Kunstenaarschap in de renaissance

advertisement
 Homo Universalis
 Neo- classicisme
 Hoven in Italië
 Hoven in Frankrijk en Engeland
 Welvaart en uitvindingen
 Macht/ Kracht/ Gezag
VS
Paus Julius II
Maarten Luther
Paus Julius II
Maarten Luther
Paus Paulus III
 Mengeling Middeleeuws/ neo-klassiek
 Gericht op goddelijke orde en harmonie
 Sterk perspectief
 Opkomst naakt en contraposto
 Verschuivingen macht in Italië naar Rome
 Opkomst individu
 Verdere stijging welvaart in Europa
 Opkomst Inquisitie
 Macht/ Kracht/ Gezag
Jezuïeten
Ignatius van Loyola
Kunst als
wapen
 Overdadig/ overweldigend
 Vol drama
 Persoonsverheerlijking
 Opkomst van de Ovaal
 Spelen met perspectief
 Opkomst allegorieën en vanitas symboliek
Hof kunstenaar (high art)
 Elitair
 Neo-klassiek
 Groots
Straat kunstenaar (low art)
 Eenvoudig
 Humor
 Geen vaste plek
 Gebaseerd op traditie
Kerk of Hof als opdrachtgever:
 Portretkunst
 Kerkelijke kunst (beeld en muziek)
 Hofkunst (theater en muziek)
Het “gewone volk” als opdrachtgever:
- Straattheater
- Straatmuziek
- Volksdansen
 Meester-gezel
 Europese toer voordat je jezelf vestigde
 Proberen te werken voor een kunstmecenas
 Anatomie
 Architectuur
 Boekdrukkunst
 Perspectief
Download