Zoet als suiker, nooit bitter Vredesprijs voor Sugars Etweda ‘Sugars’ Cooper kreeg op 19 oktober jl. de 1325 Award uitgereikt. Zij ontving deze prijs voor haar baanbrekende werk voor vrede en vrouwenrechten in Liberia. De prijs is een initiatief van de Nederlandse Taskforce ‘Vrouwen, Veiligheid en Conflict’ om daarmee een persoon of organisatie in de schijnwerpers te zetten die zich bijzonder heeft ingezet voor de uitvoering van resolutie 1325 van de VN Veiligheidsraad. ‘Sugars’, zoals ze het liefst wordt genoemd, is gekozen uit dertig kandidaten die voorgedragen zijn voor de 1325 Award, een eenmalige prijs waarmee de Taskforce ‘Vrouwen, Veiligheid en Conflict’ haar werkzaamheden afsluit. De Taskforce is een werkgroep die de Nederlandse regering in 2003 heeft ingesteld met als doel bekendheid te geven aan resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de VN en de toepassing ervan te bevorderen (zie ook Zijwind 2, 2006). De prijs bestaat uit een bedrag van 15.000 euro en een kunstwerk. In Liberia, een land met zo’n drie miljoen inwoners, streden tussen 1989 en 2003 krijgsheren om de macht. Het resultaat van de twee burgeroorlogen was: verwoeste dorpen, uiteengerukte gemeenschappen en 200.000 doden. Men schat dat meer dan de helft van de vrouwen werd verkracht. Het is heel inspirerend om te praten met Sugars, zoals haar bijnaam is omdat ze standvastig is, nooit bitter wordt, maar ‘zoet’ blijft als suiker. Ze is die ochtend net aangekomen op Schiphol na een lange reis uit Liberia. Toch vertelt ze onvermoeibaar over de noodzaak dat vrouwen in de politiek, bij vredesonderhandelingen en bij de wederopbouw van de samenleving niet langer worden buitengesloten. Dat is ook in een notendop waar het in resolutie 1325 over gaat. Haar verhaal is doorspekt met voorbeelden hoe vrouwen in Liberia ervoor ‘gevochten’ hebben hun stem te laten horen bij het werken aan duurzame vrede én wat ze hebben bereikt. Sinds 2005 is daar een vrouwelijke president, Ellen Johnson-Sirleaf (zie ook Zijwind 2, 2006), mede dankzij de inzet van de Liberian Women’s Initiative, waarvan Sugars een van de oprichters is. ‘Ik kon het niet langer aanzien. Waar zijn we mee bezig? De toekomst van ons allemaal werd kapot gemaakt en waartoe? Zijn we niet allemaal, vrouwen én mannen, het meest gediend met vrede? Willen we niet allemaal een toekomst, ook voor onze kinderen? Oorlog is pure waanzin en lost niets op. Als vrouwen konden en wilden we niet langer toezien dat krijgsheren die belust waren op macht en gedreven door hebzucht ons land aan het vernietigen waren. Kinderen van zeven jaar werden gedwongen om te vechten en ik heb krijgsheren horen zeggen dat het gemakkelijker vechten is met kindsoldaten omdat zij geen vragen stellen. Zelf ben ik eens door een kindsoldaat gedwongen mijn huis in te gaan, en je kunt je niet voorstellen hoe bedreigd ik me heb gevoeld en dan ook nog afhankelijk van een twaalfjarige die zegt: “Laat haar maar”. Van mensenrechten hadden de meeste rebellenleiders nog nooit gehoord en anders lapten ze deze gewoon aan hun laars. De gruwelijkheden tijdens deze burgeroorlog zijn onvoorstelbaar. Veel vrouwen zijn zwaar getraumatiseerd door het verlies van familie en zijn vaak ook nog slachtoffer van seksueel geweld.’ Via een oproep per radio kwamen zo’n 500 vrouwen bij elkaar: vrouwen uit alle lagen van de bevolking, soms met een universitaire opleiding, soms analfabeet, en met verschillende geloven. En zo werd in 1994 de Liberian Women’s Initiative opgericht. Van meet af aan heeft deze organisatie er alles aan gedaan betrokken te worden bij de vredesonderhandelingen, soldaten ervan te overtuigen dat oorlog het land niet verder helpt, en internationaal steun te zoeken. Vastberaden en bijzonder inventief deden de vrouwen er alles aan om de krijgsheren aan de onderhandelingstafel te krijgen. Ze schreven brieven naar alle presidenten van Afrikaanse landen, én aan hun vrouwen, aan de EU en andere organen van de internationale gemeenschap. Ze trokken de bush in om de soldaten en krijgsheren tot nadenken te brengen. ‘Voorzien van batterijen, zeep, zout en spelletjes voor ontspanning, gingen we ook de bush in om in contact te komen met de strijders. Door van alles voor hen mee te nemen wat ze in de jungle niet hadden, lieten we ook zien dat we om hen gaven, dat we bezorgd waren over hun lot en natuurlijk ook met hen wilden praten over de kinderen. Dat het beter zou zijn als deze naar school konden gaan. Vaak hadden we heel ontroerende gesprekken. Ook kwamen soldaten ’s nachts uit zichzelf met ons praten. Ze deden dat stiekem omdat ze anders als ‘zwak’ gezien zouden worden. We zijn daar steeds mee door gegaan, ook om hun ervan te overtuigen de wapens neer te leggen en niet door te gaan met wraakacties. We deden er alles aan om hun duidelijk te maken dat vrede ook in het belang van mannen is, dat het ons gemeenschappelijke belang is.’ Toen eindelijk de vredesonderhandelingen op gang kwamen en het bleek dat vrouwen werden buitengesloten, ondernam de Liberian Women’s Initiative actie. ‘Van meet af aan hebben we in het wit gekleed rondom de gebouwen gezeten waar de vredesonderhandelingen gaande waren.’ In 1997 werd een vredesakkoord gesloten en werd Charles Taylor gekozen tot president. In 1999 brak voor de tweede keer een burgeroorlog uit en ook nu weer nodigden de vrouwen van de Liberian Women’s Initiative zichzelf uit om aan de vredesonderhandelingen deel te nemen. Sugars: ‘Behalve dat we weer in het wit gekleed aanwezig waren bij de vredesonderhandelingen, deden we er dit maal een schepje boven op. We hebben gedreigd dat we ons allemaal zouden uitkleden als we niet aan de vredesonderhandelingen mochten deelnemen. Dat is gelukt, want niets is erger voor een Afrikaanse man om een vrouw in de leeftijd van zijn moeder naakt te zien. Toen we toegelaten waren tot de vredesonderhandelingen hebben we er alles aan gedaan om tot een goed akkoord te komen. Mannen zeiden wel dat we te veel praatten, maar van onze kant zei ik dan dat nodig was. Wapens lossen niets op, we moeten juist door te praten tot een oplossing zien te komen. We hebben de mannen flink onder druk gezet. Zo mochten ze niet de zaal uit voordat er overeenstemming over een bepaald punt was bereikt.’ Toen er na het sluiten van een vredesakkoord in 2005 verkiezingen werden uitgeschreven gingen Sugars en de andere vrouwen met volle inzet door. Er werd landelijk campagne gevoerd en intensief genetwerkt om vrouwen aan de verkiezingen te laten deelnemen. ‘We hebben teams gevormd die de dorpen afgingen om vrouwen te overtuigen te gaan stemmen. We hebben flink onderhandeld met de politieke partijen om ook vrouwen op de kieslijsten te zetten en liefst 30 procent. Er was een geweldige solidariteit onder vrouwen. Men paste op elkaars kinderen, hield elkaars kraam in de gaten, zodat iedereen kon stemmen. Overal merkten we dat vrouwen de oorlog beu waren.’ De uitkomst was opmerkelijk. Ruim 50 procent van de stemmen werd uitgebracht door vrouwen en Ellen Johnson-Sirleaf werd als president gekozen, de eerste vrouwelijke president in Afrika. Dat mannen doordrongen moeten worden van de noodzaak om vrouwen als gelijkwaardige partner te beschouwen, ook in de publieke sfeer, is een speciaal aandachtspunt van de Liberian Women’s Initiative. ‘Een mens heeft twee benen nodig om te kunnen lopen. Hoe kun je een land ontwikkelen als de helft van de bevolking buitenspel staat? Als bij wijze van spreken één been is geamputeerd? Als je voor het bouwen van een huis honderd mensen nodig hebt en er maar vijftig beschikbaar zijn, doe je er twee keer zolang over. En als de helft van die mensen dan ook nog niet kan lezen en schrijven, dus bij wijze van spreken niet kan helpen bij de bouw, duurt het vier keer zolang. Dat is de belangrijkste oorzaak van ‘onze’ onderontwikkeling. Dergelijke voorbeelden gebruiken wij in Liberia om vrouwen en mannen gezamenlijk te betrekken bij de toekomst van ons land.’ Opmerkelijk is ook dat er gespreksgroepen voor vrouwen en mannen zijn om de stereotiepe beeldvorming te doorbreken. Eerst zijn er aparte bijeenkomsten van vrouwen en van mannen om de angst die men voor elkaar heeft te bespreken en daarna zijn er gemengde bijeenkomsten. ‘Bijna altijd blijkt dat deze angsten voor elkaar gemakkelijk te overbruggen zijn. We proberen ook de positieve krachten in mannen naar boven te halen. Bijvoorbeeld door een man te laten vertellen wat hij als de beste toekomst voor zijn dochter ziet. Al pratende gaan veel mannen zich realiseren dat ook andere vrouwen met respect behandeld dienen te worden. Zo werken wij stap voor stap aan een cultuuromslag.' Sugars is vol lof over resolutie 1325. ‘In het begin wisten we nauwelijks dat deze resolutie bestond, maar toen we meer internationale contacten kregen en van deze resolutie hoorden, hebben we er intensief gebruik van gemaakt. De resolutie heeft ons gesterkt in het besef dat vrouwen niet langer buitengesloten mogen worden bij vredesonderhandelingen en dat er meer aan gedaan moet worden om hen te beschermen tegen seksueel en ander geweld ten tijde van oorlog. Ook vinden we het enorm belangrijk dat de internationale gemeenschap zich daadwerkelijk inzet om oorlog en gewapende conflicten te voorkómen,‘ Het werk van Sugars en haar Liberian Women’s Initiative heeft aangetoond hoe waardevol deze resolutie kan zijn. ‘Het is heel belangrijk dat vrouwen overal ter wereld werken aan het bekend maken van resolutie 1325 en aan andere prachtige internationale overeenkomsten, zoals het VN Vrouwenverdrag. Nu zijn dat al te vaak ‘papieren’ verdragen, die nauwelijks bekend zijn bij vrouwen die deze ondersteuning hard nodig hebben. Toen we de dorpen ingingen om de vrouwen te betrekken bij de verkiezingen, zagen we zoveel onwetendheid. Rechten van vrouwen zijn pas werkelijke rechten als vrouwen deze zelf kennen en regeringen erop toezien dat deze worden nageleefd.’ Er valt nog het nodige werk te verzetten om resolutie 1325 ten goede te laten komen aan al diegenen die zich daadwerkelijk inzetten voor duurzame vrede, juist in de conflictgebieden. Nu in Nederland de Taskforce 'Vrouwen, Veiligheid en Conflict' ophoudt te bestaan, zullen de taken ervan overgenomen worden door de ministeries van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie. Laten we hopen dat Nederland ook over de brug komt met een nationaal actieplan voor de uitvoering van resolutie 1325, zoals bijvoorbeeld de regering van Noorwegen, Zweden en Denemarken. Overigens wil Sugars de 15.000 euro van de 1325 Award aan de Liberian Women’s Initiative geven en krijgt het kunstwerk, een prachtige glazen schaal van kunstenares Welmoed Koekenbakker, een ereplaats op hun kantoor. Coby Meyboom, WILPF en lid van de stuurgroep Platform Vrouwen en Duurzame Vrede Overgenomen uit: Zijwind nr. 5, 2006