585 Uveïtis (inwendige oogontsteking) De oogarts heeft bij u uveïtis vastgesteld. In deze folder leest u meer over deze ziekte en de behandeling ervan. Omdat uveïtis een verzamelnaam is voor alle inwendige oogontstekingen is de uitleg algemeen gehouden. Dit betekent dat niet alle opmerkingen in deze folder voor alle uveïtispatiënten gelden. De symptomen, het onderzoek en de behandeling komen aan de orde. Voor geïnteresseerden wordt ook aandacht besteed aan de bouw van het oog. Als u naar aanleiding van deze folder specifieke vragen heeft over de bij u vastgestelde vorm van uveïtis, bespreek deze dan met uw oogarts. Wat is uveïtis en wat zijn de klachten? Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog. Uveïtispatiënten klagen vaak over een vermindering van het gezichtsvermogen van een of beide ogen. Ze zien wazig, hebben last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Een aantal patiënten kan het licht niet goed verdragen; soms is het oog pijnlijk en rood. Uveïtis kan heel plotseling beginnen met een pijnlijk, rood oog of met zeer geleidelijk waziger zien. Het kan in één oog voorkomen of afwisselend in één van beide ogen, of in beide ogen tegelijkertijd. Verschillende vormen van uveïtis Uveïtis wordt ingedeeld in drie vormen, afhankelijk van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is. Deze vormen zijn: • • • uveïtis anterior (aan de voorkant) uveïtis intermedia (middenin) uveïtis posterior (aan de achterkant) = uveïtis anterior = uveïitis intermedia = uveïtis posterior Soms is dit onderscheid niet goed mogelijk. Er kan ook sprake zijn van een ontsteking in het hele oog (panuveïtis). Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveïtis een verschillend verloop hebben. Het verloop bepaalt onder andere de keuze van de behandeling. Bij een uveïtis zijn de aangrenzende lagen zoals netvlies en harde oogrok meestal ook betrokken bij de ontsteking. 15-11-2006 1-4 585 Uveïtisonderzoek Als de oogarts uveïtis heeft vastgesteld, volgt in de meeste gevallen uitgebreider onderzoek (bloedonderzoek, longfoto, enz.) om een oorzaak op te sporen. Soms ontstaan ontstekingen in het lichaam van buitenaf, bijvoorbeeld door een infectie en soms ontstaan ze vanuit het lichaam zelf, bijvoorbeeld bij reuma in de gewrichten. In bijna de helft van de gevallen is uveïtis een onderdeel van een algemeen ziekteproces; de oogontsteking is dan een onderdeel van een ziektebeeld. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek. In ongeveer de helft van de gevallen blijft de oorzaak onbekend. Door onderzoek en uitbreiding van diagnostische middelen wordt tegenwoordig steeds vaker een oorzaak of mogelijk verband opgespoord. Regelmatige controles noodzakelijk Alle vormen van uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende complicaties zijn hoornvliesafwijkingen, staar, verhoogde oogboldruk en netvliesschade in lichte of ernstige mate. De behandeling van uveïtis is vooral gericht op het voorkomen van schade aan het kwetsbare netvlies. Deze schade is vaak onherstelbaar. Uveïtis kan zeer wisselend verlopen; het kan eenmalig optreden, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en perioden waarin het ontstekingsproces toeneemt. Regelmatige controle is dan aangewezen om complicaties tijdig op te sporen en te behandelen. Tijdens controles is overleg tussen patiënt en oogarts over de behandeling van belang. Behandeling Uveïtis Uveïtis wordt in het algemeen met ontstekingsremmende middelen behandeld. Bij een bekende oorzaak kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven. Corticosteroïden zijn effectieve ontstekingsremmende medicijnen die bij uveïtispatiënten in verschillende sterktes worden toegepast en in verschillende vormen (oogdruppels, tabletten of injectievloeistof). Van nature komen corticosteroïden ook in het menselijk lichaam voor. Het is niet raadzaam deze geneesmiddelen plotseling te stoppen, omdat de ontsteking hierdoor kan toenemen. In de druppelvorm, zoals meestal toegepast in de oogheelkunde, zijn de meest voorkomende bijwerkingen: • • Staar Verhoging van de oogboldruk Staar is tegenwoordig goed te behandelen. De verhoging van de oogboldruk is meestal van tijdelijke aard en met medicijnen te verlagen. Ondanks deze bijwerkingen is het zinvol de voorgeschreven medicijnen volgens voorschrift te gebruiken. Zonder deze medicijnen kan het gezichtsvermogen sterk worden aangetast. Andere medicijnen die worden voorgeschreven, zijn pupilverwijdende oogdruppels. Deze 2-4 585 voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de pijn. Een hinderlijke bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat lezen en dieptezien bemoeilijkt worden. Bij langdurig gebruik kan een goedkope (tijdelijke) leesbril een oplossing vormen. In ernstige gevallen is het soms nodig een oogoperatie te verrichten of medicijnen voor te schrijven die de afweer remmen om de ontsteking tot rust te brengen. Het oog Om te begrijpen wat onder uveïtis wordt verstaan, is het nodig enig inzicht te hebben in de bouw van het oog. Uvea is een verzamelnaam voor vaatvlies, regenboogvlies en straallichaam. 1. harde oogrok (sclera) 2. vaatvlies (chorioidea) 3. netvlies (retina) 4. hoornvlies (cornea) 5. pupil 6. regenboogvlies (iris) 7. lens 8. straallichaam (corpus ciliare) 9. glasvocht (corpus vitreum) 10. oogzenuw (nervus opticus) Een simpele voorstelling van de bouw van het oog is te verkrijgen door het oog te vergelijken met een bal die is opgebouwd uit drie lagen. De buitenste laag komt overeen met de harde oogrok (1), die de ooginhoud beschermt en de bolvorm van het oog in stand houdt. Aan de voorkant van het oog gaat de harde oogrok over in een doorzichtige laag: het hoornvlies. De middelste laag bestaat uit het vaatvlies (2), dat zorgt voor de voeding. De binnenste laag De binnenste en belangrijkste laag wordt gevormd door het netvlies (3), waarin het beeld van de buitenwereld tot stand komt. Met andere woorden: kijken kan alleen met behulp van het netvlies. 3-4 585 Adressen Er bestaat geen uveïtispatiëntenvereniging in Nederland. Hieronder volgen enkele adressen van verenigingen die voor sommige patiënten zinvol kunnen zijn. Nederlandse Vereniging van Blinden en slechtzienden Landelijk Bureau Jaarbeursplein 17 – 7 hoog Postbus 2344, 3500 GH Utrecht (030) 293 11 41 Email: [email protected] Als de oogarts bij u een specifieke vorm van uveïtis heeft vastgesteld die gerelateerd is aan reuma of sarcoïdose, kunnen de volgende verenigingen u mogelijk van dienst zijn. Reuma patiëntenbond (Nederlandse bond van Verenigingen van Patiënten met Reumatische aandoeningen) Postbus 1370, 3800 BJ Amersfoort Bezoekadres; Hogeweg 27A, 3814 CC Amersfoort Besnier Boeck / Sarcoïdose belangenvereniging Nederland p/a VU ziekenhuis Hoogbouw, kamer H 309 Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam (020) - 444 32 04 4-4