat
oorlogsverklaringen weliswaar niet altijd de daadwerkelijke reden geven van een oorlog. Het zijn
echter wel documenten die keer op keer een verantwoording moeten geven voor het voeren van een
oorlog. Belangrijk is dat deze argumenten acceptabel moeten zijn voor het volk en de internationale
gemeenschap ten tijde van de uitvaardiging van de oorlogsverklaring.
Om de analyses van de oorlogsverklaringen beter te plaatsen, wordt er in het eerste hoofdstuk kort
aandacht besteed aan de positie van Engeland en Europa in de periode van 1648 tot 1756. Hierbij
wordt stilgestaan bij de algemene politieke situatie en koers van Engeland ten tijde van de
verschillende monarchen. Tevens zal er een kort overzicht worden geschetst van de monarchen en
de troonopvolgingen. Het hoofdstuk sluit af met een kort overzicht van Europa met betrekking tot
machtsverhoudingen en internationale politiek. Het daarop volgende hoofdstuk zal in teken staan
van de oorlogsverklaringen. Afsluitend zal in het derde hoofdstuk stil worden gestaan bij de
verschillen en overeenkomsten tussen de oorlogsverklaringen met betrekking tot argumentatie, de
rol van de vorst en de stijl.
Bij het analyseren van argumentatie zijn de volgende punten voor mij van belang.
Als eerste is de rol van de monarch van belang. De monarch is in Engeland in de loop der tijd, door
gebeurtenissen als de bill of rights, een steeds geringere rol van betekenis gaan spelen.5 In hoeverre
is de macht en invloed van de monarch terug te zien in de oorlogsverklaring? De monarch was
immers verantwoordelijk voor het uitvaardigen van de oorlogsverklaring. Om dit te onderzoeken zal
ik de verschillenden verklaringen vergelijken op gebied van schijfstijl, perspectief en het aanhalen
van persoonlijke dynastieke belangen, of meer democratische uitingen als ‘volk’, ‘parlement’ en
‘staat’. Bij de argumentatie wordt rekening gehouden met de context waarin deze begrippen zijn
geschreven. Met het eerste punt, van de rol van de vorst in oorlogsverklaringen, probeer ik aan te
tonen of er daadwerkelijk sprake was van een marginalisering van de positie van de vorst in de
oorlogsverklaringen. De uitkomst van deze analyse draagt bij aan de stelling van een ‘rationeel
5
Jeremy Black, A New History of England (The History Press 01 May, 2013) 167-168.
3
system’. Dynastieke belangen komen namelijk lang niet altijd overeen met de belangen van het
‘rationele systeem’. Analyse moet bepalen of er een verband is tussen de wegzakkende macht van de
vorst, en oorlogen volgens het ‘rationele systeem’.
Ten tweede wil ik belangen analyseren. Hierbij moet men denken aan, handelsbelangen, religieuze
belangen, dynastieke belangen, internationale belangen en juridische belangen.
Wat zijn de belangrijkste belangen voor de argumentatie om een oorlog te verklaren?
En hoe verhouden deze belangen zich ten opzichte van elkaar in de verschillende
oorlogsverklaringen? Als er sprake is van een ‘rationeel systeem’ van oorlogsvoering is dit terug te
zien in het gebruik van de verschillende belangen. Irrationele belangen, zoals bijvoorbeeld dynastieke
en religieuze belangen, zouden geen argumentatie moeten vormen voor het voeren van oorlog. Het
is immers niet rationeel om oorlog te voeren vanwege de religie van de tegenstander, of eer van de
vorst. Het beeld van het rationele systeem was immers het streven naar machtsevenwicht. De
verwachting is dan ook dat rationele ideeën als ‘balance of power’ terug te zien zijn in de
oorlogsverklaringen. Internationale en juridische belangen zouden in een dergelijk systeem de
argumentatie moeten vormen voor het voeren van oorlog. Het analyseren van oorlogsverklaringen
aan de hand van de verschillende belangen is uitgewerkt in schema 1.
Aan de hand van het onderscheid tussen de verschillende belangen, is het doel om erachter te
komen of er een ‘rationeel systeem’ van oorlog heeft bestaan in de periode 1648-1756.
Binnen deze periode analyseer ik vijf oorlogsverklaringen. Deze verklaringen gaan over de volgende
oorlogen: de Derde Engelse-Nederlandse oorlog (1672-1674), Negenjarige Oorlog (1688-1697),
Spaanse Successieoorlog (1702-1713), Oorlog van de Quadruple Alliantie (1718-1720) en de
Zevenjarige Oorlog (1756-1763).
4
De verschillende belangen.
Juridisch belang: (geschonden) verdragen en afspraken die als redenen voor oorlog fungeren.
Religieusbelang: Geloofsredenen die voor het starten van een oorlog gebruikt worden.
Economische belangen: Het saboteren van de handel, of handelsverdragen (zie ook juridisch
belang) wat als argument voor oorlog wordt gebruikt.
Internationaal belang: Redenen voor oorlog door de internationale verhoudingen, bijvoorbeeld
het verstoren van de machtsbalans.
Dynastiek belang: Elke vorm van bedreiging of belediging ten opzichte van de monarch of familie,
dat reden geeft tot oorlog.
Schema 1.
5
Hoofdstuk 1: Engeland en Europa in de zeventiende en achttiende
eeuw
In dit hoofdstuk wordt een kort overzicht gegeven over Engeland op het gebied van
dynastieopvolging in de zeventiende en achttiende eeuw. Daarnaast wordt stilgestaan bij de
internationale politiek en oorlogen die Europa bezighielden in deze periode. Het doel van dit
hoofdstuk is om achtergrond informatie en context te geven aan de oorlogsverklaringen die in
hoofdstuk 2 ter sprake komen.
De burgeroorlog van 1652 ontstond door onenigheid tussen het parlement en koning Karel l over
verdeling van de macht. Deze burgeroorlog werd uiteindelijk beslecht in het voordeel van het
parlement in 1648.6 Het jaar daarna zou de koning tevens worden onthoofd. Het gevolg was dat de
periode hierna tot 1660 een periode zou worden van een staatsbestel zonder koning.7 Gestart onder
leiding van het parlement, en later overgenomen door het militaire bewind van Oliver Cromwell. Dat
bewind duurde vanaf 1653 tot aan de dood van Cromwell in 1658.8 Na de dood van Cromwell, volgde
diens zoon hem op totdat het parlement in 1660 de zoon van de onthoofde Karel l door het
parlement alsnog welkom werd terug geheten en hij de troon besteeg als Karel ll.9
De regeerperiode van Karel ll werd gekenmerkt door politieke tegenstellingen vooral op het gebied
van religie. In het religieus verdeelde Engeland bewoog Karel ll zich tussen een protestants beleid en
een katholiek beleid. Het protestantse beleid hield in dat niet-anglicaanse gelovige werden
onderdrukt, en de buitenlandse politiek in teken stond van toenadering tot protestantse landen.
Het katholieke beleid stond juist in teken van het tolereren van niet-protestante en toenadering tot
juist katholieke landen zoals Frankrijk. Het beleid van Karel ll was geen consistent beleid, wat zorgde
voor spanning tussen de koning en het parlement. Het dieptepunt van de relatie tussen vorst en
parlement kwam in 1673 toen de opvolger van Karel ll katholiek bleek te zijn.10
Het parlement had in de periode van het Engelse Gemenebest onder leiding van Cromwell veel
macht verworven en liet dit tijdens de regeerperiode van Karel ll ook gelden. In het parlement waren
twee politieke partijen die tot eind achttiende eeuw de politiek in Engeland domineerden, namelijk
6
Black, A New History of England, 157.
Ibidem 158
8
Barry Coward, The Stuart Age : England, 1603-1714 (Taylor and Francis 14 Jan, 2014) 281.
9
Coward, The Stuart Age : England, 1603-1714, 285.
10
Ibidem 319
7
6
de Whigs en de Tories. De Tories waren voor een sterker koningschap en de Whigs voor een
beperkter koningschap. De Whigs waren boven dien qua buitenlandse politiek sterk gericht tegen
absolute koninkrijken als Frankrijk. In eigen land lieten de Whigs hun ongenoegen ook blijken over
hun kroonprins door tot driemaal toe een wet in te dienen om Jacobus uit te sluiten van het
koningschap. Met de dood van Karel ll in 1685 werd Jacobus echter alsnog koning.11 Jacobus ll zou
een problematische regeerperiode hebben, door vooral zijn ‘katholieke’ beleid. Dit beleid uitte zich
in het afschaffen van wetten die katholieken achterstelden. Dit stuitte echter op zoveel verzet dat
prominente protestantse leiders stadhouder Willem lll uitnodigden om de positie van Jacobus ll in
Engeland over te nemen.12
De uitnodiging kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Naast dat Willem lll uiteraard protestants was,
was hij daarnaast ook getrouwd met de dochter van Jacobus ll, Maria Stuart.13 Dit alles gaf Willem lll
genoeg legitimiteit en zorgde ervoor dat Jacobus ll vluchtte naar Frankrijk. Wat volgde was de
kroning van Willem lll en Maria in 1689.14
Het beleid van Willem lll werd gekenmerkt door een sterk continentale betrekking van Engeland ten
op zichtte van Jacobus ll. Door de dreigende hegemonie van Europa onder Lodewijk XlV, zag Willem
lll zich verplicht om hieraan tegenwicht te bieden.15 Zo had Willem lll een belangrijke rol in het
opzetten van de ‘Grand Alliance’ in 1689 gericht tegen Lodewijk XlV.16 In 1701 werd deze alliantie
vernieuwd. Gevolg van deze alliantie was dat Engeland met Frankrijk in oorlog kwam in 1698 en later
in 1702.
De regeerperiode van Willem lll duurde tot aan zijn dood in 1702, enkele maanden voor het
uitbreken van de Spaanse Successieoorlog. De echtgenote van Willem lll, koningin Maria, overleed al
in 1694. Na het overlijden van Willem lll werd de zus van koningin Maria, Anna, gekroond. 17
Het beleid van Anna was een voortzetting van dat van Willem lll. Engeland bleef bijvoorbeeld
gewoon binnen de Grote Alliantie. In de regeerperiode van Anna waren Schotland en Engeland
samengevoegd in het Koninkrijk Groot-Brittannië. Opvallend is dat Anna haar regeerperiode in
continue staat van oorlog was. In haar overlijdensjaar 1714 zouden pas de laatste vredesverdragen
11
Black, A New History of England 165.
Coward, The Stuart Age : England, 1603-1714, 159
13
Black, A New History of England, 167.
14
Coward, The Stuart Age : England, 1603-1714, 359.
15
Ibidem, 378-379.
16
Ibidem, 379.
17
Ibidem, 409-410.
12
7
gesloten worden met betrekking tot de Spaanse Successieoorlog. Anna liet tijdens haar
overlijdensjaar geen directe nazaten achter die de troon konden bestijgen. Hierdoor werd George
Lodewijk van Hannover gekroond tot koning van Engeland als George l in 1714.18 Het gevolg was een
einde van de periode van het huis Stuart, en het begin van het huis Hannover. Deze transitie verliep
niet helemaal vlekkeloos. De zoon van de eerder afgezette Jacobus ll, Jacobus Frans Eduard Stuart,
probeerde de Engelse troon weer te heroveren met behulp van de katholieke Jakobieten beweging in
Engeland. Dit mislukte echter. Al zorgde dit wel voor lange tijd wel voor onzekerheid over het
behoud van de Britse troon bij de Hannover dynastie. Niet alleen in 1714 was er een
troonpretendent en een opstand, in 1745 volgde de tweede Jakobitische opstand met de zoon van
Jacobus Frans Eduard Stuart, Karel Eduard Stuart.19 De Hannoveriaanse periode zou naast opstanden
vooral de oorlog met betrekking tot koloniën voeren. Met als hoogtepunt de Zevenjarige Oorlog
(1756-1763). Wat tevens de eerste oorlog zou zijn die globaal werd uitgevochten.
Europa in 1672 tot 1756
In de tweede helft van de 17de eeuw was Lodewijk XlV de machtigste man van Europa.
De dreiging van Frankrijk was zo groot dat in 1668 nadat Lodewijk XlV Spanje binnenviel de
Republiek, Engeland en Zweden zich verenigden in de Triple Alliantie.20 Met deze alliantie dwongen
ze Lodewijk XlV te stoppen met vijandelijkheden tegen Spanje. Coalities als de Triple Alliantie tegen
Frankrijk zijn meerdere keren terug te vinden in de periode tussen 1672 en 1756. Oorlogen als de
Frans-Nederlandse Oorlog (1672-1678), Negenjarige Oorlog (1688-1697) en de Spaanse
Successieoorlog (1702-1713) zijn allemaal oorlogen waarin allianties tegen Frankrijk centraal staan.
Frankrijk was onder Lodewijk XlV een expansieve mogendheid. De Frans-Nederlandse oorlog was
begonnen door het binnenvallen van de Zuidelijke-Nederlanden door Frankrijk. Hierin kocht Lodewijk
XlV de steun in van de Engelsen. Uit vrees voor Europese dominantie steunden de Habsburgers in de
vorm van de Keizer van Duitsland en koning van Spanje de Republiek. In 1678 kwam de oorlog tot
een einde met de Vrede van Nijmegen.21
Lodewijk XlV liet het er niet bij zitten en viel in 1688 weer Habsburgse gebieden binnen door de
Rijnlanden aan te vallen. Door deze aanval ontstond er weer een alliantie tegen Frankrijk, in de vorm
van de Grote Alliantie.22 Na een lange strijd moest Lodewijk XlV uiteindelijk het onderspit delven met
18
Black, A New History of England, 173.
Jeremy Black, British Politics and Foreign Policy, 1727-44 (Ashgate Publishing Ltd 2014) 289.
20
Coward, The Stuart Age : England, 313.
21
Jeremy Black, A History of Diplomacy (15 mei 2010) 75.
22
Black, A History of Diplomacy, 78.
19
8
de Vrede van Rijswijk in 1697.
De laatste grote oorlog van Lodewijk XlV begon in 1702 met de opvolgingskwestie over de troon van
Spanje. Toen de Spaanse koning Karel ll kinderloos kwam te overlijden, ging al zijn bezittingen over
op de kleinzoon van Lodewijk XlV. Hierdoor besteeg Filips V de troon van het Spaanse rijk. Andere
landen kregen zo het idee dat Lodewijk XlV de Spaanse troon ging domineren. Landen als Engeland,
de Republiek en Duitse keizer verenigde zich in opnieuw de Grote Alliantie. De oorlog eindigde in de
Vrede van Utrecht, waarin mede werd beslist dat Filips V op de Spaanse troon bleef.23
Filips V was door de Vrede van Utrecht onteigend van een aantal gebieden in bijvoorbeeld Italië.
Door onder andere deze beslissing besloot Filips V zijn gebieden opnieuw te veroveren.
Landen als Engeland, Frankrijk, de Republiek en Oostenrijk besloten zich tegen Spanje te keren in de
vorm van Quadruple Alliantie in 1717. Spanje werd in deze oorlog van de Quadruple Alliantie
verslagen en moest zich terugtrekken uit Italië. De oorlog eindigde uiteindelijk officieel met het
Verdrag van Den Haag in 1720.24
De laatste grote coalitieoorlog die betrekking had op Engeland en later Groot-Brittannië is de
Zevenjarige Oorlog in 1756. Met de opkomst van koloniën ontstonden er ook steeds meer
internationale spanningen buiten Europa. Vooral Frankrijk was de grootste tegenhanger van GrootBrittannië in gebieden als Amerika. Naast koloniale interesse had Groot-Brittannië op het vastenland
in Europa belang bij het gebied Hannover waar de dynastie van Groot-Brittannië vandaan kwam. Om
dit belang te behartigen smeedt Groot-Brittannië een bondgenootschap met Pruissen in de
Zevenjarige Oorlog. Het verdrag van Parijs in 1763 was het einde van de Zevenjarige Oorlog, en was
bovendien een overwinning voor Groot-Brittannië dat vele koloniale gebieden verwierf ten koste van
Frankrijk.25
23
Ibidem, 133.
Baumgartner, Declaring War in Early Modern Europe, 121.
25
Black, A History of Diplomacy, 144.
24
9
Hoofdstuk 2: Oorlogsverklaringen: de analyse
Alvorens er een begin wordt gemaakt met de analyses van de verschillende oorlogsverklaringen in dit
hoofdstuk, wilde ik het belang van de bron benadrukken. De bron, General Collection of Treatys, is
een boekwerk waarin alle oorlogsverklaringen (op die van George ll na) staan beschreven.
Dit werk bestaat uit vier volumes, en bevat naast de oorlogsverklaringen nog tal van andere
verdragen over Engeland en later Groot-Brittannië. Opvallend aan deze bron is dat deze in 1732
gepubliceerd is, en er in die tijd dus al interesse was in de verschillende verdragen en
oorlogsverklaringen. Dit is mede aantoonbaar doordat er ook een tweede druk is verschenen in
hetzelfde jaar als de eerste druk.
Oorlogsverklaringen zijn geen bronnen die een neutraal gedachtegoed schetsen van de situatie.
Tevens zijn oorlogsverklaringen geen bronnen waaruit het gedachtengoed van de auteur (in alle
gevallen de vorst) is af te lezen. Wat een oorlogsverklaring wel laat zien, is de verantwoording voor
het voeren van een oorlog. Afgaande op deze verantwoording is vast te stellen hoe men dacht over
argumentatie van een oorlog. Het moet immers voldoen aan de norm van de tijd, in de vorm van
onder andere politieke leiders en de algemene opinie van het eigen publiek. Om dit te analyseren
hanteer ik de zoals in de inleiding beschreven belangen, en tracht ik de positie van de vorst te
beschrijven aan de hand van de verwoording en stijl van de verschillende verklaringen.
In de deelhoofdstukken wordt eerst kort stilgestaan bij de algemene redenen van het ontstaan van
de oorlog. Hierna wordt beschreven hoe de oorlogsverklaring geschreven is, en wat de argumentatie
en belangen zijn. De laatste alinea vat de analyse kort samen.
De Derde Engelse Zeeoorlog (1672-1674)
De Tweede Engelse Zeeoorlog werd gewonnen door de Republiek in 1667. Het was een vernedering
voor Karel ll. Vijf jaar later werd de Engelse Zeeoorlog hervat, en liet Karel ll op 17 maart 1672 een
oorlogsverklaring uitvaardigen tegen de Nederlandse Republiek. Met Financiële steun van Frankrijk
en de vernedering van het verdrag van Breda, trok Engeland onder Karel ll ten strijde.
10
De oorlogsverklaring staan vooral in het teken van razernijen van Karel ll ten opzichte van de
Republiek. Deze razernijen bestaan voornamelijk uit aantijgingen tegen de Republiek die het tekenen
staan van het verraad van de Republiek, en hoe de Engelse troon trachtte een goede relatie te
behouden. De oorlog zou dan ook nooit zijn uitgebroken als: “if any Obligations could have kept
them within the bounds of Friendship or Justice”.26
De verraderlijkheid van de Republiek ligt volgens Karel II vooral in het niet nakomen van verdragen
die zijn gemaakt na de Tweede Engelse-Zeeoorlog. “But instead of that, the Peace was no sooner
made, but they returned to their usual custom of breaking Articles, and supplanting our Trade.”
Daarnaast zijn er beledigingen aan het persoonlijke adres van Karel II die hem bewegen tot een
oorlog. “But it is (…), when they dare to be so bold with our Royal Person, and the Honour of the
Nation, so near us as in their own Country, there being scarce a Town within their Territory’s, that is
not fill’d with abusive Pictures, and false Historical Medals and Pillars: some of which have been
exposed to the public View by command of the States themselves, and in the very time when we
were join’d with them in united Counsels for the support of the Triple League, and the Peace of
Christendom.” Deze belediging tegen koning Karel II zou genoeg redenen zijn voor onderdanen om
zich tegen de Republiek te keren. “This alone were cause sufficient of our Displeasure, and the
Resentment of all our Subjects.”27
Als al deze redenen zijn opgesomd, eindigt het stuk met de daadwerkelijke verklaring van oorlog.
In de oorlogsverklaring van Karel II staan twee argumenten centraal. Ten eerste de economische en
juridische belangen. Hierbij gaat het vooral over verdragen die geschonden waren door de Republiek.
Bijvoorbeeld verdragen omtrent visserij en handel. Ten tweede de persoonlijke beledigingen
tegenover Karel II. Dat kan worden gezien als een dynastiek belang, want de waarde en autoriteit van
de dynastie werd geschonden. Het tweede argument komt vooral naar voren in de oorlogsverklaring.
Daardoor krijgt de oorlogsverklaring persoonlijke trekjes. Karel II lijkt namelijk een persoonlijke
afkeer te hebben tegen de Republiek.
Karel II spreekt altijd vanuit de wij-vorm. Het gevolg hiervan is volgens Karel II dat alles wat hem
persoonlijk werd aangedaan, ook een aanval was op zijn onderdanen. Dit werkte ook vice versa,
zodat Karel II niet-persoonlijke aanvallen, zich persoonlijk aantrok. Dit komt naar voren in de
oorlogsverklaring als het gaat om de overdracht van Suriname, en de Engelsen mensen die zich daar
nog bevinden. “In pursuance of this Agreement, we deliver’d up the Place, and yet they detain’d all
26
‘Declaration of War by Charles II King of England, against the United Provinces (maart 1672), A General
Collection of Treatys. Vol.IV.’, 255.
27
Ibidem, 256.
11
our Men in it; only major Banister they sent away Prisoner, for but deferring to remove according to
the Articles.”28
De kwestie van Suriname heeft echter ook nog een persoonlijke kant voor Karel II. De ambassadeur
die naar de Republiek werd gestuurd om dit probleem op te lossen, werd volgens Karel II aan het
lijntje gehouden. De behandeling van de ambassadeur wordt door Karel II als een grove belediging
ervaren, aangezien de ambassadeur de plaatsvervanger is van de koning ter plaatse. Dit wekt de
indruk dat deze belediging belangrijker is voor Karel II dan de Surinaamse kwestie zelf. Het
perspectief van de bron is altijd vanuit Karel ll geschreven in de vorm van ‘we’. Niet alleen is het een
formaliteit dat de oorlogsverklaring zo geschreven werd, maar tevens de nadruk op de emoties van
Karel II zorgt hiervoor. Zinnen als “An ungrateful grateful Influence! That they should contend with us
about the Dominion of these Seas (…).”29 maken dit document tot een zeer persoonlijke vorm van
een oorlogsverklaring. Het persoonlijk maken van een document, kan naast oprechte persoonlijke
afkeer, ook dienen als een “propaganda” voor een consensus in de vorm van anti-Republiek denken
onder de onderdanen. De koning spreekt vanuit een ‘wij-‘ vorm, en dus zijn alle beledegingen tevens
gericht tegen de onderdanen van de staat. Hetgeen wat samen met het beeld van een verraderlijke
Republiek, creëert een sterk beeld wat tegen de Republiek is gericht.
Oorlogsverklaringen zijn het moment voor een koning om zichzelf te profileren. Immers is de koning
de gene die deze oorlogsverklaring mag uitvaardigen. De regeerperiode van Karel II werd gekenmerkt
door een koning die meer macht wilde dan het parlement hem wilde verlenen. Deze
oorlogsverklaring kan in dat licht ook worden gezien als een krachtig statement van Karel II om te
laten zien dat hij nog wel een koning is met macht, ondanks de gevolgen van de Engelse
burgeroorlog. Het is immers door de beledigingen aan hem persoonlijk, dat mede daardoor Engeland
in staat van oorlog gaat verkeren.
De motivatie van de oorlogsverklaring is daarnaast opvallend genoeg niet religieus. Oorzaak voor het
ontbreken van een religieuze motivatie kan gezocht worden in het feit dat beide landen protestant
waren. Maar dat is naar mijn mening an sich niet genoeg reden om religie een zeer kleine rol van
betekenis te geven in een oorlogsverklaring. Naast het ontbreken van religieuze belangen, staan er
tevens geen internationale belangen in. Dat is opvallend omdat Engeland in deze oorlog een
bondgenootschap heeft met Frankrijk. Lodewijk XIV wordt wel vermeld, maar dan in een zin die het
28
29
Ibidem, 255.
Ibidem, 255.
12
verraderlijke van de Republiek moet aantonen. Het document is daardoor volledig gericht tegen de
Republiek De oorlogsverklaring bestaat zodoende hoofdzakelijk uit juridische, economische en
dynastieke belangen.
De oorlogsverklaring kenmerkt zich vooral door de persoonlijke stijl van schrijven. Hierdoor wordt er
geen oorlog gevoerd voor de veiligheid van de staat en burgers, maar vooral voor het eigen
dynastieke belang. Dit komt tot uiting in een aantal beschreven persoonlijke grieven van Karel ll ten
opzichte van de Republiek. Naast persoonlijke grieven, staat het schenden van verdragen van de
Republiek centraal. Verdragen die in het verdrag van Breda zijn gesloten, maar ook economische
verdragen over bijvoorbeeld visserij. De juridische, dynastieke en economische belangen geven de
indruk dat het een “duel” is tussen twee staten en hun staatshoofd. De inzet is hierbij eerherstel en
genoegdoening voor het ervaren onrecht door de schending van verdragen en afspraken.
De Negenjarige oorlog (1688-1697)
In de regeerperiode van Lodewijk XlV, was Frankrijk veruit de machtigste mogendheid. Om
de macht verder uit te breiden viel Lodewijk XlV in 1688 het Rijnland binnen. Het gevolg was
dat de Duitse rijksdag de oorlog aan Frankrijk verklaarde. De Rijksdag werd niet veel later
bijgestaan door de Republiek en Engeland. In datzelfde jaar kreeg dit bondgenootschap nog
een officieel bindend karakter in de vorm van de oprichting van de Grote Alliantie. De
Engelse koning, Willem lll, had een leidende rol bij het opzetten van deze alliantie. Het
buitenlands beleid van Willem lll stond namelijk sterk in teken van het indammen van de
Franse macht.30
In de oorlogsverklaring zelf zien we dit beeld ook terug. Niet alleen is Frankrijk een dreiging
voor Engeland, maar zelfs voor heel Europa. In de oorlogsverklaring wordt gesteld dat
Frankrijk een gevaar is voor de christelijke wereld en de vrede. “(..) That he (Franse koning)
has not only invaded the Territories of the Emperor, and of the Empire, now in amity with
us, laying waste whole Countries, and destroying the Inhabitants by his Armies, but declar’d
War against our Allies, without any Provocation, (…), we can do no less than join with our
Allies opposing the Designs of the French King, as the disturber of the Peace, and the
30
Coward, The Stuart Age : England, 1603-1714, 378-379.
13
Common Enemy of the Christian World.”31
Het internationale belang en juridische belang worden als eerste gebruikt ter argumentatie
van de oorlog. Engeland is door verdragen namelijk verplicht om zijn bondgenoten te
helpen, en daarbij is volgens de oorlogsverklaring Frankrijk zonder enige juridische
onderbouwing of provocatie de oorlog begonnen.
Het internationale belang voor Engeland zijn de gesloten verdragen, en de dreiging van
Frankrijk voor zowel Engeland als heel Europa. De dreiging wordt opvallend religieus
verwoord. De oorlogsverklaring stelt namelijk dat Frankrijk naast “disturber of the Peace”
tevens de “Common Enemy of the Christian World” is. Verder vermeldt de oorlogsverklaring
nog een religieus belang als reden voor het voeren van oorlog. “But that which must nearly
touch us, is his unchristian Prosecution of many of our English Protestant Subjects in
France”.32 Dit wordt in één relatief kleine zin vermeld. Het geeft zo de indruk dat het niet de
reden is voor oorlog, maar wel het vermelden waard is.
Wat verder van belang voor Willem lll is, zijn de economische belangen.
In de oorlogsverklaring staat geschreven hoe de Franse kroon het kapen van Engelse
handelsschepen aanmoedigt. Daarnaast wordt er geen geld afgedragen door Franse vissers
als deze in Engelse wateren vissen, en zou Frankrijk overzeese handel bedreigen door het
plunderen en veroveren van Engelse koloniën in bijvoorbeeld de Caraïben.
“But that the French King should invade our Caribbean Lands, and possess himself of our
Territories of the Province of New York and of Hudson’s Bay, in a hostile manner, seizing our
Forts, burning our Subjects Houses, and enriching his People with the Spoil of their Goods
and Merchandizes,”33
Opvallend is dat aanvallen op Engelse grondgebieden als de koloniën, maar ook de invasie
31
‘King William and Queen Mary‟s Declaration of War against France (mei 1689), A General Collection of
Treatys, Declarations of War, Manifestos, and other Publick Papers, relating to Peace and War. Vol. I. (Londen,
1732)’ , 282. 281-283.
32
Ibidem, 282.
33
Ibidem, 282.
14
van Ierland en steun aan Jacobus als koning van Engeland, niet als hoofdredenen worden
beschreven voor het verklaren van de oorlog. De invasie van Ierland wordt zelf als laatste
reden vermeld. “And lastly, as he has for some years last past, endeavor’d by Insinuations
and Premises of Assistance, to overthrow the Government of England; so now by open and
violent Methods, and the actual Invasion of our Kingdom of Ireland, in support of our
Subjects in Arms and in Rebellion against us, he is promoting the utter Extirpation of our
good and loyal Subjects in that our Kingdom.”34
Het gaat volgens Willem lll vooral om het internationale belang, dat van het beperken van de
Franse macht en helpen van bondgenoten. Daarnaast worden de economische belangen
geformuleerd, die voor Engeland zelf de belangrijkste redenen moeten vormen voor oorlog
tegen Frankrijk. Opvallend is dat het dynastieke belang, bijvoorbeeld de steun aan Jacobus,
als laatste en niet als de reden voor oorlog wordt verwoord. Hierin verschilt het met de
vorige oorlogsverklaring, dat van Karel ll. In de verklaring van Karel ll werden namelijk alle
aanvallen zeer persoonlijk gemaakt, en zouden dit soort gebeurtenissen hoogstwaarschijnlijk
de reden voor oorlog vormen. De oorlogsverklaring van Willem lll is niet veel onpersoonlijker
dan die van Karel ll. Waar Karel ll echter vanuit de hoogte schreef en alles persoonlijk
maakte, schrijven Willem lll en Maria ll juist vanuit een persoonlijke betrokkenheid.
Zinnen als “We think ourselves oblig’d to endeavor to the uttermost to promote the Welfare
of our people”35 plaatsen Willem lll en Maria ll juist in een dienende rol van de staat. In
tegenstelling tot Karel ll, die juist schreef vanuit een staat dienend aan de koning. Verklarend
is de positie waarin de drie verschillende monarchen verkeren. Waarin Karel ll vaak conflict
had met het parlement, waren Willem lll en Maria ll juist aan de macht gekomen op
uitnodiging van het parlement.
Het persoonlijk maken van de oorlog is zodoende niet aan de orde. Willem lll en Maria ll
beschrijven de oorlog als een zaak van het hogere goed dan hun eigenbelang. In
tegenstelling tot Karel ll, die de oorlog ogenschijnlijk gebruikte als een krachtig statement
voor zijn politieke macht ten opzichte van het parlement.
De oorlogsverklaring van Willem lll en Maria ll vermeldt over alle belangen wel iets. Maar
34
35
Ibidem, 283
Ibidem, 281.
15
belangrijk voor dit onderzoek is, dat deze oorlogsverklaring voor het eerst binnen het idee
van een ‘rationeel oorlog’ systeem past. De kern van het betoog van Willem lll voor het
verklaren van de oorlog is, dat hij genoodzaakt is om met behulp van zijn bondgenoten
Frankrijk in balans te houden.
De Spaanse successieoorlog (1702-1713)
In 1700 stierf de Spaanse koning Karel II kinderloos. Door het ontbreken van een directe opvolger
besteeg de kleinzoon van Lodewijk XIV de troon van het Spaanse rijk als Filips V.36 Uit vrees voor een
nog machtiger wordend Frankrijk werd de Grote Alliantie van 1689 weer van kracht. De alliantie
steunde de andere kandidaat voor de Spaanse troon, de Habsburgse aartshertog Karel. Deze Karel
meende ook recht te hebben op de Spaanse troon als koning Karel lll. Uit deze dynastieke strijd
volgde een oorlogsverklaring op 15 mei 1702 vanuit Engeland, het Duitse Rijk en de Republiek. Deze
oorlogsverklaring was gericht tegen Frankrijk van Lodewijk XlV en het Spanje van Filips V.
De Engelse oorlogsverklaring is vanuit het perspectief van de nieuwe vorst van Engeland, koningin
Anna, geschreven. Koning Willem IIl was enkele maanden voordat de Spaanse successieoorlog
uitbrak overleden. Koningin Anna is de zus van de al eerder overleden koningin Maria, partner van
Willem lll. Het beleid van Anna is een voortzetting van het beleid van Willem lll. Gevolg was dat net
als Willem lll de Engelsen in de Grote Alliantie bleven.
Het eerste wat opvalt aan de oorlogsverklaring is dat deze vrij kort is in vergelijking met de andere
verklaringen. Naast dat het kort en bondig is, is het vrij formeel en zakelijk in vergelijking met de
eerder besproken verklaring van Karel ll en Willem lll. Anne wijkt in deze af van bijvoorbeeld Karel ll
en zijn uitgebreide beschrijvingen van persoonlijke grieven. Het ontbreken van persoonlijke
elementen in de oorlogsverklaring kan aan een aantal factoren liggen. De meest voor de hand
liggende factor is het feit dat Anne een vrouw was, en haar voorgangers mannelijk. In de tijd van
Anna waren vrouwen ondergeschikt in de politiek. De politieke verhouding van vorst en parlement
stond in de regeerperiode van Anna in vergelijking met Karel ll minder in het teken van conflict.
Het uitvaardigen van een oorlogsverklaring is voor een vorst het middel om een krachtig statement
te maken. Maar door de politieke verhouding en positie van Anna met het parlement was het niet
nodig of misschien zelfs onmogelijk voor een persoonlijke inbreng door de vorst. Het ontbreken van
de vorst zijn persoonlijke inbreng in het document geeft de schijn dat er daardoor geen dynastieke
36
Black, A History of Diplomacy, 133.
16
belangen spelen. Het aanhalen van dynastieke belangen gebeurt namelijk alleen in combinatie met
de vorst. Maar ondanks de onpersoonlijke schrijfstijl zijn dynastieke belangen in combinatie met
internationale belangen de redenen om oorlog te voeren. De dynastieke belangen staan in teken van
de erkenning door Lodewijk XlV van de gevluchte Jacobus als koning van Engeland.
Voor koningin Anna is dit een grove belediging en tevens een dreiging voor haar persoonlijk als
positie van monarch. De andere dynastieke kwestie van de Spaanse Successieoorlog, de
troonsopvolging van Spanje, wordt opvallend genoeg niet vermeld. Het gaat volgens de
oorlogsverklaring vooral over het internationale belang.
Het internationale belang in de vorm van ‘Balance of power’ is de reden voor het voeren van de
oorlog. Het internationale belang hangt samen met juridische belangen. De juridische belangen
komen naar voren in de vorm van de gesloten verdragen door Willem lll met de Republiek en de
Duitse keizer. Deze verdragen waren er op gericht om de macht van Lodewijk XlV in te perken. Het
honoreren van verdragen en het idee van ‘Balance of power’ zijn de kern van de oorlogsverklaring.
Al aan het begin van de oorlogsverklaring wordt namelijk gesteld dat: “(…) William lll, of Glorious
Memory, had, in pursuance to the repeated Advice of the Parliament of this Kingdom, entered into
solemn Treatys of Alliance with the Emperor, the States General of the United Provinces, and other
Princes and Potentates, for preserving the Liberty and Balance of Europe, and for reducing the
exorbitant Power of France; which Treatys are grounded upon the unjust Usurpations and
Encroachments of the French king (…)”.37
Naast het juridische en internationale belang vervolgt de oorlogsverklaring met economische
belangen. Doordat Frankrijk de vrijheid van Europa ontneemt, berooft Frankrijk daarmee ook de
vrijheid van de handel. “(…) every where designing to invade the Libertys of Europe, and to obstruct
the freedom of Navigation and Commerce”.38
De oorlogsverklaring vervolgt met het onderstrepen van de macht van Frankrijk. Lodewijk XlV zou
volgens de oorlogsverklaring macht uitoefenen op gebieden buiten Frankrijk. “(…) [Franse koning]
who had taken and still keeps possession of a great part of the Spanish Dominions, exercises an
absolute Authority over all that Monarchy, having seiz’d Milan and the Spanish Low-Countrys by his
37
‘The Queen of England’s Declaration of War Against France (4 mei 1702), A General Collection of Treatys,
Declarations of War, Manifestos, and other Publick Papers, relating to Peace and War. Vol. I. (Londen, 1732)’
421.
38
Ibidem, 421.
17
Armys, and made himself Master of Cadiz, of the Entrance into the Mediterranean, and of the Ports
in the Spanish Weft-Indies by his Fleets”.39
Het citaat maakt duidelijk dat volgens de oorlogsverklaring, Lodewijk XlV, complete autoriteit heeft
over het Spaanse rijk. Volgens de oorlogsverklaring is het Spaanse hof van Filips V dus niet
onafhankelijk. Ondanks dat de oorlogsverklaring gericht is tegen zowel Spanje als Frankrijk, komt uit
de bron naar voren dat de hoofdzakelijke vijand, koning Lodewijk XlV is.
De argumenten om oorlog te voeren worden ontleend aan dynastieke, economische en juridische
belangen. Deze belangen vormen echter niet de doorslaggevende factor. Het draait namelijk in deze
oorlogsverklaring vooral om het internationale belang. Europa wordt meerdere malen vermeld als
zijnde iets dat bedreigd wordt en moet worden beschermd.
Opvallend, omdat het zo doet voortkomen dat Engeland zelf niet direct wordt bedreigd.
Weliswaar leidt de economie onder het handelen van Frankrijk, maar dit wordt niet verwoord als een
directe dreiging. Evenmin is het dynastieke belang, dat van de troonpretendent Jacobus, verwoord
als een reële en directe dreiging.
Ondanks de minimale dreiging voor Engeland, stelt de oorlogsverklaring wel dat de oorlog genoeg
animo heeft onder de bevolking van Engeland. Zinnen als “in pursuance to the repeated advice of the
Parliament of this kingdom”, “(…) we find ourselves oblig’d, for maintaining the public faith, for
vindicating the honour of our Crown, and to prevent the mischief which all Europe Is threatened
with, to declare, and we do hereby accordingly declare War against France and Spain.” en “(…), being
assur’d of the ready concurrence and assistance of our Subjects, in a Cause they so openly and so
heartily espous’d.”40
Het laatste wat opvalt aan deze oorlogsverklaring is het ontbreken van het religieuze belang. Spanje
en Frankrijk zijn immers katholieke landen. God wordt net als in voorgaande oorlogsverklaringen
alleen genoemd in de een zin als ‘met god zijn hulp’. Waarin de oorlogsverklaring wel in traditie
breekt met voorgaande is de stijl waarin het geschreven is. Net als voorgaande oorlogsverklaringen is
het geschreven vanuit het perspectief van de vorst zelf. Maar in vergelijking met de andere
verklaringen lijkt het er niet op dat koningin Anna dit zelf heeft gedicteerd. De verklaring heeft
namelijk meer iets weg van een parlementair stuk. Formeel, zakelijk en zodoende vrij onpersoonlijk.
Persoonlijke aanvallen en beledigingen van bijvoorbeeld de Fransen door de “Pretended Prince of
39
40
Ibidem, 421.
Ibidem, 422.
18
Wales” uit te roepen als ware monarch van Engeland, worden zakelijk afgehandeld. Uit niets blijkt
dan ook dan koningin Anne deze oorlogsverklaring als iets persoonlijks ervaart of überhaupt aan
gewerkt heeft.
De oorlogsverklaring van Anna is zowel een breuk als continuering in vergelijking met de voorgaande
oorlogsverklaringen. De breuk zit vooral in de stijl van schrijven, waar Karel ll en Willem lll heel
persoonlijk waren is Anna heel formeel. De belangen van Anna in de oorlogsverklaring komen
overeen met die van Willem lll. Het internationale belang in de vorm van ‘balance of power’ is het
belangrijkste onderdeel van de oorlogsverklaring. Zowel Anna als Willem lll zouden zo binnen het
idee van een ‘rationeel systeem’ van oorlogsvoeren passen. Als de opvolgers van Anna en Willem lll
dit systeem voortzetten zou er inderdaad sprake van kunnen zijn dat dit systeem daadwerkelijk
bewust bestaan heeft in oorlogsverklaringen.
Oorlog van de Quadruple Alliantie (1718-1720)
De oorlog van de Quadruple Alliantie was een gevolg van de Spaanse Successieoorlog. Na de Spaanse
Successieoorlog moest Spanje namelijk haar gebieden in Italië afstaan aan de Duitse keizer Karel Vl.
Filips V de koning van Spanje, bezette in 1717 Sardinië en later ook Sicilië, met als doel de verloren
gebieden terug te veroveren. Als reactie hierop richtte Groot-Brittannië, Frankrijk, de Duitse keizer
en de Republiek de Quadruple Alliantie op in 1718. Op 17 december 1718 vaardigde de toenmalige
vorst van Groot-Brittannië George l de oorlogsverklaring uit tegen Spanje.
De oorlogsverklaring begint met internationale en juridische belangen. Groot-Brittannië moet wel in
oorlog gaan vanwege gesloten verdragen. “Whereas we being engag’d by divers Treatys to maintain
the Neutrality of Italy, and to defend our good Brother the Emperor of Germany”41
Hierna stelt George l dat Spanje niet rechtmatige heeft gehandeld.
“And whereas upon the said King of Spain’s invading in a hostile and unjust manner, the Island and
Kingdom of Sardinia”.42
De oorlogsverklaring vervolgt met de reden dat Groot-Brittannië al eerder geprobeerd heeft de
oorlog ter voortkomen.
41
‘His Majesty King George the First’s Declaration of War against the King of Spain (december 1718), A General
Collection of Treatys of Peace and Commerce, Manifestos, Declarations of War, and other Publick Papers Vol.
IV. (Londen, 1732)’, 378.
42
Ibidem, 379.
19
“James Earl Stanhope, one of our principal Secretarys of State, to Madrid, with full Power and
Commission to offer our most hearty Endeavours for establishing the Quiet of Europe, and for
cultivating and improving the Friendship of the said King of Spain.”.43
Hierna volgt de oorlogsverklaring met een uitleg van het handelen van Groot-Brittannië. Dit heeft
vooral betrekking op de vloot van Groot-Brittannië die in de Middellandse Zee ligt en in actie was
gekomen tegen de oprukkende Spaanse troepen in Italië. Wat natuurlijk allemaal volgens de
oorlogsverklaring rechtmatig ging. Of zoals George l dit zelf beschrijft: “And Whereas after all our
Efforts and Endeavours, we have found the said King of Spain so far from hearkening to Terms of
Friendship and Accommodation, that he has not only seized the Persons and Effects of our Subjects,
being and residing in his Dominions, contrary to the true intent and meaning of solemn Treatys
between us”.44
Niet alleen juridische en internationale belangen zijn redenen tot oorlog, maar ook de economische
belangen. “It would be endless to enumerate the Complaints of our Subjects, relating to the
infractions of Treatys, the Breach of ancient and established Privileges, and the unwarrantable
Obstructions of their accustomed Trade and Commerce”.45
George l beschrijft verder hoe deze economische aanvallen de positie van Groot-Brittannië bedreigd,
en bovendien onrechtmatig is met de gesloten verdragen. Opvallend is verder dat George l stelt dat
de onderdanen van de Spaanse koning onderdrukt worden. “(…) and the Subjects of the Country
(Spanje) are not only neglected but oppressed)”.46
Daarbij beschrijft George l opvallend genoeg de reden van de Spaanse koning om Italië binnen te
vallen. “That the said King (Spaanse koning), under Colour of balancing the Power of the Emperor,
and securing the Liberty of the Princes of Italy, has raised great Armys”.47
De geciteerde reden wuift George l vervolgens weg met het argument dat in strijd is met de
verdragen van Utrecht en Baden. Waarop George l stelt dat op deze verdragen de vrede van Europa
is gebaseerd. “(…) breaking thro’ the Treatys of Utrecht and Baden, on which the Peace of Europe
was founded”.48
Opvallend is wel dat George l de reden van oorlog voor Spanje beschrijft. Relatief gezien was deze
reden van Spanje een van de redenen waarop de twee voorgangers van George l, Willem lll en Anne,
43
Ibidem, 379.
Ibidem, 380.
45
Ibidem, 380.
46
Ibidem, 380.
47
Ibidem, 380.
48
Ibidem, 381.
44
20
tevens hun oorlogsverklaring op baseerden. Daarnaast is het de eerste oorlogsverklaring die
überhaupt aandacht besteed aan de argumenten voor een oorlog van de tegenpartij.
George l refereert daarnaast aan de Spaanse successieoorlog die volgens George l de verdragen van
Utrecht en Baden hebben mogelijk gemaakt. Hierin speelt de scheiding van de Spaanse en Franse
kroon een hoofdrol, en zou deze scheiding volgens George l koste wat kost bewaard moeten blijven.
In zekere zin een verkapt argument van “balance of power”, eenzelfde argument wat de Spaanse
koning gebruikt in zijn oorlogsverklaring aan George l.
“As occasion should offer, upon one Head, the Crowns of France and Spain, the Separation where of
has already cost so much Blood and Treasure, and which ought in all times to come to be prevented
with the utmost Attention, and fenced against by all the Means which God hath put into the Hands of
the neighbouring Princes and States concern’d in that fatal Event”.49
Het doelbewust weglaten van “Balance of Power” heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat
Spanje dit zelfde argument gebruikt. Daarbij is onwaarschijnlijk dat de Spaanse kroon en Franse
kroon één worden, Frankrijk zit immers in de coalitie tegen Spanje. De oorlogsverklaring wekt de
indruk dat George l meer waarde hecht aan “rust en vrede” in Europa, dan aan het balanceren van
macht. Naar mijn mening is deze argumentatie echter uit hetzelfde hout gesneden als dat van
“Balance of Power”. Beide argumentaties streven naar een oorlog met een andere ter behoud van de
huidige machtsbalans, rust en vrede.
Het laatste wat George l stelt is een dynastiek belang, in de vorm van steun die de Spaanse troon
verleent aan de Jacobieten. George l formuleert dat als volgt: “We omit the Encouragement given to
the Pretender to our Crown and his Abettors, the Endeavours to stir up other Princes against us, with
the frequent Menaces thrown out, unbecoming the Dignity of crown’d Heads”.50
Maar dit is volgens George l geen argument om oorlog te voeren. Want zo zou volgens George l hier
ook een oplossing voor worden gevonden als men geen oorlog met elkaar moest voeren. “All which,
with many other Tumults and Affronts, we were ready and willing to put up, in case we could have
found the least Disposition in the said Court of Spain, to entertain a good and reasonable Amity. But
as these Proceedings have at last broke out into open Hostilitys (…)”.51
De oorlogsverklaring van George l, is vooral gebaseerd op internationale, economische en juridische
49
Ibidem, 380.
Ibidem, 381.
51
Ibidem, 381.
50
21
belangen. Deze belangen worden verwoord in tal van argumenten. Belangrijkste zijn het nakomen
van internationale verdragen vanuit Britse zijde. Het niet nakomen of breken van internationale
verdragen door Spanje, zoals het verdrag van Utrecht. Daarnaast het schenden van economische
verdragen en rechten van Britse burgers door Spanje. Opvallend is het ontbreken van dynastiek en
religieus belang. Het ontbreken van religieuze motivatie kan beargumenteerd worden door de
alliantie van George l met katholieke vorsten als die van Frankrijk, die zelfs beschreven wordt als
“The most Christian king”.52 Dynastieke belangen worden beschreven door George l, alleen niet als
argumentatie voor oorlog. Dit is wel opvallend, aangezien Spanje openlijk steun geeft aan de
Jacobieten, die George l het liefst zien vertrekken als vorst van Groot-Brittannië.
Hierdoor krijgt de oorlogsverklaring net als die van Anne een meer formeel karakter, en minder
persoonlijk. Het is echter niet één op één te vergelijken met de structuur van de oorlogsverklaring
van Anne. Waarin koningin Anne het kort en bondig liet opstellen als een juridisch stuk, is het bij
George l een wat uitgebreider algemene uiteenzetting geworden. Desniettemin is het opvallend dat
zowel bij Anne als George l, de persoonlijke dimensie van een vorst ontbreekt.
De Zevenjarige Oorlog (1756 – 1763)
Voorafgaand aan de officiële oorlogsverklaring vanuit Groot-Brittannië waren er al gevechten
uitgebroken. Frankrijk en Groot-Brittannië waren vanaf 1754 al begonnen met vijandelijkheden tegen
elkaar in Noord-Amerika. Toen in april 1756 Frankrijk het Britse fort op Minorca belegerde en deze
slag bij Minorca wist te winnen, verklaarde Groot-Brittannië in mei 1756 officieel de oorlog aan
Frankrijk. De oorlogsverklaring werd uitgevaardigd onder koning George ll, opvolger van diens vader
George l.
In de oorlogsverklaring komt opvallend genoeg alleen het juridisch belang naar voren. George ll
beschrijft namelijk uitgebreid hoe Franse soldaten Britse eigendommen in Noord-Amerika hebben
aangevallen, wat volgens de oorlogsverklaring onrechtmatig is. De oorlogsverklaring vervolgt met de
handelingen van Groot-Brittannië die wel moesten volgen op de Franse agressie, zoals het
onderscheppen van Franse versterking naar Noord-Amerika.
Door deze agressie werd er volgens de oorlogsverklaring bezwaar gemaakt door Groot-Brittannië bij
het Franse hof. Het bezwaar hielp echter niets waardoor Groot-Brittannië volgens de
oorlogsverklaring zichzelf wel moest verdedigen, en daardoor de oorlog aan Frankrijk heeft
52
Ibidem, 379.
22
verklaard.
Net als alle andere oorlogsverklaringen wordt er veel waarde gehecht aan het juridisch belang in de
vorm van verdragen. Het schenden en breken ervan is onder meer reden voor het voeren van een
oorlog. Opvallend is dat de oorlogsverklaring van George ll hier niet alleen waarde aan hecht, maar
ook het juridisch belang van een oorlogsverklaring. “They (Frankrijk) broke out in open Acts of
Hostility, when in Time of profound Peace, without any Declaration War, and without any previous
Notice given, or Application made, a Body of French Troops, under the Command of an Officer
bearing the French King’s Commission, attacked in a hostile Manner, and possessed themselves of
the English Fort on the Ohio in North America.”53
Voor het eerst maakt een oorlogsverklaring melding van het belang van een dergelijke verklaring. Het
keurt zo ook de oorlogshandelingen die voor een officiële verklaring beginnen af. Opvallend omdat in
bijna alle voorgaande oorlogen agressie van te voren wel van toepassing was, zowel aan de zijde van
Groot-Brittannië als van de kant als van de tegenstander. Dit zou dan ook als argument kunnen
dienen van een steeds rationeler wordend internationaal juridisch systeem, en een breuk met
voorgaande oorlogsverklaringen. Spontane irrationele agressie wordt namelijk afgekeurd.
Wat tevens opvalt in vergelijking met voorgaande oorlogsverklaringen, is dat de verklaring van
George ll, vijandelijke handelingen in kolonies als hoofdreden aanvoert voor een tevens continentale
oorlog. Oorlogsverklaringen voor de tijd van George ll noemen conflicten in koloniën slechts als een
reden, en niet de. Slechts in één zin wordt het continentale Groot-Brittannië beschreven.
“The Fortifications at Dunkirk, which had been repairing for some Time, were enlarged; great Bodies
of Troop marched down to the Coast; and Our Kingdoms were threatened with an Invasion.”.54
De reden van Frankrijk om een oorlog te beginnen tegen Groot-Brittannië is volgens de verklaring
haar positie te verbeteren ten opzichte van Groot-Brittannië aan de hand van kolonies.
“That they (de Franse) cannot but be looked upon as a sufficient Evidence of a formed Design and
Resolution in that Court, to pursue invariably such Measures, as should most effectually promote
their ambitious Views, without any Regard to the most solemn Treaties and Engagements.”.55
53
George II, His Majesty’s Declaration of War against the French King (Londen 1756) (versie 20 januari 2015),
https://archive.org/details/cihm_60938.
54
Ibidem
55
Ibidem
23
Argumenten voor oorlog zoals in de oorlogsverklaring van George l als “Balance of power” en “Peace
and quiet” staan niet in deze oorlogsverklaring. Het zou hier gaan om een ambitieus Frankrijk dat zijn
macht probeert uit te breiden, en een defensief Groot-Brittannië dat zijn bezit verdedigt.
De stijl van de oorlogsverklaring van George ll is vergelijkbaar met dat van zijn voorganger.
George l beschrijft in zijn oorlogsverklaring duidelijk en verhalend de handelingen van zowel GrootBrittannië als Frankrijk. Het heeft daardoor iets weg van de vorige oorlogsverklaring van George l, zij
het wel dat de verklaring van George ll opvallend genoeg minder formeel is. In hoeverre George ll
zelf betrokken was bij het schrijfproces is niet op te maken uit de tekst. Uiteraard wordt het vanuit
zijn perspectief geschreven, maar zijn persoonlijke inbreng is er niet vanaf te lezen.
De oorlogsverklaring van George ll staat niet in lijn met het idee van een ‘rationele systeem’.
Oorlog voeren om elkaar in balans te houden is niet aan de orde. Het gaat volgens de
oorlogsverklaring puur om het uitbreiden van de machtspositie ten opzichte van elkaar.
Daarnaast is de formele toon in vergelijking met voorgaande oorlogsverklaringen afgenomen.
24
Hoofdstuk 3: Overeenkomsten en verschillen tussen de
oorlogsverklaringen.
In hoeverre komen de verschillende oorlogsverklaringen overeen met elkaar en waarin verschillen
ze? Voor de analyse van de oorlogsverklaringen worden de volgende factoren onderscheiden. Als
eerste worden de verschillende motivaties en bijbehorende belangen in de oorlogsverklaringen met
elkaar vergeleken. Zijn hierin bijvoorbeeld juist verbanden, of breuken te ontdekken?
Hierna komt de positie van de vorst ter sprake. Wat zeggen de verschillende oorlogsverklaringen
over de positie van de vorst, en verandert deze?
Motivaties voor oorlog
In het vorige hoofdstuk heb ik getracht aan de hand van de verschillende belangen de motivatie van
elke oorlog te beschrijven. Om deze belangen te vergelijken bespreek ik deze één voor één, waarbij
ik begin met het juridisch belang. Het juridisch belang was voor alle vorsten een belang waarmee
oorlogsvoering werd gemotiveerd. Van Karel ll tot aan George ll wordt dit belang steevast
beargumenteerd als een zo niet de reden voor oorlog. Het breken van juridische verdragen of
afspraken is voor elke vorst reden tot oorlog. Dit argument wordt in alle gevallen extra benadrukt en
gerechtvaardigd met het argument dat men zich aan de Engelse en later Britse zijde juist wel aan de
gemaakte juridische verdragen hield. Het aanhalen van het juridische aspect is tevens één van de
grofste beweringen in een oorlogsverklaring. In een officieel en publiek document wordt immers
gesuggereerd dat de tegenpartij onbetrouwbaar en onrechtvaardig is.
De verwoording voor het onbetrouwbaar vinden van de tegenstander varieert per vorst wel sterk in
toon. Waarin Karel ll zich sterk uitliet over de tegenstander als een onbetrouwbaar iets, valt het in de
daarop volgende verklaringen minder stellig uit af te lezen. Desniettemin vindt men het terug in alle
oorlogsverklaringen en is het juridisch belang in alle periodes het sterkst aanwezig.
Het religieuze belang staat echter in schril contrast met het juridische. Waarin het juridische belang
in elke bron wordt vermeld, is het religieuze belang in geen van alle bronnen een argument voor
oorlog. Oorzaak hiervan kan liggen in het voeren van een oorlog tegen andere protestantse naties, of
het hebben katholieke bondgenoten, maar dit geldt echter niet voor alle oorlogen. Opvallend is
bijvoorbeeld het ontbreken van een notie van enig religieus belang in de oorlogsverklaring van het
25
protestante Groot-Brittannië van George ll tegen het katholieke Frankrijk van Lodewijk XV.
Het enige wat enigszins als een religieus argument kan worden geïnterpreteerd zit in de
oorlogsverklaring van koning Willem lll en koningin Maria ll, waarin slechts wordt gerefereerd aan de
onrechtmatige behandeling van protestanten in Frankrijk. Dit voedt de bodem voor argumenten van
secularisering in internationale betrekkingen zoals Parker en Baumgarten stellen.
Het enige waarin alle oorlogsverklaringen wel overeenkomen wat betreft religie, is het aanroepen
van god voor zijn zegen en hulp bij de oorlogsvoering. Maar dit is an sich geen argument voor het
voeren van oorlog, laat staan een oorlog gebaseerd op religieuze belangen.
Net als bij religieuze belangen, spelen dynastieke belangen tevens vrij onbelangrijke rollen in de
oorlogsverklaringen. Zelfs bij oorlogen die hun oorzaak vinden in een dynastieke opvolging, zoals de
Spaanse successie oorlog, worden de dynastieke belangen niet vermeld in de oorlogsverklaring. Het
enige wat vermeld wordt met betrekking tot dynastieke belangen, zijn de troonpretendenten van
Engeland. De beschrijvingen hierover geven opvallend genoeg een vrij neutraal beeld. Het wordt
beschreven als iets zijnde wat niet bedreigend is. Opvallend, omdat bijvoorbeeld Jeremy Black
beschrijft hoe de Hannover dynastie zich wel degelijk zorgen maakt over het Jakobitisme.
De enige uitzondering op het dynastieke belang is Karel ll. In de oorlogsverklaring van Karel ll komt
sterk naar voren dat hij de leider is, en gebeurtenissen die zijn eer aantasten zijn daardoor een aanval
op de staat en zijn burgers. Beledigingen vanuit de republiek zijn naast het juridische belang, het
argument om oorlog te voeren. Karel ll is de enige vorst die dit persoonlijk maakt, opvolgers zoals
koningin Anne constateren alleen beledigingen zoals het steunen van het Jakobitisme.
Economische belangen worden in alle oorlogsverklaringen enigszins beschreven. De ene
oorlogsverklaring besteedt hieraan meer aandacht aan dan de ander, en er lijkt geen verband in te
zitten in het gebruik van economische belangen. De economische belangen vormen nooit het
argument om oorlog te voeren. Economische belangen worden vooral verwoord ter ondersteuning
van de juridische en internationale belangen. Daardoor lijkt het of het een argument is dat vooral
bedoeld is voor de eigen bevolking. Oorlog voeren omdat hoge heren onderling verdragen hebben
gesloten was hoogstwaarschijnlijk geen populair idee onder de bevolking. De oorlogsverklaringen
beschrijven daardoor vooral hoe economische belangen de staat en burgers schaad.
Het internationale belang geldt in bijna alle oorlogsverklaringen in combinatie met het juridische
belang, als het argument voor het voeren van oorlog. Alleen in de oorlogsverklaringen van George ll
en Karel ll wordt dit belang niet aangehaald. Hierdoor is er geen evenredig verband tussen de
opkomst van het idee van een ‘rationeel systeem’ van oorlogsvoering, en het gebruik van
argumenten als ‘balance of power’. Daarnaast worden argumenten voor internationale belangen
26
zoals de ‘balance of power’ alleen vermeld als argument in de oorlogsverklaringen van Willem lll en
Anne. Het idee van staten die elkaar in balans houden geldt dus niet voor het begin en het einde van
de onderzochte periode. Een verklaring van het ontbreken van argumenten als ‘balance of power’ in
oorlogsverklaringen van Karel ll en George ll kan zijn dat het oorlogen waren tegen één land gericht.
Maar in beide oorlogen verwierf men aan Engelse en later Britse zijde bondgenoten, en dus
meerdere spelers op het strijdtoneel.
Wat is de rol van de vorst?
In de geanalyseerde periode van 1648 tot aan 1756 vindt een neergang van vorstelijke macht plaats.
In de Glorious revolution ten tijde van Willem lll is er een definitieve beperking gekomen van de
vorstelijke macht.
De vraag is in hoeverre de rol en invloed van de vorst naar voren komt in de oorlogsverklaringen. Is
er bijvoorbeeld een verband te leggen tussen de functie en invloed en de alsmaar verzwakkende
macht van de vorst in de oorlogsverklaringen?
Uit de analyse lijkt dit beeld tegen de verwachting in geen constante factor te zijn. Bij de eerste
oorlogsverklaring is overduidelijk af te leiden dat Karel ll zeer betrokken is geweest bij het
schrijfproces. Niet alleen het perspectief maar ook de zeer emotionele en persoonlijke stijl van het
document laat de invloed van Karel ll zien. De volgende oorlogsverklaring van Willem lll laat tevens
de invloed van de vorst zien, maar dan in een heel ander perspectief. Waarin Karel ll zich profileert
als heerser, komt bij Willem lll het idee van heerser als dienaar van de staat naar voren. De vorsten
na Willem lll nemen dit idee over. De stijl verandert echter wel, waar het bij Willem lll en Karel ll nog
vrij persoonlijk, is het bij koningin Anne, de opvolger van Willem lll, strikt formeel. Daarnaast neemt
het belang van parlement en volk steeds meer toe in de oorlogsverklaringen, en het belang van de
vorst juist af. Dit in combinatie met de formele schrijfstijl van de oorlogsverklaring van koningin Anne
schetst een beeld van een vorst die geen besluitvorming heeft op de oorlogsverklaring.
Dit beeld schetst enigszins voortgezet bij de twee opvolgers van koningin Anne, George l en later
George ll. Bij beide vorsten is de schrijfstijl van de oorlogsverklaringen formeel van toon. De invloed
van de vorst op het schrijfproces is zodoende niet uit de oorlogsverklaringen op te maken. Het
persoonlijke van Karel ll of Willem lll ontbreekt in de eerste helft van de 17de eeuw.
De afwezigheid van vorstelijke invloed in de loop van de tijd is terug te zien in de stijl van de
oorlogsverklaringen. Karel ll is in zijn oorlogsverklaring zeer uitgesproken over de gebeurtenissen.
Met een sterk arrogante en vanuit de hoogte geschreven schrijfstijl is de oorlogsverklaring opgesteld.
Zo anders is de stijl van bijvoorbeeld George l. Waarin Karel ll in de felste bewoording gebeurtenissen
beschrijft, vindt er bij George l vooral constatering plaats in de meest matige bewoording. De formele
27
en matige constatering van gebeurtenissen is vanaf Anne zichtbaar in oorlogsverklaringen. Dit geld
tot aan George ll, die in zijn oorlogsverklaring een iets minder formele schrijfstijl hanteert.
In het geval van George ll is er namelijk meer sprake van een uiteenzetting van gebeurtenissen.
Terwijl de oorlogsverklaring van koningin Anne lijkt op een wettekst. Er is dus geen ontwikkeling te
constateren van een persoonlijke oorlogsverklaring naar een formele verklaring. Dit tegen mijn eigen
verwachtingen in.
Waar wel continuïteit in zit is de opbouw van de oorlogsverklaringen. Elke oorlogsverklaring begint
namelijk met een verantwoording voor het voeren van oorlog. Om uiteindelijk te eindigen met de
officiële verklaring van oorlog en instructies aan het volk, leger en vloot. In vrijwel alle verklaringen is
dit identiek.
28
Conclusie
Geconcludeerd mag worden dat oorlogsverklaringen tussen 1648 en 1756 vooral uit rationele en
seculieren argumenten bestaan. Het juridische belang is de kern van elke oorlogsverklaring.
Afspraken en verdragen behoren volgens elke oorlogsverklaring gehonoreerd te worden, en het
breken van zulke verdragen wordt gesanctioneerd. Het belang van verdragen in oorlogsverklaringen
met de tijd ook steeds zichtbaarder. In de oorlogsverklaring van Karel ll is het alleen nog van belang
dat verdragen tussen twee landen worden gehonoreerd. De opvolgende oorlogsverklaring van
Willem lll en Maria ll geeft ook aan dat verdragen die internationaal zijn gesloten van belang zijn. Het
honoreren van deze allianties en verdragen spelen in elke oorlogsverklaring vanaf Willem lll tot aan
George l een rol. Alleen George ll lijkt hiermee echter te breken. Ondanks dat geeft de
oorlogsverklaring van George ll wel een interessante ontwikkeling in het juridisch belang weer. Het is
namelijk de eerste oorlogsverklaring die waarde hecht aan het verklaren van oorlog voor het begin
van oorlogshandelingen. Wat tekenend is voor een steeds complexer juridisch internationaal
systeem van staten.
Daarnaast lijkt de rol van de vorst te lijden onder de tijd. De oorlogsverklaring van Karel ll bestaat nog
uit een persoonlijke razernij tegen de Republiek. De oorlogsverklaring van Willem lll is in vergelijking
een stuk ingetogener. Daarbij wordt de rol van de vorst tijdens de periode van Willem lll dienend
gemaakt aan de staat. In alle opvolgende oorlogsverklaringen vanaf Willem lll zien we dit beeld terug.
De vorst wordt de behartiger van de belangen van de staat. Daarnaast valt op dat de stijl van
schrijven formeler wordt. Waar Karel ll en Willem lll op ieder hun eigen toon persoonlijk waren, is
vanaf koningin Anne de schrijfstijl formeler. De inbreng van de vorst is er niet meer vanaf te lezen,
wat gepaard lijkt te gaan met de steeds afzwakkende positie van de vorst. Ondanks mijn verwachting
is dit verband niet evenredig. Koningin Anne breekt radicaal met haar voorgangsters, en lijkt een weg
in te slaan van het formeel maken van oorlogsverklaringen. Echter is dit niet zo sterk terug te zien in
bijvoorbeeld de oorlogsverklaring van George ll. Het enige waar wel continuïteit in zit is de indeling
van de oorlogsverklaring.
Afgezien van juridische en internationale belangen is het opvallend dat bij de argumentatie geen
verband bestaat tussen economische, dynastieke en religieuze belangen. Belangen als dat van de
economie, dynastiek en religie zijn nauwelijks van betekenis. In oorlogsverklaringen komen deze
belangen soms zelfs niet voor, of is het ter ondersteuning van het grotere belang als de juridische of
internationale belangen. Dit onderstreept het beeld van de onderzochte periode als een periode van
29
een ‘gentleman’s war’. Belangen als religie spelen in geen enkele oorlogsverklaring een rol. Alleen in
de oorlogsverklaring van Willem lll wordt er iets vermeld over religie maar dan in de context van een
constatering, en geen argumentatie voor oorlog. Economische belangen zijn in de gevallen dat ze
besproken worden, naar mijn mening een argument ter ondersteuning van vooral het internationale
belang. Door economische belangen erbij te betrekken krijgen oorlogen als die van bijvoorbeeld de
Quadruple Alliantie, een meer publieke dimensie. Oorlogen voeren om verdragen die door hoge
heren zijn gesloten zijn waarschijnlijkheid niet populair bij de eigen bevolking. Als men daarbij het
ondersteunde argument betrekt van de economie als iets wat lijdt onder de oorlog, is er
hoogstwaarschijnlijk meer steun onder de eigen bevolking.
Het laatste belang wat opvallend genoeg niet vermeld wordt als een argument voor oorlog, is het
dynastieke belang. Ondanks dat er één oorlog gaat over een dynastiek conflict, namelijk de Spaanse
Successieoorlog. Andere dynastieke belangen als het Jakobitisme wordt in alle oorlogsverklaringen
omschreven als een constatering, en geen bedreiging. Hierdoor lijkt de waarde van de dynastieke eer
afgenomen. Waarbij Karel ll beledigingen tegen hem zeer kwalijk opvatte, is erbij de andere vorsten
slechts constatering van een belediging als bijvoorbeeld het erkennen van een troonpretendent. De
dynastieke eer is door de afzwakkende macht van een vorst geen geldige reden meer voor het
voeren van een oorlog zoals Karel ll deed.
Het idee van een ‘rationeel systeem’ van oorlogen is waarneembaar. Het in balans houden van elkaar
komt in de oorlogsverklaringen van Willem lll en Anne letterlijk naar voren als een argument voor het
voeren van oorlog. In dit beeld bestaat echter geen continuïteit. De opvolger van Anne, George l,
beschrijft het argument van ‘balance of power’ alleen als hij het over de argumentatie heeft van de
Spanjaarden. George l wuift het ‘balance of power’ argument echter weg in zijn verklaring. Zijn
opvolger George ll begint evenmin een oorlog om andere landen in balans te houden. Het beeld van
een periode waarin ‘rationele oorlogen’ werden gevoerd is, afgaand op de analyses daardoor niet te
constateren in de geselecteerden oorlogsverklaringen.
Wat wel val te constateren is een algemeen wordend rationeel denkbeeld in de verschillende
oorlogsverklaringen. Dynastieke belangen als bij Karel ll zijn niet terug te vinden in opvolgende
verklaringen. Daarnaast lijkt het internationale en juridische denkbeeld rationeler te worden. Belang
voor meer dan alleen de natie begint al bij Willem lll. Begrippen als ‘balance of power’ wordt zelfs
vermeld bij koningin Anne als reden voor oorlog. Uiteindelijk onderstreept George ll het juridische
belang van het verklaren van een oorlog. Het beeld van heren onder elkaar die zich houden aan hun
woord, en in conflict elkaar de oorlog verklaren is naar mijn mening ook waar te nemen. Verbanden
zijn zoals aangegeven zeker niet consistent, maar toch valt er te constateren dat er een rationeler
30
beeld ontstond onder de vorsten.
31
Literatuurlijst:
Baumgartner, Frederic J., Declaring War in Early Modern Europe (Palgrave Macmillan 2011).
Black, Jeremy, European International Relations 1648-1815
Black, Jeremy., A New History of England (The History Press 01 May, 2013)
Black, Jeremy., British Politics and Foreign Policy, 1727-44 (Ashgate Publishing Ltd 28 Jul, 2014)
Coward, Barry., The Stuart Age : England, 1603-1714 (Taylor and Francis 14 Jan, 2014)
https://www.google.com/culturalinstitute/assetviewer/a-club-of-gentlemen/PAFRDy5Es1PqMA?hl=en (versie 16 januari 2015).
Highmore., Joseph, ‘A Club of Gentlemen’ (ca. 1730),
Parker, Michael., Life in Georgian Britain (The History Press 31 Oct, 2012)
Parker., Geoffrey, The Cambridge Illustrated History of Warfare (Cambridge University Press 2012).
Bronnen:
Charles II King of England, Declaration of War against the United Provinces (maart 1672), A General
Collection of Treatys of Peace and Commerce, Manifestos, Declarations of War, and other Publick
Papers Vol. IV. (Londen, 1732)
His Majesty King George the First’s, Declaration of War against the King of Spain (December 1718), A
General Collection of Treatys of Peace and Commerce, Manifestos, Declarations of War, and other
Publick Papers Vol. IV. (Londen, 1732)‟
King William and Queen Mary’s Declaration of War against France (mei 1689), A General Collection of
Treatys, Declarations of War, Manifestos, and other Publick Papers. Vol. I. (Londen, 1732)
The Queen of England’s Declaration of War Against France (mei 1702), A General Collection of
Treatys, Declarations of War Vol. I. (Londen, 1732)
George II, His Majesty’s Declaration of War against the French King (Londen, 1756) (versie 20 januari
2015), https://archive.org/details/cihm_60938
32
Download