Engelien Schraa

advertisement
Voedingstherapie
bij kanker
Assen, 12 oktober 2006
Ir. Engelien Schraa
sr. Rayon Manager intramuraal
Inhoud
 Ondervoeding en prevalentie bij kanker
 Signaleren risicopatiënten
 Oorzaken ondervoeding bij kanker
 Voedingstherapie bij kanker
 Multidisciplinaire aanpak
Ondervoeding, waar en hoevaak
kom het voor in NL (2005)
Aantal pt Ondervoeding (%)
Academisch Ziekenhuis
1.960
28,8
Algemeen Ziekenhuis
12.162
24,3
Verpleeghuis
12.049
17,3
Verzorgingshuis
3.540
12,9
Thuiszorg
6.052
20,3
Revalidatiecentra
55
14,5
Inst verst. gehandicapt
448
14,7
Psychiatrisch ziekenh.
50
15,3
LPZ Maastricht, 2005
Prevalentie kanker en
ondervoeding
Ongewenst gewichtsverlies
De eenvoudigste indicator voor ondervoeding:
ongewenst gewichtsverlies
 5% (ofwel  3 kg) in 1 maand
òf
 10% (ofwel  6 kg) in 6 maanden
Ook patiënten met overgewicht kunnen ondervoed zijn
MUST (Malnutrition Universal Screening Tool)
 Wat is de BMI van de patiënt?
Heeft de patiënt ongewenst gewichtsverlies (%) in de
laatste 3-6 maanden?
Is de patiënt acuut ziek en heeft of is de verwachting
dat de patiënt niets gegeten heeft of gaat eten
gedurende > 5 dagen?
Cachexie
 Grieks: kakos = slecht, hexis = toestand
 Syndroom met volgende kenmerken als reactie op de groei
van een kwaadaardig gezwel:
- progressief gewichtsverlies
- anorexie, aversie, reuk en smaakstoornissen
- verminderde spiersterkte
- verminderd uithoudingsvermogen
- ernstige vermoeheid
 Diverse metabole stoornissen spelen hierbij een rol
Oorzaken ondervoeding
bij kanker (1)
Metabole stoornissen
Oorzaken ondervoeding
bij kanker (2)
 Verminderde voedselinname/-opname
 Mond-slik-passageklachten
 Maagdarmklachten
 Pijn en benauwdheid
 Bijwerking van de behandeling
 Mucositis, stomatitis
 Anorexie, aversie, reuk- en smaakstoornissen
 Maagdarmproblemen
 Misselijkheid en braken
 Ontregeling van de dag
 Psychosociale klachten
 Angst, depressie
Voedingstherapie bij kanker
Doelen:
 Handhaven/verbeteren voedingstoestand

Verbeteren immuunfunctie

Minimaliseren klachten in spijsverteringsstelsel

Optimaliseren kwaliteit van leven

Verbeteren klinische resultaten
  Mortaliteit
  Morbiditeit
  Respons op behandeling
  Bijwerkingen
Voedingstherapie
Adequate voedingsondersteuning
- Pre- en postoperatieve ondersteuning
- Verbetering respons op behandeling
- Aanvulling energievoorraden
Kwaliteit van leven
Symptoomcontrole
Beoogde voedingsinterventie
Palliatieve voedingsondersteuning
Diagnose
Overlijden
Richardson & Davidson, 2003
Adequate voeding
Levert voldoende energie en voedingsstoffen om de
voedingstoestand te handhaven en is toereikend voor het
dagelijks functioneren
 Bij stabiel ziekte proces
 Overlijden wordt niet binnen enkele weken verwacht
 Anti-tumorbehandeling gericht op verlenging van de overleving
Palliatieve voeding
Gericht op maximaal welbevinden en op het verminderen of
kunnen omgaan met voedingsgerelateerde klachten
 Progressieve ontwikkeling van de ziekte
 Overlijden wordt binnen enkele weken verwacht
 Symptomatische behandeling gericht op reductie van klachten
Welke voeding?
Normale voeding
Heeft de voeding extra aandacht nodig?
Kan de patiënt niet voldoende eten?
Voeding aangevuld met
drinkvoeding (met EPA)
of poedervormige
dieetvoeding
Kan geen vast voedsel worden gebruikt?
Volledige drinkvoeding
Kan voedsel niet (voldoende) oraal
worden ingenomen?
(Voeding aangevuld met)
sondevoeding
Aanbevolen hoeveelheden


20-50 jaar
50-70 jaar
70+
Brood
5-7 sneetjes
4-6 sneetjes
3-4 sneetjes
Aardappelen
3-5 opscheplepels
3-4 opscheplepels
2-3 opscheplepels

Groente
200 gram
200 gram
150 gram

Zuivel
400 ml
500 ml
550 ml
Vlees(waren)
100-120 gram
100-120 gram
100-120 gram
Halvarine,
bak-en braad
20-35 gram
20-35 gram
20-35 gram
Vocht
1,5 liter
1,5 liter
1,7 liter




Keuzemogelijkheid
óf
EPA



EPA = eicosapentaeenzuur
Meervoudig onverzadigd vetzuur
Studies tonen aan dat EPA de volgende positieve
effecten voor kankerpatiënten heeft:
 cachexie 
 immuunrespons 
 klinische resultaten 
Wigmore et al, 1996, 2000; Barber et al,
1999; Pratt et al, 2002; Fearon et al, 2003
EPA en cachexie
FortiCare
 Compleet in micronutriënten
 Voldoende anti-oxidanten om oxidatie van vetten (EPA) te
voorkomen
 Gebruikersadvies: 3 pakjes per dag
 Drie smaken: Sinaasappel-citroen, Cappuccino , Perzikgember
 Wordt vergoed op indicaties:
 Ernstige slikstoornis
 Ernstige passagestoornis
 Ernstige resorptiestoornis
 Ernstige stofwisselingsstoornis
Sondevoeding
 Indien er een redelijke levensverwachting is (ten minste 3-6
maanden)
 Indicaties voor sondevoeding:
 > 10% gewichtsverlies binnen 6 maanden
 Ten minste 7 à 10 dagen geen of onvoldoende orale inname
 Levert bijdrage aan rust rond voeding
Multidisciplinaire aanpak
Huisarts
Diëtist
Voedingsassistent
chirurg
Radiotherapeut /
radioloog
Nursepractitioner
Psycholoog/
Maatschappelijk
werker
Internistoncoloog
(oncologie)verpleekundige /
verzorgende
En nu in de praktijk...
 Screen de patiënt op ondervoeding volgens screeningsformulier:
METEN = WETEN
 Informeer naar het gewichtsverloop bij het eerste
gesprek met de patiënt en weeg de patiënt regelmatig
 Verwijs risicopatiënten tijdig naar diëtist
Nutricia ondersteunt
professionele voedingszorg
 Uitgebreide service
 Klinisch wetenschappelijk onderzoek
 Educatieve samenwerking
 Bijzondere product samenwerking
 Ondersteuning
Nutricia Voedingslijn 0800 022 33 22
www.nutricia.nl
Download