Het Griekse theater VWO/TTO4 KCV Voorjaar 2011 De grote Dionysia • Jaarlijks feest in Athene, 5e eeuw v.Chr. • Vijfdaags toneelfestival ter ere van Dionysus • Eind maart: winter voorbij, stad weer toegankelijk voor bezoekers > ook veel niet-Atheners bij feest • Wedstrijd (agoon): eerste en tweede prijzen Dionysustheater in Athene Ca. 17.000 zitplaatsen en rond 330 v.Chr. gebouwd Opbouw festival • Nacht ervoor: cultusbeeld van Dionysus naar theater • Dag 1: optocht en offers aan Dionysus • 3 dagen met tragedies (treurspelen) • Elke dag 3 tragedies (trilogie) van één schrijver • Afgesloten door satyrspel > acteurs verkleed als saters • ‘s Middags nog een komedie • Dag 5: optocht en offers, bekendmaking winnaars en bekroning met klimop Organisatie festival • Voorbereiding in zomer: selectie dichters • Choregen: rijke burgers die productie financierden > kostuums, salaris zangers, training en levensonderhoud koor (15 man) = vorm van belasting • Dichter zelf was regisseur > componeerde ook muziek + deed choreografie koor. Aanvankelijk ook vaak acteur • Staat betaalde acteurs • Jury van 10 mensen uit publiek Oorsprong tragedie I • Ontstaan uit choros (koor), zangdansgroep van jongens/mannen • Wedstrijden tussen choroi ter ere van Dionysus > eerste prijs: tragos (bok) • Vandaar naam tragoidia (bokkenzang) • Solist scheidde zich af van koor > dialoog. Thespis was eerste acteur • In loop van 5e eeuw meer acteurs: Aeschylus > 2e acteur, Sophocles 3e acteur Oorsprong tragedie II • Alleen mannelijke acteurs > ook in vrouwenrollen • Max. 3 sprekende acteurs op toneel, maar meer personages • Acteurs speelden meer dan één rol • Figuranten (κωφα προσωπα) • Maskers voor koor en acteurs • Muziek en dans: koor begeleid door dubbele fluit (aulos) Aeschylus • 525-456 v.Chr. • Ca. 90 tragedies geschreven • 7 tragedies bewaard gebleven, waaronder één trilogie: Oresteia • Enige van wie tragedies werden herhaald op Dionysia na zijn dood • Slechts twee acteurs; belangrijke rol koor Sophocles • 495-406 v.Chr. • 123 stukken geschreven, ook satyrspelen • 24 keer eerste prijs gewonnen • 7 tragedies volledig bewaard • Introduceerde derde acteur; koor niet echt betrokken bij handeling, maar geeft commentaar Euripides • • • • 480-406 v.Chr. 92 tragedies geschreven 18 bewaard gebleven Slechts 5 keer eerste prijs gewonnen • Sterk psychologische inslag, inleving in vrouwen Aristoteles’ Poetica • Begin 4e eeuw v.Chr. • Bron over ontstaan tragedie (in deel 1); ook over komedie (deel 2, verloren) • Regels voor goede tragedie > invloed op toneelschrijvers tot in 17e eeuw: eenheid van plaats, tijd en handeling. Drie eenheden echter niet bij hem terug te vinden • Wel: één leidende gedachte; niets over plaats; niet langer dan één etmaal > geen regels • Karakter van personages ondergeschikt aan handeling • Doel: angst (φοβος) en medelijden (ελεος) opwekken > daardoor “reiniging” (katharsis) van publiek • Plot moet omslag (peripeteia) bevatten > van geluk naar ongeluk, liefst samen met herkenning of tragische vergissing Opbouw tragedie I • Meestal één plaats (mogelijkheden voor decorwisseling beperkt) > meestal voor tempel of paleis • Gebeurtenissen elders > bodeverhaal • “Actie-scènes” buiten beeld • Tijdsverloop beperkt • Plot één geheel Opbouw tragedie II • • • • • • Proloog Parodos: eerste koorlied Eerste epeisodion (scène) Eerste stasimon (eenstemmig koorlied) Nog drie-vier epeisodia en stasima Exodos en epiloog (laatste scène en slotregels koor) • Bijzondere tekstvormen: bodeverhaal, stichomythie Opvoeringspraktijk I • Muziek nauwelijks bekend • Choreografie niet bekend • Kostuums en decors niet teruggevonden > vaasafbeeldingen en muurschilderingen Acteurs met maskers van Hercules en Dionysus Vaas met scènes uit de Medea van Euripides. 325 v.Chr. Opvoeringspraktijk II • Opvoering in open lucht, overdag • Weinig effecten met licht of decor > beschilderde panelen • Moord achter de coulissen > lijk op podium binnengerold (ekkuklèma) • Geluidseffecten: spiegel/trommel (donder en bliksem), paarden (houten borden), regen (pot bonen) • Toneelmachines: deus ex machina (hijskraan) Medea op slangenwagen als deus ex machina, ca. 400 v.Chr. Opbouw theater 1. Skènè 2. Orchestra (in midden plaats voor altaar) 3. Parodoi of eisodoi 4. Tribune Epidauros Theaterreconstructies