In vernieuwd Planetarium waan je je écht in de ruimte

advertisement
11 mei 2016, pag. 30
In vernieuwd Planetarium wa
aan je je écht in de ruimte
Het Planetarium Museum in Franeker
is flink uitgebreid. Naast het beroemde zonnestelsel van Eise Eisinga moet
ook de interactieve opstelling op de
eerste verdieping van het buurpand
bezoekers trekken.
TEKST OANE BORN
FOTO’S CATRINUS VAN DER VEEN
H
‘Je wordt nu per
ruimte lekkerder
gemaakt voor het
zonnestelsel’
et raderwerk, de voormalige wolkammerij en - natuurlijk - het fameuze
model van ons zonnestelsel: het zijn de paradepaardjes binnen het wereldberoemde Planetarium Museum. Met de uitbreiding in
een voormalig bakkerspand wil directeur Adrie Warmenhoven die internationale allure extra glans geven.
Voor hem liggen de tekeningen,
aan de muur pronkt de cheque van
de Bank Giro Loterij. Met grote, blauwe letters staat er een bedrag van
200.000 euro op. De provincie, de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de gemeente stonden garant voor de rest van het bedrag dat
nodig is voor de uitbreiding, alles bij
elkaar iets meer dan 750.000 euro.
Warmenhoven is er trots op dat
een relatief klein museum deze stappen kan maken. Enthousiast vertelt
de conservator over de nieuwe elementen in ‘zijn’ museum.
Hij wijst naar de oude bakkerszaak: ,,Daarin presenteren we een interactieve tentoonstelling gericht
op de sterrenkunde. In de oude setting is alles vrij statisch in vitrines
gepositioneerd. Je kunt erlangs lopen, een stukje informatie lezen en
weer door. Dat wilden we in het
nieuwe gedeelte niet.”
De aanwezigheid van moderne,
technologische snufjes moet meer
jeugd naar het museum lokken. Eise
Eisinga is een onderdeel van de Canon van Nederland, een lijst met de
belangrijke historische thema’s.
Warmenhoven noemt het project
‘Planetarium Junior’. ,,Iedere scholier moet dit weten. Het is fascinerend om te zien hoe de sterrenkunde in zijn werk gaat. Dat kun je nu
zelf ervaren. Door op planeten te navigeren bijvoorbeeld, via octanten
en sextanten. Alles door middel van
touchscreens.”
Om ideeën op te doen ging Warmenhoven veel naar andere musea,
van het Scheepvaartmuseum tot
Artis Micropia. ,,Die bezoekjes waren zeer inspirerend. De donkere,
mysterieuze sfeer in Micropia hebben we gedeeltelijk overgenomen.
In de interactieve ruimtes word je
door spotlichten geleid. Daardoor
waan je je écht in de ruimte.”
Bezoekers worden langzaam opgewarmd voor het huzarenstukje
van het museum: de Planetariumkamer, met Eisinga’s model van het
zonnestelsel. Deze ruimte was eerst
vrij dicht bij de ingang, nu niet
meer. Warmenhoven vergelijkt de
vernieuwde indeling met die van
het Anne Frank Huis. ,,Alle mensen
komen daar voor de ruimte achter
de boekenkast, maar eerst duiken
ze de geschiedenis in en maken ze
kennis met het leven in de oorlog.
Die volgorde wilden we hier ook. Je
wordt nu per ruimte lekkerder gemaakt voor het zonnestelsel.”
In het nieuwe pand is ook een rol
weggelegd voor ’s lands bekendste
ruimtevaarder: André Kuipers. Hij
heet op de eerste verdieping alle bezoekers welkom door middel van
een introductiefilmpje en komt ook
in andere ruimtes terug.
Komt het museum met de uitbreiding ook weer een stap dichter
bij de Unesco Werelderfgoedlijst?
Warmenhoven denkt van wel, maar
wil niet te veel speculeren. ,,Dat
heeft tijd nodig. We hebben al wereldfaam en we hopen van harte op
een nominatie, maar het zou niet
het einde betekenen wanneer dat
niet lukt. In 2017 moeten we weer
een tussenrapport inleveren. Tot
die tijd kunnen we het nieuwe verhaal goed laten inzinken.”
De volledige make-over die het
museum doormaakt, strekt zich
ook uit tot de naastgelegen horecazaak. Niet alleen qua interieur en
grootte, maar ook op papier. Jarenlang stond het bedrijf bekend als
Planetariumcafé. Nu de achterlig-
gende tuin weer opgeknapt is, verandert de naam in Brasserie De
Stadstuin. Deze wijziging onderstreept het nieuwe imago van de
zaak. De Stadstuin blijft langer open
en beperkt zich niet tot de lunch
maar serveert ook een diner.
Uitbater Eelco Bootsma deed vorig jaar inspiratie op in Spanje. Zijn
vrouw en hij ontdekten in de vakantie een gezellig horecatentje aan de
rand van Dénia, een dorp in de buurt
van Valencia. ,,It wie dêr smoardrok,
smout, middenyn de rimboe en it
hie in miks fan minsken, jong oant
âld. Dêr is it idee ûntstien foar wat
wy no mei de tún dien hawwe. It
moast wat oars as oars wêze. ” Stadspark-achtig, is het idee.
Grote plannen dus. Niet alleen
voor de tuin, maar ook voor alles
binnen de museummuren. De bar
en de koffiehoek zijn verdwenen uit
het voorste deel van het pand en liggen nu veel centraler, midden in het
museum. In het voorste vertrek is
ruimte gemaakt voor een grote
stamtafel met luxe krukken. De zitplaatsen blijven ook.
Daarnaast springt de open keuken in het oog. De mensen zien de
kok het eten bereiden. ,,Museumbesikers kinne net ûngemurken by ús
lâns rinne. Wy bakke ús eigen taarten en ús eigen bôle, sadat it aroma
troch it hiele Planetarium giet en
minsken lokket.” Bootsma lacht:
,,Do moatst wol in hiel flinke jonge
wêze, wolsto dan trochrinne. Farsker kin net.”
Hij wil zich met De Stadstuin
meer op het diner richten. ,,Do kinst
by ús ek in stikje fleis bestelle. It
wurdt allegearre wat weardiger. Dat
is de reden dat wy jûns iepen gean.
Wy meitsje sels ús produkten.” de
pannenkoek krijgt een prominente
plaats op de kaart.
De Stadstuin moet een losse, ontspannen sfeer uitstralen. Bootsma
vindt de huidige ambiance van het
café te gewoontjes. ,,It is noch wat
stiifkes, mar it kin folle tagonkliker.
Ek foar minsken dy’t net nei it museum wolle. Nochris: de tún is aanst ek
foar harren in prachtich plakje. Dêr
bin ik fan oertsjûge. As dit projekt
net slagget, ha wy dat oan ússels te
witen.”
De officiële opening van het vernieuwde Planetarium is op 19 mei.
Eiskoud biertje voor Franeker
Eisinga’s model van het zonnestelsel blijft het paradepaardje van het Planetarium. Op dee andere foto’s: links de voormalige bakkerij, die bij het museum is gevoegd en waarin de
entree is ondergebracht, met een balie in kleuren die aansluiten bij het Planetarium; reechts de stadstuin, die bij het café van het Planetarium is getrokken.
Steden als Harlingen, Leeuwarden
en Sneek hebben hun lokale bieren.
Franeker sluit met zijn Planetenpils
aan bij dit gezelschap. Lokale producten doen het goed, mensen
identificeren zich graag met een
stad of streek. Zo kwamen Gretke
Koning en Joop Dijkstra op het idee
ook voor Franeker een eigen pils te
lanceren. Na een paar brainstormsessies kwam het duo tot de slotsom
dat Eise Eisinga hiervoor het perfecte uithangbord zou zijn. Dijkstra:
,,Het Planetarium Museum is een
van Franekers mooiste trekpleisters
en van grote historische waarde voor
de stad.”
De smaak van het Planetenpils is
zacht en fris: een ‘hemels biertje’,
zeggen de bedenkers. De vormgeving knipoogt naar Eise Eisinga.
Sterretjes op het etiket verwijzen
niet alleen naar het beroemde planetarium, maar ook naar Franeker
zelf: de Ster van de Elfsteden. Een
kleine tip van de makers: drink ’m
eiskoud! In eerste instantie is het
Planetenpils alleen verkrijgbaar bij
Brasserie De Stadstuin, hotel-restaurant De Stadsherberg en grand
café De Doelen. Het Planetenpils
wordt voor het eerst geschonken
tijdens de officiële opening van het
Planetarium Museum op 19 mei.
Planetariumcafé
verandert in
Brasserie
De Stadstuin
Download