Taak 2C Titel van de taak Kan ik iets voor mijn oog krijgen? Inleiding Bij klachten en aandoeningen aan het oog kunnen er verschillende medicijnen voorgeschreven worden, vaak in de vorm van druppels of zalfjes. Deze worden lokaal toegediend. Werkwijze Opdracht De volgende groepen geneesmiddelen worden veel bij oogaandoeningen gebruikt. Zoek met behulp van je boek en kompas de verschillende groepen op en kies bij elke groep 1 voorbeeld van een veel gebruikt middel op. Schrijf de indicatie op en beschrijf 2 bijwerkingen die mogelijk kunnen optreden. a. mydriatica, b. miotica, c. anaesthetica, d. antibiotica, e. corticosteroïd, f. vasoconstrictoren, g. anti-allergica, h. lokale pijnstilling Maak de volgende vragen: 1. Waardoor kan een ontsteking aan het oog of beide ogen ontstaan? 2. Wat is de Latijnse benaming van een bindvliesontsteking aan het oog? 3. Wat is de Latijnse benaming van oogdruppels, oogzalf en oogspoeling/wassing? 2. Waarom dienen oogdruppels en zalven steriel te zijn? Tot welke gevolgen kan dit anders leiden? 3. Waar staat de afkorting FNA voor? 4. Leg het verschil uit tussen oogdruppels en minims. 5. Welk voordeel levert het gebruik van oogzalven p in vergelijking met oogdruppels? 6. Hoelang zijn oogdruppels houdbaar? 7. Middels welke afkorting wordt de houdbaarheid op de verpakking van medicijnen weergegeven? En wat is de volledige naam? 8. Mag je zachte lenzen in houden bij het gebruik van oogdruppels? Licht je antwoord toe. Boeken/ Media GMD H 15 www.fk.cvz.nl