Oogheelkunde Uveïtis Wat is uveïtis? Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog. De term uveïtis is een verzamelnaam voor inwendige oogontstekingen. De uitleg in deze folder is algemeen gehouden, omdat er verschillende vormen van oogontstekingen zijn. Dit betekent dat niet alle opmerkingen in deze folder voor alle uveïtis patiënten gelden. Welke klachten kunt u hebben? Het kan zijn dat u met één of met beide ogen minder goed ziet. U ziet wazig en u kunt last hebben van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Sommigen kunnen het licht niet goed verdragen. Uveïtis kan heel plotseling beginnen met een pijnlijk, rood oog of met geleidelijk waziger zien. Het kan in één oog voorkomen of afwisselend in één van beide ogen, of in beide ogen tegelijkertijd. Uveïtis wordt ingedeeld in drie vormen. Dit hangt af van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is. Deze vormen zijn: • uveïtis aan de voorkant (anterior) • uveïtis midden in (intermedia) • uveïtis aan de achterkant (posterior) Soms is het onderscheid niet goed mogelijk. Er kan ook sprake zijn van een ontsteking in het hele oog (panuveïtis). Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveïtis een verschillend beloop hebben. Het verloop bepaalt onder andere de keuze van de behandeling. Bij een uveïtis zijn de aangrenzende lagen van het oog, zoals het netvlies en de harde oogrok, meestal ook betrokken bij de ontsteking. Hoe stellen we de diagnose? Met een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveïtis. Bij dit onderzoek verwijdt de oogarts de pupillen met oogdruppels. Hierdoor kunt u tijdelijk waziger zien. Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek al vast te stellen wat de oorzaak is. Daarvoor is verder onderzoek nodig. Dit kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto’s. Soms wordt ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald. Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis / www.jeroenboschziekenhuis.nl (OOG-062, uitgave april 2017) Wat is de oorzaak van uveïtis? Uveïtis is in een aantal gevallen een onderdeel van een algemeen ziekteproces. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek bijvoorbeeld internist of een reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak op te sporen. Hoe verloopt uveïtis? Alle vormen van uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen. Uveïtis kan zeer wisselend verlopen; het kan eenmalig optreden, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en perioden waarin u meer last krijgt van ontstekingen. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn: hoornvliesafwijkingen, staar (cataract), verhoogde oogboldruk (glaucoom) en netvliesschade. Hoe kunnen we uveïtis behandelen? Door behandeling van uveïtis willen we schade aan het kwetsbare netvlies voorkomen. Deze schade is vaak onherstelbaar. Uveïtis wordt in het algemeen met ontstekingsremmende middelen behandeld. Bij een bekende oorzaak kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven. Corticosteroïden zijn effectieve ontstekingsremmende medicijnen die we in verschillende sterktes en vormen kunnen geven. Denk hierbij aan; oogdruppels, tabletten of injecties. Van nature komen corticosteroïden ook in het menselijk lichaam voor. Belangrijk! Stop niet met deze medicijnen voordat u dat met de oogarts heeft overlegd. Door het plotseling stoppen van de medicijnen kan de ontsteking toenemen. Heeft u last van bijwerkingen, overleg dan altijd met uw oogarts. Wat zijn de bijwerkingen van corticosteroïden? Bij het gebruik van steroïden wordt altijd goed gekeken wat de voor-en nadelen zijn. In de druppelvorm zijn de meest voorkomende bijwerkingen: • verhoging van de oogboldruk; dit is meestal tijdelijk en kunnen we met medicijnen verlagen; • staar (bij langdurig gebruik). Mocht er bij u staar ontstaan, dan is dit tegenwoordig goed te behandelen. Andere medicijnen die worden voorgeschreven zijn pupilverwijdende oogdruppels. Deze oogdruppels voorkomen dat de pupil aan de lens vast komt te zitten en zorgen ervoor dat u minder pijn hebt. Een vervelende bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat u van dichtbij slechter ziet. Bij langdurig gebruik kan een goedkope (tijdelijke) leesbril helpen. In ernstige gevallen krijgt u een oogoperatie of schrijven we andere medicijnen voor. Regelmatige controle is belangrijk! Om bij langdurige uveïtis complicaties tijdig op te sporen en te behandelen is regelmatige controle noodzakelijk. Heeft u nog vragen? Dan kunt u deze stellen aan uw oogarts. Polikliniek Oogheelkunde, telefoon: (073) 553 60 60. Voor meer informatie kunt u ook kijken op onze website: www.jbz.nl Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 2