Factsheet VoorZorg, mei 2013 Verpleegkundige ondersteuning bij zwangerschap, opvoeding en opgroeien. Samenvatting • • • • • • • • VoorZorg is een veelbelovende en theoretisch goed onderbouwde evidence based interventie ter ondersteuning van gezinnen met veel risico’s op opvoedingsproblemen. VoorZorg bereikt een doelgroep die ondersteuning hard nodig heeft: 98% heeft vier of meer risicofactoren zoals armoede, ervaring met (seksueel) geweld in verleden of heden, geen sociaal netwerk of steun van familie, jong, laag opgeleid en/of middelenmisbruik. De 2-traps inclusie procedure selecteert de juiste doelgroep. Vrouwen die in deze moeilijke omstandigheden hun kind krijgen zijn met deze interventie in staat om een langdurig programma te volgen (2,5 jaar), een persoonlijke relatie met ‘hun’ VoorZorgverpleegkundige op te bouwen en te profiteren van zowel gezondheid- als leefstijlondersteuning. De lange termijn resultaten in de VS zijn positief (zie blz. 2). Ook de eerste resultaten in Nederland zijn zeer positief: o In de VoorZorggroep neemt roken af tijdens de zwangerschap en als de baby geboren is roken zij zelfs 50% minder dan de gebruikelijke zorg groep. Bovendien roken moeders in de VoorZorggroep niet waar de baby bij is in tegenstelling tot de gebruikelijke zorg groep. o Moeders in de VoorZorggroep geven hun kind op de leeftijd van 6 maanden significant vaker borstvoeding (14% i.p.v. 6% in de gebruikelijke zorg groep). o Huiselijk geweld is afgenomen bij de VoorZorggroep ten opzichte van de gebruikelijke zorg groep: zowel tijdens de zwangerschap als 2 jaar daarna, met name wat betreft het psychische en het fysieke geweld; tijdens de zwangerschap nam seksueel geweld meer af; daarnaast bleek de vrouwen in de VoorZorggroep zelf ook minder vaak geweld te gebruiken. o Meldingen van vermoeden van kindermishandeling bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) zijn in 2012 onderzocht. Hieruit blijkt dat in de VoorZorggroep bijna twee keer minder meldingen van kindermishandeling voorkwamen dan in de gebruikelijke zorg groep. Respectievelijk 16 meldingen (10%) tegenover 29 meldingen (18%). Dit is een significant verschil. Gezien de resultaten ten aanzien van roken en borstvoeding blijkt VoorZorg in staat de leefstijl van de doelgroep positief te beïnvloeden. Gezien de vermindering in huiselijk geweld en minder meldingen van vermoeden van kindermishandeling bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling blijkt VoorZorg ook in staat om daadwerkelijk de leef- en veiligheidssituatie van de moeders en hun kinderen te verbeteren. En gezien wat bekend is over de korte- en lange-termijn gevolgen van huiselijk geweld en kindermishandeling betekent dit ook dat het programma kansen biedt om het toekomstperspectief van deelnemers en hun kinderen op vele gebieden te verbeteren. Gezien de reeds bewezen kosteneffectiviteit in de Verenigde Staten en de eerste gunstige resultaten van de kosteneffectiviteit in Nederland is vroege interventie bij hoogrisico zwangeren door middel van het programma VoorZorg een goede investering in het gemeentelijke preventieve jeugdbeleid. 1 VoorZorg en investering in gemeentelijke preventieve zorg Op basis van de huidige ervaringen kan gesteld worden, dat VoorZorg een relatief goedkoop programma is (ongeveer € 13.000,-- per traject van 2,5 jaar). Ter vergelijking: een residentiële plaatsing van een jongere gedurende een half jaar kost ca. €30.0001. Recent zijn de kosten van de gevolgen van kindermishandeling in de Nederlandse samenleving geschat op 1 miljard euro per jaar2. De besparing die VoorZorg potentieel oplevert door minder gezondheidsverlies, grotere deelname aan de arbeidsmarkt en grotere kans op het afmaken van de opleiding (zowel voor moeder als voor het kind later) en minder kindermishandeling zullen in de komende jaren nader berekend moeten worden. Echter, gezien de gegevens van Meerding3, Felitti4 en Eimers5 over de kosten van kindermishandeling en andere negatieve jeugdervaringen èn gezien de kosteneffectiviteit van dit programma in de Verenigde Staten (4-voudig terugverdienen binnen 15 jaar) is het aannemelijk dat dit terugverdienen van de investering ook voor Nederland zal gelden. Voorkomen is niet alleen beter, maar ook goedkoper dan genezen. In 2013 wordt door Verdonck & Klooster in opdracht van onder andere ActiZ en GGD Nederland een kosten-effectiviteitsonderzoek gedaan naar diverse preventieve programma’s, waaronder VoorZorg. De eerste voorlopige resultaten hiervan zijn positief! Het kabinet Rutte werkt op dit moment aan een nieuwe Jeugdwet waarin een herziening van het Jeugdstelsel wordt doorgevoerd. Het gaat hier onder andere om een bundeling van geldstromen en gefaseerde decentralisatie van taken naar gemeenten, maar ook om een transformatie naar meer preventie en eerdere ondersteuning. Aansluitend bij de reeds bij de gemeente ondergebrachte taken t.a.v. de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Publieke Gezondheid, de taken op het gebied van opvoedingsondersteuning, schuldsanering en toeleiding naar de arbeidsmarkt, en zeker samengaand met de te verwachten bezuinigingen, is het voor gemeenten zeer aantrekkelijk om te investeren in preventie. VoorZorg is voor de doelgroep hoogrisico gezinnen een goed antwoord, met bewezen effecten, ook in Nederland. Wat is VoorZorg VoorZorg is een programma ter ondersteuning van gezinnen met veel risico’s op opvoedingsproblemen, gericht op het bevorderen van de gezondheid en het vergroten van de ontwikkelingskansen van de moeders en kinderen. Het programma is als Nurse-Family Partnership ontwikkeld door prof. D. Olds, University of Colorado in Denver. Significante effecten zijn aangetoond in de VS, waaronder: minder meldingen van kindermishandeling, minder spoedeisende hulp bezoeken wegens ongelukken en minder ernstige lichamelijke trauma’s, minder arrestaties en veroordelingen bij kinderen tot hun 15e jaar, minder vroeggeboorten en hoger geboortegewicht van baby’s, minder gedragsproblemen door alcohol- of drugsgebruik van de moeders, minder snel de tweede zwangerschap, en meer vrouwen die in hun eigen levensonderhoud voorzien.6,7 Wat is de doelgroep van VoorZorg De doelgroep bestaat uit jonge vrouwen die zwanger zijn van hun eerste kind, met een lage opleiding, een laag inkomen, en daarbij diverse andere negatieve en risicofactoren, zoals huiselijk geweld in het verleden of in de huidige relatie, weinig sociale steun en een ongezonde leefstijl en/of roken, drugs en alcohol misbruik. Uit onderzoek in Nederland blijkt dat er bij het kennismakingsgesprek bij 98% van de deelnemende vrouwen vier of meer risicofactoren gesignaleerd werden8. Om bij deze doelgroep (vaak beschadigd in vertrouwen en gefrustreerd in de zorgverlening) resultaten te bereiken is een goede en langerdurende relatie nodig tussen een laagdrempelige ondersteuner (zoals een VoorZorgverpleegkundige) en de deelneemster. Hoe werkt VoorZorg? 2 VoorZorg versterkt de mogelijkheden van de (aanstaande) moeders. In de huisbezoeken werken de verpleegkundigen met de deelneemsters (en eventueel de sociale omgeving) intensief aan de volgende 6 domeinen: (1) eigen gezondheid van de moeder, (2) gezondheid en veiligheid van de directe omgeving, (3) levensloopontwikkeling van de moeder, (4) rol van moeder als opvoeder in de verzorging van en interactie met het kind, (5) relatie met partner, familie en vrienden, (6) gebruik van (andere) gemeenschapsvoorzieningen. Een sterk punt is dat de interventie wordt gestart in de zwangerschap, waardoor prenatale schade wordt verminderd en risicofactoren worden aangepakt voordat deze hebben geleid tot een neergaande spiraal in de (toekomstige) opvoeding. Tevens leren de vrouwen, ondersteund door de VoorZorgverpleegkundigen, hun sociale netwerk beter te benutten en gebruik te maken van sociale voorzieningen zoals kinderopvang, schuldsanering, passend werk, aanpak verslaving of psychiatrische hulp. Het programma wordt aangeboden bij (zwangerschap van) het eerste kind omdat de vrouwen ‘blanco’ beginnen aan het leren opvoeden van een eigen kind en nog geen negatieve ervaringen hebben met opvoeden. Deze jonge zwangeren zijn juist bij hun eerste zwangerschap gemotiveerd tot gedragsveranderingen. De geleerde vaardigheden kunnen ook bij volgende kinderen toegepast worden. Hoe worden de deelneemsters bereikt Verloskundigen, huisartsen, gynaecologen, straathoekwerk, MEE, interne schoolbegeleiders, leerplichtambtenaren en anderen bespreken met zwangeren uit de doelgroep het programma VoorZorg. De VoorZorgverpleegkundige neemt bij een positieve reactie contact op en gaat op een uitgebreid kennismakingshuisbezoek (tevens intake). Uitvoering De interventie bestaat uit veertig tot zestig huisbezoeken gedurende twee en een halfjaar (vanaf drie maanden zwangerschap tot het kind twee jaar wordt) door ervaren jeugdverpleegkundigen met een aanvullende opleiding tot VoorZorgverpleegkundige. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) zorgt voor de opleiding en ondersteuning van de VoorZorgverpleegkundigen, voor het ontwikkelen van de materialen en landelijke ondersteuning en evaluaties van het programma. Het onderzoek naar de effectiviteit van VoorZorg vindt plaats in het VU medisch centrum (VUmc). Er zijn inmiddels ca. 40 VoorZorgverpleegkundigen werkzaam in ca. 30 gemeenten. Gemiddeld komt 0,5-1,0% van het totale aantal geboorten per gemeente in aanmerking voor VoorZorg. Onderzoek en resultaten Evaluatiestudies wijzen uit dat zowel de deelnemende vrouwen als de VoorZorgverpleegkundigen het programma als positief en nuttig ervaren. Uit de effectstudie blijkt: (1) de juiste doelgroep wordt bereikt: jonge zwangeren met veel risicofactoren (76% alleenstaand, 74% armoede, 68% geweld in het verleden en/of heden, 19% depressie en 25% middelenmisbruik). (2) 98% heeft 4 of meer risicofactoren. (3) tijdens de zwangerschap neemt het roken af; na de zwangerschap roken de vrouwen in de VoorZorggroep de helft minder t.o.v. de gebruikelijke zorg groep. (4) de aan VoorZorg deelnemende vrouwen (interventiegroep) roken niet waar de baby bij is, in tegenstelling tot de vrouwen in de groep die de gebruikelijke zorg hebben gekregen (controlegroep) (5) op de babyleeftijd van 6 maanden blijkt de VoorZorggroep (14%) significant vaker nog borstvoeding te geven in vergelijking met de gebruikelijke zorg groep (6%). (6) Huiselijk geweld is afgenomen bij de VoorZorggroep ten opzichte van de gebruikelijke zorg groep: 3 zowel tijdens de zwangerschap als 2 jaar daarna, met name wat betreft het psychische en het fysieke geweld. tijdens de zwangerschap nam bij de VoorZorggroep ook seksueel geweld meer af. daarnaast werd in de VoorZorggroep minder vaak geweld gebruikt door de vrouwen zelf, zowel tijdens de zwangerschap als 2 jaar daarna, zowel wat betreft het psychische als het fysieke geweld. (7) Er zijn bijna 2 keer zoveel meldingen van kindermishandeling in de gebruikelijke zorg groep als in de VoorZorggroep. Bij 14% van alle kinderen van de effectstudie (VoorZorggroep en gebruikelijke zorg groep samen) is een vermoeden kindermishandeling gemeld. Verdere informatie Voor meer informatie over het programma, de uitvoering en de effectstudie: www.voorzorg.info of neem contact op met: dr. S. van den Heijkant ([email protected]), drs. E. Struijf ([email protected]) of drs. K. Kooijman ([email protected]). Amsterdam/Schagen/Utrecht, juni 2013. 1. Yperen, T van en Woudenberg, A van. Werk in uitvoering. Bouwen aan het nieuwe jeugdstelsel. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut, 2011 2. Alink L, Ijzendoorn R van, Bakermans-Kranenburg M, Pannebakker F, Vogels T, Euser S. Rapport TNO Child Health, Kindermishandeling 2010, Leiden Attachment Research Program, 2010. 3. Meerding WJ. De maatschappelijke kosten van kindermishandeling. Erasmus MC, afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg, 2005. 4. Anda RF, Butchart A, Felitti VJ, Brown DW. Building a framework for global surveillance of the public health implications of adverse childhood experiences. Am J Prev Med. 2010;39(1):93-8. 5. Eimers D. Gevolgen van kindermishandeling: Wat kost een mishandeld kind? Tijdschrift Kindermishandeling, jan 2012. 6. Kitzman H, Olds DL, Henderson CR Jr, et al. Effect of prenatal and infancy home visitation by nurses on pregnancy outcomes, childhood injuries, and repeated childbearing. A randomized controlled trial. JAMA. 1997;278(8):644-52. 7. Olds DL, Eckenrode J, Henderson CR Jr, et al. Long-term effects of home visitation on maternal life course and child abuse and neglect. Fifteen-year follow-up of a randomized trial. JAMA.1997;278(8):637-43. 8. Mejdoubi J, Heijkant S van den, Struijf E, Leerdam F van, Crijnen A, HiraSing RA. How to select Pregnant Women at Risk for Child Abuse. Submitted. 4