Klas 4 “Profileren in de bovenbouw” Inhoud Inleiding Specifiek voor het Oelbert 3 3 De bovenbouw op het Sint-Oelbertgymnasium Lessentabel klas 4 Lessentabel klas 5/6 4 5 6 Regelingen Jaarindeling Herkansing, zak-slaagregeling en examens Extra (examen)vak(ken) in klas 5 en 6 Reglement extra vakken in klas 5 en 6 7 8 8 8 8 Wiskunde A, C, B en D en keuzemogelijkheden 9 Filosofie in de bovenbouw 10 Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4 12 Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (LOB) in klas 4, 5 en 6 Informatie in de mediatheek, bij decaan, via internet Studiekeuzeactiviteiten SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie Open dagen bezoeken onder lestijd In klas 4, 5 vakken volgen aan een universiteit 13 13 14 14 14 14 Studeren na het gymnasium WO of HBO Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs Decentrale Selectie Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs 14 15 15 15 15 2 Oosterhout, september 2016 Aan de leerlingen van klas 4 en hun ouders, verzorgers, Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie over de profielkeuze die de leerlingen in klas 4 maken voor klas 5 en 6 en over de studiekeuze(begeleiding) op en na het gymnasium. Als u na lezing nog vragen heeft, kunt u altijd contact met ons opnemen. Mw. M. Herman, decaan Inleiding In het schoolplan van het Sint-Oelbertgymnasium staat, bij het hoofdstuk Totale Vorming, onder meer: “Op onze school gaat het niet alleen om kennisoverdracht, vaardigheden en attitudes, nodig voor een gymnasiumdiploma, gericht op vervolgstudie aan universiteit of hogeschool, maar ook om de gymnasiale meerwaarde. Behalve extra aandacht voor taal en cultuur gaat het om het leggen van verbanden tussen en binnen vakken; kritisch, vindingrijk, creatief en nieuwsgierig zijn, plezier hebben in lezen en leren, intrinsieke motivatie, veelzijdigheid en zelfstandigheid. Via ons onderwijs proberen wij bewust deze kennis, vaardigheden en attitudes verder te ontwikkelen. Dit gebeurt bij alle verplichte examenvakken, bij het aanbod van extra examenvakken en niet-examenvakken en tijdens buitenschoolse activiteiten.” Het Oelbert biedt daarom een breed en gevarieerd onderwijspakket aan. Specifiek voor het Oelbert Onze school biedt in klas 4, 5 en 6 aan de geïnteresseerde leerling, veel mogelijkheden. Een greep: De keuze uit één of meer extra examenvakken zonder les. Er kán sprake zijn van het zogenaamde sprintuur (1 uur les in de week) indien er meer dan 10 leerlingen zijn die het extra vak willen volgen. (zie pag. 5-8) De Expeditie Limburg in klas 4. De Rome- of Griekenlandreis in klas 5. leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen in overleg met de decaan zo mogelijk al activiteiten gaan ontplooien aan een universiteit, bijv. proef studeren of online studeren of zelfs al 1 vak gaan volgen op bijv. de TU Eindhoven. Masterclasses over uiteenlopende interessante onderwerpen, bieden verdieping en verbreding en zijn toegankelijk voor elke leerling die geïnteresseerd is in meer dan alleen de schoolvakken. In klas 4 gaan leerlingen gaan samen met de decaan en mentoren naar een van de Universiteiten in Nederland voor kennismaking met het universitaire leven, de sfeer aldaar. Het Sint-Oelbertgymnasium hanteert voor het onderwijs in de bovenbouw de volgende uitgangspunten: Het onderwijs wordt zowel inhoudelijk (didactisch, begeleidend) als materieel (inrichting van het 3 gebouw en leermiddelen) zoveel mogelijk toegesneden op de leerling. In de loop van de schoolcarrière traint de school de leerlingen in toenemende mate in het zelfstandig studeren. Wij bieden in de bovenbouw een brede gymnasiale vorming aan onze leerlingen. De bovenbouw op het Sint-Oelbertgymnasium Voor de volledigheid is de lessentabel voor klas 4 opgenomen in dit boekje. Zo heeft de leerling een overzicht van de mogelijkheden en keuzes in de bovenbouw. In de lessentabellen voor klas 5/6 staat precies aangegeven welke vakken de leerling verplicht volgt en welke vakken in klas 5 gekozen kunnen worden voor zijn profiel. Dit laatste is uiteraard afhankelijk van zijn profielstroomkeuze in klas 4. De vakken binnen de lessentabel zijn gegroepeerd in onderdelen: Gemeenschappelijk deel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen in jaarlaag 5 en 6 verplicht. Profieldeel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen verplicht. Welke vakken er in dit deel zitten is per profiel verschillend. Profielkeuzevakken: het profieldeel wordt aangevuld met een vak naar keuze uit een beperkt aantal vakken. Uit welke vakken gekozen kan worden is per profiel verschillend. Het keuze-examenvak: Tenslotte kiest de leerling nog 1 extra examenvak. Er kan uit veel vakken gekozen worden, maar ook dit is weer per profiel verschillend. Het vrije deel: Het vrije deel is een wat tegenstrijdige term aangezien op het Sint-Oelbertgymnasium dit vrije deel is vastgelegd. In klas 4, 5 en 6 is dit het vak Levensbeschouwingen het van SG in klas 4 en daarnaast het profielwerkstuk. Het is in principe niet mogelijk om andere keuzes te maken dan die vastgelegd zijn in de lessentabel. 4 Lessentabel klas 4 profielstromen vak gemeenschappelijk NE deel EN/CAM verplicht al deze LA/GR vakken LO AK profielstroomdeel verplicht al deze vakken keuzedeel verplicht 2 van 3 vakken WAC EC GS alfa vak NE EN/CAM LA/GR LO AK KB Bi FA DU LA/GR FA DU LA/GR EC GS SG LB gemeenschappelijk deel verplicht al deze vakken profielstroomdeel verplicht al deze vakken WBA NA SK KB het 'vrije' deel verplicht al deze vakken bèta keuzedeel verplicht 2 van 6 vakken waarvan tenminste 1 taal het 'vrije' deel verplicht al deze vakken SG LB 5 Profielstromen alfa alfa bèta bèta gemeenschappelijke deel NE NE NE NE LA/GR LA/GR LA/GR LO LO profielen klas 5/6 CM EM NG EN/CAM EN/CAM MA MA MA profielvakken WC / WA* WA WA / WB* EC SK profielkeuzevak: FA verplicht al deze vakken LA/GR LO verplicht al deze vakken NT 1 uit 2, NG 1 uit 2, EM 1 uit 3, CM 1 uit 4 verplichte keuze 1 vak keuze-examenvak verplicht 1 vak GS AK DU KB Fi FA LO GS FA DU AK FA EN/CAM Bi FA FA KB KB KB AK AK LA/GR Fi LA/GR GS EC NA het 'vrije' deel verplicht alle vakken LB PWS * = onder voorwaarden LB PWS 6 WB AK NA DU LA/GR MA NA DU Fi EN/CAM Bi DU Fi NT LB PWS * = onder voorwaarden SK WD DU Fi KB LA/GR AK GS EC WD Bi LB PWS Regelingen Jaarindeling De jaarindeling ziet er in klas 4, 5 en 6 hetzelfde uit. Het jaar is ingedeeld in drie periodes. Elke periode wordt afgesloten met een rapport. Over het gehele jaar zijn er 6 toetsweken. Klas 6 kent geen rapporten en er zijn minder toetsen omdat in mei het centraal examen plaatsvindt. Herkansing, zak-slaagregeling en examens Deze zijn per leerjaar opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Daarin staan ook de jaaroverzichten van alle eisen per vak vermeld. De PTA's voor klas 4, 5 en 6 worden elk jaar in september uitgereikt. Extra examenvak(ken) in klas 5 en 6 Het Sint-Oelbertgymnasium biedt leerlingen de mogelijkheid hun algemene ontwikkeling en/of hun studiekeuzemogelijkheden te vergroten door, naast het verplichte keuze- examenvak, één of meer extra examenvakken te kiezen, indien de cijfers dit toelaten. Een extra vak is haalbaar voor leerlingen die veel belangstelling voor het betreffende vak hebben, uitstekend in staat zijn zelfstandig te werken en hoger dan gemiddeld scoren. De keuze van het extra examenvak is afhankelijk van het profiel. In de lessentabel kun je zien welke keuze-examenvakken per profiel aangeboden worden. Reglement extra examenvak(ken) in klas 5 en 6 Een extra examenvak wordt alleen toegestaan als op het overgangsrapport naar klas 5 is voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden: 1. bij maximaal één vijf: één extra vak; 2. bij gemiddeld 6,5 of hoger, zonder onvoldoendes: twee extra vakken; 3. bij gemiddeld 7 of hoger, zonder onvoldoendes: drie of meer extra vakken; Leerlingen die niet voldoen aan deze voorwaarden, maar om een bijzondere reden toch een extra vak willen, worden besproken op de overgangsvergadering. Leerlingen geven hun wens voor een of meer extra examenvakken aan bij hun voorlopige profielkeuze. De mentor bespreekt de gemaakte keuze met de leerling; de leerling kan de keuze ook bespreken met de decaan mevr. M. Herman. Tijdens de ouderavond in april kunnen ouders de keuze met de docent, de mentor en/of decaan bespreken. Leerlingen geven bij hun definitieve profielkeuze opnieuw hun wens aan voor één of meer extra examenvakken. Circa twee weken voor de laatste toetsweek bekijkt de leerling of er aan de cijfergrens voldaan wordt. Zo niet, dan bespreekt de leerling met de mentor of er sprake is van bijzondere redenen om toch een extra examenvak te nemen. Wanneer dat het geval is, dient de leerling zelf deze 7 redenen schriftelijk toe te lichten en deze motivatie voor de vergaderingen in te leveren bij de mentor. De coördinator mevr. M. Verhagen en de mentor maken onder meer op basis van deze motivatie een voorstel om wel of geen toestemming te geven voor het volgen van het extra examenvak en de docentenvergadering beslist daarover tijdens de overgang rapportvergadering. De uitslag van de stemming wordt per mail verstuurd. Ouders en leerlingen kunnen schriftelijk bezwaar tegen deze uitslag indienen bij de coördinator. De coördinator deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan de leerlingen en ouders. Het aanbod van de extra vakken is gelijk aan de vakken in de categorie keuze-examenvakken. Leerlingen met een alfa-profiel kunnen tevens biologie en wiskunde B als extra examenvak opnemen maar deze twee vakken zijn altijd zonder sprintuur. In een extra vak krijgen de leerlingen in principe geen les; alleen wanneer een extra vak door tenminste tien leerlingen wordt gevolgd, kan er een sprintuur (één les per week in het betreffende vak) worden aangeboden. Aanwezigheid bij een sprintuur is niet verplicht. In klas 4 en 5 kan maximaal één extra examenvak met een zogenaamd sprintuur worden gevolgd. Na toestemming van de coördinator in klas 5, mevrouw A. Slinger, is het mogelijk om, afhankelijk van het rooster en na overleg met de betreffende docent, af en toe verplichte lessen om te zetten in lessen voor een extra vak. De leerling moet afwezigheid bij de verplichte les wel elke keer doorgeven. Voor een extra vak maak je alle toetsen, praktische opdrachten en eventuele handelingsdelen tegelijk met de leerlingen die dat vak met gewone lessen volgen. Alleen als je een extra vak zonder les volgt, hoef je de S.O’ s niet te maken. Je kunt in klas 5 een extra examenvak alleen opnemen als je dat vak in klas 4 gevolgd hebt m.u.v. de nieuwe vakken in klas 5. Het is niet mogelijk om bij de overgang van klas 5 naar klas 6 of in klas 6 een nieuw extra examenvak op te nemen. Wanneer je in de loop van klas 5 overweegt een extra vak te laten vallen, dien je eerst met de vakdocent en de mentor en als laatste de coördinator te overleggen. Deze ontvangt een schriftelijke bevestiging van de ouders. Desgewenst kun je aan het einde van klas 5 besluiten het extra examenvak te laten vallen. Je moet dat dan samen met een van je ouders schriftelijk meedelen aan de coördinator, uiterlijk in de laatste week van mei. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector. Wisselen van profiel(stroom) In de bovenbouw is het wisselen van profiel(stroom) niet het uitgangspunt. 8 Wiskunde A, C, B en D en keuzemogelijkheden In klas 4 volgen alle leerlingen ongeveer hetzelfde wiskundeprogramma. Bij wiskunde B ligt de nadruk op de formele en abstracte kant van het vak en wordt er meer zelfstandigheid vereist bij het bestuderen van de theorie, tevens dien je vaardig en inzichtelijk om te gaan met formules en algebraïsche berekeningen. Je moet bijvoorbeeld in staat zijn om bepaalde vergelijkingen en waarden zonder hulp van de grafische rekenmachine op te lossen en te berekenen, bewijs leveren van de stof, een exact antwoord geven, herleiden van breuken en werken met meetkundige figuren. Bij wiskunde A en C gaat het vooral om toepassing van de wiskunde in praktijksituaties, denk o.a. aan statistiek, kansberekening en vaak maak je dankbaar gebruik van de (grafische) rekenmachine. De formele kant van de wiskunde is hier dan ook minder aanwezig. Bij elk profiel dat je kunt kiezen, hoort een bepaalde wiskunde: Voor C&M is dat wiskunde C. Voor E&M en N&G wiskunde A en voor N&T wiskunde B. Op het Sint-Oelbertgymnasium kun je ook wiskunde D kiezen. Wiskunde D kun je alleen als profielvak of als vak in het vrije deel kiezen bij N&T. (Dat is het enige profiel dat wiskunde B heeft en wiskunde D kun je alleen maar doen als je ook wiskunde B hebt). Het is vooral belangrijk als je echt de exacte kant( technische kant) op gaat, bijvoorbeeld als je naar een van de technische universiteiten gaat en als je bijvoorbeeld iets wilt gaan studeren waarbij de vakken wiskunde B en meestal ook natuurkunde verplicht zijn. Wiskunde D is voor degenen die goed in wiskunde zijn en het ook een leuk vak vinden. Bij wiskunde D krijg je te maken met statistiek en kansrekening, wiskunde in wetenschap, dynamische modellen (rekenen aan veranderende of bewegende systemen), analytische meetkunde en keuzeonderwerpen. Er valt nog meer te kiezen bij wiskunde: Bij C&M mag je in plaats van wiskunde C ook wiskunde A kiezen. Bij N&G kun je in plaats van wiskunde A ook wiskunde B kiezen. let echter op, daar zijn de volgende voorwaarden aan verbonden: Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde ≥ 7,50 mogen automatisch de andere wiskunde doen. Leerlingen met een tweede rapport 7,00 ≤ wiskundegemiddelde < 7,50: de wiskunde docent geeft een bindend advies bij het tweede rapport van klas 4. Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde lager dan 7,00 mogen geen andere wiskunde doen. Wisselen van wiskunde is tijdens klas 5 en 6 niet mogelijk. 9 Filosofie in de bovenbouw In onderstaand overzicht vind je informatie over filosofie in klas 5. Bovendien geven alle vakdocenten gedurende twee weken in januari voorlichting over de inhoud en de exameneisen van hun vak. Wat is filosofie? Filosofie houdt zich bezig met vragen als: Wat is het verschil tussen mens en dier? Zijn er absolute normen en waarden die voor alle mensen gelden? Is het gevoel een bron van kennis? Is de zintuiglijke waarneming altijd betrouwbaar? Wordt menselijk gedrag bepaald door de genen of door de cultuur? Heeft de mens behoefte aan een moraal? Wat maakt een redenering logisch geldig? Wat is het verschil tussen kennis en mening? Dit zijn enkele vragen die in de filosofielessen aan de orde komen. Zoals je ziet zijn de onderwerpen zeer verschillend. Toch bestaat er ook een verwantschap tussen dit soort vragen. Het zijn fundamentele vragen, waarop het antwoord niet direct te geven is. In de filosofie wordt geprobeerd de antwoorden zo goed mogelijk te beargumenteren. De geschiedenis van de filosofie is dan te zien als het aanleggen van een reservoir van denkbare antwoorden. Filosofie biedt geen pasklare antwoorden, maar laat zien dat het antwoord dat je geeft afhangt van het perspectief dat je kiest en de vooronderstellingen die je hanteert. Bovenstaande vragen behoren tot de deelgebieden van de filosofie, die in de lessen centraal staan: wijsgerige antropologie, ethiek, kennis- en wetenschapsleer, sociale filosofie, metafysica, cultuurfilosofie en esthetica. Waarom filosofie? Vanaf de klassieke oudheid tot nu heeft de mens vragen gesteld over de werkelijkheid en de vele aspecten daarvan. Nu worden vele van deze vragen beantwoord door de moderne wetenschap. Er blijven dan nog echter een aantal belangrijke vragen onbeantwoord. Tevens roepen de moderne wetenschap en techniek ook weer nieuwe vragen op. Denk hierbij aan het milieu. Wat is eigenlijk de plaats van de mens binnen de gehele natuur? Willen we de natuur beheersen en kunnen we dat eigenlijk wel? Moeten we de mens ook tot de natuur rekenen of niet? Denk bijvoorbeeld aan genetische modificatie, waardoor het misschien mogelijk wordt een nieuw soort mens te scheppen in een laboratorium. Mag dit allemaal of moet dit verboden worden? Filosofie kan zo een samenhang laten zien in onze versnipperde wereld. Filosofie kan ook een verrijking zijn van je eigen alledaagse ervaringen en gedachten over het leven. 10 Wat leer je? Een filosofieles begint met een vraag, een concrete ervaring of een voorbeeld. Stel, je vraagt naar het verschil tussen mannen en vrouwen. Dan moet deze vraag worden geanalyseerd. Is het verschil wezenlijk of bijkomstig? Zijn de verschillen te verklaren door onze natuurlijke aanleg of zijn ze juist een product van de cultuur waarin wij leven? Veelal zal dan blijken dat een vraag nauw verbonden is met andere vragen, dat een vraag uiteenvalt in een aantal deelvragen en dat een vraag vanuit verschillende perspectieven bekeken kan worden. Voor het beantwoorden van een vraag is het van belang de vooronderstellingen in meningen, standpunten en theorieën te onderzoeken. Kortom, waar gaat men eigenlijk van uit als men iets beweert? Welke normen en waarden spelen een belangrijke rol en wat is daarbij je mens- en wereldbeeld? Een antwoord kan gevonden worden in de geschiedenis van de filosofie, maar ook door te proberen zelf een antwoord te beargumenteren. Dit is mogelijk door zelfstudie, door een groepsgesprek of een schriftelijk werkstuk. Je krijgt zo veel informatie over de geschiedenis van de filosofie, de verschillende stromingen en de actuele meningsverschillen. Je leert ook een aantal vaardigheden, die voor een vervolgopleiding van groot belang zijn: Het analyseren van complexe vraagstukken. Het analyseren en beoordelen van een betoog. Het zelf formuleren en verdedigen van een logisch correct betoog. Het achterhalen van de vooronderstellingen van een betoog. Het onderkennen van verschillende posities ten aanzien van een vraagstuk. Filosofie als eindexamenvak Filosofie kan als profielkeuzevak gekozen worden in het profiel Cultuur en Maatschappij. Dit profiel bereidt voor op studies in sociale wetenschappen, geschiedenis, recht, psychologie, pedagogiek, journalistiek enz. Daarnaast kan het vak gekozen worden als keuze-examenvak in de vier profielen. Filosofie wordt beoordeeld in een schoolexamen en een centraal examen. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met als belangrijkste onderdelen: Het beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over filosofische onderwerpen Het uitvoeren van enkele praktische onderzoeksopdrachten over een filosofisch vraagstuk. Bijvoorbeeld: literatuurstudie, het schrijven van een essay of het houden van een mondelinge voordracht. Voor het centraal examen wordt een filosofisch thema vastgesteld, waar de examenkandidaten zich in het laatste jaar speciaal op moeten voorbereiden. Zo’n thema kan zijn: ‘Identiteit’, ‘Deugdethiek’ of ‘Rede en religie’. Dit thema wordt gekozen uit de hiervoor genoemde deelgebieden van de filosofie. Zowel in het schoolexamen als in het centraal examen gaat het er om de verworven kennis toe te passen. Het is van belang dat je geleerd hebt om op een filosofische manier te denken en je mening op een deugdelijke, filosofisch verantwoorde manier te onderbouwen. 11 Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4 Rooster van activiteiten in 2016 - 2017 met betrekking tot je profielkeuze voor klas 5: Wo 11 en 25 Decanenspreekuur op aanvraag van 17.00 uur – 18.00 uur. januari Ma 6 – 10 Docenten van klas 4 geven klassikaal de nodige informatie over hun vak in klas 5 februari en 6. Zij zijn op verzoek graag bereid nadere toelichting aan jou en/of aan je ouders te verschaffen. Ma 6 februari Start decaangesprekken klas 4. Voorlichting klas 4 over de studiekeuze en LOB. Wo 8 februari en Decanenspreekuur klas 4 op aanvraag van 17.00 uur – 18.00 uur. wo 22 maart Do 23 februari Invoerdatum van je voorlopige profielkeuze met je eventueel te kiezen examenvak( ken). Februari-april Je kunt je voorlopige profielkeuze ter advies aan de vakdocenten, je mentor of aan de decaan voorleggen. In deze periode heb je een gesprek met de decaan over je definitieve profielkeuze en over je toekomstplannen na het gymnasium. Do 6 april De decaan en je mentor beoordelen je voorlopige profielkeuze en bespreken de keuze voor extra vakken. Dit samen komt in een advies aan je ouders en aan jou. Het advies is mede gebaseerd op de prognose van de vakdocenten. Ook betrekken we daarbij je schoolcarrière, je capaciteiten en je belangstelling. Dit schooladvies wordt meegegeven/gemaild. Di 11 april Ouderavond klas 4. Jij en je ouders kunnen met de vakdocent o.a. de prognose bespreken. Wo 12 april Mentormiddag/avond klas 4. Je ouders kunnen met je mentor het advies over je voorlopige profielkeuze en de extra vakken bespreken. Wo 10 april en di Spreekuur decaan vanaf 14.00 uur tot 22.00 uur voor je ouders met jou erbij. Dag 13 april en tijdstip afspreken via de receptie tel. 0162 – 447474. Je ouders kunnen uiteraard ook eerder met je mentor of decaan je definitieve keuze bespreken. Wo 19 april Wo 12 juli Ma 17 juli Invoerdatum van je definitieve profielkeuze inclusief de gekozen extra examenvakken. Na deze datum kan jouw profielkeuze niet meer worden gewijzigd. Ouders en leerlingen klas 4 krijgen mail met wel of geen toestemming extra vak(ken). Uiterste inleverdatum bezwaarschrift tegen afwijzing van je extra vak, bij de coördinator. De coördinator deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan jou en je ouders. Veel succes met je profielkeuze. Mw. M. Herman, Decaan 12 Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (LOB) in klas 4, 5 en 6 Informatie in de mediatheek, bij de decaan, via internet In de mediatheek is informatiemateriaal over studie en studie-eisen, over studeren en beroepen beschikbaar. Actuele brochures van de Universiteiten en van veel Hbo-instellingen zijn daar in te zien. Meer algemene informatie over studies en studeren is te vinden in gidsen zoals Studiegids Hoger Onderwijs, Keuzegids Hoger Onderwijs, Studiewegen en Selectie. Deze kun je inzien bij de decaan. Vandaag de dag kun je echter de meest recente studie informatie vinden op de sites van de verschillende opleidingen. Via internet kun je bij elke onderwijsinstelling ook in het buitenland terecht. Kom je er niet uit, vraag dan aan de decaan mw. M. Herman de informatie die je wilt hebben. Ze is de hele week beschikbaar voor je. Aan het begin van het schooljaar komen de overzichten van de open dagen van Universiteiten en van de HBO-opleidingen binnen. De kamer van de decaan( 0.25) bevindt zich op de begane grond hier kun je altijd informatie krijgen. Op de eerste verdieping op het kruispunt hangen verschillende posters met studie informatie. Studiekeuzeactiviteiten Loopbaan, Oriëntatie en Begeleiding (LOB) maakt formeel deel uit van het schoolexamen. Aan de hand van een min of meer vast traject verzamel je informatie voor je profielkeuze en je studiekeuze. Het gaat daarbij om oriëntatie, persoonlijke gesprekken met je mentor en decaan, de Terugkomdag op het Oelbert, de studie-informatieavond. Het bezoeken van open dagen of van meeloopdagen aan een WO-instelling of HBO-opleiding of bedrijf, algemene of specifieke informatie over opleidingen en beroepen etc. Je bewaart zelf je eigen gegevens in een map: je toekomstdossier. In klas 4 ligt voor jou de nadruk op oriënteren en verkennen van de mogelijkheden na het Oelbert. Een profielkeuze maken die bij jouw persoonlijkheid, capaciteiten en interesses past is je doel voor dit jaar. Voordat je je definitieve keuze maakt, zal de decaan je uitnodigen voor een gesprek. Ook je mentor, ouders en zeker je vrienden zijn goede gesprekspartners. In de loop van klas 5 en 6 ga je op het gebied van LOB verdiepen en de knoop doorhakken. Ook in klas 5 en 6 voeren we gesprekken (op uitnodiging) om te praten over je oriëntatie op een studie na het gymnasium. Dit doen we in een individueel gesprek. Als je vragen of problemen hebt op dit gebied wacht dan niet te lang maar neem zelf het initiatief tot een gesprek. Jouw toekomst is jouw zaak! SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie Ieder jaar is er de Studie Informatie Avond( SIA) georganiseerd door o.a. het Oelbert die plaatsvindt op het MFC. In het schooljaar 2016/2017 vindt de SIA plaats op donderdag 17 november. Tijdens deze avond bieden meer dan 100 wetenschappelijk medewerkers en studenten van vele opleidingen informatie over hun opleidingen. Deze studie informatie avond is verplicht voor leerlingen van klas 4 13 en 5. Een keer in de twee jaar, zoals je ook al hebt kunnen lezen is er een Terugkomdag waar oud-leerlingen van onze school studie hun aan een WO- opleiding en HBO-opleiding aan de hand van eigen ervaring bespreken en het studeren als zodanig toelichten. Ook deze voorlichting is verplicht en zeer leerzaam voor de leerlingen van klas 4 en 5 en gewenst voor de leerlingen van klas 6. De Terugkomdag zal plaatsvinden op vrijdag 10 Februari 2017. In klas 5 stellen we (in samenwerking met de Rotaryafdelingen in Oosterhout) leerlingen in de gelegenheid om bij beroepsbeoefenaars in de regio te gaan kijken en een dagdeel mee te lopen. In de loop van klas 5 krijg je daar informatie over. Je kunt je daarvoor inschrijven. Deelname is niet verplicht, wel is het een fantastische ervaring. Open dagen bezoeken onder lestijd Op het mededelingenbord van de decaan in de kruising op de eerste verdieping hangen de affiches met aankondigingen van open dagen en ander relevante informatie. Alle leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen twee keer per jaar voorlichting- of meeloopdagen bijwonen onder lestijd. Voor een LOBactiviteit tijdens schooluren haal je in de mediatheek een roze formulier dat je volledig invult en inlevert bij de receptie. In klas 5 vakken volgen aan een Universiteit Tot slot geven we je in overweging gebruik te maken van de mogelijkheid al eens te gaan kijken naar studies op diverse Universiteiten. Als je een goede, gemotiveerde leerling van klas 5 of 6 bent, maar ook van klas 4, die meer aan kan dan het programma op het Oelbert, kun je bijv. college volgen en examen doen in het reguliere eerstejaarsprogramma van bijv. De Technische Universiteit Eindhoven ( TU/e) betreffende universiteit. Als je het tentamen met goed gevolg aflegt krijg je daarvan een certificaat. Het is een van meest uitdagende manieren om te ervaren wat het inhoudt om aan een universiteit te studeren en het levert je soms een vrijstelling op als je gaat studeren! Het aanbod van de vakken die je kunt volgen is te vinden op internet. Loop bij de decaan binnen als je interesse hebt. Studeren na het gymnasium Wetenschappelijk Onderwijs of Hoger Beroeps Onderwijs Het gymnasium is net als het atheneum bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs aan de universiteit. Het percentage van onze leerlingen dat naar de universiteit gaat, ligt boven de 80%. De belangstelling voor het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) betreft zo'n 10%. Een klein deel van de oud-leerlingen gaat eerst een jaar naar het buitenland: studeren, au pair, werken, reizen. Studeren aan een Universiteit stelt hoge eisen, in ieder geval andere eisen aan de toekomstige student dan studeren aan een HBO-opleiding. De meer theoretische benadering, tentamens die abstracter en wellicht zwaarder zijn en het grotere beroep op zelfstandigheid en zelfdiscipline aan de universiteit zijn een uitdaging. Een meer 'schoolse' aanpak en het praktijkgericht karakter van veel HBOopleidingen zijn voor sommige leerlingen een betere keuze. 14 Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs Alle WO-opleidingen in de sector Gedrag en Maatschappij, Taal en Communicatie, Cultuur en Kunst, Onderwijs en Opvoeding, Recht en Bestuur zijn voor alle profielen direct toegankelijk. Voor opleidingen in de sector Economie en Bedrijf is het vak economie niet vereist voor leerlingen met een bètaprofiel. Een alfaleerling doet er verstandig aan E&M kiezen om aan een studie in de economische sector te kunnen beginnen. In de sector Gezondheid zijn biologie en natuurkunde verplicht voor een geneeskundige opleiding. De opleidingen in de sectoren Techniek, Exact en Informatica geven de voorkeur aan wiskunde B boven wiskunde A en daarnaast natuurkunde (in de meeste gevallen). Dat betekent dat je voor het N&Tprofiel moet kiezen om een technische of natuurkundige opleiding te kunnen volgen. De opleidingen in de sector Aarde en Milieu die door Wageningen Universiteit worden aangeboden zijn veelal uniek. De meeste opleidingen vragen een N&T of N&G profiel, maar er zijn opleidingen bij die je ook met E&M of C&M kunt doen (bijvoorbeeld Gezondheid en maatschappij, Bedrijfs- en consumentenwetenschappen, Bos- en natuurbeheer (wel ak of bio verplicht), Internationale ontwikkelingsstudies). Decentrale selectie. Sinds enkele jaren bestaat de mogelijkheid van Decentrale Selectie. De onderwijsinstelling stelt zelf een uiterste aanmelddatum vast voor de Decentrale Selectie. Universiteiten en HBO- opleidingen bepalen de selectiecriteria. Deze criteria moet je navragen bij de onderwijsinstelling. Zij bepalen ook zelf hoe vaak je mag meedoen met een maximum van drie keer. Het gaat bij de Decentrale Selectie niet alleen om resultaten in de zin van goede cijfers, maar ook om werkervaring, mentaliteit, belangstelling en studie discipline. Enkele WO-studierichtingen stellen als eis dat je een extra examenvak moet hebben gevolgd om aan de Decentrale Selectie te mogen meedoen. Elke aspirant student doet er goed aan dikwijls, met namen in de maand september de site van studies te bezoeken. Daar vinden we de meest recente relevante informatie die je nodig hebt. Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs In het hoger onderwijs hanteert men het 'bachelor-mastermodel' (BaMa) Dit houdt een bachelorfase van drie jaar in het wetenschappelijk onderwijs in en van vier jaar in het HBO. Daarna komt de masterfase, een specialisatie van in principe één jaar. De meeste masteropleidingen worden alleen in het Engels aangeboden. Een bachelor opleiding is een erkende opleiding. Om echter een volledige universitaire studie af te ronden moet ook de masterfase gevolgd worden. Het is niet meer geheel vanzelfsprekend dat je als student automatisch over kunt stappen van de bachelor naar de master fase. Hier zijn weer eisen aan verbonden. Na een HBO-opleiding is het in sommige gevallen mogelijk om ook een masteropleiding te volgen, maar de meeste universiteiten stellen daarvoor wel aanvullende eisen, die leiden tot een extra studiejaar, voordat aan de masterfase kan worden begonnen. De academische titels zijn: Bachelor/Master of Arts (BA/MA) of Bachelor/Master of Science. Deze 15 structuur sluit aan op het hoger onderwijsstelsel in andere Europese landen (het zogenaamde Amerikaans/Angelsaksische model). De oude titels Mr. Drs. Ir. Ing. blijven bestaan. Dan is er ook nog de mogelijkheid om in het buitenland te studeren. Een alternatief dat zeker de moeite waard is om te onderzoeken. De internationalisering in de beroepswereld zet door. Overigens bieden de meeste opleidingen stages in het buitenland aan. Tenslotte: Oriënteren, verkennen, verdiepen en de knoop doorhakken zijn werkwoorden, je moet er dus wat voor doen. Initiatief nemen, verder willen kijken dan alleen die website of die brochure. Voor verdere informatie kun je de decaan in kamer 0.25 vinden. Je bent van harte welkom. Of gebruik de mail voor je vragen: [email protected] . Veel succes met je entree in de bovenbouw van het Oelbert en je voorbereiding op je studiekeuze! Mw. M. Herman, decaan 16