Klas 4 - Oelbert

advertisement
Klas 4
“Profileren in de bovenbouw”
Inhoud
Inleiding
Specifiek voor het Oelbert
3
3
De bovenbouw op het Sint-Oelbertgymnasium
Lessentabel klas 4
Lessentabel klas 5/6
4
5
6
Regelingen
Jaarindeling
Herkansing, zak-slaagregeling en examens
Extra (examen)vak(ken) in klas 5 en 6
Reglement extra vakken in klas 5 en 6
7
8
8
8
8
Wiskunde A, C, B en D en keuzemogelijkheden
9
Filosofie in de bovenbouw
10
Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4
12
Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (LOB) in klas 4, 5 en 6
Informatie in de mediatheek, bij decaan, via internet
Studiekeuzeactiviteiten
SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie
Open dagen bezoeken onder lestijd
In klas 4, 5 vakken volgen aan een universiteit
13
13
14
14
14
14
Studeren na het gymnasium
WO of HBO
Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs
Decentrale Selectie
Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs
14
15
15
15
15
2
Oosterhout, september 2016
Aan de leerlingen van klas 4 en hun ouders, verzorgers,
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie over de profielkeuze die de leerlingen
in klas 4 maken voor klas 5 en 6 en over de studiekeuze(begeleiding) op en na het gymnasium. Als u
na lezing nog vragen heeft, kunt u altijd contact met ons opnemen.
Mw. M. Herman, decaan
Inleiding
In het schoolplan van het Sint-Oelbertgymnasium staat, bij het hoofdstuk Totale Vorming, onder meer:
“Op onze school gaat het niet alleen om kennisoverdracht, vaardigheden en attitudes, nodig voor een
gymnasiumdiploma, gericht op vervolgstudie aan universiteit of hogeschool, maar ook om de
gymnasiale meerwaarde. Behalve extra aandacht voor taal en cultuur gaat het om het leggen van
verbanden tussen en binnen vakken; kritisch, vindingrijk, creatief en nieuwsgierig zijn, plezier hebben
in lezen en leren, intrinsieke motivatie, veelzijdigheid en zelfstandigheid. Via ons onderwijs proberen
wij bewust deze kennis, vaardigheden en attitudes verder te ontwikkelen. Dit gebeurt bij alle verplichte
examenvakken, bij het aanbod van extra examenvakken en niet-examenvakken en tijdens
buitenschoolse activiteiten.”
Het Oelbert biedt daarom een breed en gevarieerd onderwijspakket aan.
Specifiek voor het Oelbert
Onze school biedt in klas 4, 5 en 6 aan de geïnteresseerde leerling, veel mogelijkheden. Een greep:





De keuze uit één of meer extra examenvakken zonder les. Er kán sprake zijn van het zogenaamde
sprintuur (1 uur les in de week) indien er meer dan 10 leerlingen zijn die het extra vak willen
volgen. (zie pag. 5-8)
De Expeditie Limburg in klas 4.
De Rome- of Griekenlandreis in klas 5.
 leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen in overleg met de decaan zo mogelijk al activiteiten gaan
ontplooien aan een universiteit, bijv. proef studeren of online studeren of zelfs al 1 vak gaan
volgen op bijv. de TU Eindhoven.
Masterclasses over uiteenlopende interessante onderwerpen, bieden verdieping en verbreding en
zijn toegankelijk voor elke leerling die geïnteresseerd is in meer dan alleen de schoolvakken.
In klas 4 gaan leerlingen gaan samen met de decaan en mentoren naar een van de Universiteiten
in Nederland voor kennismaking met het universitaire leven, de sfeer aldaar.
Het Sint-Oelbertgymnasium hanteert voor het onderwijs in de bovenbouw de volgende
uitgangspunten:
 Het onderwijs wordt zowel inhoudelijk (didactisch, begeleidend) als materieel (inrichting van het
3


gebouw en leermiddelen) zoveel mogelijk toegesneden op de leerling.
In de loop van de schoolcarrière traint de school de leerlingen in toenemende mate in het
zelfstandig studeren.
Wij bieden in de bovenbouw een brede gymnasiale vorming aan onze leerlingen.
De bovenbouw op het Sint-Oelbertgymnasium
Voor de volledigheid is de lessentabel voor klas 4 opgenomen in dit boekje. Zo heeft de leerling een
overzicht van de mogelijkheden en keuzes in de bovenbouw.
In de lessentabellen voor klas 5/6 staat precies aangegeven welke vakken de leerling verplicht volgt en
welke vakken in klas 5 gekozen kunnen worden voor zijn profiel. Dit laatste is uiteraard afhankelijk van
zijn profielstroomkeuze in klas 4. De vakken binnen de lessentabel zijn gegroepeerd in onderdelen:
Gemeenschappelijk deel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen in jaarlaag 5 en 6 verplicht.
Profieldeel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen verplicht. Welke vakken er in dit deel
zitten is per profiel verschillend.
Profielkeuzevakken: het profieldeel wordt aangevuld met een vak naar keuze uit een beperkt aantal
vakken. Uit welke vakken gekozen kan worden is per profiel verschillend.
Het keuze-examenvak: Tenslotte kiest de leerling nog 1 extra examenvak. Er kan uit veel vakken
gekozen worden, maar ook dit is weer per profiel verschillend.
Het vrije deel: Het vrije deel is een wat tegenstrijdige term aangezien op het Sint-Oelbertgymnasium
dit vrije deel is vastgelegd. In klas 4, 5 en 6 is dit het vak Levensbeschouwingen het van SG in klas 4
en daarnaast het profielwerkstuk. Het is in principe niet mogelijk om andere keuzes te maken dan die
vastgelegd zijn in de lessentabel.
4
Lessentabel klas 4
profielstromen
vak
gemeenschappelijk NE
deel
EN/CAM
verplicht al deze
LA/GR
vakken
LO
AK
profielstroomdeel
verplicht al deze
vakken
keuzedeel
verplicht 2 van 3
vakken
WAC
EC
GS
alfa
vak
NE
EN/CAM
LA/GR
LO
AK
KB
Bi
FA
DU
LA/GR
FA
DU
LA/GR
EC
GS
SG
LB
gemeenschappelijk
deel
verplicht al deze
vakken
profielstroomdeel
verplicht al deze
vakken
WBA
NA
SK
KB
het 'vrije' deel
verplicht al deze
vakken
bèta
keuzedeel
verplicht 2 van 6
vakken
waarvan tenminste 1
taal
het 'vrije' deel
verplicht al deze
vakken
SG
LB
5
Profielstromen
alfa
alfa
bèta
bèta
gemeenschappelijke
deel
NE
NE
NE
NE
LA/GR
LA/GR
LA/GR
LO
LO
profielen klas 5/6
CM
EM
NG
EN/CAM
EN/CAM
MA
MA
MA
profielvakken
WC / WA*
WA
WA / WB*
EC
SK
profielkeuzevak:
FA
verplicht al deze vakken
LA/GR
LO
verplicht al deze vakken
NT 1 uit 2,
NG 1 uit 2,
EM 1 uit 3,
CM 1 uit 4
verplichte keuze 1 vak
keuze-examenvak
verplicht 1 vak
GS
AK
DU
KB
Fi
FA
LO
GS
FA
DU
AK
FA
EN/CAM
Bi
FA
FA
KB
KB
KB
AK
AK
LA/GR
Fi
LA/GR
GS
EC
NA
het 'vrije' deel
verplicht alle vakken
LB
PWS
* = onder voorwaarden
LB
PWS
6
WB
AK
NA
DU
LA/GR
MA
NA
DU
Fi
EN/CAM
Bi
DU
Fi
NT
LB
PWS
* = onder voorwaarden
SK
WD
DU
Fi
KB
LA/GR
AK
GS
EC
WD
Bi
LB
PWS
Regelingen
Jaarindeling
De jaarindeling ziet er in klas 4, 5 en 6 hetzelfde uit. Het jaar is ingedeeld in drie periodes. Elke periode
wordt afgesloten met een rapport. Over het gehele jaar zijn er 6 toetsweken. Klas 6 kent geen
rapporten en er zijn minder toetsen omdat in mei het centraal examen plaatsvindt.
Herkansing, zak-slaagregeling en examens
Deze zijn per leerjaar opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Daarin staan ook
de jaaroverzichten van alle eisen per vak vermeld. De PTA's voor klas 4, 5 en 6 worden elk jaar in
september uitgereikt.
Extra examenvak(ken) in klas 5 en 6
Het Sint-Oelbertgymnasium biedt leerlingen de mogelijkheid hun algemene ontwikkeling en/of hun
studiekeuzemogelijkheden te vergroten door, naast het verplichte keuze- examenvak, één of meer
extra examenvakken te kiezen, indien de cijfers dit toelaten.
Een extra vak is haalbaar voor leerlingen die veel belangstelling voor het betreffende vak hebben,
uitstekend in staat zijn zelfstandig te werken en hoger dan gemiddeld scoren. De keuze van het extra
examenvak is afhankelijk van het profiel. In de lessentabel kun je zien welke keuze-examenvakken per
profiel aangeboden worden.
Reglement extra examenvak(ken) in klas 5 en 6





Een extra examenvak wordt alleen toegestaan als op het overgangsrapport naar klas 5 is
voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden:
1. bij maximaal één vijf: één extra vak;
2. bij gemiddeld 6,5 of hoger, zonder onvoldoendes: twee extra vakken;
3. bij gemiddeld 7 of hoger, zonder onvoldoendes: drie of meer extra vakken;
Leerlingen die niet voldoen aan deze voorwaarden, maar om een bijzondere reden toch
een extra vak willen, worden besproken op de overgangsvergadering.
Leerlingen geven hun wens voor een of meer extra examenvakken aan bij hun voorlopige
profielkeuze.
De mentor bespreekt de gemaakte keuze met de leerling; de leerling kan de keuze ook
bespreken met de decaan mevr. M. Herman. Tijdens de ouderavond in april kunnen ouders
de keuze met de docent, de mentor en/of decaan bespreken.
Leerlingen geven bij hun definitieve profielkeuze opnieuw hun wens aan voor één of meer
extra examenvakken.
Circa twee weken voor de laatste toetsweek bekijkt de leerling of er aan de cijfergrens voldaan
wordt. Zo niet, dan bespreekt de leerling met de mentor of er sprake is van bijzondere redenen
om toch een extra examenvak te nemen. Wanneer dat het geval is, dient de leerling zelf deze
7









redenen schriftelijk toe te lichten en deze motivatie voor de vergaderingen in te leveren bij de
mentor.
De coördinator mevr. M. Verhagen en de mentor maken onder meer op basis van deze
motivatie een voorstel om wel of geen toestemming te geven voor het volgen van het extra
examenvak en de docentenvergadering beslist daarover tijdens de overgang
rapportvergadering. De uitslag van de stemming wordt per mail verstuurd.
Ouders en leerlingen kunnen schriftelijk bezwaar tegen deze uitslag indienen bij de
coördinator. De coördinator deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan de
leerlingen en ouders.
Het aanbod van de extra vakken is gelijk aan de vakken in de categorie keuze-examenvakken.
Leerlingen met een alfa-profiel kunnen tevens biologie en wiskunde B als extra examenvak
opnemen maar deze twee vakken zijn altijd zonder sprintuur. In een extra vak krijgen de
leerlingen in principe geen les; alleen wanneer een extra vak door tenminste tien leerlingen
wordt gevolgd, kan er een sprintuur (één les per week in het betreffende vak) worden
aangeboden. Aanwezigheid bij een sprintuur is niet verplicht.
In klas 4 en 5 kan maximaal één extra examenvak met een zogenaamd sprintuur worden
gevolgd.
Na toestemming van de coördinator in klas 5, mevrouw A. Slinger, is het mogelijk om,
afhankelijk van het rooster en na overleg met de betreffende docent, af en toe verplichte
lessen om te zetten in lessen voor een extra vak. De leerling moet afwezigheid bij de verplichte
les wel elke keer doorgeven.
Voor een extra vak maak je alle toetsen, praktische opdrachten en eventuele
handelingsdelen tegelijk met de leerlingen die dat vak met gewone lessen volgen. Alleen als je
een extra vak zonder les volgt, hoef je de S.O’ s niet te maken.
Je kunt in klas 5 een extra examenvak alleen opnemen als je dat vak in klas 4 gevolgd hebt
m.u.v. de nieuwe vakken in klas 5.
Het is niet mogelijk om bij de overgang van klas 5 naar klas 6 of in klas 6 een nieuw extra
examenvak op te nemen.
Wanneer je in de loop van klas 5 overweegt een extra vak te laten vallen, dien je eerst met de
vakdocent en de mentor en als laatste de coördinator te overleggen. Deze ontvangt een
schriftelijke bevestiging van de ouders.
Desgewenst kun je aan het einde van klas 5 besluiten het extra examenvak te laten vallen. Je
moet dat dan samen met een van je ouders schriftelijk meedelen aan de coördinator, uiterlijk
in de laatste week van mei.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector.
Wisselen van profiel(stroom)
In de bovenbouw is het wisselen van profiel(stroom) niet het uitgangspunt.
8
Wiskunde A, C, B en D en keuzemogelijkheden
In klas 4 volgen alle leerlingen ongeveer hetzelfde wiskundeprogramma.
Bij wiskunde B ligt de nadruk op de formele en abstracte kant van het vak en wordt er meer
zelfstandigheid vereist bij het bestuderen van de theorie, tevens dien je vaardig en inzichtelijk om te
gaan met formules en algebraïsche berekeningen. Je moet bijvoorbeeld in staat zijn om bepaalde
vergelijkingen en waarden zonder hulp van de grafische rekenmachine op te lossen en te berekenen,
bewijs leveren van de stof, een exact antwoord geven, herleiden van breuken en werken met
meetkundige figuren.
Bij wiskunde A en C gaat het vooral om toepassing van de wiskunde in praktijksituaties, denk o.a. aan
statistiek, kansberekening en vaak maak je dankbaar gebruik van de (grafische) rekenmachine. De
formele kant van de wiskunde is hier dan ook minder aanwezig.
Bij elk profiel dat je kunt kiezen, hoort een bepaalde wiskunde: Voor C&M is dat wiskunde C. Voor
E&M en N&G wiskunde A en voor N&T wiskunde B.
Op het Sint-Oelbertgymnasium kun je ook wiskunde D kiezen. Wiskunde D kun je alleen als profielvak
of als vak in het vrije deel kiezen bij N&T. (Dat is het enige profiel dat wiskunde B heeft en wiskunde D
kun je alleen maar doen als je ook wiskunde B hebt). Het is vooral belangrijk als je echt de exacte kant(
technische kant) op gaat, bijvoorbeeld als je naar een van de technische universiteiten gaat en als je
bijvoorbeeld iets wilt gaan studeren waarbij de vakken wiskunde B en meestal ook natuurkunde
verplicht zijn.
Wiskunde D is voor degenen die goed in wiskunde zijn en het ook een leuk vak vinden. Bij wiskunde D
krijg je te maken met statistiek en kansrekening, wiskunde in wetenschap, dynamische modellen
(rekenen aan veranderende of bewegende systemen), analytische meetkunde en keuzeonderwerpen.
Er valt nog meer te kiezen bij wiskunde: Bij C&M mag je in plaats van wiskunde C ook wiskunde A
kiezen. Bij N&G kun je in plaats van wiskunde A ook wiskunde B kiezen. let echter op, daar zijn de
volgende voorwaarden aan verbonden:
Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde ≥ 7,50 mogen automatisch de andere
wiskunde doen.
Leerlingen met een tweede rapport 7,00 ≤ wiskundegemiddelde < 7,50: de wiskunde docent geeft
een bindend advies bij het tweede rapport van klas 4.
Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde lager dan 7,00 mogen geen andere
wiskunde doen.
Wisselen van wiskunde is tijdens klas 5 en 6 niet mogelijk.
9
Filosofie in de bovenbouw
In onderstaand overzicht vind je informatie over filosofie in klas 5. Bovendien geven alle vakdocenten
gedurende twee weken in januari voorlichting over de inhoud en de exameneisen van hun vak.
Wat is filosofie?
Filosofie houdt zich bezig met vragen als:
 Wat is het verschil tussen mens en dier?
 Zijn er absolute normen en waarden die voor alle mensen gelden?
 Is het gevoel een bron van kennis?
 Is de zintuiglijke waarneming altijd betrouwbaar?
 Wordt menselijk gedrag bepaald door de genen of door de cultuur?
 Heeft de mens behoefte aan een moraal?
 Wat maakt een redenering logisch geldig?
 Wat is het verschil tussen kennis en mening?
Dit zijn enkele vragen die in de filosofielessen aan de orde komen. Zoals je ziet zijn de onderwerpen
zeer verschillend. Toch bestaat er ook een verwantschap tussen dit soort vragen. Het zijn
fundamentele vragen, waarop het antwoord niet direct te geven is. In de filosofie wordt geprobeerd
de antwoorden zo goed mogelijk te beargumenteren. De geschiedenis van de filosofie is dan te zien
als het aanleggen van een reservoir van denkbare antwoorden.
Filosofie biedt geen pasklare antwoorden, maar laat zien dat het antwoord dat je geeft afhangt van
het perspectief dat je kiest en de vooronderstellingen die je hanteert.
Bovenstaande vragen behoren tot de deelgebieden van de filosofie, die in de lessen centraal staan:
wijsgerige antropologie, ethiek, kennis- en wetenschapsleer, sociale filosofie, metafysica,
cultuurfilosofie en esthetica.
Waarom filosofie?
Vanaf de klassieke oudheid tot nu heeft de mens vragen gesteld over de werkelijkheid en de vele
aspecten daarvan. Nu worden vele van deze vragen beantwoord door de moderne wetenschap. Er
blijven dan nog echter een aantal belangrijke vragen onbeantwoord.
Tevens roepen de moderne wetenschap en techniek ook weer nieuwe vragen op. Denk hierbij aan het
milieu. Wat is eigenlijk de plaats van de mens binnen de gehele natuur? Willen we de natuur beheersen
en kunnen we dat eigenlijk wel? Moeten we de mens ook tot de natuur rekenen of niet? Denk
bijvoorbeeld aan genetische modificatie, waardoor het misschien mogelijk wordt een nieuw soort
mens te scheppen in een laboratorium. Mag dit allemaal of moet dit verboden worden?
Filosofie kan zo een samenhang laten zien in onze versnipperde wereld. Filosofie kan ook een verrijking
zijn van je eigen alledaagse ervaringen en gedachten over het leven.
10
Wat leer je?
Een filosofieles begint met een vraag, een concrete ervaring of een voorbeeld. Stel, je vraagt naar het
verschil tussen mannen en vrouwen. Dan moet deze vraag worden geanalyseerd. Is het verschil
wezenlijk of bijkomstig? Zijn de verschillen te verklaren door onze natuurlijke aanleg of zijn ze juist een
product van de cultuur waarin wij leven? Veelal zal dan blijken dat een vraag nauw verbonden is met
andere vragen, dat een vraag uiteenvalt in een aantal deelvragen en dat een vraag vanuit verschillende
perspectieven bekeken kan worden.
Voor het beantwoorden van een vraag is het van belang de vooronderstellingen in meningen,
standpunten en theorieën te onderzoeken. Kortom, waar gaat men eigenlijk van uit als men iets
beweert? Welke normen en waarden spelen een belangrijke rol en wat is daarbij je mens- en
wereldbeeld?
Een antwoord kan gevonden worden in de geschiedenis van de filosofie, maar ook door te proberen
zelf een antwoord te beargumenteren. Dit is mogelijk door zelfstudie, door een groepsgesprek of een
schriftelijk werkstuk.
Je krijgt zo veel informatie over de geschiedenis van de filosofie, de verschillende stromingen en de
actuele meningsverschillen.
Je leert ook een aantal vaardigheden, die voor een vervolgopleiding van groot belang zijn:
 Het analyseren van complexe vraagstukken.
 Het analyseren en beoordelen van een betoog.
 Het zelf formuleren en verdedigen van een logisch correct betoog.
 Het achterhalen van de vooronderstellingen van een betoog.
 Het onderkennen van verschillende posities ten aanzien van een vraagstuk.
Filosofie als eindexamenvak
Filosofie kan als profielkeuzevak gekozen worden in het profiel Cultuur en Maatschappij. Dit profiel
bereidt voor op studies in sociale wetenschappen, geschiedenis, recht, psychologie, pedagogiek,
journalistiek enz. Daarnaast kan het vak gekozen worden als keuze-examenvak in de vier profielen.
Filosofie wordt beoordeeld in een schoolexamen en een centraal examen.
Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met als belangrijkste onderdelen:
 Het beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over filosofische onderwerpen
 Het uitvoeren van enkele praktische onderzoeksopdrachten over een filosofisch vraagstuk.
Bijvoorbeeld: literatuurstudie, het schrijven van een essay of het houden van een mondelinge
voordracht.
Voor het centraal examen wordt een filosofisch thema vastgesteld, waar de examenkandidaten zich in
het laatste jaar speciaal op moeten voorbereiden. Zo’n thema kan zijn: ‘Identiteit’, ‘Deugdethiek’ of
‘Rede en religie’. Dit thema wordt gekozen uit de hiervoor genoemde deelgebieden van de filosofie.
Zowel in het schoolexamen als in het centraal examen gaat het er om de verworven kennis toe te
passen. Het is van belang dat je geleerd hebt om op een filosofische manier te denken en je mening
op een deugdelijke, filosofisch verantwoorde manier te onderbouwen.
11
Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4
Rooster van activiteiten in 2016 - 2017 met betrekking tot je profielkeuze voor klas 5:
Wo 11 en 25 Decanenspreekuur op aanvraag van 17.00 uur – 18.00 uur.
januari
Ma
6 – 10 Docenten van klas 4 geven klassikaal de nodige informatie over hun vak in klas 5
februari
en 6. Zij zijn op verzoek graag bereid nadere toelichting aan jou en/of aan je ouders
te verschaffen.
Ma 6 februari
Start decaangesprekken klas 4. Voorlichting klas 4 over de studiekeuze en LOB.
Wo 8 februari en Decanenspreekuur klas 4 op aanvraag van 17.00 uur – 18.00 uur.
wo 22 maart
Do 23 februari
Invoerdatum van je voorlopige profielkeuze met je eventueel te kiezen
examenvak( ken).
Februari-april
Je kunt je voorlopige profielkeuze ter advies aan de vakdocenten, je mentor of aan
de decaan voorleggen. In deze periode heb je een gesprek met de decaan over je
definitieve profielkeuze en over je toekomstplannen na het gymnasium.
Do 6 april
De decaan en je mentor beoordelen je voorlopige profielkeuze en bespreken de
keuze voor extra vakken. Dit samen komt in een advies aan je ouders en aan jou. Het
advies is mede gebaseerd op de prognose van de vakdocenten. Ook betrekken we
daarbij je schoolcarrière, je capaciteiten en je belangstelling. Dit schooladvies wordt
meegegeven/gemaild.
Di 11 april
Ouderavond klas 4. Jij en je ouders kunnen met de vakdocent o.a. de prognose
bespreken.
Wo 12 april
Mentormiddag/avond klas 4. Je ouders kunnen met je mentor het advies over je
voorlopige profielkeuze en de extra vakken bespreken.
Wo 10 april en di Spreekuur decaan vanaf 14.00 uur tot 22.00 uur voor je ouders met jou erbij. Dag
13 april
en tijdstip afspreken via de receptie tel. 0162 – 447474.
Je ouders kunnen uiteraard ook eerder met je mentor of decaan je
definitieve keuze bespreken.
Wo 19 april
Wo 12 juli
Ma 17 juli
Invoerdatum van je definitieve profielkeuze inclusief de gekozen extra
examenvakken. Na deze datum kan jouw profielkeuze niet meer worden gewijzigd.
Ouders en leerlingen klas 4 krijgen mail met wel of geen toestemming extra vak(ken).
Uiterste inleverdatum bezwaarschrift tegen afwijzing van je extra vak, bij de
coördinator. De coördinator deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee
aan jou en je ouders.
Veel succes met je profielkeuze.
Mw. M. Herman, Decaan
12
Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (LOB) in klas 4, 5 en 6
Informatie in de mediatheek, bij de decaan, via internet
In de mediatheek is informatiemateriaal over studie en studie-eisen, over studeren en beroepen
beschikbaar. Actuele brochures van de Universiteiten en van veel Hbo-instellingen zijn daar in te zien.
Meer algemene informatie over studies en studeren is te vinden in gidsen zoals Studiegids Hoger
Onderwijs, Keuzegids Hoger Onderwijs, Studiewegen en Selectie. Deze kun je inzien bij de decaan.
Vandaag de dag kun je echter de meest recente studie informatie vinden op de sites van de
verschillende opleidingen. Via internet kun je bij elke onderwijsinstelling ook in het buitenland terecht.
Kom je er niet uit, vraag dan aan de decaan mw. M. Herman de informatie die je wilt hebben. Ze is de
hele week beschikbaar voor je.
Aan het begin van het schooljaar komen de overzichten van de open dagen van Universiteiten en van
de HBO-opleidingen binnen. De kamer van de decaan( 0.25) bevindt zich op de begane grond hier kun
je altijd informatie krijgen. Op de eerste verdieping op het kruispunt hangen verschillende posters met
studie informatie.
Studiekeuzeactiviteiten
Loopbaan, Oriëntatie en Begeleiding (LOB) maakt formeel deel uit van het schoolexamen. Aan de hand
van een min of meer vast traject verzamel je informatie voor je profielkeuze en je studiekeuze.
Het gaat daarbij om oriëntatie, persoonlijke gesprekken met je mentor en decaan, de Terugkomdag
op het Oelbert, de studie-informatieavond. Het bezoeken van open dagen of van meeloopdagen aan
een WO-instelling of HBO-opleiding of bedrijf, algemene of specifieke informatie over opleidingen en
beroepen etc. Je bewaart zelf je eigen gegevens in een map: je toekomstdossier.
In klas 4 ligt voor jou de nadruk op oriënteren en verkennen van de mogelijkheden na het Oelbert. Een
profielkeuze maken die bij jouw persoonlijkheid, capaciteiten en interesses past is je doel voor dit jaar.
Voordat je je definitieve keuze maakt, zal de decaan je uitnodigen voor een gesprek. Ook je mentor,
ouders en zeker je vrienden zijn goede gesprekspartners.
In de loop van klas 5 en 6 ga je op het gebied van LOB verdiepen en de knoop doorhakken. Ook in klas
5 en 6 voeren we gesprekken (op uitnodiging) om te praten over je oriëntatie op een studie na het
gymnasium. Dit doen we in een individueel gesprek. Als je vragen of problemen hebt op dit gebied
wacht dan niet te lang maar neem zelf het initiatief tot een gesprek. Jouw toekomst is jouw zaak!
SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie
Ieder jaar is er de Studie Informatie Avond( SIA) georganiseerd door o.a. het Oelbert die plaatsvindt op
het MFC. In het schooljaar 2016/2017 vindt de SIA plaats op donderdag 17 november. Tijdens deze
avond bieden meer dan 100 wetenschappelijk medewerkers en studenten van vele opleidingen
informatie over hun opleidingen. Deze studie informatie avond is verplicht voor leerlingen van klas 4
13
en 5.
Een keer in de twee jaar, zoals je ook al hebt kunnen lezen is er een Terugkomdag waar oud-leerlingen
van onze school studie hun aan een WO- opleiding en HBO-opleiding aan de hand van eigen ervaring
bespreken en het studeren als zodanig toelichten. Ook deze voorlichting is verplicht en zeer leerzaam
voor de leerlingen van klas 4 en 5 en gewenst voor de leerlingen van klas 6. De Terugkomdag zal
plaatsvinden op vrijdag 10 Februari 2017.
In klas 5 stellen we (in samenwerking met de Rotaryafdelingen in Oosterhout) leerlingen in de
gelegenheid om bij beroepsbeoefenaars in de regio te gaan kijken en een dagdeel mee te lopen. In de
loop van klas 5 krijg je daar informatie over. Je kunt je daarvoor inschrijven. Deelname is niet verplicht,
wel is het een fantastische ervaring.
Open dagen bezoeken onder lestijd
Op het mededelingenbord van de decaan in de kruising op de eerste verdieping hangen de affiches
met aankondigingen van open dagen en ander relevante informatie. Alle leerlingen uit klas 4, 5 en 6
kunnen twee keer per jaar voorlichting- of meeloopdagen bijwonen onder lestijd. Voor een LOBactiviteit tijdens schooluren haal je in de mediatheek een roze formulier dat je volledig invult en
inlevert bij de receptie.
In klas 5 vakken volgen aan een Universiteit
Tot slot geven we je in overweging gebruik te maken van de mogelijkheid al eens te gaan kijken naar
studies op diverse Universiteiten. Als je een goede, gemotiveerde leerling van klas 5 of 6 bent, maar
ook van klas 4, die meer aan kan dan het programma op het Oelbert, kun je bijv. college volgen en
examen doen in het reguliere eerstejaarsprogramma van bijv. De Technische Universiteit Eindhoven (
TU/e) betreffende universiteit. Als je het tentamen met goed gevolg aflegt krijg je daarvan een
certificaat. Het is een van meest uitdagende manieren om te ervaren wat het inhoudt om aan een
universiteit te studeren en het levert je soms een vrijstelling op als je gaat studeren! Het aanbod van
de vakken die je kunt volgen is te vinden op internet. Loop bij de decaan binnen als je interesse hebt.
Studeren na het gymnasium
Wetenschappelijk Onderwijs of Hoger Beroeps Onderwijs
Het gymnasium is net als het atheneum bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs
aan de universiteit. Het percentage van onze leerlingen dat naar de universiteit gaat, ligt boven de
80%. De belangstelling voor het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) betreft zo'n 10%. Een klein deel van
de oud-leerlingen gaat eerst een jaar naar het buitenland: studeren, au pair, werken, reizen. Studeren
aan een Universiteit stelt hoge eisen, in ieder geval andere eisen aan de toekomstige student dan
studeren aan een HBO-opleiding. De meer theoretische benadering, tentamens die abstracter en
wellicht zwaarder zijn en het grotere beroep op zelfstandigheid en zelfdiscipline aan de universiteit
zijn een uitdaging. Een meer 'schoolse' aanpak en het praktijkgericht karakter van veel HBOopleidingen zijn voor sommige leerlingen een betere keuze.
14
Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs
Alle WO-opleidingen in de sector Gedrag en Maatschappij, Taal en Communicatie, Cultuur en Kunst,
Onderwijs en Opvoeding, Recht en Bestuur zijn voor alle profielen direct toegankelijk. Voor opleidingen
in de sector Economie en Bedrijf is het vak economie niet vereist voor leerlingen met een bètaprofiel.
Een alfaleerling doet er verstandig aan E&M kiezen om aan een studie in de economische sector te
kunnen beginnen.
In de sector Gezondheid zijn biologie en natuurkunde verplicht voor een geneeskundige opleiding.
De opleidingen in de sectoren Techniek, Exact en Informatica geven de voorkeur aan wiskunde B boven
wiskunde A en daarnaast natuurkunde (in de meeste gevallen). Dat betekent dat je voor het N&Tprofiel moet kiezen om een technische of natuurkundige opleiding te kunnen volgen.
De opleidingen in de sector Aarde en Milieu die door Wageningen Universiteit worden aangeboden
zijn veelal uniek. De meeste opleidingen vragen een N&T of N&G profiel, maar er zijn opleidingen bij
die je ook met E&M of C&M kunt doen (bijvoorbeeld Gezondheid en maatschappij, Bedrijfs- en
consumentenwetenschappen, Bos- en natuurbeheer (wel ak of bio verplicht), Internationale
ontwikkelingsstudies).
Decentrale selectie.
Sinds enkele jaren bestaat de mogelijkheid van Decentrale Selectie. De onderwijsinstelling stelt zelf
een uiterste aanmelddatum vast voor de Decentrale Selectie. Universiteiten en HBO- opleidingen
bepalen de selectiecriteria. Deze criteria moet je navragen bij de onderwijsinstelling. Zij bepalen ook
zelf hoe vaak je mag meedoen met een maximum van drie keer. Het gaat bij de Decentrale Selectie
niet alleen om resultaten in de zin van goede cijfers, maar ook om werkervaring, mentaliteit,
belangstelling en studie discipline. Enkele WO-studierichtingen stellen als eis dat je een extra
examenvak moet hebben gevolgd om aan de Decentrale Selectie te mogen meedoen. Elke aspirant
student doet er goed aan dikwijls, met namen in de maand september de site van studies te
bezoeken. Daar vinden we de meest recente relevante informatie die je nodig hebt.
Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs
In het hoger onderwijs hanteert men het 'bachelor-mastermodel' (BaMa) Dit houdt een bachelorfase
van drie jaar in het wetenschappelijk onderwijs in en van vier jaar in het HBO. Daarna komt de
masterfase, een specialisatie van in principe één jaar. De meeste masteropleidingen worden alleen in
het Engels aangeboden. Een bachelor opleiding is een erkende opleiding. Om echter een volledige
universitaire studie af te ronden moet ook de masterfase gevolgd worden. Het is niet meer geheel
vanzelfsprekend dat je als student automatisch over kunt stappen van de bachelor naar de master
fase. Hier zijn weer eisen aan verbonden.
Na een HBO-opleiding is het in sommige gevallen mogelijk om ook een masteropleiding te volgen,
maar de meeste universiteiten stellen daarvoor wel aanvullende eisen, die leiden tot een extra
studiejaar, voordat aan de masterfase kan worden begonnen.
De academische titels zijn: Bachelor/Master of Arts (BA/MA) of Bachelor/Master of Science. Deze
15
structuur sluit aan op het hoger onderwijsstelsel in andere Europese landen (het zogenaamde
Amerikaans/Angelsaksische model). De oude titels Mr. Drs. Ir. Ing. blijven bestaan.
Dan is er ook nog de mogelijkheid om in het buitenland te studeren. Een alternatief dat zeker de moeite
waard is om te onderzoeken. De internationalisering in de beroepswereld zet door. Overigens bieden
de meeste opleidingen stages in het buitenland aan.
Tenslotte:
Oriënteren, verkennen, verdiepen en de knoop doorhakken zijn werkwoorden, je moet er dus wat voor
doen. Initiatief nemen, verder willen kijken dan alleen die website of die brochure. Voor verdere
informatie kun je de decaan in kamer 0.25 vinden. Je bent van harte welkom. Of gebruik de mail voor
je vragen: [email protected] .
Veel succes met je entree in de bovenbouw van het Oelbert en je voorbereiding op je studiekeuze!
Mw. M. Herman, decaan
16
Download