Vroege herkenning behandeling van ondervoeding in de eerstelijnszorg en thuiszorg Voorbeeldpresentatie Inhoud Waarom is ondervoeding een probleem? Herkennen van ondervoeding Multidisciplinaire samenwerking Ondervoed en dan? Wat is de rol van de wijkverpleegkundige? Wanneer is een cliënt ondervoed? Definitie ondervoeding: BMI < 18,5 (< 65 jaar) of < 20 (≥ 65 jaar) of < 21 bij COPD en/of >10% onbedoeld gewichtsverlies in de laatste 6 maanden en/of meer dan 5% in de laatste maand Dus: een te laag lichaamsgewicht of ONBEDOELD gewichtsverlies in de afgelopen periode Factoren die de voedingsstatus bij ouderen beïnvloeden Fysisch Psychisch Sociaal Medisch Minder vetvrije massa Depressie, angst, verdriet Zorg voor maaltijden Ziekte Verminderde mobiliteit Veranderingen in Financiële status Medicijnen leefsituatie Veranderingen in Eenzaamheid spijsvertering * Alleen eten Kauw- en slikproblemen * Denk aan: Afnemende smaak en geur Ontregeld verzadigingsgevoel Minder maagzuur Vertraagde opname Bron: Morley JE. Anorexia of aging: physiologic and pathologic. Am J Clin Nutr 1997;66:760-73. Verandering in energiebehoefte! Gewichtsverlies Overlap! Maar de reden voorspelt het gevolg Ondervoeding door ziekte = verlies van spiermassa (kanker, longziekte, reuma) Ondervoeding door inactiviteit en veroudering = verlies van spiermassa, soms zonder gewichtsverlies! Chronisch gewichtsverlies = vermagering door eenzaamheid, functieverlies, etc. Percentage ondervoeding in Nederland(LPZ 2004-2009) Thuiszorg: 15-20% is ondervoed! Gevolgen van ondervoeding in de thuissituatie Afname gewicht en spiermassa Hogere mortaliteit Vertraagd herstel en Verminderde afweer Ondervoeding Afname kwaliteit van leven Algehele fysieke en psychische achteruitgang Verhoogde kans op: -Ziekenhuisopname -Extra thuishulp -Opname in verpleeg-of verzorgingsnhuis -Vallen Kans op sociaal isolement De route van de patiënt Voedingstoestand Symptomen Herstelfase Diagnostiek Interventie Thuis Opname Tijd Thuis Inhoud Waarom is ondervoeding een probleem? Herkennen van ondervoeding Multidisciplinaire samenwerking Ondervoed en dan? Wat is de rol van de wijkverpleegkundige? Casus: mevrouw Pieterse 75 jaar, woont zelfstandig, echtgenoot is sinds kort hulpbehoevend, chronische darmaandoening waarvoor ze recent een operatie heeft ondergaan ● Klachten en omstandigheden: ● ● ● Verminderde eetlust en darmproblemen Verminderde kracht en conditie: dagelijkse boodschappen lukken niet meer, zorg voor echtgenoot is zwaar Voedingstoestand: ● ● ● Gewichtsverlies van 3 kg in de afgelopen maand BMI: 22 (1,65 m, 61 kg) Een slappe handdruk Mevrouw Pieterse Factoren die de voedingsstatus beïnvloeden Fysisch Psychisch Sociaal Medisch Minder vetvrije massa Depressie, angst, verdriet Zorg voor maaltijden Ziekte Verminderde mobiliteit Veranderingen in Financiële status Medicijnen leefsituatie Veranderingen in Eenzaamheid spijsvertering Alleen eten Kauw- en slikproblemen Problemen bij vaststellen BMI Lengte: Patiënt kan niet staan Niet goed te meten door bijv. kyfose, scoliose of schoenen Alternatieven (kniehoogte, spanwijdte) matig Gewicht: Patiënt kan niet staan Niet goed te meten bij amputaties, prothese etc. Invloed van oedeem BMI: Niet uit het hoofd te berekenen Bovenarmomtrek is te gebruiken in plaats van de BMI Hoe kan ondervoeding herkent worden door de wijkverpleegkundige? • Ouderen (>65 jaar): SNAQ65+ – – – Onbedoeld gewichtsverlies Bovenarmomtrek Vraag over eetlust en functionaliteit • 18-65 jaar: Gewicht & Gewichtsverlies65– – Onbedoeld gewichtsverlies BMI of bovenarmomtrek SNAQ65+ beslisboom Stap 1 onbedoeld gewichtsverlies afgelopen 6 maanden < 4kg Stap 2 bovenarmomtrek ≥ 25 cm Stap 3 ≥ 4kg < 25 cm verminderde eetlust afgelopen week nee ja 15 treden trap op en aflopen zonder te rusten ja Stap 4 niet ondervoed nee risico op ondervoeding ondervoed Casus: de heer Fransen 66 jaar, alleenwonend, eet dagelijks bij kinderen, depressieve klachten, komt daarvoor regelmatig bij huisarts. ● Klachten en omstandigheden: ● ● Verminderde eetlust , eten smaakt minder t.g.v. medicatie Voedingstoestand: ● ● Gewichtsverlies van 1 kg in de afgelopen zes maanden, continu gering gewichtsverlies afgelopen jaren, 1-2 kg per jaar sinds 3 jaar Bovenarmomtrek: 28 cm Hoe beoordeel je de voedingstoestand? Casus: de heer Fransen Instrument: SNAQ65+ Stap 1: Gewichtsverlies is onvoldoende (1 kg in 6 maanden): → stap 2 Stap 2: Bovenarmomtrek is 28 cm (= >25 cm), geen ondervoeding: → stap 3 Stap 3: alleen verminderde eetlust. De heer Fransen is niet ondervoed en heeft geen risico op ondervoeding → stap 4 Stap 4: Geen behandeling: herhalen van screening minimaal één keer per jaar weegbeleid afspreken (1 keer per maand) voedingsadvies i.v.m. continue (geringe) gewichtsverlies Stappenplan Gewicht & gewichtsverlies65Onbedoeld gewichtsverlies afgelopen 6 maanden Stap 1 < 5% 5-10% Stap 2 ≥ 10% BMI ≥ 20 18,5 -20 ≥ 20 < 18,5 18,5 -20 < 18,5 Behandelbeleid Stap 3 niet risico op ondervoed ondervoeding ondervoed Let op: 1 x oranje = oranje risico op ondervoeding ondervoed 2 x oranje = rood Casus: mevrouw Jacobs 59 jaar, sinds 1 jaar weduwe, woont zelfstandig en heeft COPD. Mevrouw Jacobs is i.v.m. een exacerbatie opgenomen geweest. Haar dochter komt 1 keer per week ● Klachten en omstandigheden: ● ● ● ● Verminderde eetlust, snel moe, heeft geen energie om eten te koken. Haar dochter heeft een warme maaltijdvoorziening geregeld. Tussendoor heeft ze weinig trek. Mevrouw heeft 1 keer per week fysiotherapie en 1 keer per 2 weken contact met de praktijkondersteuner. 1 keer per dag 15 minuten op de hometrainer Voedingstoestand: ● Gewichtsverlies: 4 kg in de afgelopen maand, BMI: 24,9 (1,63 m, nu 66 kg, normaal 70 kg) Hoe beoordeel je de voedingstoestand? Casus: mevrouw Jacobs Instrument: Gewicht en gewichtsverlies 65 Stap 1: Gewichtsverlies is 4 kg in afgelopen maand, (= 6% in één maand): score oranje (risico op ondervoeding)→ stap 2 Stap 2: bepaal de BMI: BMI van 24.9: score groen. Stap 3 : Behandelbeleid: risico op ondervoeding (oranje + groen = oranje) De (wijk-)verpleegkundige: - geeft een algemeen voedingsadvies (energierijke maatlijden en tussentijdse verstrekkingen) - verstrekt een folder en volgt het gewicht wekelijks - Bij verdere gewichtsdaling: verwijzing naar diëtist Wanneer screenen op ondervoeding? Thuiszorg Verpleegkundige anamnese 1e Huisbezoek Continuïteitsbezoek oncologie Diagnose ondervoeding / Screeningsuitslag * Herhalen screenen bij evaluatie inzet thuiszorg Herhalen screening / signalering bij volgend contact huisarts, minimaal één keer per jaar * Zie behandelplan SNAQ65+ en de LAST meter De wijkverpleegkundige / verzorgende neemt tijdens 1e huisbezoek de SNAQ65+ af als onderdeel van de verpleegkundige anamnese Bij oncologische patiënten neemt de wijkverpleegkundige de SNAQ65+ af als op één of meer vragen van de LAST meter positief wordt geantwoord Last-meter Lichamelijke problemen die van belang zijn om de voedingstoestand te bepalen Ja Nee 0 0 verstopping/obstipatie 0 0 diarree 0 0 eten 0 0 mondslijmvlies 0 0 misselijkheid 0 0 pijn 0 0 benauwdheid 0 0 smaakvermogen 0 0 veranderingen in gewicht 0 0 wassen/aankleden 0 0 moeheid 0 0 conditie 0 0 spierkracht Aanvullende vragen over voedingstoestand LESA Ondervoeding (NHG, V&VN, NVD) Inleiding: Waarom en wie doet mee? Achtergronden: Wat is ondervoeding? Uitgangspunten: Welke wijze van samenwerking? Signalering: Wat zijn de risicodiagnosen en -omstandigheden? Behandeling: Welk voedingsbehandelplan wordt opgesteld? Voorlichting: Welke voorlichting wordt wanneer gegeven? Verwijzing en afstemmen: Hoe houden de disciplines elkaar op de hoogte? Voorwaarden voor goede samenwerking: Welke deskundigheid is nodig? Aandachtspunten voor bespreking in de regio: Welke werkafspraken? Aanbeveling voor implementatie: Aanpassing elektronisch patiëntendossier, NHG patiëntenbrief, voedingsbrochures? Inhoud Waarom is ondervoeding een probleem? Herkennen van ondervoeding Multidisciplinaire samenwerking Ondervoed en dan? Wat is de rol van de wijkverpleegkundige? Multidisciplinair behandelplan Wijkverpleegkundige Screenen tijdens 1e huisbezoek/continuïteitsbezoek Bij ondervoeding: ≤ 1 werkdag inschakelen diëtist en overleg met huisarts Bij (risico op) ondervoeding: Adviseer energie- en eiwitverrijkte hoofdmaaltijden en tussentijdse verstrekkingen Monitoren voedingstoestand a.h.v. voedselinname en gewichtsverloop (of fysiek functioneren) Herhaal screenen bij evaluatie van inzet van thuiszorg Huisartspraktijk Signaleren - herhalingsconsult cliënten met een chronische ziekte (NHG-standaarden) - risicogroepen - griepprik (wegen) Beoordeling behandeling voedingstoestand in relatie tot prognose Bij ondervoeding: ≤ 1 werkdag inschakelen diëtist Bij (risico op) ondervoeding: Adviseer energie- en eiwitverrijkte hoofdmaaltijden en TTV Monitoren voedingstoestand in relatie tot medische behandeling Herhaal screenen volgens NHGstandaard of minimaal één keer per jaar Multidisciplinaire behandelplan Diëtist • ≤ 2 werkdagen neemt diëtist telefonisch contact op (ernst inschatten en eerste adviezen verstrekken) • ≤ 3 – 5 werkdagen na tel. contact eerste consult • ≤ 2 werkdagen start behandeling • Evaluatie ≤ 2- 10 werkdagen na start behandeling afhankelijk van (verwachte) inname vs behoefte, en situatie van de cliënt (bijv. operatie op korte termijn) • Rapporteren aan huisarts en/of wijkverpleegkundige • Overdracht • Overleg met huisarts bij veranderde omstandigheden Cliënt en/of mantelzorger • Opvolgen adviezen behandelplan • Bijhouden voedselinname (tenzij te belastend) • Bij problemen contact opnemen met diëtist, wijkverpleegkundige en/of huisarts(praktijk) Inhoud Waarom is ondervoeding een probleem? Herkennen van ondervoeding Multidisciplinaire samenwerking Ondervoed en dan? • • • Verwijsbeleid en behandelplan Multidisciplinaire taakverdeling Werkwijze diëtist Wat is de rol van de wijkverpleegkundige? Uitgangspunten begeleiding cliënten door diëtist Bepalen doel van de behandeling Optimale voeding (80% van de patiënten < 10 werkdagen op eiwit- en energiebehoefte) Binnen een maand stabilisatie van de voedingstoestand Gewichtshandhaving / gewichtstoename (armomtrek) Handhaving / verbetering fysiek functioneren 4 behandeluren per cliënt per kalenderjaar Gemiddeld 6 consulten (1 intake, 5 vervolgconsulten) Gemiddeld 3 huisbezoeken Combinatie van face-to-face contact, telefonische consulten, schriftelijke informatie (werkboek, folder, nieuwsbrieven) Zelfmanagement (motivational interviewing) Inhoud begeleiding Persoonlijk werkboek (in te zien door alle disciplines!) Risicoprofiel Eetdagboek Actieplan Voedingsadviezen Algemeen Specifieke klachten (o.b.v. actieplan) Het actieplan van de diëtist Behandelplan ondervoede patiënten Inname vs behoefte Voedingsinterventie Evaluatie en actie 100% van de behoefte Energie- en eiwitrijke voeding en eventueel drinkvoeding Patiënt houdt inname en gewicht bij en neemt bij problemen contact op met diëtist Diëtist neemt in ieder geval ≤ 10 werkdagen (telefonisch) contact op 75-100% van de behoefte Energie- en eiwitrijke voeding en eventueel drinkvoeding ≤10 werkdagen: evaluatie of de behoefte met inname wordt gedekt + gewichtsverloop conform doelstelling Continueren of aanvullen met drinkvoeding 50 - 75% van de behoefte Energie- en eiwitrijke voeding aangevuld met drinkvoeding en/of sondevoeding ≤ 5 werkdagen: evaluatie of de behoefte met inname wordt gedekt + gewichtsverloop conform doelstelling Continueren of overgaan op sondevoeding < 50% van de behoefte Energie- en eiwitrijke voeding aangevuld met sondevoeding of volledige sondevoeding ≤ 2 werkdagen: evaluatie of de behoefte met inname wordt gedekt + gewichtsverloop conform doelstelling Continueren of overgaan op volledige sondervoeding of orale voeding (drinkvoeding) Inhoud Waarom is ondervoeding een probleem? Herkennen van ondervoeding Multidisciplinaire samenwerking Ondervoed en dan? Wat is de rol van de wijkverpleegkundige? Rol van de verpleegkundige Voeding is onderdeel van totale behandeling Signaleren (screenen, aandacht voor zorg rond om voeding) Ondersteunen van het voedingsbehandelplan Gebruik maken van de door de beroepsgroep erkende protocollen en richtlijnen. Voorlichting Rol van verpleegkundige: Verwijzen, terugverwijzen en afstemmen Verwijs ondervoede patiënten naar huisarts en/of diëtist, afhankelijk van de lokale situatie Overleg met de diëtist als uitvoering van het voedingsbehandelplan problemen geeft Stem af met huisarts en diëtist over beleid bij indicatie sondevoeding. Casus: mevrouw Pieterse 75 jaar, woont zelfstandig, echtgenoot is sinds kort hulpbehoevend, chronische darmaandoening waarvoor ze recent een operatie heeft ondergaan ● Klachten en omstandigheden: ● ● ● Verminderde eetlust en darmproblemen Verminderde kracht en conditie: dagelijkse boodschappen lukken niet meer, trap lopen is niet meer mogelijk, zorg voor echtgenoot is zwaar Voedingstoestand: ● ● ● Gewichtsverlies van 3 kg in de afgelopen maand BMI: 22 (1,65 m, 61 kg), bovenarmomtrek: 26,5 Een slappe handdruk Hoe beoordeel je de voedingstoestand? Casus: mevrouw Pieterse Instrument: SNAQ 65+ Stap 1: Gewichtsverlies is 3 kg in afgelopen maand, (=< 4 kg in afgelopen 6 maanden (score groen) → stap 2 Stap 2: bepaal de bovenarmomtrek: 26,5 cm (score groen) → stap 3 Stap 3 : verminderde eetlust+ geen traplopen: risico op ondervoeding (score oranje) → stap 4 Stap 4: behandelbeleid Risico op ondervoeding De (wijk-)verpleegkundige: - geeft een algemeen voedingsadvies (energierijke maatlijden en tussentijdse verstrekkingen) - verstrekt een folder en volgt het gewicht wekelijks (!) - bij verdere gewichtsdaling: verwijzing naar diëtist