K lini s che le s Marleen Bakker longarts Erasmus MC, Rotterdam Aniki Rothova hoogleraar oogheelkunde en oogarts Erasmus MC, Rotterdam Uveïtis tuberculosa I In de rubriek ‘Klinische les’ bespreken we aan de hand van casuïstiek verschillende aspecten van tuberculose. In deze les wordt ingegaan op uveïtis tuberculosa, een relatief onbekend ziektebeeld waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat. De diagnose uveïtis tuberculosa wordt in Nederland de laatste jaren zo’n 20 tot 30 maal per jaar gesteld (1). Casus Een 42-jarige man, geboren in Nederland, heeft forse visusstoornissen aan beide ogen. Patiënt is bij de GGD sinds tien jaar bekend met een positieve tuberculinehuidtest (THT), vastgesteld bij contactonderzoek, waarvoor destijds röntgenologische controles zijn afgesproken. Bij de laatste controle, twee jaar na vaststellen van de THT-omslag, klaagt patiënt over nachtzweten en wordt een afwijking in de linker longtop vastgesteld. Sputumkweken worden ingezet maar blijven negatief. Een en ander heeft dan geen vervolg, waarschijnlijk omdat patiënt zich aan de zorg onttrekt. Late diagnose Vier jaar later krijgt patiënt klachten aan beide ogen, waarop de oogarts de diagnose uveïtis posterior beiderzijds stelt. Screening op auto-immuunaandoeningen en infectieziekten die een uveïtis kunnen veroorzaken brengt een positieve Quantiferontest aan het licht van 15 IU/l. Alle andere onderzoeken geven een negatieve uitslag, inclusief een SMS-scan die geen aanwijzingen geeft voor sarcoïdose. Patiënt wordt vanwege de oogklachten gedurende drie jaar behandeld met immuunsuppressieve medicatie, zowel lokaal als systemisch. Dat heeft in eerste instantie een gunstig effect op de visus maar uiteindelijk verergeren de visusstoornissen. Zijn zicht is dan fors 14 afgenomen, met rechts nog 50 procent visus en links nog 40 procent. Hij is lichtschuw en kan niet meer lezen of autorijden. Patiënt wordt nu - drie jaar na de positieve Quantiferontest - verwezen naar de longarts voor behandeling van een mogelijke uveïtis tuberculosa. Bij de longarts vertelt patiënt zich volledig gezond te voelen. Er zijn geen klachten van hoesten, nachtzweten of gewichtsverlies. De thoraxfoto laat onveranderd een beeld zien van restafwijkingen in de linker longtop. Een CT-thorax toont eveneens in de top van de linker bovenkwab een gebied met destructie en verkalkingen, een beeld dat goed zou kunnen passen bij een doorgemaakte tuberculose. Patiënt kan geen sputum ophoesten en geeft geen toestemming voor het verrichten van een bronchoscopie. Tbc-behandeling Ondanks het feit dat er geen harde diagnose is gesteld, is patiënt zeer gemotiveerd om met de tbc-behandeling te starten, die hij goed verdraagt. Vanwege de ernst van de uveïtis behandelt de oogarts hem nog met corticosteroïdinjecties in het oog ten tijde van de start van de tbcbehandeling. Drie weken na de start merkt patiënt al verbetering van de visus; na zes weken is patiënt weer in staat auto te rijden, en na drie maanden behandeling kan hij zijn mobiel weer aflezen. Daarna stabiliseert het Tegen de Tuberculose, jaargang 110, nr. 2, 2014 beeld: de visus is verbeterd tot beiderzijds 80 procent, waarbij het ontstekingsbeeld fors is afgenomen. Bespreking Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog, maar omdat het oog een klein orgaan is, doen meestal ook andere lagen van het oog mee en wordt de term uveïtis gebruikt voor alle inwendige oogontstekingen. Uveïtis kan een uiting zijn van zowel infectieziekten als auto-immuunaandoeningen, maar kan ook ontstaan als bijwerking van medicatie (onder andere moxifloxacine en rifabutine), en (zelden) uiting zijn van maligne processen (maligne lymfoom bijvoorbeeld). In ongeveer 30 procent van de gevallen wordt geen oorzaak van de uveïtis gevonden. Voorbeelden van infectieziekten die geassocieerd zijn met uveïtis zijn infecties met Toxoplasma gondii, Bartonella henselae, syphilis, cytomegalo- en herpesvirus en Mycobacterium tuberculosis. Voorbeelden van auto-immuunaandoeningen die zijn geassocieerd met uveïtis zijn sarcoïdose, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, systemische lupus erythematodes, ziekte van Sjögren, ziekte van Bechterew (ankyloserende spondylitis) en andere systeemaandoeningen. Een auto-immuunaandoening als de ziekte van Behçet geeft bij 80 procent van de patiënten een uveïtis. Tbc-patiënten, ook die zonder klachten van de ogen, zouden in 1,4 tot 18 procent betrokkenheid van het oog laten zien (2). Klachten en bevindingen Het klachtenpatroon van uveïtis kan bestaan uit roodheid en pijn, maar ook uitsluitend uit visusstoornissen, variërend van het zien van vlekken in het beeld tot volledig verlies van zicht. Er is vaak sprake van een Tegen de Tuberculose, jaargang 110, nr. 2, 2014 terugkerend klachtenpatroon: episodes zonder klachten worden afgewisseld met periodes met klachten. De bevindingen van de oogarts bij oogafwijkingen waarvan we veronderstellen dat deze te maken hebben met tuberculose (infectie), zijn niet specifiek. Ontsteking kan in alle delen van het oog voorkomen en de typische granulomen zijn niet altijd zichtbaar. Diagnostiek De diagnose uveïtis tuberculosa is lastig omdat het orgaan zich niet gemakkelijk leent voor diagnostiek. Glasvochtpuncties zijn mogelijk, maar dragen het risico op een bloeding en netvliesloslating, en zijn geen standaardonderdeel van de work-up van uveïtis. Bij die patiënten bij wie wel oogvocht verkregen wordt voor diagnostiek valt het microbiologisch onderzoek (auramines, PCR, kweek) op oogvocht vrijwel altijd negatief uit. Positieve PCR-uitslagen in oogvocht worden wel gerapporteerd in landen met een hoge tbc-incidentie zoals India. Eén mogelijke verklaring voor negatief uitvallen van microbiologisch onderzoek zou kunnen zijn dat bacteriën slechts in zeer lage hoeveelheden in het oog aanwezig zijn, ofwel dat deze zich alleen in de pigmentepitheellaag van de retina zouden bevinden. Een tweede mogelijke verklaring is dat er in het oog uitsluitend sprake is van een hypersensitiviteitsreactie, en niet zozeer van de aanwezigheid van micro-organismen in het oog. Uitgebreid onderzoek Onderzoek naar de oorzaak van uveïtis bestaat uit uitgebreid onderzoek van het oog gecombineerd met uitgebreid laboratoriumonderzoek naar infectieuze en auto-immuun condities die dit ziektebeeld kunnen ver- oorzaken. Ook een thoraxfoto is onderdeel van deze work-up, omdat sarcoïdose en tuberculose frequent voorkomende oorzaken van uveïtis lijken te zijn. Om tot de diagnose uveïtis tuberculosa te komen moet er òf sprake zijn van actieve tuberculose buiten het oog, òf er moet sprake zijn van een positieve test voor latente tbc-infectie zonder dat er een andere verklaring is voor de uveïtis. Het is zinvol om bij voorkeur de Quantiferontest (of een andere interferon-gamma release assay) te gebruiken vanwege de grotere specificiteit dan de THT (die ook positief kan zijn na alleen een BCG-vaccinatie). Onze ervaring is dat bij een verdenking op een uveïtis tuberculosa de Quantiferontest vaak sterk positief is (groter dan 2-3 IU/ml; 41% > 10 IU/ml, gemiddeld 7,5 IU/ml (3)). Deze hoog positieve uitslagen zijn suggestief voor een sterke immunologische reactie. Mocht niet eerder een thoraxfoto zijn verricht, dan dient een positieve Quantiferontest-uitslag alsnog te leiden tot een thoraxfoto (of een CTthorax) om thoracale tuberculose aan te tonen dan wel uit te sluiten. Als extra-oculaire tuberculose wordt aangetoond betreft dit vaak een lymfkliertuberculose of pulmonale tuberculose. Afwijkingen buiten het oog moeten altijd tot gerichte diagnostiek leiden om alsnog microbiologische bevestiging te verkrijgen. Behandeling Een immuunsuppressieve behandeling, met of zonder behandeling van de tbc-infectie (6-9 maanden isoniazide), bij patiënten verdacht van uveïtis tuberculosa kan initieel een verbetering geven. Recidieven van uveïtis en visusachteruitgang doen zich echter frequent voor. Behandeling voor actieve tuberculose deed het aantal recidieven dalen (3). 15 K lini s che le s Bij afwezigheid van aanwijzingen voor tuberculose buiten het oog zal de bacterieload klein of zeer klein zijn, en zonder microbiële bevestiging zal tevens zes maanden ethambutol gegeven moeten worden. Bij patiënten met visusstoornissen is het goed te verdedigen ethambutol niet te geven, ondanks het feit dat nooit is aangetoond dat deze patiëntengroep een extra risico op oogschade heeft door zes maanden ethambutol. Bij extra-oculaire tuberculose is het advies wel standaardbehandeling van vier middelen te geven. De tbc-behandeling bij patiënten met een verdenking uveïtis tuberculosa was in een eigen studie effectief bij 90 procent van de patiënten die een volledige tbc-behandeling afmaakten (2). De effectiviteit werd afgemeten aan een verbetering van de visus, afname van de ontstekingsactiviteit en/of afname van het aan- tal intra-oculaire ontstekingscellen. Samenwerking met de oogarts is noodzakelijk om zicht te houden op de effectiviteit van de behandeling. Ook is het aan de oogarts om te bepalen of gedurende de therapie nog lokaal of zelfs systemisch corticosteroïden toegevoegd moeten worden om de lokale ontstekingsreactie ook ten tijde van tbc-behandeling nog te onderdrukken. Literatuur 1.Bron: NTR, RIVM/CIb 2.Vos AG, Wassenberg MWM, de Hoog J, et al. Diagnosis and treatment of tuberculous uveitis in a low endemic setting. Int J Infect Dis. 2013 Nov;17(11):e993– 999. 3.La Distia Nora R, van Velthoven MEJ, Ten Dam-van Loon NH, et al. Clinical Tot slot Concluderend kan gesteld worden dat er nog veel onbekend is over de diagnose uveïtis tuberculosa. De twee belangrijkste vragen daarbij zijn of we deze uveïtis kunnen duiden als een vorm van actieve tuberculose of eerder als een vorm van latente tbcinfectie met alleen een sterke immunologische reactie in het oog, en wat de optimale therapeutische benadering is. manifestations of patients with intraocular inflammation and positive QuantiFERON-TB gold in-tube test in a country nonendemic for tuberculosis. Am J Ophthalmol. 2014 Apr;157(4):754–61 doorlopende a g enda 22-24 september 2014 European Advanced Course in Clinical Tuberculosis Locatie: Amsterdam Organisatie: Filha, Tartu University Hospital, TBNET en KNCV Tuberculosefonds Informatie: http://www.kncvtbc.org 28 oktober – 1 november 2014 45th Union World Conference on Lung Health Locatie: Barcelona, Spanje Organisatie: IUATLD Informatie: http://barcelona. worldlunghealth.org 16 8-9 januari 2015 Studiedagen VvAwT Studiedagen VvAwTInformatie: secretariaat Nascholingscommissie VvAwT via mw. J. Huisman-van Berkel, [email protected] 25 maart 2015 25 maart 2015 Bijscholingsdag medisch technisch medewerkers Organisatie: MTM BeVe i.s.m. KNCV Tuberculosefonds Locatie: Cursus- en vergadercentrum Hogeschool Domstad Utrecht Informatie: [email protected] 23-24 april 2015 Nascholingsdagen sociaal verpleegkundigen tbc-bestrijding Organisatie: werkgroep nascholing sociaal verpleegkundigen tbc-bestrijding, commissie tbc V&VN-VOGZ. Locatie: Conferentiehotel ISVW Leusden Informatie: Tineke Berends, [email protected] Tegen de Tuberculose, jaargang 110, nr. 2, 2014