Toevoeging 2017: momenteel wordt ivm uitbreiding gewerkt aan het opmaken van een nieuw beleidsplan. Zodra eea klaar is zal nieuw beleidsplan beschikbaar worden gesteld. VOORWOORD Museum RockArt “The World of Music” Beleving en emotie zijn hot. De zappende consument kan niet meer in een eenduidig keurslijf gedwongen worden, hij is als een kameleon en zoekt voortdurend naar nieuwe vormen van beleving. Wie herinnert zich niet het Kralingen festival in 1970 als antwoord op het Woordstock festival van 1969 in de Verenigde Staten, de hectische taferelen begin jaren ’80 rond de Nederlandstalige band Doe Maar, de stampvolle Arena bij het afscheid van André Hazes, het 16 uur durende mega concert Life Aid vanuit het Wembley stadion in London én het JFK stadion in Philadelphia (USA) op 13 juli 1985 dat wereldwijd op tv werd uitgezonden en de iets kleinschaligere herhaling in 2005 met Live 8. Van Nederlandse bodem stonden de nummers Venus en Radar Love in de jaren 1970 en 1974 op respectievelijk nummer 1 en 13 in de Billboard Hot 100 in Amerika. Nummers die vandaag de dag nog talloze keren worden gecoverd. Dat muziekgeschiedenis leeft blijkt jaarlijks uit het multimediale evenement ‘Top 2000’. Voor de editie 2006 stemden anderhalf miljoen én luisterden bijna 10 miljoen Nederlanders via radio, tv en internet. Maar liefst 83% van deze lijst bestaat uit noteringen uit de periode jaren ’60 tot en met ’80. De gehouden tentoonstelling ‘the Sixties’, bezweek bijna onder de golven van belangstelling. Het Noord-Brabants museum in ’s-Hertogenbosch deed de succesvolle expositie ‘Knus over de jaren vijftig’ nog eens dunnetjes over met tentoonstelling ‘Wouw, Nederland in de jaren zeventig’. Museum RockArt[ Nationaal Popmuseum] zal ook groeien op deze golven van beleving en emotie. Het voorziet in de behoefte om het cultureel erfgoed van de Nederlandse popmuziek op een verantwoorde manier onder de aandacht te brengen. 317485823 -1- Hoofdstuk 1. INLEIDING 1.a. Dit beleidsplan is geschreven ter ondersteuning van de groei van het Museum RockArt.. The World of Music. De stichting RockArt is sinds haar oprichting uitgegroeid tot hét instituut waar cultureel erfgoed wordt verzameld, gearchiveerd, gedigitaliseerd en beheerd en gepresenteerd. Het doel is om van hieruit door te groeien naar het Nationaal Popmuseum. Het draagvlak voor de plannen hiervoor neemt alsmaar toe. In dit plan wordt uitgegaan van de huidige situatie, maar nemen we de gewenste uitbreiding naar het NPM mee. Waar dit van toepassing is, wordt dit met name genoemd. 1.b. Overwegingen en doelstellingen voor de oprichting: De Stichting RockArt is op 4 december 1995 opgericht. De Stichting bestaat om het erfgoed van de Nederlandse Popmuziekgeschiedenis te behouden. Dat wil zeggen: het museum richt zich op de rijke historie en de identiteit van de Nederlandse popmuziek ten behoeve van een breed publiek. In de praktijk betekent dit dat de stichting zich bezig houdt met het behouden, beheren, verzamelen en wetenschappelijk onderzoeken en natuurlijk de collectie presenteren voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Sinds de oprichting is de stichting belast met het bijeen brengen van ons muzikale erfgoed en het ontwikkelen van het NPM. Positiebepaling van de collectie. De Stichting RockArt is een organisatie die zich als enige in zijn soort in Nederland bezig houdt met de Nederlandse muziekgeschiedenis. Gezien de breedte van het onderwerp wordt ‘popmuziek als cultuurhistorisch erfgoed’ gezien; een brede relevante en maatschappelijke betekenis. De doelstelling van Museum RockArt: De Nederlandse muziekgeschiedenis vanaf de jaren 50 tot heden in de vorm van popmemorabilia, beeld, geluid en informatie, en dat in de ruimste zin van het woord, in een flitsende ambiance waar naast de vaste inrichting o.a. ruimtes zijn voor wisselende themaexposities, podia, een bibliotheek, een winkel, een galerie, multimedia en een café/ restaurant. De Stichting is van mening dat Den Haag, historisch gezien Beatstad nummer één van Nederland, een goede plaats voor het enige Nederlandse popmuseum zou zijn. 1.c. Dit museum is een permanente instelling in dienst van de gemeenschap en haar ontwikkeling, niet gemaakt op het maken van winst die de getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, registreert, documenteert en wetenschappelijk onderzoekt, behoudt en presenteert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. De collectie bestaat uit unieke en authentieke objecten; de authenticiteit is hét kwaliteitswaarmerk. 1.d. Doelstelling van het museum: Een museum omdat popmuziek een belangrijke rol speelt in de huidige (internationale) samenleving. Popmuziek is de drager van vele levensstijlen en popmuziek heeft een belangrijke invloed op mode en vormgeving. Daarmee is het noodzaak en een interessant onderwerp om informatie en objecten over te verzamelen, te presenteren en te bestuderen. De informatie en objecten zijn residuen van daadwerkelijke beleving. De beleving van popmuziek begint bij het zelf spelen of produceren, of bij het bijwonen van een optreden of het beluisteren van muziek via radio, CD en DVD en of andere media. De meer dan 100.000 museale objecten laten de bezoekers kennis maken met de geschiedenis van de popmuziek. Het belang voor de gemeenschap is dat de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek wordt uitgediept en in perspectief geplaatst. Het is een educatieve en interactieve plaats waar 317485823 -2- bezoekers zich kunnen verdiepen in de Nederlandse [ en Internationale ] muziekgeschiedenis. Bovendien worden er tentoonstellingen en exposities georganiseerd. 1.e. Het uiteindelijke doel van Museum RockArt is met daarin de Nederlandse muziekgeschiedenis vanaf de jaren ’50 tot heden. Van Armand tot ZZ en de Maskers, van IndoRock tot de Golden Earring, van Jazz tot Rock ’n Roll. En dat alles in de ruimste zin van het woord. Inmiddels is er een opzet Businessplan. Voor dit plan wordt ook gekeken naar gelijkwaardige musea wereldwijd. Een aantal popmusea is reeds gerealiseerd: The Experience Music Project, Seattle (VS), Rock & Roll Hall of Fame and Museum te Cleveland (VS), Graceland in Memphis (VS), waar één popartiest centraal staat: Elvis Presley. Een band staat centraal in het Beatles Museum in Liverpool en Europa’s enige algemene museum is het Rock’n’Popmuseum te Gronau (Duitsland). 1.f. De planning voor het NPM, voortvloeiend uit het businessplan, ziet er als volt uit: onderzoeksfase fase A fase B voor-onderzoek ontwerpfase fase C fase D fase E haalbaaropdrachtheidsontwerp onderzoek t/m maart april-aug oktober 2007 2007 2007 ontwerp realisatie fase fase G fase F openings- bouw- realisatie inrichting Concert aanvraag fase nov.2007- juli 2008april juni 2008 2009 aprilaug. jan.maart voorjaar 2009 2010 2011? GO / NO-GO 2007 Bron: publicatie Nationaal Popmuseum Den Haag, Projectteam Queeste Architecten, Den Haag De volledige scope van het te vormen Museum RockArtwordt zo breed mogelijk weergegeven. Momenteel zien wij de volgende onderdelen als de belangrijkste attractie/toegevoegde waarde voor bezoekers: * permanente museale expositie * audiovisuele interactieve tour * ruimte voor concerten en evenementen * digitaal archief * papieren archief * depot * RockArt Dinner * RockArt Shop Hoofdstuk 2. BEDRIJFSTAAK 2.1 Huisvesting 317485823 -3- 2.1.a. Het huidige pand is gelegen op het industrieterrein De Haak in Hoek van Holland en is (deels) nieuw gebouwd voor het Museum RockArt. De museale ruimte is 485m2. Via de entree, waarvan het exterieur is gebouwd in de vorm van een gitaarbody, komt men in de museale ruimte. In de eerste plaats bij de informatiebalie en winkel. Er is op dit moment geen publiekstoegankelijk archief en/of bibliotheek en documentatieruimte. In het pand zijn verschillende depotruimtes. Het museum bevindt zich geheel op de begane grond met gedeeltelijk een vide. Op de dagen dat het museum gesloten is worden er in dezelfde ruimtes voorbereidingen getroffen voor exposities en wordt er gewerkt aan het archief en de conserverings- en restauratiewerkzaamheden. 2.1.b. Het pand is eigendom van de familie J. Schut. 2.1.c. Het pand is als volgt ingedeeld: Voorportaal 15 M2 Entree, winkel, werkplek 68 M2 Museale ruimte b.g.g. 170 M2 Museale ruimte boven 64 M2 Bar, toilet, keuken 12 M2 Kunstkabinet 20 M2 Archief, bibliotheek 14 M2 Depot boven 15 M2 Depot beneden 47 M2 Tussenportaal 12 M2 Sorteerruimte 12 M2 Kantoor beneden 15 M2 Kantoor boven 21 M2 Totaal 485m2, inclusief de twee depotruimtes boven. Daarnaast is er een aantal externe depotruimtes. 2.1.d. Brandveiligheidsvoorzieningen en een nooduitgang zijn aanwezig. Uiteraard kunnen deze altijd verbeterd worden. Met de uitbreiding van maart 2007 zijn nu vier volwaardige 317485823 -4- werkplekken achter de informatiebalie gerealiseerd. Momenteel worden voorbereidingen getroffen voor het aanbrengen van UV-arme verlichting en een klimaat/temperatuur-controle systeem. 2.2 Verzekering 2.2.a. Het pand en de collecties zijn verzekerd door de Stichting Rock & Art Hall of Fame Holland en de familie J. Schut. Er is geen collectieve ongevallenverzekering en het museum heeft geen rechtsbijstandverzekering. (b+c?) 2.2.d. De objecten die het museum in eigendom dan wel in bruikleen heeft zijn uiteraard verzekerd. Bovendien is er een transportverzekering. 2.3 Automatisering 2.3.a. Het museum beschikt over een compleet computersysteem met printers, waarbij de computers draadloos met elkaar verbonden zijn. Het geheel wordt gevoed door de hoofdcomputer. Er wordt gebruik gemaakt van de Microsoftwarepakketten Word, Excel, PowerPoint en Publisher. 2.3.b. Er is nog geen geautomatiseerd kassasysteem aanwezig. 2.3.c. De pc’s zijn door middel van de Office-pakketten gekoppeld. 2.4 Marketing 2.4.a. Muziek is vanaf ongeveer vijf jaar interessant en aan muziekbeleving is geen maximale leeftijd verbonden. De leeftijd van de bezoekers varieert dan ook van jong tot oud. Omdat de collectie loopt vanaf de jaren ’50 zal vooral 45+ belangstelling hebben voor de geschiedenis van het museum. Babyboomers beschikken over meer vrije tijd, hebben een goed bestedingsbudget en herinneren de 60’er jaren uit hun jeugd. Bijvoorbeeld de jukeboxen en Puchies uit die tijd zorgen ervoor dat het een ware herbeleving wordt. De bezoekers zijn overwegend Nederlands, de buitenlandse bezoekers mogen we steeds vaker verwelkomen. Buitenlandse bezoekers komen voornamelijk af op exposities af met een combinatie nationaal/International buitenlandse artiesten af, via de fanclubs wordt deze doelgroep makkelijk bereikt. Het RockArt zal een complex worden waar iedereen welkom is. Het moet toegankelijk zijn voor personen van jong tot oud; alleen, met het hele gezin, of met de hele schoolklas; voor studenten en voor de muzikanten zelf. Het geheel zal kindvriendelijk en ook bereikbaar voor gehandicapten worden ingericht. 2.4.b. Een museum als het NPM bestaat nog niet en het wordt tot één van de belangrijkste taken gerekend om veel aan segmentatie te gaan doen. De ‘markt’ bestaat eigenlijk niet, het is veel meer een marktsegmentatie, waarbij een groep afnemers gemeenschappelijke kenmerken vertonen, zoals gelijksoortige behoefte, gedrag of sociaal-demografische kenmerken. De doelgroep wordt geanalyseerd als we een stap verder in de richting van het NPM zijn. De potentiële bezoekers van het NPM zullen worden geïdentificeerd en opgedeeld in marktsegmenten. 317485823 -5- 2.4.c. De marketingdoelstellingen van het NPM zijn een afgeleide van de geformuleerde missie van het NPM. Deze missie is: Wij zijn de ideale gids om kennis te nemen van het erfgoed van de Nederlandse Popmuziekgeschiedenis. Vanuit de geformuleerde missie volgen de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen. Kwantitatief • Een hoge waardering door bezoekers met minimaal een cijfer 8 • Bezoekersaantallen (en omzet) verhogen met 126% tot 4300 in 2010 • Deze aantallen zullen in de schaduw staan in vergelijking met de aantallen voor het NPM. Kwalitatief • Goede beheersing van interne processen (vastleggen procedures, verantwoordelijkheden en (financiële) rapportages en evaluaties) • eenduidige focus op consument • exploitatie verbreden door multimediale aanpak 2.4.d. Op dit moment heeft er nog geen marktonderzoek plaatsgevonden. Maar vanwege de noviteit en uniciteit van het NPM zal een kwalitatief marktonderzoek plaatsvinden. Vooral de ‘grote lijnen’ moeten centraal staan in het marktonderzoek. Navraag bij andere musea (zoals popmuseum Seattle en Cleveland, maar ook musea in Nederland) en bestudering van relevante documenten zijn een belangrijk onderdeel van het marktonderzoek. SWOT-analyse Strengths (sterkten): de unieke aard van de collectie, het grote marktaandeel, de grote doelgroep (o.a. de welgestelde babyboomers), het goede imago en naamsbekendheid. Weinig tot geen concurrentie. Een sterke troef is de beleving van authenticiteit die het museum kan bieden. Bijzondere objecten die spannend, waardevol, mooie en/of interessant zijn en die de bezoeker een ervaring kunnen geven die uniek is. Weaknesses (zwakten): hoe is het groeiscenario? Hoe is het met de kennis en de vaardigheden van de vrijwilligers/het personeel? (Te) hoge kosten en daardoor een (te) lage marge? Informatica, de database is nog niet zo ingericht en volledig dat de inhoud (content) gebruikt kan worden voor doeleinden als het samenstellen van boeken, (verjaardags)kalenders en informatie voor tentoonstellingen. Opportunities (kansen): door ontwikkelingen, invloeden en gebeurtenissen rondom het plan (draagvlak binnen de gemeente), mogelijke samenwerking met de popmusea in Gronau, Cleveland en Seattle. Bovendien het aantrekken van nieuwe klanten of nieuwe behoeften bij klanten. Threats (bedreigingen): door ontwikkelingen en gebeurtenissen, bijvoorbeeld protest van naaste bewoners, economische recessie, etc. Ontstaan van nadelige veranderingen in wet- en regelgeving. 317485823 -6- 2.4.e. Welke producten kan het museum leveren: Het museum heeft een vaste collectie en presenteert regelmatig tijdelijke exposities. De stichting NPM heeft voor het popmuseum meer doelstellingen. Deze zijn samengevat in het Museaal Cultuurcentrum voor Popmuziek (MCP). De MCP formule is gebaseerd op een combinatie van een museum pur sang met een conserverende en onderzoekende taak enerzijds en een cultuurcentrum gericht op interactief educatief entertainment anderzijds. Naast het museale deel met een ruimte voor de vaste collectie en ruimte voor wisselende exposities komt er een kleine filmzaal, een podium, een café en/of restaurant, museumwinkel, oefenruimtes en een bibliotheek. Muziek is van iedereen en voor iedereen, krijgt een (inter)actieve vorm, eventueel als onderdeel van een breed opgezet ‘muziekplein’- achtige attractie. In de museumshop zijn verschillende producten te koop op het gebied van muziek in de brede zin van het woord: cd’s, dvd’s, neons, boeken, spelletjes, T-shirts, mini’s (drumstellen, gitaren, beeltenissen van bekende personen) en allerhande collectables en aanverwante artikelen. In het museum en het kunstkabinet worden ook statues, vazen, gieters, schalen, borden en moderne hedendaagse beeldende kunsten van gerenommeerde kunstenaars te koop aangeboden. Zo zijn er werken te koop van Clemens Briels, Marianne Y. Naerebout, Frans van Straaten en Jacques Tange. Daarnaast is er een keus uit zeefdrukken, aquagravures en steendrukken van diverse andere kunstenaars. Clemens Briels Rob Bolland Franz Bodner 2.4.f. Promotie, prijs, product De entreeprijs is vastgesteld op € 3,50 per persoon, kinderen van 10 t/m 13 jaar € 1,50. Dit op basis van verkennend onderzoek naar het prijsbeleid van diverse musea in Nederland. Met de stichting Museum Jaarkaart zal nog overleg worden gevoerd omtrent reducties naar hun leden. Doelstelling hierbij is voor deze groep het NPM gratis toegankelijk te maken. Gerichte acties met prijsvoordeel voor consumenten zullen in combinatie met voldoende extra publiciteit worden ondernomen. Hierbij valt te denken aan omroepen en (lokale) kranten. Ten aanzien van marketing communicatie is het doel de klant zo effectief mogelijk te bereiken door gerichte mediakeuze op basis van inzichten uit de consumenten segmentaties. In een markt die bol staat van het binnenhalen van consumenten is marketing communicatie zeer belangrijk om een onderscheidende positie te bereiken en bij de klant top of mind te worden. Vanwege het beperkte communicatiebudget door prijs/margedruk is marketing PR/free-publicity uiterst belangrijk. Hierbij zullen zowel op landelijk niveau als regionaal niveau veel initiatieven worden ontplooid om extra aandacht op het NPM te vestigen. Op landelijk niveau zullen de ANWB (Kampioen-rubrieken) en diverse special interest bladen, zoals Plus, Seasons, Buitenleven, 317485823 -7- Esta e.d worden benaderd, op regionaal niveau valt te denken aan de regionale pers (kranten en radio en tv). 2.5 Collectie De vaste collectie is de basis. De Stichting RockArt Galerie heeft een collectie van 70.000 items. Tevens zijn er 50.000 items, in een bruikleenconstructie, direct beschikbaar. Deze items kunnen als basiscollectie voor het NPM dienen. 2.5.a. Oorsprong en samenstelling van de collectie In 1994 is de heer J. schut begonnen met het verzamelen van een collectie en het aanleggen van een netwerk. De collectie die door de jaren heen is verzameld bestaat uit o.a.: LP’s, cassettebandjes, 8-tracks, pick-ups, bühnekleding, awards, boeken, popbladen, posters, gouden en platina platen, schilderijen, hoesontwerpen, fanclubs, z/w en kleurenfoto’s c.q. kaarten, kranten, gitaren, drumstellen, radio’s, songteksten, oorkondes, plakboeken, merchandising, muziekinstrumenten, tijdschriften, pins, buttons, stickers, fanstrings, caps, Tshirts, glazen, contracten, zeefdrukken, flipperkasten, bromfietsen, gewonnen prijzen, oude versterkers en van alles en nog wat in relatie tot popmuziek. Met behulp van deze items kunnen complete exposities opgebouwd worden. Zo zal met behulp van poppen (in eerste instantie etalagepoppen maar later eventueel wassen beelden) in de originele kleding en met de originele muziekinstrumenten een band of een muzikant neergezet kunnen worden. Dit alles in een omgeving met een collage van alle op hen betrekking hebbende posters, knipsels, gouden platen, enz. Tevens zullen er biografieën met muziek komen. De collectie van het museum kan (als er voldoende ruimte zou zijn) worden ingedeeld als: een reis door de tijd: jaren ’50, ’60, ’70, ’80, ’90 en heden. Thema’s als IndoRock, Nederpop, Flowerpower, Rock, Hardrock, Rock ’n Roll, Soul, Punk, Disco, Gabberhouse, House, de Toppop zaal, etc. De collectie kan ook naar objecten worden ingedeeld: single collectie, cassettebandjes, Tshirts, muziekinstrumenten, geluidsdragers, enz. 2.5.b. Eigendom-bruikleen van de collectie Juridisch is de collectie in handen van twee partijen. Ten eerste de Stichting Rock & Art Hall of Fame Holland en daarnaast zijn er stukken in bruikleen van o.a. de heer J. Schut. Er is inmiddels met een groot aantal toeleveranciers een bruikleenovereenkomst gesloten. De medewerking van o.a. artiesten, muzikanten, platenlabels, producers, fotografen, 317485823 -8- ontwerpers, uitgevers en vele anderen is hierbij zeer belangrijk te noemen. 2.5.c. Het belang van de collectie De collectie bestaat uit unieke en authentieke objecten; de authenticiteit is hét kwaliteitswaarmerk. De collectie kan in diverse categorieën geplaatst worden: A. Het object heeft binnen het museale verzamelgebied een symboolwaarde. Hieronder wordt verstaan de functie van het voorwerp als een duidelijke herinnering aan personen of gebeurtenissen die voor de Nederlandse of internationale geschiedenis van overtuigend belang zijn: ‘symboolwaarde’. Het object is een unicum, paratype of prototype; ‘ijkwaarde’. Het object toont een essentiële fase/omwenteling in het oeuvre van een kunstenaar/in de ontwikkeling van een wetenschap, een school, een stijl: ‘schakelwaarde’. De laatste drie criteria komen overeen met de in de Wet tot behoud van Cultuurbezit genoemde begrippen: symboolwaarde, ijkwaarde en schakelfunctie. Bij categorie A gaat het om de top van het Nederlands cultuurbezit. Top van de collectie, de pronkstukken. Objecten die onvervangbaar en onmisbaar zijn. Een kleine greep uit de topstukken uit de collectie (cultureel erfgoed) van de Stichting: Bühnekleding van de band The Buffoons uit de jaren ’60 en ’70 Ontwerpstukken van LP hoezen van de band Golden Earring door Koos van Oostrom Plakboeken en posters van de band Groep 1850 uit de jaren ’60 Plak- en fotoboeken van de band Dizzy Man’s Band Eurosongfestivalpak van Ben Cramer uit 1973 Beheer van het Robert Jan Stips archief o.a. Supersister, The Nits, Golden Earring, Gruppo Sportivo, Sweet d’Buster, Transister incl. muziek en songteksten, gouden en platina albums Trixon drumstel van de band The Defenders Poster collectie van organisatie R. Carles uit Breda jaren ’60 Roland G707GR gitaar van Jan Akkerman Ampex Golden reel Award for BZN Album ‘Heartbreaker’ Platina cassette voor BZN cassette ‘Grootste Hits’ producer Roy Beltman Bühnekleding Big John Russell Archief van de Jumping Jewels Gouden lp’s van de band ‘Focus’, ‘Toontje Lager’, ‘De Dijk’, enz. Songteksten van de Bands ‘Alquin’, ‘Les Baroques’, enz. Bühnekleding van de band Catapult Herman Broodtekening van de band Powerplay Gibson gitaar van Dany Lademacher van de Band Herman Brood & His Wild Romance Ovaal Trixton drumstel, eind jaren ’50, Electirc Johnny and his Skyrockets De Gouden Tulp 1962-1972 Rob Hoeke Drumstel uit de jaren ’60 van René and his Alligators De streepjesbroek van Willem Bieler van Q65 De jurk van Ria Valk ‘Worstjes op m’n borstjes’ Bühnekleding van Ted Oberg van de band Livin’ Blues. De gouden single van Jules de Korte ‘Ik Zou Wel Eens Willen Weten’, 1964 Eerste gouden lp uit 1970 van Golden Earring ‘The Golden Earring’ En nog heel veel meer Cultureel Erfgoed. 317485823 -9- B. Het object wordt dikwijls getoond in tijdelijke opstellingen: ‘presentiewaarde’. Hierdoor vallen ook voorwerpen die wellicht niet een grote kunst-, historische of wetenschappelijk waarde hebben maar wel een hoge attractiewaarde. De herkomst van het object is belangrijk/schept bepaalde verplichtingen. Het object vormt een onderdeel van een ensemble, dat in zijn geheel of ten dele aan bepaalde criteria voldoet, waaraan het object op zichzelf niet zou voldoen: ‘ensemblewaarde’. Het object is drager van belangrijke gegevens die niet in de hierboven genoemde criteria vervat zijn: ‘documentatiewaarde’. Bij categorie B behoren ook objecten die niet van het allergrootste cultuurhistorische belang zijn, maar wel een hoge attractie- of presentatiewaarde hebben: Fotocollectie van fotograaf Govert de Roos Zwart-wit fotokaarten collectie uit de jaren ’60 en ‘70 Fanclubbladen collectie Kunstwerk in boekvorm van het nummer ‘Kom van dat dak af’, Peter Koelewijn Paramount Meazzi versterker Q65 Posters, singles, lP’s, kranten, bladen, info’s, plakboeken en fotocollecties, muziekbladencollectie o.a. Tuney Tunes, Dee Platen Jager, Pic Up, Muziek Koerier, Beat Bos, Platenkorf, Top Tunes, Plateau, Luister, Hit Week, Hitkrant, Muziek Expres, Muziek Maker, Oor, Platen Blad, Muziek Parade, Caramba, Dico Dancing, Platengids, Disco Discussies, Hitparade, Hitmemories, Basta, Vada, Free, Rock Scene, Pop Telescoop, enz. C. Voorwerpen die niet voldoen aan één van de criteria van Categorie A of aan één of meer van categorie B maar die wel tot het verzamelgebied horen maar geen grote historische waarde vertegenwoordigen. Tot categorie D. behoren tenslotte objecten die buiten het collectieprofiel van het museum vallen en in aanmerking komen voor afstoting. Dergelijke objecten zijn in het Museum RockArt Galerie niet aanwezig. 2.5. d. Toekomstig wervings-, aankoop- en afstotingsbeleid Collectievorming betreft zowel het verzamelen van objecten als het selecteren en eventueel afstoten. Ook moet vastgesteld worden welke schenkingen er geaccepteerd worden en welke niet. En tenslotte moet worden omschreven welke voorwerpen eventueel in aanmerking komen voor afstoting. Dit is nu nog niet aan de orde. 317485823 - 10 - Hoofdstuk 3. BEHOUDSTAAK 3.1 Conservering 3.1.1. Passieve conservering 3.1.1.a. Het gebouw is uit 2004 en verkeerd in prima staat. 3.1.1.b. Wat is het vereiste klimaat? Wordt hieraan voldaan? Zijn er mogelijkheden om de klimatologische omstandigheden te beïnvloeden? Welke apparatuur wordt gebruikt en hoe vindt het onderhoud hiervan plaats? Wat is de invloed van luchtverontreiniging? In het pand is een rookverbod. Momenteel worden voorbereidingen getroffen voor het aanbrengen van UV-arme verlichting en een klimaat/temperatuur-controlesysteem. 3.1.1.c. De invloed van het licht is minimaal, er zijn geen ramen; indirect licht komt via daklichtkoepels de ruimte in en de belichting, verschillende spots, is alleen tijdens de openingstijden aan. De lichtsituatie kan, al naar gelang de behoeften van een tentoonstelling voldoende aangepast worden. UV-arme verlichting is in voorbereiding. 3.1.1.d. Er is niet voldoende depotruimte. De depotruimtes in het museum bevinden zich op verschillende plaatsen. Bovendien wordt er gebruik gemaakt van depotruimtes elders in Westland. 3.1.1.e. Tentoonstellingsruimten De expositievoorzieningen zijn voldoende afgestemd op het behoud van de voorwerpen. 3.1.1.f. Onderhoud ruimten Hoe worden de ruimten onderhouden en schoongemaakt? De ruimtes worden goed onderhouden en wekelijks schoongemaakt. 3.1.1.g. De objecten in de depots en in de tentoonstellingsruimte worden regelmatig gecontroleerd. De objecten worden bij aankomst gecontroleerd op conditie en op de aanwezigheid van ongedierte en schimmels. Controle hierop vindt regelmatig plaats. Er is geen aparte quarantaineruimte. 3.1.1.h. Voor aanwinsten die passen in de collectie wordt altijd ruimte gemaakt. Nieuwe objecten worden geregistreerd en geconserveerd. 3.1.1.i. Bruikleen Er is inmiddels met een groot aantal toeleveranciers een bruikleenovereenkomst gesloten. Voor het transport is een transportverzekering afgesloten. 3.1.1.j. Tijdelijke tentoonstellingen Er wordt altijd rekening gehouden met de conservering van de objecten. 3.1.2. Actieve conservering 3.1.2.a. Er zijn voldoende mogelijkheden voor actieve conservering (maatregelen gericht op het consolideren) van de collectie. 3.1.2.b. De aanwezige kennis is voldoende. Eventueel wordt er een beroep gedaan op een deskundige. 317485823 - 11 - 3.1.2.c. Omdat momenteel het aantal vrijwilligers groeit kan er tussendoor meer aandacht besteed worden aan het in kaart brengen van de achterstanden. Door de inhaalslag komen de prioriteiten boven water, hier wordt systematisch voorrang aan gegeven. 3.1.2.d. Er is nog geen prioriteit aangebracht in de nog uit te voeren conserveringswerkzaamheden. Per wisselende tentoonstelling wordt een inhaalslag gedaan. 3.1.2.e. Het museum stelt zelf de prioriteiten vast. 3.1.2.f. Er is geen uren-/kostenraming aanwezig voor de conserveringswerkzaamheden. 3.1.2.g. De collectie wordt o.a. geconserveerd door de beheerder, de heer J. Schut. 3.1.2.h. Uiteraard zijn er altijd werkzaamheden die verricht moeten worden maar als hiervoor geen financiële middelen beschikbaar zijn, wordt dit uitgesteld. 3.2 Restauratie 3.2.a. De heer J. schut is verantwoordelijk voor de restauratie. 3.2.b. Wie de restauratie uitvoert is afhankelijk van de aard en de staat van het object. Bijvoorbeeld de Sony Mixing Console (1966, oorspronkelijke prijs ongeveer 450.000 gulden) kan in de oorspronkelijke staat gerestaureerd worden maar waarschijnlijk heeft het de voorkeur om het mengpaneel in de oorspronkelijke setting te zetten. Foto’s voor de oorspronkelijke opstelling zijn beschikbaar. Plaatsing in een aparte ruimte met daarbij de muziekinstrumenten en bühnekleding roepen de sfeer van de jaren 60 op. Apart van het museale object kan een mengpaneel, gekoppeld aan een computerprogramma, gemaakt worden zodat de situatie van toen nagespeeld kan worden door het publiek. Er is op dit moment geen overzicht van eventueel nog te restaureren objecten, per wisselende tentoonstelling wordt een inhaalslag gemaakt. 3.3 Beveiligingsplan en calamiteitenplan 3.3.a. Het pand is goed beveiligd conform de NEN normen (Nederlandse Normen). Bijzondere items uit de collectie zijn opgeslagen in Lloyd 90 D brandwerende archiefkasten die ook aan de NEN normen voldoen. Daarnaast wordt er alles aan gedaan om als een goed huisvader over de collecties en het pand te waken. Naarmate het complex en de collectie groeien groeit de organisatie mee in de wettelijke eisen en wordt alles gedaan wat in het vermogen ligt. 3.3.b. Aan het calamiteitenplan wordt gewerkt mede door het feit dat het team groeit. Het is vanzelfsprekend dat men op de hoogte is van het complex en de collectie. Politie en brandweer zijn uiteraard op de hoogte van het bestaan van het museum. Zijn regelmatig geweest. Er wordt opnieuw een afspraak met de brandweer gemaakt voor een oefening. Ook een ontruimingsplan wordt momenteel opgezet. 3.3.c. Brand- en inbraakdetectoren zijn aanwezig. 317485823 - 12 - Hoofdstuk 4. DOCUMENTAIRE TAAK 4.1.1. Omschrijving van de documentaire taak Alle objecten zijn gedocumenteerd en gearchiveerd in hangmappen, ordners en bakken. 4.1.2+3+4 Sinds 1-9-2006 worden alle nieuwe aanwinsten direct gedocumenteerd: de basisregistratie bestaat uit: het geven van een objectnummer (jaartal-maand-volgnummer), omschrijving van object, eigendom/bruikleen voor bepaalde en/of bruikleen voor onbepaalde tijd, aanbieder (naam, adres, e-mail) en wie het in ontvangst heeft genomen. De aanbieder en de ontvanger tekenen het formulier. De aanbieder krijgt hiervan een afschrift. Alle objecten worden gefotografeerd of gescand en gearchiveerd in computer. 4.2 Het registreren van de voorwerpen in het museum 4.2.a. Op dit moment wordt er een inhaalslag gemaakt met het registreren van eerder ontvangen objecten. Objecten worden gescand en geregistreerd. Per wisselende tentoonstelling wordt een inhaalslag gemaakt. 4.2.b. Op dit moment zijn twee vrijwilligers belast met de registratie van de voorwerpen. 4.2.c. Alle voorwerpen worden in de computer geregistreerd en daarna, al naar gelang het object, tentoongesteld of opgeslagen in het archief en/of depot. 4.2.d. Er wordt gebruik gemaakt van registratiefotografie. De voorwerpen worden gescand en krijgen een datum en een objectnummer. 4.2.e. Is het nodig om de medewerkers een cursus te laten volgen op het gebied van registratie? 4.3 Het beschrijven van de afzonderlijke voorwerpen 4.3.a. Er is (nog) geen deadline voor de termijn waarop alle voorwerpen van de museumcollectie beschreven moeten zijn. 4.3.b. Op dit moment zijn een vrijwilliger en de heer Schut belast met het beschrijven van de voorwerpen. 4.3.c. Er wordt tevens een start gemaakt met de digitalisering van de collectie en de uitbreiding van het archief. Op dit moment bevinden we ons in de oriënterende fase voor het ontwikkelen van een (zeer uitgebreide) Data Base. Wordt er een database geschreven (tevens voor het NPM) of wordt er gebruik gemaakt van de Adlib Data Base; speciaal voor musea en bibliotheken. De database moet vriendelijk toegankelijk zijn en de output moet voor alle doeleinden direct beschikbaar zijn: voor exposities en tentoonstellingen, voor publicaties, voor de website, noem maar op. 4.3.d. Is het nodig om de medewerkers op het gebied van beschrijven een cursus te laten volgen? 317485823 - 13 - 4.4. Het ontsluiten van de afzonderlijke voorwerpen (pag.16) 4.4.a. Het ontsluitingssysteem moet een redelijk aantal zoekingangen krijgen. Een inventarisatieronde voor de database wordt binnenkort opgestart. Hierin zullen alle mogelijkheden en beschrijvende elementen per onderwerp aan de orde komen. Voor een single bijvoorbeeld: titel a en b kant, naam artiest, jaartal van opname, plaats van opname, muziekstroming, bijzonderheden, verloop van het succes? Enz. Bijvoorbeeld bühnekleding vereist weer een andere omschrijving, omdat het textielsoort een belangrijk element vormt. 4.4.b. Het ontsluitingssysteem is vastgesteld en is dus niet persoonsafhankelijk. 4.4.c. Het systeem is niet voor het publiek toegankelijk. 4.4.d. Het museum heeft nog geen openbare bibliotheek. Er worden geen boeken uitgeleend voor studiedoeleinden en er is geen catalogus. Uiteraard wordt er bij de ontwikkeling van het NPM uitgegaan van een bibliotheek dat ook voor publiek toegankelijk is. 4.4.e. Er wordt momenteel veel aandacht besteed aan de uitbreiding van documentatie van de museumcollectie. Doordat er meer vrijwilligers komen, wordt er een inhaalslag gemaakt. Bovendien wordt er gewerkt aan een uitgebreide Database. 4.4.f. Aan de uitbreiding van de documentatie zijn financiële consequenties verbonden. In de subsidieaanvraag ‘Op de goede weg’ van 9 juni 2007 zijn deze kosten opgenomen. 4.5 Automatisering van de collectieadministratie De collectieadministratie is geautomatiseerd in de Office-pakketten. Op dit moment bevindt het museum zich in de oriënterende fase voor het automatiseringstraject. Er wordt een functionele analyse gemaakt; wat moet het systeem kunnen? (zie ook 4.3.c). Tijdens dit vooronderzoek vinden gesprekken plaats met deskundigen en is een introductiedag gepland bij Adlib. Ook de kosten hiervoor zijn opgenomen in de subsidieaanvraag ‘Op de goede weg’. 317485823 - 14 - Hoofdstuk 5. PUBLIEKSTAAK 5.1 Algemeen 5.1.1 Bereikbaarheid 5.1.a. Het museum is goed bereikbaar met auto, fiets en openbaar vervoer. Er is ruim voldoende parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen. Het openbaar vervoer (bus en trein) is op ongeveer 10 minuten loopafstand. 5.1.b. Er is bewegwijzering vanaf de openbare weg. Voor bewegwijzering in het centrum heeft de gemeente geen toestemming gegeven. De ingang is herkenbaar aan het levensgrote beeld (kopie) van Nana van Niki de Saint Phalle. 5.1.c. Het museum heeft een folder met routebeschrijving. Deze is nog niet in andere talen verkrijgbaar. 5.1.2 Bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid 5.1.2.a + b Met uitzondering van de vide is het gebouw vrij van drempels en eventuele andere obstakels. Ook het toilet is drempelvrij en groot genoeg voor rolstoelgebruikers. Handgrepen ontbreken. Er zijn geen speciale voorzieningen voor blinden maar rondleidingen voor blinden en slechtzienden kunnen en zijn eerder al georganiseerd. Vrijwel alles is op de begane grond, een lift is niet echt nodig. 5.1.3 Voorzieningen voor het publiek Er is een garderobe, winkel, informatiebalie, een barretje en toilet. Een aparte voorziening voor kinderen is er (nog) niet. 317485823 - 15 - 5.1.4 Openstelling 5.1.4.a. De openingstijden van het museum zijn: donderdag en vrijdag van 12.00 uur tot 18.00 uur, zaterdag van 13.00 uur tot 17.00 uur en de eerste zondag van de maand van 13.00 uur tot 17.00 uur. Toegangsprijs is € 3,50 voor volwassenen en € 1,50 voor kinderen van 10 t/m 13 jaar. De openingstijden en entreeprijs zijn voor de ingang zichtbaar voor het publiek. 5.1.4.b. Op afspraak zijn er reductiemogelijkheden. 5.1.4.c. Buiten de normale openingstijden is het museum, voor groepen, op afspraak te bezoeken. 5.1.4.d. De oorzaak van de beperkte openingstijd is mankracht. De openingstijden van het NPM zullen (veel) ruimer zijn. 5.2 Presentatie van de collectie 5.2.1 Opstelling 5.2.1.a. Voor de vaste collectie zijn op dit moment niet voldoende opstellingsmogelijkheden. Ook de aanschaf van 12 vitrinekasten zijn opgenomen in de reeds genoemde subsidieaanvraag. 5.2.1.b. Er zijn geen plannen voor een herinrichting. In maart 2007 is een voorlopig laatste verbouwing afgerond. De entree, de winkel en de informatiebalie zijn vergroot en opnieuw ingericht. 5.2.1.c. constant een expositie dus rode draad? 5.2.1.d. Het publiek krijgt door middel van tekstborden informatie over de tentoongestelde voorwerpen. Bij exposities worden er ook wel hand-outs uitgereikt met de verklaringen. dvd’s Nog meer? Tekst, gesproken tekst, geluid, beeld, bewegend beeld, diorama’s, modellen, maquettes, hand-outs, demonstraties, computertoepassingen? 5.2.2 Beteksting 5.2.2.a. Voor het publiek wordt in het museum informatie verstrekt door middel van de feitelijke gegevens van het tentoongestelde d.m.v. tekstbordjes. De kaartjes zijn (nog) niet geüniformeerd. De kaartjes zijn alleen in het Nederlands gesteld. 5.2.2.b. Op korte termijn is het niet nodig de aanwezige tekstbordjes te actualiseren. 5.2.2.c. Op dit moment zijn nog geen publicaties over de collectie uitgegeven. Dit ligt zeker wel in de lijn der verwachting. Er zijn verschillende mogelijkheden, gedacht kan worden uit catalogi/publicaties in de vorm van boek, cd en/of dvd. 5.3 De presentatie van tijdelijke tentoonstellingen 5.3.1. Tijdelijke tentoonstellingen a. Bij het organiseren van tentoonstellingen wordt ook gebruikt gemaakt van bruikleencollecties die (kant en klaar) worden aangeleverd. Voorbeeld van een bruikleententoonstellingen is de fototentoonstelling van Robert van Stuyvenberg van 1 april t/m 23 juni 2007. 317485823 - 16 - 5.3.1.a. Het museum organiseert regelmatig eigen tijdelijke tentoonstellingen. Waar nodig aangevuld door bruikleenobjecten. Een selectie van de tentoonstellingen in de RockArt Galerie: 2006: ‘Q65 – The life I Live’, november 2005 – 28 januari Hans van Wissen, 2 april t/m 20 mei ‘Westland Nederbeat’, 5 maart tot half juni Solo expositie Kunstenaar van het jaar Jacques Tange, 5 juni – 9 juli ‘Den Haag Nederbeat jaren 50 tot heden’, 2 juli t/m september 2007: Herman Brood ‘Brood’s Leven’, 5 november 2006 t/m maart 2007 Fotoexpositie ‘Nationale en internationale pop- en jazzmuzikanten’ gefotografeerd door Robert van Stuyvenberg’, 1 april t/m 23 juni ‘Elvis, King of Rock&Roll’, 1 juli t/m 29 september Te verwachten: ‘Nederpophelden, pioniers van de popmuziek in Nederland 1960-1970’ oktober 2007 t/m februari 2008 ‘Veronica zendschip De Norderney’, april t/m juni 2008 ‘Het Nederlandse lied’, augustus t/m oktober 2008 ‘Geluidsdragers’, december 2008 t/m maart 2009 Extern: Expositie Westland Nederbeat in zeven bibliotheken in Westland maart/april/mei 2006. Organisatie Westland Nederbeat Live Muziek in ‘t Teejater Naaldwijk 30 maart 2006. Herman Brood expositie in Bibliotheek Wateringen, 16 september t/m 14 oktober 2006. 5.3.1.b. Tijdelijke tentoonstellingen worden georganiseerd om het museum onder de aandacht van het publiek te houden (free-publicity etc.) en om het bezoekersaantal te verhogen. Ook is er bijvoorbeeld deelgenomen aan de open dag van de kunst- en atelierroute in Hoek van Holland in 2006 en 2007. Door het extreme mooie weer was het aantal deelnemers in 2007 helaas gering. 5.3.1.c. Behalve op het eigen verzamelterrein vervult het museum ook een rol ten aanzien van……… ( ander onderwerpen?) 5.3.1.d. De plannen voor de toekomst zijn groots; realisatie van het NPM. 5.3.2 Faciliteiten, personeel en financiële middelen 5.3.2.a. Momenteel worden tentoonstellingen zo organiseert dat het past in de ruimte. Een grotere ruimte zou uiteraard tot meer mogelijkheden leiden. Op dit moment is de beschikbare ruimte bepalend. 5.3.2.b. Er zijn geen concrete plannen voor veranderingen in de organisatie m.b.t. de tijdelijke tentoonstellingen. Tentoonstellingen worden aangepast aan de beschikbare ruimte. 5.3.2.c. Apart budget hiervoor? 317485823 - 17 - 5.3.2.d. Tijdelijke tentoonstellingen worden gerealiseerd met het aantal mensen dat in de Galerie als vrijwilliger werkt. Met ‘man en macht’ en ‘schouders eronder’ komen tentoonstellingen tot stand. 5.4 Publiek algemeen 5.4.1. Samenstelling 5.4.1.a. Het publiek bestaat voornamelijk uit individuele bezoekers met een interesse in kunst en muziek. Daarnaast wordt het museum bezocht door toevallige voorbijgangers, bekende Nederlanders en genodigden. 5.4.1.b. Uiteraard worden er, zei het nog incidenteel, groepen ontvangen. Voorbeelden hiervan zijn: schoolklassen, vrouwengilden, culturele raden, special interest groepen zoals de Puchclub, fanclubs, etc. 5.4.2. Aantallen 4.4.2.a. In 2005 was het aantal bezoekers tijdens de openingsdagen, op afspraak buiten openingstijden en bij officiële openingen 1200, in 2006 waren het er 1900. Het aantal bezoekers is in een jaar dus met 58% toegenomen. 5.4.2.b. Het publiek is nog niet ingedeeld in categorieën. De leeftijd van de bezoekers varieert van jong tot oud. Omdat de collectie loopt vanaf de jaren ’50 is er vooral belangstelling door 45 plussers en special interest groepen. 5.5 Publieksbegeleiding 5.5.1 Informatie van en over het publiek 5.5.1.a. Er wordt op dit moment niet aan publieksonderzoek gedaan. 5.5.1.b. Terloops worden reacties van het publiek opgevangen, ze worden echter niet geregistreerd. Wel worden spontaan reacties opgeschreven in het gastenboek. Bladerend door het gastenboek is de conclusie dat vooral verbazing over de collectie hieruit spreekt. Ook worden relatief veel formulieren ingevuld met het verzoek opgenomen te worden in het emailbestand van het museum. Op die manier blijft men op de hoogte van ontwikkelingen en tentoonstellingen. 5.5.1.c. Welke doelgroepen worden wel/niet bereikt? Directe doelgroepen (het publiek/jongeren, scholieren, minderheden), indirecte doelgroepen (collega-musea, toeristenbranche) en intermediairs (pers) 5.5.2 Publiekswerving 5.5.2.a. Free-publicity is voor het museum, de toekomstplannen en de te houden tentoonstellingen een belangrijk middel om voorlichting en bekendheid te geven. In verschillende (regionale) kranten en (internationale) magazines (o.a. het Veronica magazine) is aandacht geweest voor het museum en ook interviews bij (lokale) radiostations werken mee aan de naamsbekendheid. 317485823 - 18 - 5.5.2.b. Werving van bezoekers vindt plaats door middel van: vaste liefhebbers, wonende in het land hebben zich beschikbaar gesteld voor het verspreiden van affiches en folders. contacten met regionale en provinciale VVV contacten met regionale kranten en omroepen lidmaatschap Erfgoedhuis Zuid-Holland lidmaatschap Vereniging van Musea in Zuid-Holland bezoekers aan de internetsite www.rockart.nl 5.5.3 Aanvullende activiteiten 5.5.3.a. In het museum vinden educatieve activiteiten plaats door middel van rondleidingen, hand-outs en persoonlijke begeleiding. Inmiddels hebben al veel basisscholieren, brugklassers en studenten het museum bezocht voor school-, studie- en afstudeerprojecten. Er zijn geen lesbrieven maar de rondleidingen worden op maat gemaakt en ondersteund door film, video, dia-vertoningen en bovenal van geluid! Jaap Schut is verantwoordelijk voor de samenstelling en begeleiding van deze activiteiten. Nieuwe activiteiten voor doelgroepen worden in een later stadium gerealiseerd in het NPM. In die zin wordt er ook gedacht aan samenwerking met het Nederlandse Popinstituut (NPI) in Amsterdam en de Popacademie in Tilburg. Ook samenwerking met andere aanbieders op de vrijetijdsmarkt zoals festivalorganisaties, bioscopen en bibliotheken liggen in de lijn der verwachting. 5.5.3.b. Faciliteiten Om de educatieve activiteiten te realiseren beschikt het museum over audio en audiovisuele apparatuur, kopieerapparatuur en drie tv’s. Er zijn geen multifunctionele ruimten om groepen te ontvangen. 317485823 - 19 - Hoofdstuk 6 BESTUUR EN MEDEWERKERS 6.1 Juridische status De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het museum en haar collectie ligt bij de Stichting Rock & Art Hall of Fame Holland. De statuten zijn als bijlage 2 bijgevoegd. Jaap Schut treedt op als vertegenwoordiger van het museum. 6.2 Het bestuur bestaat uit: Jaap W. Schut, Leen van Dam, Jeroen Trimbos, Jacqueline Schut en Winant Gelderblom. 6.3 Organisatiestructuur 6.4 Het museum heeft geen personeelsleden. De vrijwilligers zijn niet verzekerd tegen schade als gevolg van een ongeval tijdens diensttijd. 6.5 Er zijn 12 vrijwilligers werkzaam, de taakverdeling is duidelijk. In alfabetische volgorde: Annie van den Bos beleidsmedewerker Frans Bouwmeester bladen/single/lp/boeken archief Charles Crown organisatie en externe betrekkingen Yvonne Duyndam algemene zaken [email protected] Anja Huizinga algemene zaken, scannen fotoarchief Corry van Hijningen hoofd archief – database archief Moudy de Jong fotografe Ab Kortekaas begeleiding projecten Ilco Lodders webmaster André Schut begeleiding projecten Jaap Schut algemene leiding [email protected] Jacqueline Schut webmaster, boekhouding, en algemene zaken Het toezicht hierop wordt ook door Jaap Schut verzorgd. Er worden meer vrijwilligers gezocht. Er is vooral behoefte aan kennis op het gebied van ICT (Database en website), promotie en …………………. Het museum staat voor de werving van vrijwilligers genoteerd bij www.vrijwilligerswerkwestland.nl 6.6 Personeelsplan Zie voorwaarden elementen voor een beleidsplan van een museum 317485823 - 20 - Hoofdstuk 7 FIANCIERING Beknopt Exploitatieoverzicht opnemen? Waar komen de inkomsten vandaan? Wat zijn de kosten van het museum? Het exploitatietekort wordt aangevuld door de heer J. Schut. 7.1.1. De eigen bronnen van inkomsten van het museum komen uit de entreegelden, verkoop uit de museumwinkel en de bar. Daarnaast ontvangt het museum donateurgelden (€ 45,00 per jaar per donateur). Binnenkort wordt een e-mail nieuwsbrief campagne voor werving van nieuwe donateurs verstuurd. 7.1.2 De overheid Argumenten die in een beleidsplan worden aangevoerd voor (uitbreiding van) gemeentelijke exploitatie subsidie: de groei van de collectie en de daaraan te besteden zorg de uitbreiding van het museum de verbreding van het takenpakket accentverschuivingen bij de bestedingen de noodzakelijke ruimte voor experimenten de professionalisering de geldontwaarding en de kostenstijgingen Je kan verwijzen naar de hoofdstukken in het plan. 7.2 Ondersteunende instelling Kent het museum een vereniging die het in zijn activiteiten ondersteunt, bijvoorbeeld een vereniging van vrienden van het museum. Welke functies vervult de vereniging, vrijwilligerswerk? Is er de wens zo’n vereniging op te richten? 7.3 Sponsering Sponsorgelden worden aangevraagd door de heer J. Schut. Er wordt geen gebruik gemaakt van een sponsorbemiddelingsbureau. Huidige sponsors van het museum zijn: Bennies fifties www.benniesfifties.com), Dommelsch bier, Coca Cola en de Bijenkorf. Hiervoor worden geen specifieke tegenprestaties geleverd. 7.4 Subsidies Er wordt gebruikt gemaakt van subsidies. Op 9 juni jl. is subsidie met de titel ‘Op de goede weg’ bij de volgende instanties aangevraagd: Prins Bernhard Cultuurfonds, Fonds 1818, VSB fonds, Casema Cultuurfonds, Sponsor Bingo Loterij, Provincie Zuid-Holland en de Mondriaan Stichting. De eventueel geworven gelden worden onder andere gebruikt voor de aanschaf van Lloyd 90 D brandwerende archiefkasten, depotuitbreiding, aanbrengen van UV-arme verlichting en een klimaat/temperatuurcontrole systeem, documentatiemateriaal en het automatiseringssysteem. Uiteraard blijft er altijd rondgekeken worden naar andere subsidieverstrekkers. Zo wordt bijvoorbeeld in augustus een aanvraag aan het ANWB fonds gestuurd. 7.5 Fondsen en overige bijdragen Het museum beheert nog geen fonds voor bijvoorbeeld aankoop en/of restauratie van collectievoorwerpen. De aankopen worden momenteel aangewend door de familie Schut. 317485823 - 21 - Hoofdstuk 8. SAMENVATTING EN CONCLUSIE Plan samenvatten met een aanduiding waar de diverse prioriteiten liggen. In het plan een tijdsfasering en financiële gevolgen aangeven. Dit beleidsplan is geschreven ter ondersteuning van de groei van het Museum RockArt Galerie. De stichting Rock & Art Hall of Fame Holland is sinds haar oprichting aan het uitgroeien tot hét instituut waar cultureel erfgoed wordt verzameld, gearchiveerd, gedigitaliseerd en beheerd. Het doel is om van hieruit door te groeien naar het Nationaal Popmuseum (NPM). Momenteel wordt aan het businessplan gewerkt en is de aanvraag voor het Nationaal Popmuseum in behandeling bij de gemeente Den Haag. De wens is het NPM te realiseren in Den Haag, dé popstad van Nederland. De gemeente heeft projectontwikkelaars gevraagd hoe zij het gebied van de voormalige Norfolkline zouden invullen, rekening houdend met de uitgangspunten en gemeentelijke ambities van het gebied. Dit is een ideale locatie omdat de Nordeney, het Veronica zendschip, in het project opgenomen kan worden. In ongeveer in 2010 zou de herstructurering van het gebied én de opening van het museum gerealiseerd kunnen zijn. Zeker de eerste jaren blijft het Museum RockArt Galerie in Hoek van Holland. De collectie beslaat de Nederlandse Popmuziekgeschiedenis vanaf de jaren 50 tot heden, van Armand tot ZZ en de Maskers, van Indorock tot de Golden Earring en van Jazz tot Rock'n Roll, in vorm van popmemorabilia, beeld, geluid en info en dat alles in combinatie met moderne kunst. Een museum mét Galerie waar naast wisselende exposities over de Nederlandse muziekgeschiedenis, moderne hedendaagse beeldende kunst van gerenommeerd kunstenaars te koop wordt aangeboden. Muziek is een vorm van kunst, art en mag daarom niet verloren gaan. 317485823 - 22 -